#ANONIEM | maandag 7 mei 2018 @ 11:29 |
Omdat iedereen natuurlijk hard aan het leren is voor examens. Open ik een centraal topic voor alle hulp vragen voor de examens. Dit topic is vooral bedoeld voor korte vragen. Of je nu problemen hebt met leren van wiskunde of een som niet snapt van economie. Vraag het hier zodat we elkaar snel kunnen helpen. Probeer wel de vraag zo duidelijk mogelijk te stellen zodat we je goed kunnen helpen. ![]() | |
aniihakobyan | donderdag 10 mei 2018 @ 00:08 |
Ik heb er wel een ![]() Met betrekking tot de kenmerkende aspecten: in mijn handboek staat bijvoorbeeld als kenmerkend aspect: de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse en de Germaanse cultuur maar officieel is het volgens Samengevat: De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich ging verspreiden door Europa. Nou is mijn vraag: hoe wordt dit beoordeeld op het examen? Mag het opgeschreven worden zoals het eerste voorbeeld of wordt dit foutgerekend, omdat het op de officiële manier opgeschreven moet worden? Thanks guys. | |
sigtop | donderdag 10 mei 2018 @ 12:37 |
Officieel zijn het twee verschillende kenmerkende aspecten. Kijk dit nogmaals na voor de zekerheid. Toen ik examen deed was dit in ieder geval wel zo een aantal jaren terug. Je tweede vraag vervalt dan. Het beschrijven van een kenmerkend aspect is niet fout, je hoeft het dus niet letterlijk op te schrijven zoals je hebt geleerd. Maar dit is natuurlijk wel wat je het beste kunt doen om geen punten te missen. Je moet tenslotte voor het examen toch alle kenmerkende aspecten leren. Succes met jullie examens! :-) | |
aniihakobyan | donderdag 10 mei 2018 @ 13:58 |
Ah gotchu. Dankjewel! | |
-Wereld- | zondag 13 mei 2018 @ 10:43 |
ik heb even 2 domme vragen over wiskunde: Je moet a vrijmaken, dit is het antwoord: F = (2a - 3) : (3a +4) F(3a+4) = 2a-3 3aF + 4F = 2a-3 a(3F-2)=-4F-3 a= (-4F-3) : (3F-2) ik deed het anders en ik kwam uit op (4F+3)/(2-3F) is dit hetzelfde? en zo ja, wordt dit dan ook goed gerekend ik had 2a -3 = 3aF + 4F 2a -3aF = 4F+3 a(2-3F) = 4F+3 a = 4F+3 / 2-3F | |
-Wereld- | zondag 13 mei 2018 @ 10:46 |
vraag 2 (wiskunde): in de samengevat staan formules voor de somrij Sn = 0,5(n+1) * (U0 + Un) en Sn = U0 * (1-r^(n+1)) / (1-r) maar wanneer moet je dit gebruiken? want als je iets met een somrij moet doen, moet je toch altijd in de GR v(n-1) + de recursieve/directe formule doen? | |
Janneke141 | zondag 13 mei 2018 @ 10:48 |
Ja, is hetzelfde. Vermenigvuldig het antwoord uit het antwoordmodel maar eens boven en onder met -1. Als er niet op een of andere manier uit de vraag blijkt dat er een verplichte notatie is, dan is jouw antwoord dus ook goed. | |
Basp1 | zondag 13 mei 2018 @ 10:53 |
Vul een keer 10 in voor F en is dan de uitkomst bij beide vergelijkingen hetzelfde? | |
-Wereld- | zondag 13 mei 2018 @ 10:53 |
thnx (dat is inderdaad snelle hulp) | |
-Wereld- | zondag 13 mei 2018 @ 11:02 |
iemand die dit weet? | |
KennyPowers | zondag 13 mei 2018 @ 11:15 |
Dat is geen bewijs ![]() | |
Janneke141 | zondag 13 mei 2018 @ 11:55 |
Ik ga je niet helpen met de GR. Daarnaast heb ik het idee dat ik wat context mis. Zou je even een fotootje van die bladzijde uit 'samengevat' kunnen posten? | |
-Wereld- | zondag 13 mei 2018 @ 12:01 |
![]() | |
-Wereld- | zondag 13 mei 2018 @ 12:03 |
en dit staat in het normale boek: ![]() | |
Janneke141 | zondag 13 mei 2018 @ 12:16 |
Juist. Context. Ik kan namelijk allerlei rijen verzinnen waarvoor geen van beide somformules klopt en je GR er waarschijnlijk ook niet zonder hulp uitkomt. Kortom: het is van belang dat je verschillende rijen kan onderscheiden. Een rekenkundige rij is plus plus plus plus plus, een meetkundige rij is keer keer keer keer keer. Ik ben niet zo geïnteresseerd in wat je GR met die dingen kan, maar dat is een kwestie van knopjes leren. Het is natuurlijk veel interessanter waarom de genoemde somformules zijn wat ze zijn. De 'somformule' voor de meest eenvoudige rekenkundige rij die er bestaat (1,2,3,4,5,...) ken je waarschijnlijk wel: 1/2n(n-1). Je ziet waarschijnlijk ook wel dat die vrij makkelijk volgt uit de formule uit je samenvatting. De gemiddelde examenopgave over dit onderwerp wordt echt makkelijker als je snapt wat die formules precies zeggen, zodat je ze kan toepassen in plaats van overtypen. Is dat te laat, gebruik dan die tweede scan, en dan komt er vast ook wel een antwoord uit. | |
-Wereld- | vrijdag 18 mei 2018 @ 08:58 |
Als je aan moet geven welke argumentatiestructuur het is, en je denkt dat het nevenschikkend is, moet je afhankelijk/onafhankelijk er dan ook bij zetten? Dus: afhankelijke/onafhankelijke nevenschikkende argumentatie. En er is toch ook een mengvorm mogelijk, dus bijv ' onderschikkende en onafhankelijke nevenschikkende argumentatie' (is dit ook zonder fouten geformuleerd?) | |
#ANONIEM | vrijdag 18 mei 2018 @ 12:45 |
voor welk vak is dit? | |
-Wereld- | vrijdag 18 mei 2018 @ 17:20 |
Nederlands XD ![]() maar ik heb t net al gehad en het kwam er niet in | |
#ANONIEM | zaterdag 19 mei 2018 @ 14:57 |
Ja Nederlands kan ik je sowieso niet of nauwelijks mee helpen. Echt een kut vak. | |
-Wereld- | maandag 21 mei 2018 @ 10:03 |
er is toch alleen geen producentensurplus bij P (of GO) = MK of ook als MK of GTK groter is dan MO of GO | |
#ANONIEM | maandag 21 mei 2018 @ 11:47 |
bij beide https://www.economielokaal.nl/aanbod/ | |
-Wereld- | maandag 21 mei 2018 @ 19:20 |
ty |