quote:
Nabestaanden van de 87-jarige Cees hebben vanwege zijn zelfmoord vragen neergelegd bij ouderencentrum de Mantel in Voorburg vanwege een rigide bezoekverbod in de eerste lockdown, eenzame opsluiting, geestelijke verwaarlozing en onzorgvuldige communicatie van corona-maatregelen.
Cees zei tijdens de lockdown dat hij wegkwijnde en hij vond dat hij tijdens de coronacrisis maandenlang in een gevangenis zat. ,,Ik zie niemand meer.” Uit angst voor een nieuwe quarantaine of tweede lockdown koos hij zelf voor de dood. Op 13 september sprong Cees van zijn balkon, negen hoog. Getuigen zeggen dat er een enorm kabaal was. Daarna was er stilte.
De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd onderzoekt het incident. Zorgcentrum De Mantel leeft mee met de nabestaanden en zegt zich beslist niet te herkennen in de verwijten van de familie.
Nu is Cees toch dood. En niet door corona, maar uit angst voor een nieuwe lockdown.
Wanhoopsdaad
Drie maanden na zijn overlijden, vertelt Cees’ zoon eenmalig over de wanhoopsdaad van zijn vader. Het is een verhaal wat volgens hem verteld moet worden aan Nederland. Opdat de geschiedenis zich niet zal herhalen. In de kantine van een volkstuincomplex doet de zoon zijn relaas. Thee staat op tafel. Buiten is het donker en regent het.
Cees was liever dood, dan nog een keer de eenzaamheid van een lockdown mee te maken, zegt zijn zoon die waarschuwt dat meer mensen door de coronacrisis wegkwijnen en depressief worden. ,,Er is onvoldoende oog voor het welbevinden van mensen.”
,,Mijn vader was een sociale, behulpzame en actieve man. Hij was niet bang voor corona, maar wel voor de eenzaamheid en het isolement. Hij ervaarde de lockdown in maart én het bezoek dat hij kreeg achter glas als gevangenschap. ‘Ik zit in detentie’, zei hij steeds vaker, als we hem vanachter een raam opzochten en zijn wekelijkse boodschappen ten behoeve van ontbijt en lunch kwamen brengen. We zagen dat hij steeds bozer werd.”
Restaurant
De Mantel is een woonzorgcentrum waar senioren met dementie wonen op gesloten afdelingen. De mensen die alleen lichamelijke klachten hebben wonen zelfstandig in tweekamerappartementen op open afdelingen. Ze krijgen in de flat de zorg die ze nodig hebben aan huis en in normale tijden zijn er in de gemeenschappelijke ruimte veel activiteiten, zoals een kapper, een winkel, restaurant en een bibliotheek. In maart ging alles op slot. Alle bewoners van het zorgcentrum moesten in hun eigen appartement blijven en de mensen mochten niet naar buiten om hen te behoeden voor corona.
Cees ging onder die regels kapot van eenzaamheid. Dagenlang zat hij alleen in zijn flat, geen raad wetend met de tijd en de stilte.
,,Met terugwerkende kracht denk ik: het was een te streng regime. Mijn vader woonde eigenlijk zelfstandig en hij had veel activiteiten buitenshuis, maar zijn zelfbeschikkingsrecht was volledig afgenomen.”
Andere Nederlanders konden in de lockdown gewoon naar buiten. Maar in de Mantel ging de deur maandenlang op slot. Cees moest in zijn appartement blijven.
Bajes
Neef Joost is bij het interview en schudt af en toe zijn hoofd als hij hoort over de vrijheidsbeperking van zijn oom die niet naar buiten mocht. ,,Dit is toch idioot. Dit is nog erger dan de bajes”, zegt hij. ,,Voor gevangenen zijn er tenminste nog activiteiten en ze hebben recht om te luchten.‘’
Het absolute isolement dat op verzoek van de minister vanaf maart in de Mantel gecreëerd werd, werd door de 87-jarige als terreur ervaren. Zijn laatste tijd werd in zijn ogen gestolen en het centrum deed volgens hem onvoldoende om de bewoners tijdens hun isolement geestelijk te steunen en de spirit hoog te houden.
Cees was volgens zijn zoon, een liefdevolle man. Hij miste zijn vrijheid. Hij had wat lichamelijke klachten, maar was nog bij zijn volle verstand. ,,Hij puzzelde normaal gesproken, las kranten, ging voor de coronacrisis uitbrak naar de fysiotherapie, liep nog trappen op en af en deed aan gewichtstraining om in conditie te blijven.” Hij was een groot Feyenoord-fan. En een nieuwe vriendschap kleurde zijn leven. ,,Samen deden ze voor maart boodschappen en maakten lange wandelingen.” Omdat zijn vriendin een broze gezondheid had, kon Cees haar helpen. ,,Ze leunde op hem en hij op haar.”
Donderslag
De lockdown kwam in maart als een donderslag. Van de ene op de andere dag ging het ouderencentrum op slot. Cees mocht zijn vriendin die elders in de Mantel woonde, niet meer ontmoeten. ,,Ze moesten afgezonderd van de wereld in hun eigen woonruimte blijven.” Ze waren radeloos.
De 87-jarige vertelde dit voorjaar tijdens familiebezoek achter glas en aan de telefoon dat hij de zorgmedewerkers steeds minder zag. Hij was boos omdat ze geen mondmaskers droegen en ze hielden volgens hem geen afstand. Bovendien waren er veel wisselende gezichten. ,,Mijn vader begreep niet dat hij opgesloten zat, terwijl het zorgpersoneel geen beschermende kleding droeg en vrij naar buiten kon lopen.”
Keet
In de laatste weken van de lockdown werd tot zijn afschuw een keet voor de deur geplaatst, waarin de senioren hun geliefden konden zien. Cees liep dan door een soort sluis en kwam dan in een gezamenlijk kamertje met een glazen wand in het midden. Via een telefoon kon hij gesprekken voeren met zijn kinderen. ,,Net als in de bajes in Amerikaanse films”, gruwelt neef Joost.
,,Mijn vader werd steeds bozer: ‘Dit is écht detentie’, riep hij steeds. ‘Dit is idioot. Dit is een gevangenis.’ Pas later besefte ik hoe boos hij echt was.”
Winkelcentrum
In juli ging het woonzorgcentrum weer open en mocht de hoogbejaarde man weer onbeperkt naar buiten. ,,Hij knapte mentaal weer op.” Met zijn vriendin verheugde hij zich op een bezoekje aan het nieuwe winkelcentrum Mall of the Netherlands in Leidschendam. Maar op 12 september ging het mis. Cees hoorde tot zijn grote afschuw dat de negende etage van de Mantel ook voor onbepaalde tijd in quarantaine moest omdat op een aantal andere afdelingen in het zorgcentrum corona was uitgebroken. ,,Er was geen begeleiding bij het vertellen van het nieuws.”
De dag erna verkoos hij de dood, boven een nieuwe uitzichtloze periode vol eenzaamheid en benauwende opsluiting. De 87-jarige man kleedde zich op 13 september netjes aan, stak zijn paspoort, een kammetje en foto’s van zijn kinderen in zijn zak. Daarna pakte hij het keukentrapje en dook vanaf de rand van zijn balkon, negen hoog naar beneden. ,,Om 7 uur is hij gesprongen.” Cees was niet meer.
Onbegrip
Behalve intense schrik en onmetelijk verdriet was er bij zijn zoon aanvankelijk ook boosheid en onbegrip. ,,Ik dacht altijd: mijn vader staat nog midden in het leven. Dan doe je zoiets niet.” Later ging hij beter begrijpen hoe de extreme eenzaamheid en uitzichtloze opsluiting aan hem vrat.
De familie stelde vragen aan de Mantel vanwege vrijheidsbeneming en vanwege de sociaal emotionele armoede die er maandenlang volgens Cees heerste. ,,Alles was er op gericht de mensen lichamelijk in leven te houden, maar naar hun geestelijke gezondheid keek niemand om. Bang voor corona of de dood was mijn vader niet, maar hij vreesde wel dat hij opnieuw zou worden opgesloten. Hij is bewust gesprongen. De toekomst zag hij niet meer zitten.”
De pijn achteraf is enorm. De zorg heeft Cees in de steek gelaten, vindt zijn zoon. Wie voelde zich in de Mantel verantwoordelijk voor de geestelijke gezondheid van de mensen die in hun laatste dagen afgezonderd werden van de wereld? ,,In het gesprek met het management van het zorgcentrum werd de verantwoordelijkheid voor de geestelijke verzorging neergelegd bij de huisarts. De huisarts gaf in een gesprek echter aan dat gezien het zorgpakket (Cees viel onder de Wet Langdurige Zorg met indicatie 4, red.) de verantwoordelijkheid bij het zorgcentrum lag.”
In een gesprek met de geestelijk verzorgers van de Mantel werd volgens de familie duidelijk dat zij de opdracht hadden gekregen om de bewoners van de open afdelingen geen geestelijke bijstand te geven. ,,Cees is aan zijn lot overgelaten.” De instelling betwist dat.
De familie heeft de Inspectie Gezondheidszorg gevraagd een onderzoek in te stellen in de Mantel.