Hier de uitbereidere eerdere post:
Het heeft (natuurlijk

) met Latijn te maken.
Tot ca. 1600 was het Latijn dé taal van de internationale communicatie. Iedereen die iemand was, schreef in het Latijn. Alle beroemde mensen gebruikten een Latijnse vorm van hun naam. Zo ook de royalty.
Koning Charles van Engeland, Charles van Frankrijk, Carlos van Spanje, Carlo van Sicilië, Karl van een of ander Duits vorstendom en Carl van Zweden verlatijnsten hun naam allemaal als Carolus (meestal met een toevoeging rex, 'koning' en de naam van het land/volk in de genitief). En de vertaling gebeurde dus ook omgekeerd: 'Carolus' vertaalde je in het Nederlands als 'Karel', maar in het Engels als 'Charles' en in het Spaans als 'Carlos'.
Als Carl van Zweden een brief naar de paus schreef, dan ondertekende hij die met 'Carolus Rex Sueciae'. Wilde de paus (of iemand anders natuurlijk) de titel 'Carolus Rex Sueciae' vertalen naar het de volkstaal, dan deed hij dat in het Nederlands als: 'Karel, koning van Zweden', in het Engels als: 'Charles, king of Sweden', en in het Spaans als: 'Carlos, rey de Suecia'.
Nu, na een tijdje verdween dat Latijn ertussen en gingen mensen gewoon schrijven in hun moerstaal. Maar omdat mensen zo gewend waren aan het vertalen van de naam van koningen, bleven ze dat doen.
Overigens komt dat ook voor bij bekende mensen uit de Middeleeuwen, zij het meer sporadisch en incidenteel. Wij spreken bijvoorbeeld van Maarten Luther (oorsp. Du., Martin Luther), de Engelsen zeggen John of Ruusbroec (oorspr. Nl., Jan van Ruusbroec), de Italianen zeggen Guillermo de Ockham (oorspr. En., William of Ockham) en de Fransen zeggen Cristophe Colomb (oorspr. It., Christoforo Colombo).
Ik weet niet zeker wat het verschil heeft veroorzaakt. Wellicht komt het doordat royalty conservatiever was, dus lang vasthield aan Latijn. Mijn hoofd zou ik er echter niet op durven verwedden.
Dat hele vertalen van namen is sowieso erg tof. In het humanisme, toen achternamen couranter werden, begon men die achternamen ook te vertalen. Uit onze contreien komen bijvoorbeeld Justus Lipsius (oorspr. Joost Lips), Hugo Grotius (oorspr. Hugo/Huig de Groot), en Georgius Macropedius (oorspr. Joris van Lanckvelt; Grieks 'macro-' betekent 'groot' of 'lang', 'pedion' betekent 'vlakte' of 'veld).
De mooiste blijft naar mijn mening echter die van de Duitse theoloog Philippus Melanchthon. Op het eerste oog lijkt dat een ietwat obscure maar authentieke Duitse naam. Het komt echter van het Griekse 'melan-', wat 'zwart' betekent en 'chthoon', wat 'aarde' betekent: zijn naam was oorspronkelijk Philip Schwartzerdt.