Goed, ondanks dat het nog ruim een week is voor we hiervan mogen gaan genieten, ga ik toch al leuk wat dingen op papier zetten over de tijdrit bij de beloften en junioren. Dat gezegd hebbende, voordat ik ook maar begin te brabbelen wil ik nogmaals benadrukt hebben dat het aantal koersdagen van de meeste jongens hier op een hand te tellen is. Dat dan niet eens tegen elkaar, maar meestal slechts in eigen land. Dan gooi ik er direct even nog een disclaimer tegenaan dat ik dit voor het grootste geval zeg op basis van de early entry list. Om het af te maken nóg maar eens een disclaimer dat helaas niet alle landen meedoen. Zo weet ik inmiddels dat de Denen én forfait geven voor de tijdrit én alleen tweedejaars sturen (waar ik wel fan van ben, want die jongens hebben
exposure harder nodig dan eerstejaars), zoek dus niet naar Gustav Wang. De Noren en Britten, die allebei een erg sterke lichting hebben, sturen beiden helaas hun kat voor beide wedstrijden.
Het parcours is best uitdagend. Althans, ik ga ervan uit dat bovenstaande plaatje het parcours is. Zoals je ziet gaat er behoorlijk geklommen moeten worden en dat is toch wel in het voordeel van deze of gene. Laten we het dan ook nog even over vorig jaar hebben. Toen werd er gewonnen door Andrea Piccolo, op een biljartlaken in Alkmaar. Niet geheel verrassend, eigenlijk. Bijzonder talentvolle jongen die het nu ook laat zien bij Colpack (goed, wat is laten zien als je niets kunt rijden buiten de eigen landsgrenzen) voordat hij prof wordt bij Astana. Hij won voor
Lars Boven en
Enzo Leijnse, die nu bij de opleidingsploegen van respectievelijk Jumbo en Sunweb rijden. In het geval van de laatste ben ik niet zo blij, want de meeste renners komen binnen het programma van Sunweb Development nauwelijks vooruit. Enfin. De beste eerstejaars was toen overigens Adam Jorgenson, mede doordat Wolfgang Ruser een drinker bleek te zijn die het verstandig vond Marco Brenner thuis te laten voor de tijdrit.
Daarmee is de naam direct gevallen, Marco Brenner. Hij krijgt de favorietenrol toebedeeld. Waarom? Geen idee. Puur reputatie. Ik weet niks. Hij is in juli voor de tweede keer op rij Duits kampioen geworden, zij het met hakken over de sloot, en hij domineert rustig verder in eigen land. Zo won hij een criterium in Rosenheim door het hele peloton liefst drie keer een ronde in te halen. Zijn inmiddels ex-ploeggenoot, de betreude Jan Riedmann, werd toen overigens tweede. Wie weet stuurt het Marco naar grote hoogten. Hij heeft ook nog een koers in Zwitserland gereden, toen won hij zowaar niet, maar toen bestond het peloton uit allemaal opgepompte amateurs van een jaar of 30. De tijdrit in Einhausen was zijn laatste voorbereiding, ook die ging gewonnen. Om terug te komen op dat Duits kampioenschap tijdrijden, Luis-Joe Lührs werd daar tweede. Het kleine broertje van Leslie. Mijn vermoeden is dat hij de tweede afvaardiging gaat worden. Wat heb ik over Luis-Joe te zeggen? Niets. Als ze Tim Torn Teutenberg, ja, dat is echt zijn naam, willen sturen vind ik het ook prima.
Waar gaat de concurrentie voor Brenner vandaan moeten komen? Laten we het nog even spannend houden door gewoon te beginnen met nog een tweedejaars: Ayuso. Juan Ayuso. Als Ayuso de rest van het jaar en het jaar daarna en het jaar daarna en het jaar daarna helemaal niets laat zien, zit hij alsnog gebakken. Buiten de veilige grenzen van Spanje nog niets gepresteerd en toch al een contract gekregen tot en met 2025(!). Dat is toch heerlijk man. Goed, zonder gekte nu, Ayuso is een groot talent, een enorm talent. Leg een klim in het parcours en hij fladdert ervan weg. In Spanje. Het wordt nu wel een keer tijd om het in een internationaal peloton over te doen, want tot op heden is hij geen Remco, is hij geen Simmons, is hij geen Brenner en is hij zelfs nog geen Magnus Sheffield. Ben ik het dan per definitie oneens met Matxin om hem voor de komende honderd jaar vast te leggen? Zeker niet, maar we zijn wel aan het doorslaan als het domineren van B, misschien C-garnituur je een contract voor het leven oplevert. Om ook nog even in het voordeel van Ayuso te spreken, het feit dat hij buiten Spanje vrij weinig heeft laten zien is ook niet geheel zijn schuld, maar die van de bond. Buiten een paar verdwaalde wedstrijden in Frankrijk (denk aan Gironde), doen ze eigenlijk nergens mee. Ja, dan kun je ook niets laten zien. Om het weer over belangrijke dingen te hebben, Ayuso is dit jaar in bloedvorm en, tot de laatste rit in Besaya, onverslaanbaar. 100% score. Valverdiaans. Evenepoeliaans. Ook hij wint met tien minuten voorsprong. Ander niveau, ik weet het, maar als Thijs Zonneveld naar zijn computertje rent om het te hebben over Van Vleuten; dit kereltje is nog erger. Wat in het voordeel spreekt van Ayuso is het parcours. Als hij Brenner gaat willen verslaan, zal het in de beklimmingen moeten gebeuren. Met zich mee krijgt hij, ik vermoed, Arrieta. Nee, niet de ploegleider, maar zijn zoon, Igor. Je zou het haast vergeten door de bezetenheid van eerder Carlos Rodriguez (INEOS) en nu Juan Ayuso (UAE), maar in de achtergrond doet Arrieta heel verdienstelijke dingen. Hij was het immers die Ayuso vorig jaar bijna van de nationale titel hield op de weg, hij was het immers die Carlos Rodriguez nog een beetje kon bedreigen in de tijdrit. Eus gaat het nodig hebben.
Laten we het nu echt leuk maken en het over een eerstejaars gaan hebben. Cia... Eddy Le Huitouze! Jawel. Eddy, oh mijn Eddy. Vernoemd naar Merckx himself. Heel vroeg in het seizoen heb ik het al over hem gehad, en omdat ik niet de indruk heb dat het door iemand gelezen is, ga ik die post gewoon kopiëren en plakken, ha. Allereerst lijkt Madiot weer beet te hebben, hoewel het voor een overstap naar de opleidingsploeg nog erg vroeg is, heeft hij Le Huitouze vakkundig weggekaapt voor de neus van Arkea. Deze jongeman komt uit Morbihan, Bretagne (waar hij ook voor gaat koersen dit jaar) en gaat dit seizoen meedraaien bij de junioren. In Frankrijk zijn ze helemaal wild, en terecht. Een jong fenomeen. Hij breekt allerlei records, van Alaphilippe tot Madouas. Reden genoeg voor Madiot om hem al op trainingskamp mee te nemen met FDJ en hem tevens te voorzien van de machines van Lapierre. Zijn idool is overigens Mathieu van der Poel. Frankrijk heeft een toekomstige klassiekerkanon in de rangen. 1m84, 71 kilo. Dat laatste zou hem hier ook wel eens op kunnen breken. Specialisatie is verre van een ding bij de junioren, maar Le Huitouze is beduidend zwaarder dan een Brenner of Ayuso. Tijdrijden is wel echt helemaal zijn ding. Recent werd hij derde in een tijdrit in Plouigneau, achter Guernalec en Fabien Schmidt. Wie? Daar kan lacherig over gedaan worden, maar die Schmidt is een ongekende brommer uit het amateurcircuit van Frankrijk. We zijn inmiddels allemaal bekend met Geoffrey Bouchard, bergkoning in de Vuelta. Die verdiende er een profcontract mee bij AG2R, maar er was er één die beter was: Schmidt. Het geeft dus wel een beetje aan dat Le Huitouze heel aardig overweg kan op een tijdritfiets.
Ik ben woest. Ik ben ziedend. Ik ben furieus. Italië staat hier met één jongen aan de start (nogmaals, dit is een entry list, wie weet ziet het er volgende week heel anders uit): Andrea Piras. Moedergods, waarom? Derde in Lunigiana. Leuk bezig, doe zo voort. Maar het zou enigszins een schandaal zijn als hij hier de uitverkorene is en een schroeiende Lorenzo Milesi op de reservebank zit. Milesi is in behoorlijke bloedvorm, Piras not so much. Gisteren won Milesi de Coppa Garofoli, Piras werd zevende op twee minuten. Milesi won in Imola, Piras werd derde. Nee, nee, nee. Dit kan niet. Tegelijkertijd had ik ook Lorenzo Balestra liever gezien dan Piras. Balestra is een intrigerende coureur die zijn opleiding heeft genoten op de baan. Dan kun je automatisch fantastisch tijdrijden. Goed, om weer serieus te worden. De Italianen leveren maatwerk de laatste jaren en in zowel Innsbruck als Yorkshire waren ze in de breedte waarschijnlijk de beste ploeg. Als iemand zegt dat Evenepoel en Van Wilder automatisch de beste waren ben ik het daarmee niet oneens, maar het is close. Dit jaar lijkt het ietsjes minder, maar dat is gebaseerd op, ja, op wat eigenlijk?
Het lijstje afgaan komen we bij Tsjechië. Twee onnozele Tsjechen, wat moeten we daar nou mee? Nou, best veel. Want zowel Mathias Vacek als Pavel Bittner is erg goed. Tijdrijden is niet echt het ding van Bittner, trouwens, het is namelijk een sprinter, maar ik wil hem toch voor de leuk genoemd hebben. Vacek daarentegen is een ander verhaal en tot op heden lijkt hij, in tegenstelling tot broerlief, een stuk attenter. Vacek gaat, net als Karel, alleraardigst omhoog en laat deze weken beste dingen zien op de tijdritfiets. Hij koerst veel in Italië, waar hij grootse duels uitvecht met Ponomar, de nog altijd regerend Europees kampioen op de weg. Vaker wel dan niet valt het in het voordeel uit van Mathias. Laat ik Ponomar dan ook maar direct behandelen. Dit is een favoriet van mij, Andrii. Ponomar liet als eerste jaars bijzonder goede dingen zien. Het sneeuwde alleen een beetje onder in het geweld van Brenner en, naarmate het seizoen vorderde doofde zijn lichtje ook steeds meer een beetje uit, waar het in Yorkshire definitief was gedaan. Nu, met een verse batterij, mag hij het opnieuw waarmaken en opgaan voor titelverdediging, maar in de tijdrit zal hij tekort komen. Desalniettemin een mention voor de moeite.
Ah, daar is 'ie. Een vreselijk hard fietsende Est. Wie had dat gedacht? Madis Mihkels is een fenomeen. Mongolen niveau, maar sinds de herstart zeven overwinningen. Gisteren 5e, tussen profs als Mihkel Raïm. Ben je dan goed? Wederom gewoon even kopiëren plakken, want met het typen ben ik wel klaar, maar hij ging dit juniorenseizoen in als een van de eerstejaars met de beste staat van dienst in de jongere categorieën. Als zestien jarige smeet hij zich vorig jaar tussen Aksel Nommela, Martin Laas, Rait Arm en diezelfde Gleb Karpenko. Dat kan niet missen. Geen idee hoe het in elkaar steekt verder hoor, maar er zijn een soort Europese Olympische Spelen voor junioren, of zo iets, in Baku. Het was hét grote doel van
Cian Uijtdebroeks. Mihkels won. De weg- en de tijdrit. Die Joonas Kurits, wie kent hem niet, heeft ook een paar uitslagen neergezet, maar die ken ik verder niet.
Maar wat dan met het vlaggetje? ONS rood wit blauw. Ja, wat eigenlijk? Het zegt me niks. De ene lichting is de andere niet, toen moest er in een massasprint gekozen worden tussen Kooij en Van Uden. Toen waren er Leijnse en Boven. Loe Van Belle of Huub Artz, het zal wel. Hiermee zeg ik niet dat ze er niets van kunnen, maar ze hebben in als eerstejaars te weinig laten zien en zonder referentie in hun tweede kan ik er niet veel mee. O ja, Van Belle gaat naar de opleidingsploeg van Jumbo. Binnenkort zal hij dus wel iets winnen. De Belgen brengen Alec Segaert, die doet wel leuke dingen als eerstejaars trouwens. Domineerde onlangs Van Ryckeghem en Axandre Van Petegem. Leuke voornaam. Peter is een drinker. De Zwitser Fabio Christen geven we ook nog even een mention, want ik wil natuurlijk niet afgaan als een gieter straks haha. Kan ik jullie tot slot nog blij maken met Belohvosciks? Kristians om precies te zijn. Vermoeden van.
Cian Uijtdebroeks bestaat niet.