Remco Evenepoel: “Om de beste te worden, moet je hard werken. En ik ben van plan om de beste te worden”
Nog twee dubbels wachten er Remco Evenepoel (19) vooraleer hij na een fenomenaal debuutjaar vakantie mag nemen. Eerst Québec en Montréal, dan de tijd- én de wegrit op het WK. “Ik ben Europees kampioen, dus ik mag dromen. Ik wil een medaille in de tijdrit en dan aanvallen in de wegrit. Op een WK is alles mogelijk.”
“Welke kracht van een superheld ik zou willen hebben?” Remco Evenepoel is wat verrast door de vraag van een Canadese journaliste. Onzichtbaar kunnen worden? Kunnen vliegen? “Neen, pak maar teruggaan in de tijd. Dan kan ik in bepaalde koersen het anders en beter aanpakken.”
Nóg beter? Wat de jonge wielergod in zijn eerste jaar bij de profs al liet zien, was fenomenaal. Stel je voor dat hij alle koersen die hij niet won nog eens mag overdoen. “Eigenlijk is het waar. Ik had nooit durven te dromen dat ik al vijf wedstrijden ging winnen, met daarbij een klassieker als San Sebastian én een Europese titel tijdrijden. En ik mag zowaar al naar het WK. Maar daarna heb ik toch nood aan vakantie, hoor.”
Evenepoel oogt ook wat vermoeid in Canada. Na de Ronde van Duitsland heeft hij zware trainingen afgewerkt in zijn geliefkoosde Ardennen. Hij klom als een bezetene naar boven, om dan rustig af te dalen en de oefening opnieuw te doen. Tientallen keren. “Die specifieke blokken zijn hard, dat kruipt in de kleren. Maar ik denk dat ik tegen vrijdag (vandaag, nvdr.) en zeker zondag wel goed gerecupereerd zal zijn. Want de vorm is er zeker. Aanvallen hier zal wel niet simpel zijn. Op een plaatselijk parcours krijg je weinig vrijheid. De beslissing valt vaak in het slot. Maar het zijn nog altijd de renners die de koers maken, dus alles kan. Montréal is zwaarder en moet mij het best liggen.”
Maar hij kan de twee wedstrijden in Canada gebruiken als voorbereiding voor het WK. Maandag kreeg hij te horen dat hij, behalve voor de tijdrit, ook geselecteerd is voor de wegrit. En dat was toch een verrassing. “Ik heb wel niet zelf naar de bondscoach gebeld, hoor”, zegt Evenepoel. “Op het EK in Alkmaar vroeg Rik Verbrugghe mij of ik klaar was om ook de wegrit te rijden. En ik heb ja gezegd. Dit is een kans die ik moet grijpen. Wat mijn rol in Yorkshire zal zijn? Dat zien we dan wel. Ik concentreer mij op de tijdrit. Als ik daar goed ben, zal ik ook goed zijn in de wegrit. Er zitten drie dagen tussen. Dat is genoeg om te recupereren.”
Duitse motor
Volgens de Franse klepper Julian Alaphilippe wordt zijn jonge ploegmaat zelfs de te kloppen man in de race tegen de chrono. “Ik ben Europees kampioen, dus ik moet dromen”, reageert Evenepoel. “Mijn doel is het podium. Val ik ernaast, dan is het zo. Mijn seizoen is nu al fantastisch. Maar laten we zeggen: top vijf is goed, top drie is top en winnen magnifiek. Roglic wordt de grootste tegenstander. Maar er is ook Thomas, titelverdediger Dennis en ploegmaat Asgreen. En Campenaerts natuurlijk. Maar ik zal ook goed zijn, hoor.”
De wegrit is dan een mooie bonus voor Evenepoel, maar denk maar niet dat hij daar anoniem gaat meerijden. “Ik heb geen sprint. Als ik iets wil doen, moet ik aanvallen. Maar ik heb gelezen dat Mathieu van der Poel ook niet gaat wachten. Dat is goed, ik weet wie ik moet volgen. (lacht) Maar we gaan koers maken en we hebben een sterk team, met meerdere pionnen. Wij moeten ook de wedstrijd niet controleren. Dat moeten de teams van Sagan, Alaphilippe, Valverde en Van der Poel doen. Wij kunnen hen in moeilijkheden brengen.”
“285 kilometer is lang, ik weet het. De langste wedstrijd ooit voor mij. Maar dat zeiden ze ook over San Sebastian, en wie won er? Een WK is speciaal, er kan van alles gebeuren. Een solo van honderd kilometer? (grijnst) Dat denk ik niet. Maar eerlijk: volgend jaar in Martigny maak ik meer kans.” Wie in Yorkshire dan wel mag winnen van Evenepoel? Het antwoord volgt na een lange stilte: “Tim Declercq!”
Wat wel nieuw wordt voor Evenepoel: in Yorkshire rijdt de welp van The Wolfpack tegen vrienden als Alaphilippe. “Dat is nieuw voor mij, maar uiteindelijk kies je voor jezelf. Dat hebben we op het EK ook gezien. Viviani ging achter Lampaert aan en klopte hem. Al vertrekt Elia nu wel. Dus eigenlijk zijn we die trui kwijt. (lacht) Tja, dat zijn koerssituaties die je vooraf moeilijk kan plannen.”
Wat het WK ook brengt: het seizoen is nu al meer dan geslaagd voor Evenepoel. “Ik dacht in het begin van het seizoen niet echt aan winnen. Maar die klik kwam er in de Tour of Norway. Ik was dicht bij die eerste zege. Ik werd pas op twee kilometer van de aankomst ingehaald. Daar heb ik gevoeld: Hé, ik kan nu al winnen bij de profs. Ik heb daar dan over gepraat met Yves Lampaert. Hij zei dat ik moest koersen zoals vorig jaar bij de junioren. Hij zag dat ik het gevoel om te winnen aan het verliezen was. Ik ben dus beginnen aanvallen en heb gekoerst om te winnen. Met het gekende resultaat. Ik heb het Yves in de Ronde van Duitsland nog gezegd: Jij hebt mijn succesrijke seizoen gelanceerd.”
In die Ronde van Duitsland kreeg Evenepoel enorm veel positieve reacties van de andere renners. “Na mijn solotocht van honderd kilometer kwamen veel renners zeggen dat wat ik had gedaan fenomenaal was. Dat ze als gekken hebben moeten achtervolgen. Allemaal goed en wel, antwoordde ik, maar ik heb niet gewonnen. Maar ze vertelden wel dat het peloton kon terugkomen dankzij de motoren. Ik heb de beelden achteraf gezien en het was duidelijk: ik reed moederziel alleen, met de motoren… achter mij. Ze reden voor het peloton uit. Renners zeiden: Zonder die motoren had je gewonnen.”
Het gaat wel allemaal snel voor Evenepoel. Dat besefte ook ploegmanager Patrick Lefevere, die zijn goudhaantje vastlegde tot 2023. “Het gevoel dat ik bij deze ploeg heb, wil ik niet kwijt. We zijn winnaars. Iedereen vecht samen voor de zege. Het is een grote familie, waar iedereen overeenkomt.”
Het was woensdagmorgen dan ook een aandoenlijk tafereeltje voor het hotel in Québec. Alle ploegen waren al op training vertrokken, maar de renners van Deceuninck-Quick step volgden op een
iPhone samen de etappe in de Vuelta, die na een geweldige teamprestatie werd gewonnen door Philippe Gilbert. Ze schreeuwden hem vanuit Canada naar de zege, met ploegleider Luca Bramati op kop.
“Er zijn niet veel ploegen die leven voor de koers zoals wij”, zegt Evenepoel, die zich niet gek laat maken door alle heisa rond zijn persoon. “Ik amuseer mij op en naast de fiets. Dat is de belangrijkste regel van de koers. Ik weet wat ik wil. Om de beste te worden, moet je hard werken en opofferingen maken. En ik ben van plan om de beste te worden.”
Al blijft hij één zwak puntje hebben. “Rijden op kasseien, dat gaat niet”, vertelt hij, met een anekdote erbij. “Vorige week wou ik trainen in de Ardennen, maar het was erg slecht weer. Dus heb ik thuis in de buurt maar wat rondgereden. Ik kwam een pijl tegen van het parcours van de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen. Ik heb die vol goede moed gevolgd, maar na de eerste kasseistrook ben ik teruggekeerd. Euh, laten we zeggen dat mijn banden niet goed waren opgepompt...”
Alaphilippe: “Remco kan wereldkampioen tijdrijden worden”
Er staat vandaag heel wat mooi volk aan de start in Québec. Op de persconferentie kregen Peter Sagan en Julian Alaphilippe ook vragen over die kleine Belgische wonderboy Remco Evenepoel. “Het is toch indrukwekkend wat hij al heeft laten zien”, zei Sagan, winnaar in 2016 en 2017. “Hij haalt al topniveau bij de profs en is nog maar 19. Jullie Belgen hebben geluk met hem, er wacht jullie een mooie toekomst.” Ploegmaat Alaphilippe vindt Evenepoel zelfs de favoriet voor de WK-tijdrit. “Dat ik zoiets zeg, zorgt niet voor extra stress bij hem. Hij heeft die rol afgedwongen met prestaties en ik merk dat hij zeer gemotiveerd is. Wat hij op het EK tijdrijden heeft gedaan, was fenomenaal, dus ik denk niet dat er veel renners op het WK sterker zullen zijn dan Remco. Hij zit ook prima bij onze ploeg en wordt fantastisch begeleid. En niet alleen de benen zijn prima, het zit ook goed in het hoofd.”
“Wat de wegrit betreft: hij zal niet zomaar deelnemen, maar het wordt toch lastig, denk ik. 285 kilometer is lang, zeker als je ook de tijdrit hebt gereden. Maar anderzijds: met Remco weet je nooit.”