Heel mooi stukje wel van VI
Komende zaterdag in Cardiff strijden Juventus en Real Madrid om de eindzege in de Champions League. Het is een clash tussen twee clubs die na harde lessen uit het verleden zijn opgestaan, elk op hun eigen manier.
Calciopoli‘Als ik aan Calciopoli denk, voel ik een grote leegte in mijn hart die zich met woorden bijna niet laat omschrijven. Ik weet hoe verschrikkelijk hard ik heb gewerkt voor die twee titels die ze van ons hebben afgepakt. Toen we werden teruggezet naar de Serie B, zwoer ik te blijven. Ik voelde een verplichting Juventus terug te brengen naar de top, om het onrecht terug te draaien.’
Pavel Nedved zal op 3 juni, als hij de trappen van het Millennium Stadium in Cardiff betreedt, ongetwijfeld terugdenken aan het omkoopschandaal dat de zwartste bladzijde uit de geschiedenis van Juventus vormt. Die hielp hij omslaan door De Oude Dame als speler eerst terug te brengen naar de Serie A, en vanaf 2010 als directeur en later vicevoorzitter een sleutelrol te vervullen bij het schrijven van het volgende hoofdstuk in de clubhistorie: de rentree in de internationale top.
Het is dit seizoen precies tien jaar geleden dat provincieclubjes als Rimini, Mantova en AlbinoLeffe op audiëntie gingen bij de koningin van het Italiaanse voetbal. De degradatie hield als een driekoppig monster huis in de organisatie van Juve. De reputatieschade was niet te overzien, topspelers als Emerson, Fabio Cannavaro, Gianluca Zambrotta, Zlatan Ibrahimovic en Patrick Vieira vertrokken en financieel kreeg de club een oplawaai. De omzet daalde met liefst 35 procent ten opzichte van het laatste seizoen in de Serie A. In 2008 plaatste Juventus zich voor het eerst weer voor de Champions League, maar het zou tot 2013 (!) duren totdat de club zich financieel van Calciopoli had hersteld.
In tien jaar van de Serie B naar twee Champions League-finales in drie seizoenen. Het is een prestatie die applaus verdient, kijkend naar hoe Juventus er sportief en financieel een decennium geleden voor stond. Om het in perspectief te plaatsen: toen de omzet van Juve over het seizoen 2006/07 nog maar 142 miljoen euro bedroeg, kwam er bij de tegenstander van komende zaterdag ongeveer tweeënhalf keer zoveel (351 miljoen) binnen. In de periode 2010-2012 was het onderlinge verschil zelfs nog groter. Nog altijd staat Juventus op dat vlak slechts in de schaduw van Real Madrid, dat met Manchester United en Barcelona financieel tot de Europese elite behoort. Maar nadat Juventus begin dit decennium zelfs enkele seizoenen had ontbroken in de Deloitte Money League, een lijst met de rijkste voetbalclubs van Europa, meldde het zich over afgelopen jaar voor het eerst sinds Calciopoli weer in de toptien.
HerrijzenisJuventus is herrezen, maar hoe eigenlijk? Natuurlijk valt de rol van de succestrainers Antonio Conte en Massimiliano Allegri niet te onderschatten, maar de basis voor de wederopstanding is gelegd aan de onderhandelingstafel. Door Pavel Nedved en consorten.
Als Juventus in 2007 terugkeert in de Serie A, beschikt het met Gianluigi Buffon over een doelman van wereldklasse en met Giorgio Chiellini en Claudio Marchisio over twee grote talenten. Verder bestaat de selectie grotendeels uit spelers die vanwege hun leeftijd op korte termijn moeten worden vervangen en voetballers die simpelweg niet goed genoeg zijn voor de stap naar de top. Toch lukt het de club zich direct twee keer op rij voor de Champions League te plaatsen. Het verleidt De Oude Dame ertoe veel geld te betalen voor spelers die de club slechts een kortetermijnoplossing bieden, een manier van denken die het zich vóór Calciopoli kon veroorloven, maar vanwege het ontbreken van een financiële buffer om miskopen op te vangen nu rampzalig uitpakt.
Wanneer dit ertoe leidt dat de club in 2010 en 2011 zevende wordt, is Juventus genoodzaakt zijn beleid te herschrijven. Juist dan planten de Bianconeri de zaadjes voor de prijzenoogst die inmiddels al zes jaar duurt. Leonardo Bonucci (15 miljoen) is in 2010 de eerste voltreffer, een jaar later gevolgd door Andrea Pirlo (transfervrij), Andrea Barzagli (0,3 miljoen), Arturo Vidal (11) en Stephan Lichtsteiner (10). De echte klapper moet dan nog komen, als Paul Pogba in 2012 gratis het net geopende Juventus Stadium binnenwandelt. Voor minder dan de helft van het bedrag dat Real Madrid in 2013 betaalt voor Gareth Bale, heeft Juve daarmee het fundament gelegd voor een succesteam. Aangevuld met Buffon, Chiellini, Marchisio en enkele breedte-aanwinsten pakt de ploeg in 2012 haar eerste Scudetto sinds Calciopoli. Juventus geeft deze herwonnen machtspositie niet meer uit handen; De Oude Dame houdt Italië in een wurggreep en is inmiddels al 1.851 dagen aaneengesloten ’s lands beste.
Door woekerwinsten op de uitgaande transfers van Vidal (35 miljoen) en met name Pogba (105) is Juventus zelfs weer in staat Europese topspelers naar Turijn te halen. Gonzalo Higuaín, Miralem Pjanic en Paulo Dybala zijn de pronkstukken van deze dynastie, die met het winnen van de Champions League de in 2006 opgelopen wond voor eens en voor altijd wil dichten.