quote:
Hij wordt pas vanaf 15 juli prof bij Deceuninck - Quick-Step maar Mauri Vansevenant (21) mocht al drie dagen proefdraaien tijdens de ministage in de Vlaamse Ardennen. “Die mannen van de Melkerie zwijgen geen minuut, Evenepoel kwam veel als eerste boven op de hellingen en Alaphilippe had heel de tijd een brede grijns.” Relaas van de driedaagse verkenning van The Wolfpack, door de ogen van de kleinste welp.
Blij als een klein kind dat voor het eerst in maanden nog eens een pretpark mag bezoeken. Zo voelde Mauri Vansevenant zich toen hij dinsdag naar de ministage van Deceuninck – Quick-Step trok. De zoon van ex-prof Wim wordt op 15 juli prof en mocht, na de voorbereidingsstage in december in Calpe, voor een tweede keer meetrainen met de toekomstige ploegmaats. “Ik was niet echt nerveus, maar wel nieuwsgierig. Trainen met die mannen is een maatstaf: je weet meteen hoe ver je staat. De begroeting was onwennig, zo voor het eerst met meerdere mensen samen. Een hand geven is er niet meer bij, wel een elleboogje of soms een vuistje. Dries Devenyns en Yves Lampaert ontfermden zich meteen over mij, dat zijn mannen die ik al goed ken.”
Op dag één werd het parcours van Gent-Wevelgem verkend. “Het is deel van mijn trainingsparcours, dus ik kom er wel vaker”, zegt Vansevenant. Rodeberg, Scherpenberg en natuurlijk de Kemmel. “Yves Lampaert en Tim Declercq waren de mannen die doortrokken, zij weten de plaatsen waar ze de rest kunnen pijn doen. Maar op de top werd er altijd gewacht. Die mannen van De Melkerie zwijgen ook geen seconde, tetteren constant. Over de onnozelste dingen. Je hoort ze van kilometers ver afkomen. Vaak zijn zij het ook die de grappen uithalen, maar nu viel het goed mee. In coronatijden is iedereen toch voorzichtiger. Er werd ook goed doorgetraind, aan een gemiddelde van 36 km/uur.”
Als gekken naar de hellingen
Op dag twee en drie werd het parcours van de Ronde van Vlaanderen verkend. Dat ligt klimmer Vansevenant een pak minder. “Ik had altijd het gevoel dat ik tegen die kasseien aan het rijden was in plaats van er op. Ik ken de hellingen, maar het verschil was dat die mannen er als gekken naartoe vlogen, zoals in de koers. Ik zat dan in een groep met Iljo Keisse, Pieter Serry en Remco Evenepoel als gangmakers. Die kan je echt niet tegenhouden (lacht). En tussen de hellingen durven die ook wel doortrekken. Dan voel je waar het vermogen zit. Het is een goede leerschool, ik moest gewoon volgen hé. Ik word er alleen maar sterker van. Remco kwam vaak als eerste boven; Ongelooflijk welk vermogen hij trapt en het lijkt zo vanzelf te gaan, die kent zijn kracht niet. En na 150 km gaat het nog even vlot als na 5 km. Hij is een voorbeeld, maar staat toch nog enkele trappen hoger dan ik hoor. Wat goed is, komt snel, maar hij is echt wel een uitzondering waar de rest zich niet moet aan spiegelen.”
De eerste verkenningsdag van Vlaanderen Mooiste viel wel in het water. Letterlijk. “Door een wolkbreuk op de Haaghoek zijn we vroeger dan verwacht gestopt”, vertelt Vansevenant. “Het was niet verantwoord om verder te fietsen. Het water stroomde over straat, we moesten schuilen in de huizen. We hebben gewacht tot het ergste voorbij was en reden terug naar verblijfsplaats Kaster.”
Vansevenant sliep iedere dag wel thuis in Torhout, alleen de buitenlanders bleven overnachten in Kaster. “Na de training aten we wel samen. Dat was leuk, al had ik vooral contact met de Belgen. Met renners als Julian Alaphilippe is er een taalbarrière, mijn Frans en Engels is niet vloeiend genoeg. Grote gesprekken met hem heb ik niet gehad. Maar hij had heel de tijd een brede grijns op zijn gezicht. Hij genoot duidelijk van het samenzijn, net als iedereen. Deze mannen zijn normaal tweehonderd dagen per jaar samen en dan valt dat plots weg. Deze ploeg is één grote familie en ik ben al mooi geïntegreerd. The Wolfpack is niet zomaar een begrip, deze unieke groepssfeer kan je niet creëren. Dat het team onder leiding van Iljo ook een aanmoedigingsfilmpje wou opnemen voor de zwaar gevallen ex-ploegmaat Niki Terpstra: dat zegt alles.”
Debuut in Milaan-Turijn
Vansevenant kan ook niet wachten om zijn eerste profkoers in de blauwwitte kleuren te rijden. “Al is het zeer jammer dat ik dit jaar amper een koers heb kunnen rijden bij de beloften. Ik had willen afsluiten met enkele mooie prestaties, zeker voor mijn team EFC-L&R Vulsteke. Ik heb veel aan hen te danken. Het is mooi dat ik van hen de toestemming krijg om nu al met Deceuninck – Quick-Step op stage te gaan. Ik ga begin juli ook mee naar Val di Fassa (hoogtestage aan de Passo San Pellegrino, nvdr). Mijn debuut maak ik in Milaan-Turijn op 5 augustus, gevolgd door Tour de l’Ain, Giro del Emilia en de Canadese Worldtourkoersen. Ook de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik staat voorlopig op mijn programma, maar dat kan nog wijzigen. Het komt erop aan: veel kijken, luisteren en bijleren, waar dan ook.”
Maandag wacht de boerenzoon trouwens een nieuwe opgave. “Ik studeer af als bachelor Elektromechanica en moet mijn eindwerk verdedigen. Over waterzuivering. Het is in deze tijden, waar water steeds schaarser wordt, een luxe om het water te recupereren en te hergebruiken. Ik zet daarna alles op het wielrennen, maar later wil ik mijn diploma wel gebruiken. Het biedt een zekerheid in het leven.”
Hij doet alvast geen l'Avenir, in tegenstelling tot Van Wilder.