[WK wielrennen] Yorkshire 2019 #4 Il pleut

quote:

Patrick Lefevere: “In 2005 hoopte ik dat Boonen geen wereldkampioen werd, Remco mag dat nu wel”

Iemand heeft mij er deze week aan herinnerd: in 2005, vóór het WK in Madrid, heb ik gezegd dat ik hoopte dat Tom Boonen geen wereld­kampioen zou worden. Dat meende ik toen ook. De Boonenhype was op zijn toppunt. Boonenchoco, Boonenkapsel, Boonenbier... dat hing allemaal een beetje mijn – keel zal ik zeggen – uit. Tom had al de Ronde en Parijs-Roubaix gewonnen dat seizoen. Ook nog wereldkampioen was te veel van het goede. Ik had schrik voor verzadiging. Niet ten onrechte, is achteraf gebleken.

Het punt dat ik wil maken is: ik hoop dat ­Remco Evenepoel deze week wel wereldkam­pioen wordt. Vandaag in de tijdrit of zondag in de wegrit, voor een totale nationale shock. Tom Boonen was vijfentwintig toen hij wereldkam­pioen werd in Madrid. Remco zou negentien zijn. Zijn honger is ongeveer het laatste waar ik me zorgen over maak. En wat de ­hype rond Remco betreft: de meeste mensen bewaren voorlopig ook nog hun fatsoen.

Voeten op de grond, maar ik denk dat Remco wereldkampioen kan worden. Al kan je daar weinig zinnigs over zeggen: zijn voornaamste concurrenten zijn Victor ­Campenaerts en Rohan Dennis en die hebben drie maanden niet gekoerst. Niemand weet hoe zij aan de start staan vandaag. Weten ze het zelf?

Ik zing niet gemakkelijk de lof van een renner die niet voor mijn ploeg rijdt, maar voor ­Campenaerts ga ik een uitzondering maken. Het grootste talent vind ik hem niet. Of beter: vond ik hem niet. Maar chapeau voor wat hij heeft verwezenlijkt. Hij en hij alleen heeft het tijdrijden in België een niveau hoger getild. Succes heeft zogezegd veel vaders – zie Boonen 2005 – maar het werelduurrecord is de verdienste van Victor Campenaerts alleen. Niet van Lotto-Soudal en ook niet van Kevin De Weert.

Of ik Campenaerts ook in mijn ploeg zou willen, is een andere vraag. Met wat budgettaire ruimte misschien wel, maar hij zit natuurlijk heel nadrukkelijk in het tijdritregister. Een coureur die koersen rijdt in voorbereiding op een kampioenschap, dat is een gevaarlijk ­precedent naar de rest van de ploeg. We hebben in het verleden Tony Martin gehad, maar dat was een fysiek monster. Je moest hem niet vragen om een mop te vertellen, maar aan kop van het peloton rijden of mee de sprint voorbereiden, dat was allemaal geen probleem.

Wat je wel hebt met tijdrijders in de ploeg: ze zijn extreem gevoelig voor materiaal. Tony is bij ons vertrokken omdat hij de tijdritfiets niet meer top vond. Dat vond ik een beetje bullshit. Op andere fietsen heeft hij nadien veel minder gewonnen dan op die van ons.

Dat brengt mij bij de situatie rond Rohan ­Dennis: hij rijdt vandaag op een fiets van BMC, terwijl ­Merida mee zijn loon betaalt. Ik ben zijn baas niet, maar voor mij zou dat totaal onaanvaardbaar zijn. Specialized staat in voor een groot deel van mijn budget. No way dat een renner dat in het gedrang mag brengen. Wie mij dat lapt, heeft zijn laatste koers voor Deceuninck-Quick Step gereden.

quote:

Campenaerts brengt zijn geheime wapen weer in stelling: de vocsnor

Hij had het aangekondigd en dinsdagavond heeft Victor Campenaerts de daad bij het woord gevoegd: net voor het WK tijdrijden in Yorkshire heeft hij zijn baard laten scheren. Zijn snor liet Campenaerts wel staan. Eerder reed hij mét snor al naar het werelduurrecord en de Europese titel tijdrijden.