abonnement Unibet Coolblue
  Moderator donderdag 3 september 2020 @ 02:17:41 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_194857805
Etappe 6: Le Teil - Mont Aigoual, 191 km


Ja, dat was vreemd. Niemand had er zin in, die dagen zijn zeldzaam. Asgreen probeerde het wel een keer, in een poging Deceuninck-Quick Step een keer geen kopwerk te laten doen. De Gendt sprong mee, dat had een mooi duo kunnen zijn. Het bleek alleen dat De Gendt in het wiel ging zitten om vervolgens nee te schudden, hij was niet van plan om de hele rit op kop te rijden. Bora haalde de twee mannen terug en toen gebeurde er niets meer, helemaal niets. Of, om Renaat te quoten: er gebeurde geen reet. Een geschiedenisloze rit. Bennett won de tussensprint, waardoor hij virtueel het groen overnam van Sagan. Spannend! De Gendt reed heel kort weg, maar toch ook weer niet. De kilometers tikten nog nooit zo langzaam weg, het was werkelijk waar niet om aan te gluren. Ik kijk al behoorlijk lang naar wielrennen, maar zoiets heb ik volgens mij nog nooit gezien. Een dag lang geen enkele vluchtpoging van belang, 2020 wordt vreemder en vreemder, en dan nog net een tikje vreemder. Het duurde tot Montélimar voordat er wat gebeurde. Wat nervositeit in het peloton, omdat de wind misschien gunstig zou staan voor wat waaiergeweld. Sepp Kuss werd daarvan het slachtoffer, hij ging onderuit. Buiten Montélimar werd er een voorzichtige poging gewaagd, maar de wind bleek niet sterk genoeg te zijn en niet bepaald gunstig te staan. Daardoor kalmeerde de boel weer een beetje. Op een kilometer of twintig van het eind leek Ineos even iets te willen proberen, maar die poging strandde al snel door een lekke band voor Carapaz. Het viel weer helemaal stil, zodoende kregen we alleen de laatste tien kilometer met koers te maken. In de finale zagen we vooral een sterk treintje van Sunweb, ze kregen het voor elkaar om Cees Bol perfect af te zetten. Bol ging aan, maar in zijn wiel zat Van Aert. De beste renner van het moment. Wereldcoureur. Daar doet niemand iets aan af. De rest stond niet op de foto. Goed, het scheelde maar een wiel, maar met overslaande stem beleefde Michel Wuyts een waar hoogtepunt. Ook José haalde nog even zijn gram, al dat ophemelen van Van Aert was natuurlijk buitengewoon gerecht. Uiteraard, zeker en vast. Weer een overwinning voor Jumbo, weer een overwinning voor Van Aert. Zelfs terwijl hij dagelijks moet werken en iedereen bergop laat lossen heeft hij nog tijd en energie over om een rit te winnen, niet te doen, niet te doen, niet te doen. Bol werd netjes tweede, in de schaduw van de aanstaande alleenheerser van België. Bennett werd derde, hij neemt definitief de groene trui over van Sagan. Toch een apart zicht, Sagan niet in het groen in de Tour. Ook vandaag kwam hij er weer niet echt aan te pas, enigszins pijnlijk. Bij Quick Step waren ze enorm blij, de gele én de groene trui in dezelfde ploeg! Of nee wacht, toch niet. Een bidon aannemen op minder dan 20 kilometer van het eind, slim is anders. 20 seconden tijdstraf, geen gele trui voor Alaphilippe. Yates neemt over, daar zit verder ook echt niemand op te wachten.

De kans is aanwezig dat Yates de trui meteen weer gaat verliezen, want er komt een nieuwe aankomst bergop aan. Na een behoorlijk vlakke aanloop krijgen we richting het eind de Col de la Lusette voorgeschoteld, een bijzonder zware klim. Daarna rijden we verder naar Mont Aigoual, een berg die praktisch iedere Nederlander kent zonder er ooit geweest te zijn. We rijden naar de Cevennen, daar waar De Renner van Tim Krabbé zich afspeelt. Allez Poupou! En vergeet niet: courir c'est mourir un peu. Jezes Kristes.




Le Teil, Ardèche, 3 september 2020. Warm, onbewolkt weer. De renners pakken hun spullen niet uit de auto en zetten hun fiets zeer zeker niet zelf in elkaar. Vanaf terrasjes zouden toeristen en inwoners normaal toekijken, daar is door corona een stuk minder sprake van. Al is er altijd nog het hotelpersoneel. Niet-wielrenners. De leegheid van die levens schokt ons. Gaan we zo het hele boek van Tim Krabbé herschrijven? Nee, laten we dat maar niet doen. Alsnog is dit natuurlijk een rit die onlosmakelijk verbonden is met misschien wel het bekenste wielerboek ooit, al vermelden ze er in het roadbook helemaal niets over. Ik hoef er voorlopig ook niets over te vermelden, we zijn nog lang niet in de buurt van de Mont Aigoual. Nee, we gaan van start in een plaatsje met 8.750 inwoners waar we tijdens de vorige rit al passeerden. Le Teil, een plaats waar nog nooit een Tourrit aankwam of vertrok, al is de Dauphiné hier wel ooit gepasseerd. In 2014 was dat, toen won Nikias Arndt in de sprint voor Kris Boeckmans en Reinardt Janse van Rensburg. Bijzondere uitslag wel. Eind vorig jaar werd Le Teil getroffen door een vrij zware aardbeving met een 5.4 op de schaal van Richter. Doden vielen er gelukkig niet, maar de schade was aanzienlijk. Dit terwijl de stad al niet veel te bieden had, zit ook niet echt mee dan. We moeten het doen met een paar aardige kerkjes, waarvan er een nog gerestaureerd wordt ook. Het meest opvallende bouwwerk van Le Teil is zonder enige twijfel de brug, tijdens de vorige rit reden de renners al over deze fraaie constructie. Voor de Jan Boskampjes van deze wereld vinden we in het centrum van Le Teil een museum, het Musée de la Résistance et de la Déportation en Ardèche, zelfs zonder een woord Frans te spreken zal het duidelijk zijn wat voor soort museum dit is. In de heuveltjes boven Le Teil heb je een uitzichtpunt, ook leuk. Kun je de Rhône zien, enzo. De renners gaan van start langs het lokale rugbyveld, want dat is hier de populairste sport. Alhoewel, tegenover het rugbyveld ligt de boulodrome. Een overdekte plaats waar men jeu des boules kan spelen. Geen grap. Een stuk of acht banen naast elkaar, ze nemen dat spelletje wel serieus hier. Petanque zal het hier vast wel heten, ook prima.



We eindigen weer met een aankomst bergop, maar verder had de rit door de jongens van Unipublic ontworpen kunnen zijn. _________/. Na de start langs de boulodrome rijden we een tijdje door Le Teil, even de schade die de aardbeving heeft aangericht opmeten. Uiteraard fietsen we ook nog even langs de brug, maar deze keer rijden we er niet over. Na de tocht door het stadje gaat de rit pas een eind buiten Le Teil van start. Het blijkt meteen dat ik toch lichtelijk heb gelogen, volledig vlak is de aanloop ook weer niet. In de eerste echte kilometers van de rit gaat het toch omhoog. Drie kilometer aan drie procent, zo ongeveer. Wellicht wordt de strijd om in de vlucht van de dag te geraken daardoor iets interessanter, de vluchters zullen toch ooit gaan denken dat ze kans maken om een ritje mee te pakken. Moet alsnog snel gebeuren dan, want na die drie kilometer gaat het twee kilometer licht naar beneden. We rijden over een brede weg door een redelijk lege omgeving. Al zien we ook wel weer redelijk veel wijnranken, maar die houden de wind niet tegen in het geval dat het weer eens hard waait. Na het afdalinkje gaat het nog eens acht kilometer vals plat omhoog, met de nadruk op plat. Stelt weinig voor, maar een type De Gendt kan hier natuurlijk wel de wattages flink de hoogte in laten gaan. Het voorlopig hoogste punt bereiken we vlak na Saint-Jean-le-Centenier, daarna is het een kilometer of twee zo goed als vlak. Vervolgens gaat het een tijdje heel minimaal naar beneden, terwijl we op een paar rotondes na weinig tegenkomen. Bij een van die rotondes gaan we linksaf, waarna we de hoofdweg even achter ons laten. Via een weg die nog steeds breed is maar net wat minder rijden we even verderop door Saint-Germain, waar het grootste gevaar van een paar vluchtheuvels komt. Het is inmiddels vlak geworden en dat zal het voorlopig ook blijven. De tocht wordt vrij saai, terwijl de mooie Ardèche nochtans dichtbij is. De rivier ligt even verderop, maar komt voor de renners nog niet in zicht. We rijden door wat dorpjes, waar we wat rotondes en ander verkeersmeubilair tegenkomen. Het is pas in de buurt van Balazuc dat we wat natuurschoon tegenkomen, in de verte zien we de kloof van de Ardèche verschijnen. Het blijft voorlopig wel bij de verte, we volgen de doorgaande weg die ons niet naar de rivier brengt. Een paar rechte en vlakke kilometers later komen we uit in Pradons, waar we de Ardèche eigenlijk ook weer negeren. Je hoeft maar een paar meter naar rechts te gaan om het water te zien, maar we gaan stug rechtdoor.



Van Pradons rijden we naar Ruoms, ook daar geen Ardèche. Wel een paar rotondes. Bij een rotonde een eind buiten het dorp slaan we linksaf, daarna rijden we rechtdoor richting, jawel, de rivier. Vijf kilometer na Ruoms rijden we via een van de twee hierboven afgebeelde bruggen over de Ardèche, daarna laten we die rivier heel snel achter ons. De komende 12 kilometer rijden we vooral rechtdoor, over een brede en vlakke weg. Veel campings hier, veel wijnranken en af en toe een dorpje. Af en toe wat open velden ook, met wat wind erbij is dat eventueel interessant. Na 60 kilometer koers komen we uit in Saint-Paul-le-Jeune, een paar kilometer voor de renners dit dorp bereiken gaat er zowaar iets gebeuren. De weg wordt wat bochtiger en het gaat ongeveer drie kilometer omhoog aan 3% gemiddeld. Na dit niet al te boeiende klimmetje fietsen de renners in licht dalende lijn Saint-Paul-le-Jeune binnen. We komen een paar bochten tegen, maar al snel gaat het weer een aantal kilometer volledig rechtdoor, over een weg die nog een keer een kilometer of twee licht omhoog loopt. Boven op dit stukje vals plat komen de renners een rotonde tegen, waar ze linksaf zouden kunnen slaan. Als het net zo'n wandeletappe wordt als de vorige rit kunnen ze even op het gemak naar de Grotte de la Cocolière, volgens de eigen site wordt deze grot aangekondigd als een verbazingwekkende reis buiten de tijd. De ondergrondse bezichtiging van la Cocalière, rondleiding van ongeveer een uur langs een beveiligde route, is geschikt voor alle leeftijden. De temperatuur is hier constant rond 14 graden, en u ontdekt hier een levende grot, die nog steeds in ontwikkeling is. Behalve de concreties van calcieten, stalagmieten en stalactieten in diverse vormen en maten (waaronder structuren en kolommen), kunt u de chemin les disques (het schijvenpad) zien – cirkelvormige concreties die de zwaartekrachtwetten verbreken. Die van la Cocalière worden gerekend tot de mooiste en origineelste. Dunne gordijnen (of calcietgalonnen) met half doorzichtige verdikkingen hangend aan het gewelf, maar ook vreemde uitlopende kristallen en lange, zeer dunne fistels of macaroni. Al deze geologische bezienswaardigheden weerspiegelen meestal in het heldere of blauwige water van de natuurlijke gours of bassins met door calciet gevormde randen. Deze van de Salle des Gours, in trapvorm, zijn opmerkelijk. De blinde grotgarnalen zijn soms in het water te zien, bijvoorbeeld in de zaal Camp du Bivouac. Tussendoor vraagt een grotparel in ontwikkeling uw aandacht, te meer daar dit natuurlijke fenomeen zelden zichtbaar is. Ik vind deze teksten zó fantastisch dat ik ze integraal overneem. Kan ook aan het feit liggen dat we verder niet veel meemaken, maar oké. Misschien ben ik ook wel klaar met de koers, een feest was het de afgelopen rit niet. Nouja, goed, na de grotten gaat het een kilometer of zes lichtjes naar beneden, over een weg die iets bochtiger wordt. Stelt allemaal niet veel voor, al weet je dat met jongens als Benoot in het peloton maar nooit. Via Saint-Brès rijden we naar Saint-Ambroix.



In Saint-Ambroix hebben de renners inmiddels 71 kilometer afgelegd. Ze zien bij het binnenrijden van het dorp een aantal huisjes liggen die half in de rivier hangen, dat vind ik altijd wel lachen. In het centrum zelf spotten we op de rotsen een vestinkje, met een kapelletje. Heel fraai allemaal natuurlijk. Buiten Saint-Ambroix rijden we over de Route d'Alès naar, echt waar, Alès. Het is een kilometer of 20 fietsen tot in deze stad, de eerste twee daarvan gaat het zowaar enigszins daadwerkelijk omhoog aan een procent of vier. Het blijft nu wel even glooiend, na een paar hectometer in dalende lijn gaat het nog eens omhoog, weer naar beneden en dan volgt er weer een stuk van twee kilometer in stijgende lijn. Veel maakt het niet uit, maar goed, dan valt er nog wat te melden. De weg is wel heerlijk breed en niet bijzonder bochtig. Wel rijden we door een aantal dorpjes waar er uiteraard weer heel wat vluchtheuvels te vinden zijn. Als we in de buurt van Alès zijn komen we ook steeds meer rotondes tegen, dat zijn tegen die tijd de grootste obstakels. Het is inmiddels weer gewoon helemaal vlak, voorlopig zou je deze rit ook kunnen beschouwen als een nieuwe snipperdag. Eenmaal in Alès rijden we een aantal kilometer kriskras door het dorp. Van de ene rotonde naar de volgende, terwijl we niet echt door het mooiste deel van de stad rijden. Alès kennen we vooral van de Ster van Bessèges, steevast een van de eerste koersen van het jaar. Vaak eindigt die wedstrijd hier, in de hoofdstad van de Cevennen. Dit jaar won Alberto Bettiol de afsluitende tijdrit met aankomst op een heuvel boven Alès, ongeveer een maand voordat corona het seizoen wist te blokkeren. In deze stad met 40.000 inwoners passeert de Tour met enige regelmaat, vorig jaar bijvoorbeeld nog. Toen reden we van Nîmes naar Nîmes, weer eens wat anders dan Nice - Nice. De laatste aankomst in Alès dateert ondertussen alweer van 1991, bij die gelegenheid wist Moreno Argentin te winnen. Niet echt de leukste stad verder, valt ook niet te verwachten als een gek als Laurant Blanc hiervan afkomstig is. Vorig jaar gooide ik er een foto van de stad in, nu doen we maar een foto van de heuvel boven de stad, de Montée de l'Ermitage. Gewoon, omdat het dan nog ergens op lijkt.



Een paar bochten later verlaten we Alès weer, over een licht glooiende weg rijden we naar Anduze. Na de laatste rotonde in Alès gaat het een halve kilometer wat steviger omhoog, daarna rijden we over een vrij rechte en tijdelijk vlakke weg richting Saint-Christol-lès-Alès. In Saint-Christol slaan we bij een rotonde rechtsaf, daarna zal de weg een kilometer of vier vooral vals plat omhoog lopen. Volledig rechtdoor, dat dan weer wel. In Bagard komen de renners wel een rotonde tegen en wat vluchtheuvels, maar het blijft vrij nietszeggend allemaal. Aan het eind van dit stukje in stijgende lijn gaat het kort naar beneden, waarna we op een rotonde stuiten. Voorbij deze rotonde zijn we al bijna in Anduze, maar voor we dat schattige dorpje bereiken moet er geklommen worden. Een echt klimmetje. Eén kilometer aan 6%, jawel. Vervolgens dalen we af richting Anduze, een afdalinkje met een paar pittige bochten zowaar. Een haarspeldbocht zelfs, amai. We komen uit bij een rotonde, waar het schuin naar rechts gaat. Daarna rijden we via een brug over de Gardon d'Anduze, alwaar we de wondermooie omgeving eens even goed kunnen bekijken. In Anduze, dat blijkbaar bekend is vanwege de vazen die ze hier maken, hebben we ondertussen 104 kilometer afgewerkt. We zijn over de helft van de rit. Tijd voor een stukje uit De Renner? Moet kunnen, zeker omdat Tim Krabbé een tijd in Anduze verbleef.
Ik kan er werkelijk helemaal niets van. Ik rem te vaak en op de verkeerde momenten. Mijn achterwiel wil onder me weg, hoekig wrik ik mij door de bochten. Ik ben te oud met deze sport begonnen. Mijn spieren hebben zich nog kunnen richten naar mijn fiets, die vonden het juist leuk, spieren zijn gezeglijk, snel te dresseren. Maar dalen is een kwestie van zenuwen, en mijn zenuwen hebben vanaf het begin gedacht: krijg jij de kolere maar met je wielrennen.

Krijg maar lekker de kolere met je wielrennen, dachten de renners gisteren ook.



Aan de andere kant van Anduze slaan we linksaf, waarna we even door het centrum rijden. We fietsen onder meer langs een leuk torentje, verder zien we in de winkelstraat vooral veel winkeltjes vol prullaria. Buiten Anduze fietsen de renners over een brede en glooiende weg naar Tornac. De komende kilometers gaat het steeds een beetje op en af, we zouden hier kunnen spreken van Frans vlak. Voorbij Tornac is het vijftien kilometer fietsen tot aan de tussensprint, het blijft voorlopig op en af gaan. Drie wat langere klimmetjes, al wordt het nooit heel steil. Paar korte afdalinkjes ook, maar de weg is nog steeds breed genoeg. Richting Tornac hebben we de hoofdweg verlaten, maar dit wat meer landelijke weggetje biedt ook genoeg ruimte aan de renners. We gaan toch vooral rechtdoor, al komen we ook wat dorpjes tegen zoals Durfort. In zo'n dorpje ligt dan altijd een rotonde, wat vluchtheuvels en meer van dat soort werk. Kan toch gevaarlijk zijn, vraag dat maar aan Sepp Kuss. De renners rijden over het algemeen door beschut gebied, veel bomen langs de kant van de weg. Het is hier vrij makkelijk fietsen, de volgende wandelrit is in aantocht. Uiteindelijk komen we ook weer wat wijnranken tegen, na de vorige rit zou ik bijna een wijndrinker geworden zijn. Vlak voor Saint-Hippolyte-du-Fort gaat nog even kort omhoog, daarna dalen we af richting de eerste rotonde in heel wat kilometers. Bij deze rotonde gaan we schuin naar links, vervolgens wordt het vlak. Bij de volgende rotonde naar rechts en dan volgt vrij snel de tussensprint, na 125,5 kilometer. Voorbij de tussensprint rijden we Saint-Hippolyte-du-Fort binnen, via een aantal rotondes. Het valt op dat Saint-Hippolyte-du-Fort het vooral van de hippe naam moet hebben, er valt niet veel te beleven. Een oude brug, dat dan nog wel. Vooral veel versleten gebouwen verder, ik denk niet dat je hier moet zijn voor al je feesten en partijen. In het centrum van dit verlaten gat loopt het zowaar even steil omhoog, maar na een bocht naar rechts wordt het al snel weer wat vlakker. Aan de rand van het dorp kun je met wat fantasie nog wel een leuke foto schieten, overigens. Al komen we daar niet langs, dus ik speel weer even vals.



De weg loopt buiten Saint-Hippolyte-du-Fort na een vlak stuk nog even drie kilometer vals plat omhoog, terwijl we vooral rechtdoor rijden. We zijn bijna in de buurt van de eerste gecategoriseerde klim van de dag, richting deze klim gaat het eigenlijk tien kilometer rechtdoor. We passeren wel weer een aantal dorpjes, met de bijbehorende obstakels. Na het vals platte stuk is het voor de rest zo goed als vlak, tot een rotonde aan de rand van Ganges komen we niets van enig belang tegen. Ja, we komen uit in Ganges. Niet in de Ganges gelukkig, dat was vervelend geweest. Een beetje een gekke rotonde ligt er in dit dorp, we moeten hier schuin naar rechts. Voorbij de rotonde gaat het kort naar beneden, waarna we even later over de Rieutourd rijden. Hierna volgt er nog een rotonde, vervolgens begint het klimmen bijna. Het loopt een beetje vals plat omhoog terwijl we naar Sumène rijden, waar de voet van de klim naar Cap de Coste ligt. Na een kilometer of vijf afwisselend vals plat en helemaal plat richting Sumène fietsen we door het centrum van dit pittoreske dorpje, waar het toch even opletten is. We slingeren door het centrum en rijden onder meer twee keer over de Rieutort, een rivier die in de zomer weinig water bevat. Het eerste bruggetje is behoorlijk smal en bevat paaltjes, aan de zijkant. De tweede brug is een stuk breder gelukkig, daarna gaan we direct twee kilometer omhoog aan 7%, de Cap de Coste is begonnen. Een klimmetje van de derde categorie, die redelijk makkelijk begint en eindigt. Tussendoor gaat het blijkbaar bijzonder steil omhoog, we gaan richting de 9% zelfs. Een bochtig klimmetje, je kan in twee kilometer nog behoorlijk wat haarspeldbochten stoppen. Op de top komen we na 146 kilometer een aantal verlaten en vervallen gebouwen tegen, daarna duiken we meteen naar beneden.




De klim was kort maar krachtig, hetzelfde kan gezegd worden over de afdaling. Het gaat slechts twee kilometer naar beneden, maar meteen in het begin zitten er een paar scherpe bochten in. Even verderop ook nog twee haarspeldbochten, daarna nog drie listige bochten en dan zijn we weer beneden. We komen uit bij de Hérault, weer eens een andere rivier. De brede en vlakke weg langs deze rivier volgen we slechts twee kilometer, daarna slaan we linksaf om vervolgens de stroom van de Arre een aantal kilometer te volgen. Dat doen we tot in Le Vigan, een stuk van zeven kilometer lang. Overwegend vlak, met een paar kleine stukjes in stijgende lijn. In het begin is de weg niet al te breed, we rijden dan ook nog door een dorpje. Buiten het dorp rijden we over een brug, daarna wordt de weg heel breed. Het gaat nu ook vooral rechtdoor, waarbij we vlak voor Le Vigan een kicken bruggetje c.q. aquaduct tegenkomen. Na 155 kilometer komen we uit in Le Vigan, een dorpje in het departement Gard. We bevinden ons inmiddels in het zuiden van de Cevennen, Le Vigan is met een kleine 4000 inwoners het grootste dorp van dit nationaal park. Na een rotonde vlak voor het dorp houden we rechts aan, de weg wordt hier even gesplitst. Even verderop rijden we na de volgende rotonde het centrum binnen, waar een bocht naar rechts volgt. Na die bocht staan er in het midden van de weg een bloembak en een standbeeld, aparte keuze. Enfin, een bocht later begint de weg omhoog te lopen, we gaan aan de volgende klim van de dag beginnen. Weer een beklimming van de derde categorie, al is ie niet te vergelijken met de vorige klim. We pakken nog een paar bochten mee en rijden dan ineens over de smallere Route Neuve naar de top van de Col des Mourèzes, een klim van zes kilometer aan 5% gemiddeld. De bochtige klim is wel behoorlijk gelijkmatig, veel steiler dan 6% wordt het nooit. De col, voorzien van veel groen langs de kant van de weg debuteert in de Tour. Geen verrassing, we komen überhaupt niet enorm vaak langs in deze regio. Op 28 kilometer van het eind, na 163 kilometer koers, bereiken we de top van de Col des Mourèzes.




De afdaling van de Col des Mourèzes is bijzonder kort, het gaat slechts drie kilometer naar beneden. We rijden richting Mandagout, maar dat dorp bereiken we niet. Ook in de afdaling is de weg nog steeds niet enorm breed, maar wel bochtig. Het asfalt is redelijk, maar ook niet echt fantastisch. De meeste bochten zijn vrij kort en geniepig, waardoor het ondanks de geringe lengte toch nog lastig is. Door de bomen zie je niet alle bochten meteen, soms staan er ook ineens stenen muurtjes langs de kant of zelfs huizen. Niet te gek doen hier, er moet nog lang geklommen worden hierna. Na de korte afdaling begint de weg in het dorpje Beaulieu weer voorzichtig omhoog te lopen. In het dorp slaan we scherp linksaf, een beetje een terugdraaiende bocht. Na deze curve zijn we vertrokken, de Col de la Lusette is begonnen. De weg was al niet breed, maar na de bocht is het nog een stuk smaller. De Col de la Lusette wordt een smalle klim, positionering richting deze klim is dus ook niet onbelangrijk. Het asfalt is bovendien behoorlijk matig, naar het zich laat aanzien hebben ze niet de moeite genomen om er speciaal voor de Tour een nieuw laagje neer te leggen. De klim begint meteen met een aantal bochten en een stijginspercentage van zes. Na een makkelijkere kilometer aan 5,4, onder meer dankzij een vlak stukje, gaat het daarna verder aan 6,4%. In totaal gaan we bijna 12 kilometer omhoog aan 7,3%, het zwaarste stuk zit dus zeker niet in het begin. In het begin is de klim vrij grillig, het lijkt zelfs een paar keer kort naar beneden te gaan. Dat is na een tijd wel voorbij, de beklimming van de eerste categorie gaat verder met een kilometer aan 7,7%, het begint ergens op te lijken. Na deze kilometer volgt de voorlopig laatste makkelijke kilometer van de klim, al gaat het nog steeds aan 7% omhoog. Hierna maken we wel wat mee hoor, een blokje van vijf loodzware kilometers. Het wordt bochtiger en bochtiger en de percentages blijven stijgen. Twee kilometer aan 9%, voor de gezelligheid. Alsof dat nog niet zwaar genoeg was krijgen de renners in het vervolg twee kilometer aan 11% voorgeschoteld. De renners moeten tijdens dit deel van de klim maar aan de woorden van Krabbé denken:
Al het leiden verandert na de eindstreep in een herinnering aan genot, en hoe groter het leiden is geweest hoe meer genot. Dat is de wederdienst van de natuur aan de renners voor de hommage die ze haar brengen door te lijden. Fluwelen kussens, safariparken, zonnebrillen, de mensen zijn wollen muizen geworden. Ze hebben nog steeds de lichamen waarmee ze vijf dagen en vier nachten door een sneeuwwoestijn zouden kunnen lopen, zonder voedsel, maar ze laten zich schouderklopjes geven als ze een fietstochtje van een uur hebben gemaakt. 'Goed van jou.' In plaats van zich erkentelijk te tonen voor de regen door nat te worden lopen de mensen met paraplu's. De natuur is een oude dame met weinig aanbidders meer, wie nog van haar charmes gebruik wil maken, die beloont zij hartstochtelijk.
Daarom zijn er renners.
Lijden heb je nodig, literatuur is een uitwas.




De debuterende Col de la Lusette is een bijzonder serieuze klim. Volgens Krabbé is je bewustzijn klein op de fiets. Hoe zwaarder de inspanning, hoe kleiner. We kunnen wel stellen dat de renners momenteel nog weinig bewustzijn over zullen hebben. Via een aantal haarspeldbochten ploeteren we ons een weg door een bos naar boven. Richting de top wordt het terrein ineens behoorlijk open, zodra de bomen uit het zicht verdwijnen blijft de omgeving behoorlijk mooi te zijn. Een prachtig uitzicht over de omgeving, al is er weinig tijd om daarvan te genieten. Een paar haarspeldbochten later fietsen we weer tussen de bomen door, waar het lood- en loodzwaar blijft. Drie kilometer voor de top bereiken we de tweede Cap de Côte van de dag, een gîte en een bordje markeren deze plek. Het zal een zucht van verlichting voor de renners zijn, hierna is het ergste werk geweest. Er zal nog een kilometer geklommen moeten worden aan 8%, maar daarna gaat het vals plat verder tot aan de top.




Na 177,5 kilometer, op 13,5 kilometer van het eind, bereiken de renners de top van de loodzware Col de la Lusette. Op de top kan er nog gesprint worden voor bonificatieseconden. Na de klim volgt er een korte maar pittige afdaling. De weg blijft smal en het blijft ook bochtig. Direct komen we een stuk of drie lastige bochten tegen, waarna het gelukkig wat makkelijker wordt. Eigenlijk gaat het ook maar twee kilometer echt naar beneden, maar dat er direct na zo'n lastige klim heftig gestuurd moet worden valt als een risico te omschrijven. Even verderop wordt het weer wat vlakker, als we op weg gaan naar L'Espérou. Richting dit dorp gaat het zelfs kort vals plat omhoog, terwijl we nog een keer scherp rechtsaf moeten slaan. In het dorp komen we een rotonde tegen, met in het midden een mooie houten beer. Voorbij de beer gaat het omhoog, de klim naar de Mont Aigoual begint. En waarom zou ik daar zelf iets over zeggen als Tim Krabbé het zelf al kort en bondig heeft samengevat?
De Mont Aigoual is de hoogste berg van de Cevennen, maar hoogte zegt niet alles: de Cauberg is steiler dan de Ventoux. De Aigoual is zwaar, maar gelijkmatig. Hij bestaat uit drie gedeelten. Eerst drie kilometer naar de Col de la Sereyrède, dan drie kilometer naar het skistation van Col de Pra Peirot en dan twee naar de Aigoual zelf.
Om er toch maar wat percentages aan te koppelen, het gaat in de laatste acht kilometer aan 4% omhoog. Eerlijkheidshalve moeten we wel toegeven dat Krabbé van de andere kant kwam. Hij benaderde de Col de la Sereyrède op een andere manier, een gendarme gebood hem naar links te gaan. Dat zou voor ons een slecht idee zijn, dan gaan we naar beneden. Nee, we moeten juist naar rechts. Voorbij het Maison de l'Aigoual werken we de resterende zes kilometer wel voor een deel op dezelfde manier af. Door het zwarte en geluidsloze bos fietsen de renners verder, over de weg waar Krabbé een demarrage plaatste. Solo reed hij naar het skistation van Pra Peirot. Het was nat, koud. Mist, damp. Het heeft er alle schijn van dat we dat soort weer tijdens de rit niet mee gaan maken, desalniettemin blijft het advies staan: Niet meer achteromkijken. Rijden! Als er mist zou zijn doemt er ineens een gebouw op naast de weg. Col de Pra Peirot, we zijn bijna binnen. De weg richting de finish staat niet op Streetview, maar als we op het kaartje van de organisatie mogen afgaan zit het zwaarste werk er wel op. We wijken vermoedelijk ook wel wat af van de route van de Ronde van de Mont Aigoual, omdat we helemaal naar het weerstation op de top gaan en niet kiezen voor de pasovergang. Na twee kilometer onder de drie procent gaat het in de slotkilometer wel weer iets steviger omhoog, we sluiten af met een stuk rond de vijf procent.
Ik weet dat we het bos uit zijn. Dit zijn de laatste kale hellingen van de Mont Aigoual. Nog een halve kilometer naar de top. Niets zien we. Een ijzige wind waait tegen mijn wangen, onaangetast door jeugdsentiment of journalisten - precies zoals hij hier honderdduizend jaar geleden al was, klaar als decor voor mijn overwinning.




Na 191 kilometer zit de rit er op. De tweede aankomst bergop is achter de rug. We finishen bij het weerstation van de Mont Aigoual, een klim die pas voor de tweede keer voorkomt in de Tour. In 1987 zat de Mont Aigoual onderweg in een rit tussen Millau en Avignon, Silvano Contini kwam als eerste over de top. Je zou verwachten dat een klim die een rol speelt in een van de bekendste wielerboeken ooit vaker voorkomt in de Tour, maar niets is minder waar. Daar is wel een verklaring voor, De Renner is nooit vertaald in het Frans. Het boek is in praktisch alle bekende talen te lezen, behalve het Frans. Men waagde wel ooit een poging om het boek te vertalen, maar Krabbé had daar niet veel vertrouwen in. Hij vroeg om een proefversie, las met grote teleurstelling het broddelwerk van de Fransen en het hele zooitje werd in de prullenbak gesmeten. Uitgerekend in Frankrijk is De Renner dus een totaal onbekend boek, de lokale burgemeester had er zelfs nog nooit van gehoord. Nadat hij er door een journalist over werd gevraagd vielen allerlei puzzelstukjes ineens wel op hun plaats. Oh, vandaar zijn hier zoveel wielertoeristen te vinden, terwijl de klim verder niet bijster interessant is. Het is misschien nogal een statement, maar het bijzondere van De Renner is dat de Mont Aigoual eigenlijk niet eens zo'n grote rol speelt in het boek. De wedstrijd heet toevallig de Ronde van de Mont Aigoual, maar het had ook zomaar een andere naam kunnen hebben. In de finale wordt de Mont Aigoual zeker beklommen, maar daarna volgt er nog een afdaling richting Meyrueis, alwaar Krabbé als een boerenlul sprint. Zoveel informatie valt er dus niet uit het boek te halen, zeker ook omdat Krabbé en co voor een groot deel een andere route afwerken.

In het boek wordt het skistation van Pra Peirot genoemd, al hanteren de Fransen zelf de spelling Prat Peyrot. Een van de redenen waarom deze locatie een populaire toeristische bestemming is. De Mont Aigoual zelf staat bekend als de 'regenberg'. Van aigoual kan je met een beetje fantastie aqua maken, de rest spreekt voor zich. Dat bleek ook wel in De Renner, het kan hier flink spoken. De warme vochtige lucht uit het zuidelijke Rhônedal stijgt op tegen de Cevennen en leidt tot neerslag op de berg. Boven op de top van de berg is sinds 1887 een observatorium van de Franse meteorologische dienst gevestigd. Dit centrum is te bezoeken en documenteert weersverwachtingen en informatie over het weer. Ondanks het feit dat het een oud observatorium is zijn ze wel bezig met de actualiteit, zo kun je hier nu ook informatie opdoen over klimaatverandering. Als het een keer niet mistig of regenachtig is op de regenberg blijkt het uitzicht enorm weids te zijn. Volgens de - sterke - verhalen kun je in de verte zelfs de Mont Blanc zien liggen, meer dan 300 kilometer verderop. Moet ik verder eigenlijk nog iets over De Renner zeggen? Hoort eigenlijk wel, al hoort het ook zo te zijn dat iedere lezer het boek kent. Maar goed, voor de volledigheid: een boek uit 1978. Een verslag van een wedstrijd die Tim Krabbé ooit reed. Hij was een schaker en een schrijver, die zich op latere leeftijd omschoolde tot wielrenner. Hij kwam terecht in Frankrijk, waar hij als amateur veel wedstrijden reed. Honderden in totaal. Hij besloot om een van die koersen om te zetten in een verhaal. Een koers waarin hij wel een rol speelde, maar niet won. Het boek had dus over praktisch iedere wedstrijd kunnen gaan, maar het werd de Ronde van de Mont Aigoual. Een vrij straffe koers van Krabbé, we gaan gedurende de 150 pagina's door een achtbaan van emoties. Alles zit er wel in, zo ongeveer. Aanvallen, een lekke band, lossen, weer aanpikken. Het wielrennen is niet vaak op zo'n manier beschreven en juist dat maakt het boek uniek. Tijdens de beklimming van de Mont Aigoual gaat Krabbé in de aanval, maar hij wordt richting de top toch weer bijgehaald door Kléber en Reilhan, terwijl Lebusque ergens in de achtergrond hangt. Hebben we veel aan die informatie? Nee, niet echt. Het is wel een boek dat ik met veel plezier heb gelezen, zo nu en dan staan er ook geweldige quotes in. Een willekeurig voorbeeld:
Tegen je verlies kunnen is een verachtelijke uitvlucht, een belediging voor de geest van de sport. Wie tegen zijn verlies kan dienst van sportbeoefening te worden uitgesloten.
Of:
Wielrennen imiteert het leven zoals het zou zijn zonder de corrumperende invloed van de beschaving. Als je een vijand op de grond ziet liggen, wat is dan je meest natuurlijke reactie? Hem op de been helpen.
Bij wielrennen schop je hem dood.

Ach, zo kun je wel aan de gang blijven.



Het kan spoken op de regenberg. Dat gaat het blijkbaar deze nacht ook doen, er staat een straffe wind. Overdag gaat daar wel minder sprake van zijn, hooguit een licht briesje. Het zou droog moeten blijven, met een graadje of 17 op de top. In startplaats Le Teil wordt het overdag een stuk warmer, 27 graden. Ook geen kans op regen, maar wel wat meer wind. Die staat in de rug of schuin in de rug in het begin, kan eventueel wel interessant worden. Er is best wat open terrein tijdens de rit. Ik zet m'n waaieralarm nog niet helemaal op scherp, omdat het wel vooral vol in de rug zal zijn. Maar, je weet het nooit. Het waait ook niet overal even hard, in Alès en omstreken zou het weer behoorlijk windstil moeten zijn. Wind of geen wind, we beginnen om 12:00. Na een neutralisatie van tien minuten gaat de rit om 12:10 echt van start. Is Eurosport er weer meteen live bij? Oh jazeker, maar dat mag allemaal. Sporza is er na het onvermijdelijke nieuws, omstreeks 13:30. De blijkbaar gespannen relatie van Stef Clement en Joris van den Berg kunt u rond 13:15 weer volgen. Maar dat moet u niet doen, want u verdient beter. De finish wordt verwacht tussen 16:45 en 17:14, voor de verandering een keer behoorlijk vroeg. Met die rugwind in het begin zou het sowieso een keer een vroegertje kunnen worden, al staat het dan op de slotklim wel behoorlijk tegen.



Wielrennen is vervelend, ik herinner me ineens dat ik dat de vorige keer ook al vond. Waarom doe ik het dan? Waarom beklimt u die berg? Omdat hij er staat, zegt de alpinist.
Ik vind wielrennen vooral vervelend als ik weer aan een voorspelling moet beginnen, al zit ik er wel al twee dagen achter elkaar boenk op. Eerst Roglic en dan Van Aert, misschien moet ik vanaf nu dagelijks voor jongens van Jumbo gaan. Dit is wel een rit die echt lastig te voorspellen is, ik heb geen idee wat de mannen in het peloton van plan zijn. Alaphilippe is de gele trui kwijt, daardoor komt de druk van het controleren ineens bij Mitchelton-Scott te liggen. Een ploeg die daar niet echt op is voorbereid, vooral ook niet omdat ze hier eigenlijk alleen maar zijn om ritten te kapen. Gaan ze de moeite doen om de boel vandaag te controleren? Zo'n lange en vlakke aanloop voor je rekening nemen? Het kan natuurlijk wel, laat jongens als Juul Jensen, Mezgec en Impey maar lekker op kop boren. Heb je wel de kans dat je het geel alsnog verliest door de bonificatieseconden op de top van de Lusette. Misschien toch maar een ongevaarlijke kopgroep laten rijden dan. Moet die kopgroep wel echt ongevaarlijk zijn, je kan dan niet iedereen zomaar een voorgift geven. Veel onzekerheden, ik weet het derhalve echt niet. Als het voor de favorieten is krijgen we waarschijnlijk hetzelfde scenario als in Orcières-Merlette. Dan rijden onze jongens van de Jumbo iedereen het snot voor de ogen op de Lusette, waarna Roglic het uiteraard weer in de sprint afmaakt. Dan heeft ie waarschijnlijk wel meteen geel, is de vraag of ze dat überhaupt willen. Aanvallen moet je zo laat mogelijk doen, maar wel voor de anderen. Het is alleen de vraag of het nu al de tijd is. Ik denk dat ik daarom toch maar de gok neem en voor de vluchters ga. Zonder vluchters wordt het praktisch dezelfde uitslag als dinsdag. Echt weer een aankomst voor Roglic, die toch een bijzondere erelijst bij elkaar aan het fietsen is. In iedere grote ronde waaraan je deelneemt een rit winnen, dat doen er niet veel. Al is Wout daar ondertussen ook mee bezig, leve Wout.
1. Herrada. Vooral gekozen vanwege zijn overeenkomsten met Reilhan. Waarschijnlijk mag Jesus niet, want ploeggenoot Martin heeft wonderbenen en staat er bijzonder goed voor in het klassement. Trekt Herrada zich misschien niet veel van aan, want Jesus denkt over het algemeen vooral aan Jesus. En Jesus is wel een wieltjeszuiger. Denk maar aan de Vuelta van vorig jaar, toen hij mooi het bord van Dielon Teuns leegat, waarna hij mooi demarreerde richting de ritzege. Of die wedstrijd op de Mont Ventoux vorig jaar, waar hij Bardet het merendeel van het werk liet doen om hem vervolgens lachend achter te laten. Ja, wieltjeszuiger Jesus Reilhan. Zo mogen we hem wel noemen. Steekt er in de laatste 50 meter snel zijn wiel nog voor. Jammer dat Rui Costa er niet is, dat was pas een echte Reilhan geweest.
2. Kämna. Krabbé, Kämna, dat kan wel toch? Ik heb geen idee hoe het met Lenny gaat na zijn valpartij van een tijd geleden, maar in principe zou het plan voor hem sowieso moeten zijn om ritjes te kapen. Als hij eenmaal in de kopgroep zit kan hij de hele dag denken aan de sprint, te vroeg aangaan en op het laatst geklopt worden. 'Je had later moeten gaan. Dan vreet je hem op. Die winnaar heeft zich honderd meter kapot zitten lachen aan jouw wiel en toen pakte hij je. Als jij vijftig meter wacht...' - Dan gaat hij. 'En dan win jij, want voor hem is dat te vroeg maar voor jou niet. Dat zie ik toch. Je hebt gesprint als een boerenlul.'
3. Zakarin. Toch wel een beetje een type Lebusque. Staat al op 12 minuten, wat waarschijnlijk wil betekenen dat hij totaal geen benen heeft. Of heeft ie het bewust gedaan zodat ie ritjes kan gaan kapen? Er moet nog wel een nieuw contract versierd worden, aangezien CCC waarschijnlijk niet door zal gaan. Ploeggenoot De Marchi zou ook kunnen, vind ik ook wel een Lebusque. Kleine klootzak. Geen meter kop. Geen méter. Dat is toch geen koersen. Laat mij al het werk doen. (Vieren)dertig ben ik! Zakarin en De Marchi hebben (vieren)dertig jaar moeten worden zonder te begrijpen dat Herrada met al zijn wieltjeszuigerij meer wielrenner is dan hen, met al hun kopwerk.
4. Elissonde. Moeten we dit dan als een Kléber beschouwen? In ieder geval een kleine klimmer zonder eindschot. Dat hij in de finale een zwieper krijgt van Zakarin klinkt ook wel als een reële mogelijkheid.
5. B&B Hotels - Vital Concept p/b KTM. Toch wel een beetje de Cycles Goff van dit peloton, wie zijn al die gasten?
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_194858355
Als je vandaag weer goed zit met je voorspelling begint het ongeloofwaardig te worden, dan lijkt het alsof je er zowaar nog verstand van hebt!

Elke ochtend weer heerlijk: koffie erbij en even de dag beginnen met de R_R voorbeschouwing. _O_
Jack does it in real time...
pi_194858429
RaarGOD _O_

Nu even verder lezen.
pi_194858549
Respect voor het integreren van De Renner trouwens. Ik moet bekennen dat het nog op m'n leeslijst moet, beschamed. Ik zal uitloggen op WLR.
Jack does it in real time...
pi_194858673
quote:
10s.gif Op donderdag 3 september 2020 06:44 schreef DeeBee het volgende:
Als je vandaag weer goed zit met je voorspelling begint het ongeloofwaardig te worden, dan lijkt het alsof je er zowaar nog verstand van hebt!

Elke ochtend weer heerlijk: koffie erbij en even de dag beginnen met de R_R voorbeschouwing. _O_
Ja heerlijk.
pi_194858739


Echt een prima colletje.
  donderdag 3 september 2020 @ 07:51:13 #7
423121 Fretwork
Acte d'éloquence
pi_194858819
Wellicht is het nog te vroeg voor een grote kopgroep, maar ik neig ook naar dit scenario.

Hoe klimt Hirschi?
Stilaan weer op topniveau na z'n dikke jaren als fietsende hamburger
  Redactie Sport / Supervogel donderdag 3 september 2020 @ 08:03:28 #8
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_194858953
quote:
9s.gif Op donderdag 3 september 2020 07:23 schreef DeeBee het volgende:
Respect voor het integreren van De Renner trouwens. Ik moet bekennen dat het nog op m'n leeslijst moet, beschamed. Ik zal uitloggen op WLR.
Boeiend, ik ken het ook niet.
pi_194859028
De Renner genot

Bedankt RR!
pi_194859069
mooi verhaal weer
U MAD?
pi_194859228
quote:
0s.gif Op donderdag 3 september 2020 07:51 schreef Fretwork het volgende:
Wellicht is het nog te vroeg voor een grote kopgroep, maar ik neig ook naar dit scenario.

Hoe klimt Hirschi?
Hirschi is een prima klimmer, kan best zijn dat hij gisteren tijd verloor om vandaag wat ruimte te krijgen. Al staat hij nog steeds wel redelijk dichtbij.
pi_194859239
En _O_ R_R _O_
pi_194859386
quote:
0s.gif Op donderdag 3 september 2020 07:43 schreef Lucyintheafternoon het volgende:
[ afbeelding ]

Echt een prima colletje.
Dit. Lekker onregelmatig, van vals plat tot 12%. Dit gaan veel mannen niet leuk vinden (jammer Tom). Denk dat KOES op de steile stukken doorramt en overblijft met 4 man (Hijzelf, Jody, Roog en Kientana). Dit gaat wederom voor de skivlieger worden.
pi_194859401
Misschien dat toch Lollerflip geel terug pakt?
[b] Op zondag 14 november 2010 18:11 schreef liesje1979 het volgende:[/b]
Zo is daar Godshand, met zijn sarcastische toon,
Die regelmatig een topic voorziet van spot en hoon.
pi_194859412
quote:
0s.gif Op donderdag 3 september 2020 02:17 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Tegen je verlies kunnen is een verachtelijke uitvlucht, een belediging voor de geest van de sport. Wie tegen zijn verlies kan dienst van sportbeoefening te worden uitgesloten.
Of:
Wielrennen imiteert het leven zoals het zou zijn zonder de corrumperende invloed van de beschaving. Als je een vijand op de grond ziet liggen, wat is dan je meest natuurlijke reactie? Hem op de been helpen.
Bij wielrennen schop je hem dood.
_O_
  Eindredactie Sport / Forummod donderdag 3 september 2020 @ 08:54:43 #16
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_194859506
Nog nooit van dat hele boek gehoord :@
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
pi_194859559
quote:
10s.gif Op donderdag 3 september 2020 06:44 schreef DeeBee het volgende:

Elke ochtend weer heerlijk: koffie erbij en even de dag beginnen met de R_R voorbeschouwing. _O_
Precies dit _O_
pi_194859641
quote:
1s.gif Op donderdag 3 september 2020 08:45 schreef Godshand het volgende:
Misschien dat toch Lollerflip geel terug pakt?
Dat kan alleen als er en bloc wordt gereden op de Lusette. Mag hopen dat er iets harder wordt gereden en er een beetje afgezien wordt. Godverdomme.
pi_194859720
Ik verwacht trouwens weinig van de W-W-W-Wind, max 18 per uur.
pi_194859897
Kamna is toch niet in goede doen door zijn val? Verloor 10 min bij zijn val, terwijl hij schaduw kopman was.

Ik denk (hoop) dat Higuita wint vandaag
pi_194860262
1. Dumoulin
2. Roglic
3. Van Aert

met zijn drieën over de streep

schrijf maar op
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
pi_194860313
quote:
7s.gif Op donderdag 3 september 2020 08:03 schreef Pino112 het volgende:

[..]

Boeiend, ik ken het ook niet.
quote:
0s.gif Op donderdag 3 september 2020 08:54 schreef heywoodu het volgende:
Nog nooit van dat hele boek gehoord :@
"De leegte van die levens schokt me."
Citius, Altius, Fortius.
  Moderator donderdag 3 september 2020 @ 09:58:38 #23
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_194860422
quote:
0s.gif Op donderdag 3 september 2020 09:49 schreef Aguero het volgende:

[..]


[..]

"De leegte van die levens schokt me."
Die mensen weten gewoon niet wat Batüwü Griekgriek is. _O-
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_194860462
quote:
1s.gif Op donderdag 3 september 2020 09:19 schreef Belgosome het volgende:
Kamna is toch niet in goede doen door zijn val? Verloor 10 min bij zijn val, terwijl hij schaduw kopman was.

Ik denk (hoop) dat Higuita wint vandaag
Higuita was dinsdag ook niet heel bijzonder anders ;)
  donderdag 3 september 2020 @ 10:02:35 #25
470661 maxi-mus
are you not entertained?
pi_194860468
quote:
0s.gif Op donderdag 3 september 2020 09:58 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:

[..]

Die mensen weten gewoon niet wat Batüwü Griekgriek is. _O-
Permban?
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')