quote:
Het heeft niets van doen met het te raden stuk oorlogstuig, maar toch blijft deze woordcombinatie me intrigeren. Een foute burgemeester in oorlogstijd klinkt nogal eendimensionaal: een burgemeester die op de hand was van de bezetter. Meestal ging het dan inderdaad om burgemeesters die lid waren van de NSB en die in de loop van de oorlog werden benoemd, slappe zetbazen van de nazi's.
Een 'burgemeester in oorlogstijd' echter is een bekende zegswijze en een gelaagd en dus veel interessanter begrip. Het verwijst naar burgemeesters die voor de oorlog waren benoemd en lid waren van goedburgerlijke politieke partijen, maar die tijdens de bezetting op hun post bleven en soms, of vaak, een beleid voerden of moesten voeren waar ze niet achter stonden, of zelfs principieel tegen waren, maar dat toch deden "om erger te voorkomen". En dat 'erger' bestond dan uit aftreden en worden opgevolgd door een echt foute burgemeester, eentje van de NSB. Door op hun post te blijven konden ze wellicht het nazibeleid wat afzwakken, of bewoners in bescherming nemen, hun gemeente uit de wind houden, of andere nobele dingen doen. Dergelijke burgemeesters hadden soms iets heldhaftigs. Na de oorlog werd daarover niet altijd even genuanceerd, begripvol en gunstig gedacht - vandaar de wat pejoratieve bijklank van 'burgemeester in oorlogstijd'.