Savannah Dekker, veertien jaar, gaat de deur uit en zegt tegen haar moeder dat ze met het eten weer thuis zal zijn. Het is donderdagmiddag 1 juni, een uur of drie. Ze pakt haar fiets, een matzwarte Cortina met een bruin zadel, krat voorop, en ze rijdt het dorp uit, over het fietspad van de Amersfoortseweg, langs uitgestrekte nieuwbouwwijken en industrieterreinen. De geur van versgebakken brood van de broodfabriek begeleidt haar. Bunschoten is een dorp van godvruchtige harde werkers. Links van Savannah dendert vrachtverkeer af en aan. Rechts: weilanden, schapen, oude boerderijen.
Ze heeft de wind mee, het weer is zacht en droog. Na een kilometer of vijf gaat ze onder de A1 door en wordt het landschap ten westen van haar lieflijker. Zandgrond, eikenbomen. Bordjes waarschuwen voor de eikenprocessierups. Aan de andere kant van het fietspad dendert de N199 door. Anderhalve kilometer nog en daar begint rechts de Monseigneur van de Weteringstraat, waar een paar uur later haar fiets zal worden gevonden. Op slot, zal Opsporing Verzocht dinsdagavond 6 juni melden. Tegen een boom. Op enkele tientallen meters afstand van een bushalte.
De bewoners van de boerderij op de hoek van de Monseigneur van de Weteringstraat, een echtpaar, man en vrouw, hun namen zijn bij de redactie bekend, piekeren sindsdien over de tragedie die zich mogelijk heel dicht bij hen in de buurt heeft afgespeeld. Zij zegt: „Het schijnt dat ze elkaar kenden via internet.” Hij zegt: „Die jongen was gek op treinen.” Zij: „Dat stond in de krant.” Hij: „Dus hij zal met de trein naar Amersfoort zijn gekomen, en daarna de bus hebben gepakt.” Zij: „Dat denken wij.”
Dan zegt hij tegen haar: „Jij hebt die fiets gezien, donderdagavond.” Zij: „Om kwart voor tien ’s avonds, ik heb dat vrijdagavond tegen de recherche gezegd.” Hij: „Die kwamen ons ondervragen.” Zij: „Ik was het bos achter de tuin in gegaan om een dode merel weg te gooien en toen zag ik die fiets. Ik dacht: wat doet die daar nou? Niemand parkeert daar zijn fiets. Verder had ik er geen gedachten bij. De volgende ochtend, vrijdagochtend, komt er een vrouw langs die hier vaak wandelt en zij zegt: hebben jullie op Facebook over Savannah gelezen? Die vrouw had die fiets ook gezien.
Hij had eerst in de sloot gelegen, zei ze. Onder overhangende braamstruiken. Ze had hem eruit getrokken en tegen die boom gezet. En nu dacht ze dat die fiets misschien iets met Savannah te maken had.” Savannah was toen alleen nog maar vermist. De politie had goede hoop dat ze nog leefde.
Was de fiets met opzet verstopt?
De vrouw loopt door de boerderij naar de tuin erachter en dan naar het stukje bos waar ze donderdagavond de merel heeft weggegooid. Ze wijst tussen de lijsterbessen door naar een grote eikenboom. „Daar stond die fiets.” Daarna loopt ze over het erf naar de Monseigneur van de Weteringstraat. Verderop zijn net twee politiewagens komen aanrijden. Het is donderdagmiddag 8 juni, een week nadat Savannah voor het laatst levend gezien is. Er wordt zo een passantenonderzoek gedaan. De vrouw wijst vanaf de andere kant naar dezelfde eik en naar de droge sloot ervoor. „Je ziet dat de begroeiing plat is. Daar heeft die fiets gelegen.”
Ze wil niet speculeren, en haar man ook niet. Maar toch. Was de fiets met opzet verstopt? Heeft de jongen die gearresteerd is dat gedaan? En hoe is het lichaam van Savannah in Bunschoten gekomen, ruim zeven kilometer verderop? De man zegt: „Die jongen is zestien, die rijdt geen auto.” Dus: was hij wel alleen?
https://www.nrc.nl/nieuws(...)ld-11007427-a1562399
"A lie is a lie even if everyone believes it. The truth is the truth even if no one believes it."