Faustine heeft het nog niet door, maar deze dag wordt traumatischHet hek gaat dicht. Het is zo’n gietijzeren hek, dat sluit met zo’n onverbiddelijke 'klink’. Aan de ene kant loopt een man weg. Hij kijkt nog even schaapachtig om. Want ook hij hoort het krijsen van een jongetje aan de andere kant van het hek.
Hij ziet nog hoe het jongetje in blinde paniek probeert het hek open te krijgen. Hoe het jongetje zich op de grond laat vallen uit pure onmacht, maar de man loopt toch door. De man is vader. Het jongetje wat hij achter laat is zijn zoon van zes jaar oud.
Ze zeggen altijd dat erge dingen minder erg lijken als je ze door een cameralens bekijkt. Dat klopt ook wel. Maar soms is je lens niet groot genoeg om het leed wat je aan het filmen bent voldoende te filteren.
De afgelopen dagen heb ik nog al eens moeten denken aan Faustine. Een mannetje van zes jaar oud dat vorige week voor het oog van mijn camera het grootste trauma meemaakte dat een kind maar mee kan maken: verlaten worden door je ouders.
Faustine is albino. Of beter gezegd: hij heeft albinisme. Een genetische afwijking, die er voor zorgt dat je lichaam geen melamine aanmaakt. Zijn huid is zo wit als ivoor, zijn haar is blond en hij kan slecht zien. Kun je prima mee leven, normaal gesproken. Als je maar genoeg zonnebrand smeert en een brilletje op zet.
Maar niet in Tanzania. Daar wordt je opgejaagd als je albinisme hebt. Stokoud bijgeloof zegt namelijk dat de huid van albino’s speciale krachten bezit. Je kan met een afgehakte albinohand de toekomst beïnvloeden, zeggen toverdokters. En dus worden regelmatig albinokinderen vermoord en verminkt. De foto’s van de teruggevonden lichaampjes zal ik u besparen.
Ouders stoppen nu uit angst, en op aanraden van de Tanzaniaanse politie, hun albinokinderen in speciale kampen. Daar zijn ze immers veiliger dan thuis in het dorp is de redenering. Dat klopt ook wel, maar het is natuurlijk een oplossing van niks. De kampen zijn overvol. Drie kinderen slapen in één bed. Er is niet genoeg schoon drinkwater en de toiletten zijn te smerig voor woorden. Het moet hel zijn om hier op te groeien, dacht ik toen ik rondliep in zo’n kamp.
Maar Faustine moet het toch gaan doen. Zijn 29-jarige vader zei me dat het hem 'pijn doet om hem achter te laten' en dat hij 'niet anders kon'. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hij het wel best vindt dat iemand anders nu voor Faustine zal zorgen.
Met betraande ogen, die omringd zijn door brandblaren van de zon, kijkt Faustine door het hek. Zijn vader is dan al uit het zicht verdwenen. De beveiliger van het kamp vindt het nu wel genoeg geweest. Hardhandig trekt ze hem van het hek af. Met een bos sleutels geeft ze hem twee harde tikken op zijn billen en stuurt hem weg. Krijsend en nahikkend van de tranen geeft Faustine zijn pogingen om door het hek te komen op. Hij zal moeten accepteren dat hij er voortaan alleen voor staat.
Hij zal vriendjes moeten maken in het kamp en hier moeten leren te overleven. Er zit niks anders op. Pas als de moorden stoppen, kan hij weer terug naar zijn familie. Maar dat is een nogal grote 'als'. Want bijgeloof is hardnekkig en het stigma van albino’s groot in Tanzania. Het meest waarschijnlijk is dat hij in deze gevangenis zal moeten blijven tot hij 18 is. Voor zijn eigen bestwil, beschermd tegen de boze buitenwereld.
Het krijsen en de pijn van Faustine kwamen ondanks mijn cameralens keihard bij me binnen. Door domme pech is zijn huid witter dan anderen. Het kost hem zijn onbezorgde jeugd.
Onverdraaglijk.
Bron:
http://www.rtlnieuws.nl/c(...)ag-wordt-traumatisch