Deel II - Onderweg en Luang Prabang (LP)Op de luchthaven bleek dat UIA net iets te veel weg heeft van Ryanair. Heb je je boardingpass niet uitegrint mag je 15 euro bijbetalen. Shit. Zelfs dan bleef UIA veel goedkoper dan de concurrentie. Mijn vluchten met UIA gingen redelijk (geen IFE) en om 9u35 op 26 October kwam ik aan op Suvarnabhumi International. Mijn vervolgvlucht was pas 5 uur later met AirAsia vanaf Don Mueng. Er is een gratis shuttle tussen de twee luchthavens (als je een vliegticket hebt), maar het duurt wel even - zo’n 45km in de file van Bangkok. Ik kwam echter ruim op tijd aan. Nogmaals mijn baggage afgegeven, colaatje genuttigd, boekje gelezen, ingescheept etc etc etc. Om 4uur ‘s middags was ik in Luang Prabang.
Laos hanteert een VisaOnArrival beleid. In de praktijk betekent dat dat je twee keer in een rij mag staan en iets meer dan 30 dollar mag overhandigen voordat je door mag. Officieel zou het 30 dollar moeten zijn, maar in LP komt er nog een “service fee” van 3 dollar. Corruptie, dat belooft wat. Een taxi naar mijn guesthouse kostte 50k kip. In Laos betaal je dus met kip; 1 euro is zo’n 13.000 kip. Mijn taxi was dus 4 euro. Dollars en Thaise Baht worden vaak geaccepteerd, maar ik had het gevoel dat je beter in kip kon betalen. Cash is king natuurlijk.
Het was dus vrij laat toen ik bij mij guesthouse aankwam maar ik had net genoeg energie om een schemerwandeling te maken. LP staat bekend als de culturele hoofdstad van Laos. De oude stad is eigenlijk een mooie combinatie tussen Franse koloniale architectuur en boeddhistische tempels. Wat meteen opviel was dat de tempo heel veel lager lag dan in Thailand. De Mekong vloeide langzaam voorbij de mensen die langs de promenade slenterden. Chill. Geen wolkenkrabbers (ik denk niet dat er veel gebouwen waren van meer dan 5 verdiepingen) en weinig verkeer.
Centraal LP
Qua eten stelde Laos vooral teleur. De eerste avond had ik Khao Soi (bekend noedelsoepje uit Noord-Thailand). Dat was lekker, maar de Thaise versie is net iets beter. Al met al is het eten daar een combinatie tussen de keukens van (Noord-)Thailand en Vietnam, maar minder goed uitgevoerd. Uiteindelijk kreeg ik talloze variaties van Pho (Bo) (Vietnamese noedelsoep met rundvlees), Som Tum (pittige salade van groene papaya), Bahn-mi (rijkelijk gevuld stokbroodje) en Khao Soi. De Lao beweren dat dit hun gerechten zijn. Mocht dat waar zijn, dan hebben de Thai en de Vietnamezen ze beter gemaakt. Een typisch Lao gerecht is Laab (of Larp). Ik heb dat twee keer gehad en beide keren was het goor. Het is een soort van vleessalade. Eigenlijk vlees met kruiden. Er bestaat ook een rauwe versie, maar dat vond ik te gedurft. De Lao eten heel veel kleefrijst, maar daar word je ook niet blij van. Gelukkig kun je er de lekkerste soorten fruit krijgen (en vaak in de vorm van een smoothie). De hygiëne bleek oké te zijn.
Ik was al rond 20u terug op mijn kamer en ging ik slapen. Ik had slecht geslapen op het vliegtuig en wou ik de volgende dag al vroeg opstaan. Rond 2 uur ‘s ochtends werd ik wakker. Jet lag dacht ik en ging ik mijn telefoon checken. Het was immers avond geworden thuis en hoopte ik op een berichtje van mijn partner. Het licht van mijn telefoon liet ook iets anders zien. Vanuit de raam kwam een dunne ijzeren haak van zo’n 3-4 meter (denk aan een hengel) waarmee iemand van buiten mijn kleren (die op de grond lagen) probeerde op te pikken. Thank you jet lag (en gelukkig laat ik mijn portemonee niet in mijn broekzak als ik ga slapen). Ik heb ze niet kunnen pakken, maar ik zag dat het eem kind was. Erg jammer. Blijkbaar is er in Laos meer kleine criminaliteit dan in de omringende landen. Zo hoorde ik van meerdere reizigers dat ze iemand kenden die beroofd was in Laos. De mensen van de guesthouse hadden iets van “bon, kan gebeuren, ze hebben toch niets mee gekregen” wat ik te nonchalant vond. Ik twijfelde de hele nacht (want na zoiets kun je moeilijk gaan slapen) of ik een andere guesthouse ging zoeken, maar besloot alsnog te blijven. Wel werd ik veel voorzichtiger met mijn spullen.
Om 5u ‘s ochtends werd het tijd om op te staan. Elke ochtend voor zonsopgang is er de “alms giving ceremony” de monniken komen op straat om aalmoezen te krijgen van de lokale bevolking. In LP is dit uitgegroeid tot een ware toeristische attractie. De monniken komen elke ochtend naar buiten en lopen een vaste route achter elkaar. Ze krijgen dan eten van de mensen die zijn komen opdagen (boeddhistische monniken zijn afhankelijk van aalmoezen om te overleven omdat ze niet mogen werken, blijkbaar). Vandaag de dag zijn er echter evenveel toeristen als monniken. Wat vroeger een sereen ritueel was is nu een geweldige foto-op voor Koreaanse groepen. Aan de andere kant stralen de monniken nog steeds rust uit omdat ze volledig stil zijn. Al met al een bijzondere combinatie.
Alms giving ceremony
Toen de zon opging was de ceremonie voorbij. Na mijn ontbijt had ik nog steeds een volle dag voor me. Ik besloot daarom te beginnen met een boottochtje naar de Pak Ou grotten. De grotten zijn zo’n 2uur ten noorden van LP waar de Ou rivier samenvloeit met de Mekong. De verschillende grotten zijn gevuld met boeddhabeeldjes, maar eigenlijk doe je zo’n tocht om de Mekong te zien en niet voor de grotten.
Rivierkinderen
Pak Ou
Terug in LP had ik nog voldoende tijd om een aantal tempels te bezoeken, waaronder Wat Xieng Thong en het Koninklijk Paleis met het Pha Bang Buddha beeldje. Centraal LP is eigenlijk een verzameling van tempels. Ik denk dat ik minstens een dozijn Wats heb gezien. Voor de zonsondergang ging ik naar de Phu Si heuvel voor de mooie panorama's. Ik kon heel goed slapen, mede omdat ik mijn raam op slot had gedaan.
Wat Ho Pha Bang
Wat Aham
Phu Si zonsondergang
De volgende dag wou ik het wat rustiger aandoen. Ik begon met een bezoek aan TAEC (Traditional Arts and Ethnology Centre) om meer over Laos te leren. Je hebt er heel veel verschillende bevolkingsgroepen. De Lao Loum (Laagland Lao, ook Lao-Tai) zijn de grootste groep met zo’n 50% van de bevolking. Nauw verwaand aan Thailand, dit is wat de meeste mensen verstaan onder Lao, al is het zo dat er veel meer “Lao” sprekers zijn in Thailand dan in Laos en is de onderscheid tussen Thai en Lao vrij recent ontstaan. 20-30% van de bevolking zijn Lao Thong (hoogland Lao) - verschillende Mon-Khmer groepen die austoaziatische talen spreken (Khmer bijvoorbeeld). Dan heb je nog de Lao Soung met 10 a 20% die Ming-Yao talen spreken - de Hmong zijn een belangrijke groep onder de Lao Soung. Vroeger sloegen de benamingen op waar de verschillende groepen te vinden waren: de Lao-Tai in de buurt van de rivieren, de Lao Thong hoger in de heuvels en de Lao Soung nog hoger op. Dit staat niet langer vast, maar omdat de grond in de buurt van de rivieren veel vruchtbaarder is heeft dat geleid tot permanente welvaartsverschillen, naast het feit dat de Lao Loum gewoon met meer zijn en vrij makkelijk de minder ontwikkelde groepen hebben kunnen onderdrukken. Vandaag is er weinig ethnisch conflict, maar nog geen 10 jaar terug was dat anders. Wat dat betreft is Laos vrediger dan bijvoorbeeld Myanmar of zelfs Thailand.
In de namiddag ging ik naar de Tat Kuang Si waterval. Dat was erg mooi, mede omdat als je omhoog loopt op een gegeven moment door de waterval zelf moet stappen. Ik heb daar ook mooi kunnen zwemmen. Ik had ook veel geluk met mijn groepje - er was een Australische accountant met wie ik een beetje kon babbelen. Een van de nadelen van alleen reizen is dat je je ervaringen met niemand kunt delen behalve dmv whatsapp laat ‘s nachts. Dat was wel fijn. De meeste toeristen in Laos zijn... anders.
Tat Kuang Si