Etappe 5: Viveiro - Lugo, 171,3 kmDe tweede aankomst bergop tijdens deze Vuelta van 2016 werd ook al een prooi voor een vroege vluchter. De klassementsrenners hebben tegenwoordig toch wat minder eergevoel, lijkt het wel. Ze geven tijdens de grote rondes van dit jaar toch vrij makkelijk de ritzeges weg. Goed, de klim was ook weer niet echt zwaar genoeg om er een flinke strijd van te maken, maar dit was wel weer heel apathisch allemaal. Er komt nog genoeg zwaar werk aan, misschien speelt dat een rol. Tussen de favorieten voor het klassement gebeurde bijzonder weinig, met 12 man kwamen ze samen aan. Zelfs Andrew Talansky zat er nog bij, dan weet je dat er ergens iets niet goed is gegaan. Ook vooraan was het niet echt spannend. Vrij vroeg viel Lilian Calmejane aan, wat op een kansloze poging leek, maar ze zagen hem niet meer terug. De neo-prof van Direct Energie was al bezig aan een bijzonder sterk jaar, maar dat bekroonde hij nu helemaal met zijn eerste zege als prof. Voor hem een mooie overwinning, waar weinig op af te dingen is. Daarachter reden ze niet echt heel slim, vooral Atapuma had er waarschijnlijk toch wel wat meer uit kunnen halen. Waarschijnlijk zal dat hem aan z'n reet roesten, want hij heeft wel mooi de rode trui. Movistar vindt het blijkbaar niet zo heel belangrijk om in eigen land met de leiderstrui rond te rijden, dus geven ze die trui na een dag al uit handen. Atapuma zal er blij mee zijn. Hij kan nu in ieder geval twee dagen in die trui rijden, want tijdens de volgende rit zal hij vermoedelijk niet veel tijd gaan verliezen. Het is een relatief vlakke rit, een van de weinige kansen voor de sprinters.
![CARTE.jpg]()
![PROFIL.png]()
Een stuk ten oosten van de finishplaats van de vorige rit ligt de startplaats van de vijfde rit. In het noorden van Galicië, aan een binnenmeer, ligt Viveiro. Een stad met 16.000 inwoners, waar in het stadscentrum nog middeleeuwse invloeden zichtbaar zijn. Een klein deel van de oude stadsmuur staat nog overeind en er is ook nog een oude stadspoort te vinden. Daarnaast is er uiteraard nog een oude kerk, dat mag geen verrassing zijn. Viveiro moet het tegenwoordig vooral van het toerisme hebben. De stad ligt dus aan het water, aan de Ria de Viveiro om precies te zijn. Er is een haven en verderop zijn er ook nog wat stranden. Combineer dit met een oud en knus centrumpje en je hebt een drukke stad in de zomer. In de omgeving van Viveiro kan je ook nog wat rotskust vinden, dat is ook best prima. Net zoals zo'n beetje ieder dorp in Spanje heeft ook Viveiro zo z'n eigen feest. Het feest van Viveiro schijnt zelfs een van de oudste feesten van heel Spanje te zijn. Daarnaast hebben ze ook nog eens een populair festival. Resurrection Fest, waar ze allemaal teringharde muziek draaien. Komen jaarlijks 50.000 mensen op af, gekkenhuis. Verder is het eigenlijk best saai allemaal, toch een matig vissersdorpje uiteindelijk. De renners starten langs het water, bij de lokale voetbalclub voor de deur.
![JVlo1ge79BSvRWCriGa2eRw_x9bAMnCzgZgthehooDg3L3kve-1Em3hOBDhQSke0Pgj6ts0q5A=w1366-h768-rw-no]()
Het begin van deze rit is vlak. Wel Spaans vlak weer, uiteraard. Het gaat wel af en toe een klein beetje omhoog en omlaag, maar veel stelt het niet voor. De eerste kilometers van de rit rijdt men door het binnenland van Galicië, maar als vrij snel komt de kust weer in beeld. Na een kilometer of tien al, eigenlijk. De kust hier is weer prima in orde. Overal rotsen, niks mis mee. Een aantal kilometer lang rijden de renners op een paar meter afstand van de kust, wat ook wel leuk is. Jammer dat het al dagen niet waait, had leuke taferelen kunnen opleveren. Via wat kleine dorpjes rijdt men verder naar het oosten. Schattige kustdorpjes als Cangas, Nois en Foz worden gepasseerd. Vooral Foz is nog wel een idyillisch kustplaatsje, met een leuk haventje en schattige huisjes. Overal ook stranden en rotsen, te pas en te onpas. Na Foz rijden de renners meer dan 20 kilometer lang over dezelfde, brede weg. Ook maar weinig bochten, totdat ze Ribadeo bereiken na 57 kilometer. In dit dorp aan de Ria Ribadeo o del Eo, op de grens van Galicië met Asturië, slaat men rechtsaf en gaat iedereen naar het zuiden fietsen. Mooi dorp wel, dat Ribadeo. In de omgeving uiteraard ook weer rotskust, maar ook een schiereiland met een klein vuurtorentje. Het dorp zelf heeft een haventje en is mooi geleden. Leuk kerkje als bonus.
![61580516.jpg]()
Na Ribadeo wordt er dus richting het zuiden gefiets, langs de Rio Eo. Continu brede wegen, goed geregeld. Na 70 kilometer verlaat het peloton de oevers van de Rio Eo en wordt er richting Trabada gefietst. De weg loopt nu ook een aantal kilometer omhoog, vijf om precies te zijn. Vijf kilometer aan 5%, toch nog best wel noemenswaardig. Na dit klimmetje gaat het een beetje op en af, tot Trabada. Dat dorp bereiken de renners na 80 kilometer en hier slaan ze linksaf, weer terug naar de Rio Eo. Eigenlijk een extra rondje gemaakt, puur om die vijf klimkilometers mee te pakken. Na een tijdje rijden de renners Asturië binnen, voor het eerst deze Vuelta hebben we dan Galicië verlaten. De renners fietsen een kilometer of tien door de vallei van de Rio Eo en komen na 98 kilometer door A Pontenova. In dit dorpje, waar om de een of andere reden vijf uit de kluiten gewassen schoorstenen op een rijtje staan, is de tussensprint van de dag. In A Pontenova zijn we ondertussen ook weer terug in Galicië, want we zijn nog niet klaar met deze regio. We verlaten de oevers van de Rio Eo en gaan op weg naar de enige officiële klim van de dag. Na A Pontenova begint de weg al licht omhoog te lopen, maar pas na Riotorto begint de klim echt. De Puerto de Marco de Álvare is een beklimming van bijna 12 kilometer lang aan 3,6%. Deze klim van de derde categorie is dus niet ontzettend zwaar, hoewel er wel nog wat steilere kilometers zijn. In het middenstuk nog een kilometer aan 7% en daarna een kilometer aan 8%. Verder is het allemaal prima te doen en valt niet te verwachten dat iedereen hier kansloos gaat lossen. In het begin van de klim is de weg breed, maar na een tijd wordt die weg wat minder breed en vooral minder goed. Hoewel het ook zo kan zijn dat er ondertussen speciaal voor de Vuelta een nieuw laagje asfalt ligt. Overigens qua omgeving niet direct een inspirerende klim, daarom vestig ik de aandacht nog maar even op de Hornos de A Pontenova.
![perfil.png]()
![11068317.jpg]()
Na 118 kilometer komen de renners boven op de berg van Marco de Álvare. Een stuk voor de top hebben ze de minder goede weg verlaten en zitten ze weer op een grote weg. Het is op de top nog een kilometer of 50 tot de streep. Na de klim volgt er niet direct een afdaling. We zitten op een soort van vlakte en we blijven ook op die vlakte tot de finish. Het gaat een klein beetje omhoog en omlaag, maar erg spannend wordt het niet. Na 122 kilometer fietst het peloton door Meira, een stadje met een pittoresk centrumpje. Richting dit stadje gaat het even naar beneden, maar al snel wordt het weer wat vlakker. In Meira zijn er nog wat bochten, maar daarna komen er tot Lugo bijna geen bochten meer. De renners fietsen op een weg die ze tot de finishplaats blijven volgen. Er wordt door ruraal Galicië gefietst over een glooiende weg. Deze weg is typisch Spaans, er is eigenlijk geen meter vlak bij. Steeds gaat het wel een beetje omhoog of een beetje naar beneden, maar optisch lijkt het vooral vaak licht omhoog te gaan. De weg is wel steeds breed en goed, vaak omgeven door bomen. Bosrijk gebied, zoals wel vaker de afgelopen dagen. Na 156 kilometer, op 15 kilometer van de streep, wordt Lugo al bereikt. Toch gaan we niet direct naar de finish toe, we gaan eerst nog een rondje over de ring van deze stad fietsen. Alles in de omgeving van Lugo was prima te doen, maar in Lugo zelf sterft het ineens van de rotondes. Om de 100 meter zit er wel weer zo'n onding, dat wordt lachen. Acht op een rij, bij het binnenrijden van Lugo. Gelukkig wordt het daarna wat beter, op een kilometer of tien van de finish. De renners fietsen langs de oevers van een inmiddels zeer bekende rivier, de Rio Miño. Hier ligt ook nog een oude Romeinse brug.
![118021538.jpg]()
In de slotkilometers wordt er gefietst over brede, maar bochtige wegen. Op een kilometer of zeven van de streep verlaten de renners de ring en komen ze via twee rotondes op een weg terecht, helemaal aan de rand van Lugo. Ze fietsen een tijdje door een bos, waardoor het lijkt alsof ze de stad achter zich hebben gelaten, maar niets is minder waar. Na drie kilometer over deze weg zitten we weer tussen de huizen en is het wel duidelijk dat we in een stad zitten. Op vier kilometer van de streep is er een knikje naar links en daar begint de weg al licht omhoog te lopen. De Ponte de Chanca, een grote en hoge brug speciaal voor de trein, komt nu ook al prominent in beeld aan de rechterkant. Op 2,5 kilometer van de streep wordt het leuk. Dan krijgen we namelijk een bochtenfestival. De eerste lastige bocht is een scherpe naar links, waar normaal gesproken een hoop paaltjes staan die hopelijk tijdelijk verwijderd zullen worden. Kort daarna is er een lopende bocht naar rechts, gevolgd door een lange bocht naar links. Ondertussen loopt het ook steeds omhoog. In één kilometer loopt het 50 meter omhoog, da's dan dus 5%. Zeker geen rit voor alle sprinters. Op twee kilometer van de streep is er een flinke bocht naar links. Hier komen de renners ook boven en is het weer even vlak. Ze komen hier uit bij de stadspoort en de stadsmuur van Lugo. Ze fietsen langs de stadsmuur en verliezen die tot de finish bijna niet meer uit het oog. Op iets meer dan één kilometer van de streep is er een scherpe bocht naar rechts, waarna de renners op een iets smallere weg terechtkomen. Nog steeds breed, maar net iets smaller dan de vorige weg. Deze weg is nog behoorlijk bochtig. Onder de vod is er een bocht naar links, gevolgd door een lopende bocht naar rechts. Daarna is er op een meter of 500 van de streep nog een lopende bocht naar rechts en op 200 meter van de streep is er nog een miniem knikje naar rechts. Daarna is het dan eindelijk wel eens tijd om te finishen, naast de stadsmuur die ze dan bijna helemaal hebben gezien.
![LhytW1D.png]()
![Muralla.Lugo.Galicia.jpg]()
Lugo is een stad met bijna 100.000 inwoners, hoofdstad van de gelijknamige provincie. Een stad die vooral bekend is vanwege de stadsmuren. Spanjaarden zijn niet alleen gek op steile muren, ze zijn ook liefhebbers van stadsmuren die heerlijk intact zijn gebleven. Vorig jaar kwamen we nog in Avila, met die prachtige stadsmuren, maar die van Lugo doen er niet veel voor onder. De stadsmuren komen uit de derde eeuw en zijn toentertijd gebouwd door de Romeinen. Uiteraard staat de hele muur op de werelderfgoedlijst van UNESCO, net zoals tal van andere gebouwen in Lugo. Ook de stadspoorten mogen er zijn. Daarnaast heeft Lugo uiteraard een historische binnenstad, anders hadden ze die muren toen ook niet hoeven te bouwen. In deze binnenstad tref je vanzelfsprekend wat kerkjes aan, waaronder een prachtige kathedraal. Prima plek om eens naartoe te gaan, zeker ook omdat je over de stadsmuren kunt lopen. Vanaf die muren heb je een prima uitzicht over de mooie binnenstad van Lugo. Voor het laatst was de Vuelta in 2006 hier. Alweer tien jaar geleden. De Vuelta van 2006 was een mooie, dit was namelijk de Vuelta van twee absolute grootheden uit Kazachstan. Alexandre Vinokourov en Andrey Kashechkin, zij maakten Valverde toen helemaal gek. In Lugo was dat niet veel anders. Na een lastige finale met nog wat klimwerk reed Vinokourov weg van de rest en won zo de rit met een kleine voorsprong. Een aankomst in Lugo hoeft dus niet te eindigen in een massasprint.
![aYzmPjNXN5OHcAXXySyapoyM2tFiHQzjYUIEtnwl2pV59CoI35vCsEI8yyrvYG17Qc7Ech6QZQ=w1366-h768-rw-no]()
Het gaat weer belachelijk warm worden in Spanje. In Lugo kan het in de middag zelfs 31 graden worden. Er is wel wat kans op neerslag, maar niet zo gek veel. De wind is weer niet op de afspraak. Fiets je weer een deel van de rit langs de kust, is er wederom geen wind. Wel wat kans op regen dus, maar dat maakt tijdens deze rit niet gek veel uit. Erg technisch is het allemaal niet, op de rotondes in het begin van Lugo na. Het zal ook wel gewoon droog blijven, maar goed. Om 13:30 start de rit en tussen 17:29 en 17:53 wordt de aankomst verwacht. De verwachte aankomst is wel steeds rond dezelfde tijd, begint me op te vallen. Over dezelfde tijd gesproken: Ook Sporza is er weer op hetzelfde tijdstip bij. Om 15:00 kun je de tv weer aanslingeren om te genieten van Wuyts en De Cauwer. Of Been en Traksel, als je een hekel aan jezelf hebt.
![LG21C1F3.jpg]()
De sprinters hebben weinig kansen, daarom denk ik dat er een aantal ploegen zijn die gaan proberen om deze rit te laten eindigen in een massasprint. Als je verder maar weinig mogelijkheden hebt moet je iedere halve kans aangrijpen. De volgende kans voor de sprinters is waarschijnlijk pas tijdens rit 16. Het is nu rit 5, dus dan weet je hoe lang de rappe jongens ongeveer zullen moeten wachten. Het is wel een rit met een lastige finale, ik denk dat enkele ploegen dat nog wel gaan onderschatten. Kan leuk en chaotisch worden, maar waarschijnlijk zal het weer vrij saai zijn. In ieder geval wel een massasprint, want verschillen gaan hier ook niet gemaakt worden. Ploegen als Etixx en Trek zullen hier wel gaan werken, hoewel je eigenlijk niets met zekerheid kan zeggen tijdens deze Vuelta.
1. Prades. Af en toe moet je gewoon een god van Caja Rural noemen. Eduard is een rappe jongen, die vooral in z'n element is als de finale wat lastiger is. Dat is hier zeer zeker het geval, nog wat lastige stukken voor de sprint echt begint en eigenlijk gaat het onderweg ook nog verrassend vaak omhoog en omlaag. Kan zomaar een verrassende renner met de winst gaan lopen en mijn voorkeur gaat dan uit naar iemand van Caja Rural. Bij dit soort sprintjes zal Prades de eerste man zijn, voor Goncalves is het dan weer wat te makkelijk.
2. Meersman. Won de massasprint van een aantal dagen geleden, terwijl dat nogal een vlakke sprint is. Eigenlijk is hij wat beter als de finale wat lastiger is. Dan moet hij tijdens deze rit helemaal goed voor de dag komen. Als hij weer zo goed wordt afgezet door zijn ploeg kan hij hier weer gaan strijden voor de winst.
3. Drucker. Jempy, de vriendelijke Luxemburger van BMC. Viel me behoorlijk tegen tijdens de eerste sprint, hij werd een keer 9e in plaats van tweede of derde. Behoorlijk matig, daarom moet hij het nu maar eens wat beter gaan doen. Houdt ook wel van een lastige sprint zo op z'n tijd, dus wellicht dat dit meer iets voor hem is.
4. Gilbert. Hij is niet in topvorm, denk ik, maar het lijkt me wel dat hij zich af en toe wil laten zien. Dit is natuurlijk wel een rit waar je iets kan proberen. Op dat lastige stuk een aantal kilometer van de streep kan je weg proberen te rijden, of in ieder geval proberen de groep te reduceren. Daarna lekker je eigen plan trekken en totaal niet je ploeggenoten in de gaten houden. Dat verwacht ik nog wel een aantal keer tijdens deze Vuelta. #bmctactics
5. Cort. Ja, dat Deentje van Orica. Deed al mee in de eerste massasprint en werd toen derde. Niet slecht, als je bedenkt dat hij eigenlijk ook liever een wat lastigere finale heeft. Dat krijgt hij tijdens deze rit, dus dan kan hij zomaar weer in de top 10 eindigen.