abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_149248192
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 20:53 schreef ronaldoo12 het volgende:
Kan iemand mij aub met deze vraag helpen:
[ afbeelding ]

Ik ben tot hier gekomen maar kom er niet uit :

[ afbeelding ]

Het goeie antwoord moet zijn 3/2 pi
Je maakt een domme rekenfout. Wat is de vierde macht van 2·cos θ ?
pi_149248467
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 22:03 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je maakt een domme rekenfout. Wat is de vierde macht van 2·cos θ ?
16 cos fi ^4 ?
pi_149248533
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 22:11 schreef ronaldoo12 het volgende:

[..]

16 cos fi ^4 ?
De letter θ heet theta, niet phi. En inderdaad krijg je dan dit.
pi_149249034
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 22:13 schreef Riparius het volgende:

[..]

De letter θ heet theta, niet phi. En inderdaad krijg je dan dit.
Kan je me misschien uitleggen hoe ze het integreren?
ik dacht aan dit:

pi_149249394
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 22:27 schreef ronaldoo12 het volgende:

[..]

Kan je me misschien uitleggen hoe ze het integreren?

Wat jij doet om cos4θ te primitiveren klopt uiteraard ook niet, maar ik heb alleen aangegeven waar je je eerste fout maakte.

Om cos4θ te primitiveren maak je gebruik van de identiteit

cos2α = ½(1 + cos 2α)

Zie ook mijn overzichtje over goniometrische identiteiten, waar ik opmerk dat deze identiteit van pas komt bij de integraalrekening. Nu heb je dus

cos4θ = (½(1 + cos 2θ))2

Werk het rechterlid van deze identiteit uit en pas dan nogmaals bovenstaande identiteit voor cos2α toe. Dan heb je cos4θ herleid tot een uitdrukking die je gemakkelijk kunt primitiveren.

[ Bericht 2% gewijzigd door Riparius op 31-01-2015 22:58:13 ]
pi_149251775
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 22:36 schreef Riparius het volgende:

[..]

Wat jij doet om cos4θ te primitiveren klopt uiteraard ook niet, maar ik heb alleen aangegeven waar je je eerste fout maakte.

Om cos4θ te primitiveren maak je gebruik van de identiteit

cos2α = ½(1 + cos 2α)

Zie ook mijn overzichtje over goniometrische identiteiten, waar ik opmerk dat deze identiteit van pas komt bij de integraalrekening. Nu heb je dus

cos4θ = (½(1 + cos 2θ))2

Werk het rechterlid van deze identiteit uit en pas dan nogmaals bovenstaande identiteit voor cos2α toe. Dan heb je cos4θ herleid tot een uitdrukking die je gemakkelijk kunt primitiveren.
Op deze manier bedoel je toch? De tweede integraal doe ik trouwens niks mee.. was foutje



ik kom nog steeds niet goed uit :?
pi_149252086
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 23:52 schreef ronaldoo12 het volgende:

[..]

Op deze manier bedoel je toch? De tweede integraal doe ik trouwens niks mee.. was foutje

Ik kom nog steeds niet goed uit :?
Nee, je uitwerking van de identiteit klopt dan ook niet. Ik zie dat je je merkwaardige producten niet kent. Dat is echt brugklasalgebra:

(a + b)2 = a2 + 2ab + b2

We hebben:

cos4θ = (½(1 + cos 2θ))2

en dus ook:

4·cos4θ = (1 + cos 2θ)2

Werk dit eerst fatsoenlijk uit.
pi_149252470
quote:
0s.gif Op zondag 1 februari 2015 00:05 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, je uitwerking van de identiteit klopt dan ook niet. Ik zie dat je je merkwaardige producten niet kent. Dat is echt brugklasalgebra:

(a + b)2 = a2 + 2ab + b2

We hebben:

cos4θ = (½(1 + cos 2θ))2

en dus ook:

4·cos4θ = (1 + cos 2θ)2

Werk dit eerst fatsoenlijk uit.
Hey ik kwam net trouwens wel goed uit, ik ben vergeten keer 4 te doen. Maar bedankt voor je hulp, ik weet nu hoe die moet ;)
pi_149254894
quote:
0s.gif Op zondag 1 februari 2015 00:26 schreef ronaldoo12 het volgende:

[..]

Hey ik kwam net trouwens wel goed uit, ik ben vergeten keer 4 te doen. Maar bedankt voor je hulp, ik weet nu hoe die moet ;)
Nee, kennelijk weet je het nog steeds niet. Het was niet alleen die factor 4 die je was vergeten. Je denkt ten onrechte dat je het goed hebt gedaan omdat je op het juiste antwoord uitkwam, maar dat impliceert niet dat je uitwerking correct is, je primitieve van cos4θ is namelijk nog steeds fout.

We hebben

4\cdot\cos^4\theta\,=\,(1\,+\,\cos\,2\theta)^2\,=\,1\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,cos^2\,2\theta\,=\,1\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}(1\,+\,\cos\,4\theta)

en dus

4\cdot\cos^4\theta\,=\,\frac{3}{2}\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}\cdot\cos\,4\theta

zodat we krijgen

\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}4\cdot\cos^4\theta\mathrm{d}\theta\,=\,\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}(\frac{3}{2}\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}\cdot\cos\,4\theta)\mathrm{d}\theta

en dit geeft

\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}4\cdot\cos^4\theta\mathrm{d}\theta\,=\,[\frac{3}{2}\theta\,+\,\sin\,2\theta\,+\,\frac{1}{8}\cdot\sin\,4\theta]_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}\,=\,\frac{3}{4}\pi\,-\,(-\,\frac{3}{4}\pi)\,=\,\frac{3}{2}\pi

aangezien de sinus van elk geheel veelvoud van π gelijk is aan nul.
pi_149255165
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 21:59 schreef ronaldoo12 het volgende:

[..]

waarom +1 ?
Tja, waarom niet? Er zijn meer wegen die naar Rome leiden, en met de substitutie x = r·cos θ + 1, y = r·sin θ die Anoonumos voorstelt krijg je een integrand die er iets ingewikkelder uitziet, maar daar staat tegenover dat je zowel r als θ over een vast interval kunt laten lopen, je hebt dan immers 0 ≤ r ≤ 1 en bijvoorbeeld 0 ≤ θ ≤ 2π voor je gebied G. Nu is

x^2\,+\,y^2\,=\,r^2\,+\,1\,+\,2r\cdot\cos\,\theta

en de jacobiaan blijft hetzelfde als bij de substitutie x = r·cos θ, y = r·sin θ, zodat de integraal dus wordt

\int_{0}^{2\pi}\int_{0}^{1}(r^3\,+\,r\,+\,2r^2\cdot\cos\,\theta)\mathrm{d}r\mathrm{d}\theta

en dit geeft

\int_{0}^{2\pi}[\frac{1}{4}r^4\,+\,\frac{1}{2}r^2\,+\,\frac{2}{3}r^3\cdot\cos\,\theta]_{0}^{1}\mathrm{d}\theta

en dus

\int_{0}^{2\pi}(\frac{3}{4}\,+\,\frac{2}{3}\cdot\cos\,\theta)\mathrm{d}\theta\,=\,[\frac{3}{4}\theta\,+\,\frac{2}{3}\cdot\sin\,\theta]_{0}^{2\pi}\,=\,\frac{3}{2}\pi

Zo kan het dus ook.
pi_149255998
quote:
0s.gif Op zondag 1 februari 2015 03:30 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, kennelijk weet je het nog steeds niet. Het was niet alleen die factor 4 die je was vergeten. Je denkt ten onrechte dat je het goed hebt gedaan omdat je op het juiste antwoord uitkwam, maar dat impliceert niet dat je uitwerking correct is, je primitieve van cos4θ is namelijk nog steeds fout.

We hebben

4\cdot\cos^4\theta\,=\,(1\,+\,\cos\,2\theta)^2\,=\,1\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,cos^2\,2\theta\,=\,1\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}(1\,+\,\cos\,4\theta)

en dus

4\cdot\cos^4\theta\,=\,\frac{3}{2}\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}\cdot\cos\,4\theta

zodat we krijgen

\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}4\cdot\cos^4\theta\mathrm{d}\theta\,=\,\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}(\frac{3}{2}\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}\cdot\cos\,4\theta)\mathrm{d}\theta

en dit geeft

\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}4\cdot\cos^4\theta\mathrm{d}\theta\,=\,[\frac{3}{2}\theta\,+\,\sin\,2\theta\,+\,\frac{1}{8}\cdot\sin\,4\theta]_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}\,=\,\frac{3}{4}\pi\,-\,(-\,\frac{3}{4}\pi)\,=\,\frac{3}{2}\pi

aangezien de sinus van elk geheel veelvoud van π gelijk is aan nul.
Ooh ja wel toevallig dat ik op het goeie antwoord uitkwam haha, maar ik begreep hem daarnaast ookal met de uitleg die je hiervoor had gegeven.Bedankt voor de moeite ! ;)
pi_149478035
Kan iemand me helpen met het volgende probleem: Bewijs voor matrices X dat dsp(X'X) = 2sp(X'dX).
Even voor de duidelijkheid: de X' staat voor X transpose.
pi_149478929
quote:
0s.gif Op zondag 8 februari 2015 17:35 schreef Wouterw17 het volgende:
Kan iemand me helpen met het volgende probleem: Bewijs voor matrices X dat dsp(X'X) = 2sp(X'dX).
Even voor de duidelijkheid: de X' staat voor X transpose.
Wat regels met betrekking tot het spoor van een matrix:
dsp(A) = sp(d(A))
sp(A) = sp(A')
sp(A+B) = sp(A) + sp(B)

En d(X'X) = d(X')X + X'dX volgens de kettingregel.

Dit combineren geeft:

dsp(X'X) = sp(d(X'X)) = sp(d(X')X + X'dX) = sp(d(X')X) + sp(X'dX) = sp((d(X')X)') + sp(X'dX) = 2sp(X'dX)
pi_149481016
Ik doe over een paar maand WiB examen via CCVW omdat ik WiB nodig heb voor m'n studie.. heb momenteel alleen een VWO WiA diploma. Ik zal de komende tijd wel vaker in dit topic te vinden zijn. :P

Nu ben ik me door de eerste boeken van WiB VWO aan het spitten om de boel weer een beetje op de frissen, maar ik loop tegen het volgende aan:

Bereken exact de oplossingen van 4x6 + 35 = 24x3

Dit staat in het antwoordmodel.

4x6 +35 = 24x3
4x6 - 24x3 + 35 = 0
Stel x3 = p
4p2 - 24p + 35 = 0
D = 24² - 4*4*35 = 16
p = 2,5 of p = 3,5

x³ = 2,5 of x³ = 3,5

x = 3e machtwortel (2,5) of x = 3e machtswortel (3,5) ..

Ik kom er echter niet uit hoe ze bij het dikgedrukte komen... 4x6 - x³ is volgensmij nog altijd 4x³ en niet 4x² ...

Oh wacht, als x³ = p , dan is 4x6 dus p² omdat x6/x³ = 2 ?

[ Bericht 33% gewijzigd door Awsom op 08-02-2015 19:40:32 ]
pi_149483946
quote:
99s.gif Op zondag 8 februari 2015 18:58 schreef Awsom het volgende:
Oh wacht, als x³ = p , dan is 4x6 dus p² omdat x6/x³ = 2 ?
Nee.

(xa)b = xa*b

xa * xb = xa+b

Dus x6/x3 = x6-3 = x3
pi_149484154
quote:
99s.gif Op zondag 8 februari 2015 18:58 schreef Awsom het volgende:
Ik doe over een paar maanden WiB examen via CCVW omdat ik WiB nodig heb voor m'n studie.. heb momenteel alleen een VWO WiA diploma. Ik zal de komende tijd wel vaker in dit topic te vinden zijn. :P

Nu ben ik me door de eerste boeken van WiB VWO aan het spitten om de boel weer een beetje op te frissen, maar ik loop tegen het volgende aan:

Bereken exact de oplossingen van 4x6 + 35 = 24x3

Dit staat in het antwoordmodel.

4x6 +35 = 24x3
4x6 - 24x3 + 35 = 0
Stel x3 = p
4p2 - 24p + 35 = 0
D = 24² - 4*4*35 = 16
p = 2,5 of p = 3,5

x³ = 2,5 of x³ = 3,5

x = 3e machtwortel (2,5) of x = 3e machtswortel (3,5) ..

Ik kom er echter niet uit hoe ze bij het dikgedrukte komen... 4x6 - x³ is volgens mij nog altijd 4x³ en niet 4x² ...
Nee, hoe kom je hierbij?
quote:
Oh wacht, als x³ = p , dan is 4x6 dus p² omdat x6/x³ = 2 ?
Nee. Als x3 = p dan is 4x6 = 4p2 omdat x6 = (x3)2 = p2.

Je kunt de resulterende vierkantsvergelijking

4p2 − 24p + 35 = 0

trouwens ook oplossen door het linkerlid te ontbinden in factoren. Zoek twee (gehele) getallen waarvan het product gelijk is aan 4·35 = 140 terwijl de som gelijk is aan −24. Die getallen zijn −10 en −14. Splits nu de lineaire term − 24p op in − 10p − 14p, dan hebben we

4p2 − 10p − 14p + 35 = 0
2p(2p − 5) − 7(2p − 5) = 0
(2p − 5)(2p − 7) = 0
2p − 5 = 0 ∨ 2p − 7 = 0
p = 5/2 ∨ p = 7/2

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 09-02-2015 00:47:25 ]
pi_149484670
quote:
0s.gif Op zondag 8 februari 2015 20:15 schreef Riparius het volgende:
Nee. Als x3 = p dan is 4x6 = 4p2 omdat x6 = (x3)2 = p2.
Dat bedoel ik, ik schrijf het alleen wat ongelukkig op. :'(

quote:
Je kunt de resulterende vierkantsvergelijking

4p2 − 24p + 35 = 0

trouwens ook oplossen door het linkerlid te ontbinden in factoren. Zoek twee (gehele) getallen waarvan het product gelijk is aan 4·35 = 140 terwijl de som gelijk is aan −24. Die getallen zijn −10 en −14. Splits nu de lineaire term − 24p op in −10p − 14p, dan hebben we

Die manier heb ik nog niet eerder gezien, ziet er wel goed uit, maar je moet dan wel 'geluk' hebben dat je snel zulke getallen gaat vinden.. Bij de volgende vergelijking is dat al een stuk lastiger volgensmij (ik zie het zo snel niet iig)

64x6 - 224x3 + 27 = 0


Hm, fuck .. ik snap het toch nog niet echt. :P

x5 - x2 * Wortel (x) -2 = 0
Stel x2 * Wortel (x) = p
p2 - p - 2 = 0

Hoe kom je daar nou opeens weer op p2 :{ ?

[ Bericht 13% gewijzigd door Awsom op 08-02-2015 20:39:15 ]
pi_149485792
quote:
99s.gif Op zondag 8 februari 2015 20:25 schreef Awsom het volgende:

[..]

Dat bedoel ik, ik schrijf het alleen wat ongelukkig op. :'(

[..]

Die manier heb ik nog niet eerder gezien, ziet er wel goed uit, maar je moet dan wel 'geluk' hebben dat je snel zulke getallen gaat vinden.. Bij de volgende vergelijking is dat al een stuk lastiger volgens mij (ik zie het zo snel niet iig)

64x6 - 224x3 + 27 = 0
Het is niet een kwestie van geluk. In dit geval heb je 64·27 = 26·33 zodat je dus zes priemfactoren 2 en drie priemfactoren 3 moet verdelen over de twee getallen. De som moet even zijn, maar is geen drievoud, zodat de beide te vinden getallen niet beide een drievoud kunnen zijn, want dan zou de som ook een drievoud zijn, quod non. Alle drie de priemfactoren 3 zitten dus in één van de beide gezochte getallen. De gezochte getallen kunnen niet beide oneven zijn en moeten daarom beide even zijn, zodat elk getal tenminste één priemfactor 2 bevat. Het is echter ook niet mogelijk dat één van beide getallen minder dan drie priemfactoren 2 bevat, want dan zou slechts één van beide getallen een achtvoud zijn, en dat is niet mogelijk aangezien de som een achtvoud is. Dus moet elk van beide getallen precies drie priemfactoren 2 bevatten, waaruit volgt dat −23 = −8 en −23·33 = −216 de gezochte getallen zijn.

Andere methode: aangezien 64x6 = 26·x6 = (2x)6 en 224/23 = 224/8 = 28 kun je de vergelijking schrijven als

(2x)6 − 28·(2x)3 + 27 = 0

Substitueren we nu

z = 2x

dan hebben we

z6 − 28z3 + 27 = 0

Twee (gehele) getallen waarvan het product 27 is en de som −28 zijn gemakkelijk te vinden, die getallen zijn −1 en −27. Dus krijgen we

(z3 − 1)(z3 − 27) = 0
z3 = 1 ∨ z3 = 27

Aangenomen dat uitsluitend reële oplossingen worden gevraagd krijgen we dus

z = 1 ∨ z = 3

en aangezien z = 2x vinden we dus

x = 1/2 ∨ x = 3/2

[ Bericht 4% gewijzigd door Riparius op 09-02-2015 23:23:15 ]
pi_149486240
quote:
99s.gif Op zondag 8 februari 2015 20:25 schreef Awsom het volgende:

x5 - x2·√x − 2 = 0
Stel x2·√x = p
p2 - p - 2 = 0

Hoe kom je daar nou opeens weer op p2 :{ ?
Bedenk dat √x = x1/2, dus als x2·√x = p oftewel x5/2 = p dan is x5 = (x5/2)2 = p2.

Los de vergelijking nu zelf verder op en bedenk dat √x binnen de reële getallen niet is gedefinieerd voor x < 0.
pi_149487878
quote:
0s.gif Op zondag 8 februari 2015 20:51 schreef Riparius het volgende:

[..]

Bedenk dat √x = x1/2, dus als x2·√x = p oftewel x5/2 = p dan is x5 = (x5/2)2 = p2.

Los de vergelijking nu zelf verder op en bedenk dat √x binnen de reële getallen niet is gedefinieerd voor x < 0.
Ah, ik merk in ieder geval dat ik de rekenregels er nog even in moet stampen.. :P

x5 - x2 * Wortel (x) -2 = 0
Stel x2 * Wortel (x) = p
p2 - p - 2 = 0
(p-2)(p+1) = 0
p = 2 of p= -1

x2√x = -1
kan niet, want -1 is een negatief getal

x2√x = 2
x2*x1/2 = 2
alles kwadrateren
(x2)2*(√x)2 = 22
x4*x = 4
x5 = 4
x = 5 machtswortel (4)

en de laatste controle stap is dan kijken kijken of je op het juiste antwoord komt als je het invult bij x2√x = 2

Bedankt voor de hulp :)
pi_149488208
quote:
0s.gif Op zondag 8 februari 2015 18:01 schreef Ensemble het volgende:

[..]

Wat regels met betrekking tot het spoor van een matrix:
dsp(A) = sp(d(A))
sp(A) = sp(A')
sp(A+B) = sp(A) + sp(B)

En d(X'X) = d(X')X + X'dX volgens de kettingregel.

Dit combineren geeft:

dsp(X'X) = sp(d(X'X)) = sp(d(X')X + X'dX) = sp(d(X')X) + sp(X'dX) = sp((d(X')X)') + sp(X'dX) = 2sp(X'dX)
Oke ik heb hem door. Dank je!
pi_149520602
Hoe moet ik dit doen? Ik snap de notatie eigenlijk niet...



Toevoeging: Bi = {i, i + 1} for i = 1, 2, ..., 10.

[ Bericht 7% gewijzigd door netchip op 09-02-2015 21:58:10 ]
pi_149521090


[ Bericht 54% gewijzigd door Awsom op 09-02-2015 21:03:15 ]
pi_149521192
Wordt het over het algemeen netjes en gewenst beschouwd door

x² * √x = 2

op te schrijven als

x5 = 4

en dus

x = 5e machtwortel uit 4

?
pi_149526126
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 20:51 schreef netchip het volgende:
Hoe moet ik dit doen? Ik snap de notatie eigenlijk niet...

[ afbeelding ]

Toevoeging: Bi = {i, i + 1} for i = 1, 2, ..., 10.
Het is de vereniging
 B_j \cup B_{j+1} \cup\dots\cup B_k

Nu jij.
pi_149526169
quote:
99s.gif Op maandag 9 februari 2015 21:03 schreef Awsom het volgende:
Wordt het over het algemeen netjes en gewenst beschouwd door

x² * √x = 2

op te schrijven als

x5 = 4

en dus

x = 5e machtwortel uit 4

?
Meestal wel, omdat je dan nog maar één x hebt.
pi_149526773
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 22:47 schreef thenxero het volgende:

[..]

Het is de vereniging
 B_j \cup B_{j+1} \cup\dots\cup B_k

Nu jij.
Ik snap de i = j en de k niet. Gaat i eerst naar k en dan j naar k?
pi_149526823
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:03 schreef netchip het volgende:

[..]

Ik snap de i = j en de k niet. Gaat i eerst naar k en dan j naar k?
Je vult j in voor i, daarna j+1, j+2,... tot en met k. En dan verenig je al die verzamelingen. Het werkt net zoals de sigma-notatie voor sommen. Doe anders alsof j=3 en k=6 of zo, dan wordt het wat minder abstract.
pi_149527071
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:05 schreef thenxero het volgende:

[..]

Je vult j in voor i, daarna j+1, j+2,... tot en met k. En dan verenig je al die verzamelingen. Het werkt net zoals de sigma-notatie voor sommen. Doe anders alsof j=3 en k=6 of zo, dan wordt het wat minder abstract.
Dan wordt B = { 3, 4, 5, 6, 7 }
pi_149527532
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:11 schreef netchip het volgende:

[..]

Dan wordt B = { 3, 4, 5, 6, 7 }
Precies. Nu voor algemene j,k en je bent er al ;) .
pi_149527645
quote:
14s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:20 schreef thenxero het volgende:

[..]

Precies. Nu voor algemene j,k en je bent er al ;) .
B = { j, ..., k + 1 }?
pi_149527687
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:23 schreef netchip het volgende:

[..]

B = { j, ..., k + 1 }?
Jep
pi_149527767
quote:
14s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:23 schreef thenxero het volgende:

[..]

Jep
Yay. Thx voor de hulp. :)
  dinsdag 10 februari 2015 @ 14:17:56 #284
237554 Holograph
Compay Segundo
pi_149538362
Ik heb een vraag over lineaire algebra. Ik moet h zó bepalen dat de matrix consistent is. Het antwoordenboek zegt:


Intuïtief zie ik inderdaad dat h alle waarden kan aannemen, maar ik snap de uitleg erbij niet zo goed. Zou iemand mij kunnen uitleggen waarom 'the augmented column' geen 'pivot column' kan zijn?
[Laat maar, ik had een stelling over het hoofd gezien]

[ Bericht 3% gewijzigd door Holograph op 10-02-2015 19:17:26 ]
  woensdag 11 februari 2015 @ 00:56:43 #285
182871 Telates
Heer van Thebe
pi_149560438
quote:
0s.gif Op dinsdag 10 februari 2015 14:17 schreef Holograph het volgende:
Ik heb een vraag over lineaire algebra. Ik moet h zó bepalen dat de matrix consistent is. Het antwoordenboek zegt:
[ afbeelding ]

Intuïtief zie ik inderdaad dat h alle waarden kan aannemen, maar ik snap de uitleg erbij niet zo goed. Zou iemand mij kunnen uitleggen waarom 'the augmented column' geen 'pivot column' kan zijn?
[Laat maar, ik had een stelling over het hoofd gezien]
Heb je ook de opgave erbij?
pi_149677803
Hoi, is iemand bekend met het spinnenwebmodel..? Zo ja, zou diegene mij uit de brand kunnen helpen?



Ik vraag mij af, hoe ze op de volgende formule komen en waarom?

pi_149682364
quote:
0s.gif Op zaterdag 14 februari 2015 22:20 schreef RustCohle het volgende:
Hoi, is iemand bekend met het spinnenwebmodel..? Zo ja, zou diegene mij uit de brand kunnen helpen?

[ afbeelding ]

Ik vraag mij af, hoe ze op de volgende formule komen en waarom?

[ afbeelding ]
Ik weet niets van een spinnenwebmodel, maar uit je betrekkingen (1) en (2) alsmede de voorwaarde (3) volgt

P_{t}\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot P_{t-1}\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta}

en dus ook, als we t door t+1 vervangen,

P_{t+1}\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot P_{t}\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta}

Als je vooralsnog aanneemt dat t geheel is, dan heb je hier een eerste orde lineaire inhomogene recurrente betrekking met constante coëfficiënten, en de bedoeling is nu een gesloten (niet-recursieve) uitdrukking voor Pt te bepalen. We spreken dan van het oplossen van de recursie. Dit kun je doen door eerst de corresponderende homogene recurrente betrekking

P_{t}\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot P_{t-1}

op te lossen. De algemene oplossing van de inhomogene recurrente betrekking bestaat dan uit de som van de algemene oplossing van de homogene recurrente betrekking en een particuliere oplossing van de inhomogene recurrente betrekking.

Welnu, de oplossing van de homogene recurrente betrekking

P_{t}\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot P_{t-1}

is eenvoudig, want elke term Pt wordt verkregen door de voorafgaande term Pt−1 met de constante factor −δ/β te vermenigvuldigen, zodat de termen Pt (voor gehele waarden van t) dus een meetkundige rij vormen met als reden −δ/β. Aldus hebben we voor onze homogene recurrente betrekking

P_{t}\,=\,K\cdot\left(-\,\frac{\delta}{\beta}\right)^{t}

waarin K een constante is. Maar nu moeten we nog een particuliere oplossing vinden van onze inhomogene recurrente betrekking

P_{t}\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot P_{t-1}\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta}

Dit lijkt misschien lastig, maar is het niet, want het is eenvoudig in te zien dat er een constante waarde van Pt is (i.e. een waarde van Pt onafhankelijk van t) die aan deze betrekking voldoet. Vervangen we immers Pt en Pt−1 beide door x, dan hebben we

x\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot x\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta}

en oplossen voor x geeft dan

x\,=\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

zodat

P_{t}\,=\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

dus een particuliere oplossing is van de inhomogene recurrente betrekking. De algemene oplossing van de inhomogene recurrente betrekking wordt nu zoals gezegd verkregen door de som te nemen van de algemene oplossing van de corresponderende homogene recurrente betrekking en een particuliere oplossing van de inhomogene recurrente betrekking, zodat we als algemene oplossing van de inhomogene recurrente betrekking dus krijgen

P_{t}\,=\,K\cdot\left(-\,\frac{\delta}{\beta}\right)^{t}\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

Nu willen we de waarde van de constante K nog bepalen voor een gegeven waarde van P0. Dit kunnen we doen door t = 0 in te vullen in bovenstaande algemene oplossing. Aangezien (−δ/β)0 = 1 krijgen we dan

P_{0}\,=\,K\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

zodat

K\,=\,P_{0}\,-\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

en substitutie hiervan in bovenstaande algemene oplossing van de inhomogene recurrente betrekking levert dan inderdaad

P_{t}\,=\,\left(P_{0}\,-\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}\right)\cdot\left(-\,\frac{\delta}{\beta\right)^{t}\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 15-02-2015 02:51:14 ]
pi_149702692
Aloha, kan iemand mij helpen met een opgave over differentievergelijkingen?



Ik snap niet waarom het in die vorm geschreven moet worden? De methode met zo'n C (2t) is voor mij onbekend. Ook weet ik niet hoe ze q berekenen en al die letters t wegvallen..


De volgende methode is voor mij wel bekend en ook simpel:

pi_149710390
quote:
0s.gif Op zondag 15 februari 2015 19:37 schreef Andijvie_ het volgende:
Aloha, kan iemand mij helpen met een opgave over differentievergelijkingen?

[ afbeelding ]

Ik snap niet waarom het in die vorm geschreven moet worden? De methode met zo'n C (2t) is voor mij onbekend.
Wat hier een differentievergelijking wordt genoemd is niets anders dan wat ik in mijn post hierboven een recurrente betrekking noem. Lees die post om te beginnen ook eens door.

Bij een inhomogene lineaire differentievergelijking met constante coëfficiënten gaat het erom een particuliere oplossing te vinden en tevens de algemene oplossing van de corresponderende homogene lineaire differentievergelijking. De algemene oplossing van de inhomogene differentievergelijking is dan de som van de algemene oplossing van de corresponderende homogene lineaire differentievergelijking en een particuliere oplossing van de inhomogene lineaire differentievergelijking. Om een particuliere oplossing te vinden gebruik je een zogeheten Ansatz, zie ook hier.
quote:
Ook weet ik niet hoe ze q berekenen en al die letters t wegvallen..
Dat is elementaire algebra.
quote:
De volgende methode is voor mij wel bekend en ook simpel:
[ afbeelding ]
In wezen is dit dezelfde methode als bij je eerste voorbeeld. Het rechterlid van de lineaire differentievergelijking met constante coëfficiënten is hier een kwadratische veelterm en dan kiezen we als Ansatz voor onze particuliere oplossing ook een kwadratische veelterm.
pi_149722215
quote:
0s.gif Op zondag 15 februari 2015 22:01 schreef Riparius het volgende:

[..]

Wat hier een differentievergelijking wordt genoemd is niets anders dan wat ik in mijn post hierboven een recurrente betrekking noem. Lees die post om te beginnen ook eens door.

Bij een inhomogene lineaire differentievergelijking met constante coëfficiënten gaat het erom een particuliere oplossing te vinden en tevens de algemene oplossing van de corresponderende homogene lineaire differentievergelijking. De algemene oplossing van de inhomogene differentievergelijking is dan de som van de algemene oplossing van de corresponderende homogene lineaire differentievergelijking en een particuliere oplossing van de inhomogene lineaire differentievergelijking. Om een particuliere oplossing te vinden gebruik je een zogeheten Ansatz, zie ook hier.

[..]

Dat is elementaire algebra.

[..]

In wezen is dit dezelfde methode als bij je eerste voorbeeld. Het rechterlid van de lineaire differentievergelijking met constante coëfficiënten is hier een kwadratische veelterm en dan kiezen we als Ansatz voor onze particuliere oplossing ook een kwadratische veelterm.
Bekeken, maar snap het alsnog niet. Het ligt aan het feit dat er in de macht een letter staat.
pi_149723931
Ik heb een vraag over algebra. Ik moet K oplossen. De vergelijking ziet er als volgt uit:



Het antwoord moet zijn:[img] http://puu.sh/fZo7s/6a93f81746.png[/img]

Mijn berekening:

pi_149724225
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 13:22 schreef Sucuk het volgende:
Ik heb een vraag over algebra. Ik moet K oplossen. De vergelijking ziet er als volgt uit:

[ afbeelding ]

Het antwoord moet zijn:[ [url= http://puu.sh/fZo7s/6a93f81746.png]afbeelding[/url] ]

Mijn berekening:

[ afbeelding ]
70000 * 0.04 = 2800 niet 28000
pi_149726713
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 12:08 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Bekeken, maar snap het alsnog niet. Het ligt aan het feit dat er in de macht een letter staat.
Je begrijpt kennelijk de rekenregels voor het werken met machten niet, dus ga die eerst eens bestuderen. Echt, dit is algebra voor de laagste klassen van de middelbare school. Hint: 2t kan niet gelijk zijn aan nul, en dus is het toegestaan beide leden van een gelijkheid te delen door 2t. En als je 2t+1 deelt door 2t, wat krijg je dan?
  maandag 16 februari 2015 @ 15:32:45 #294
376125 CapnIzzy
Geef aye voor de kapitein
pi_149728142
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 13:22 schreef Sucuk het volgende:
Ik heb een vraag over algebra. Ik moet K oplossen. De vergelijking ziet er als volgt uit:

[ afbeelding ]

Het antwoord moet zijn:[ [url= http://puu.sh/fZo7s/6a93f81746.png]afbeelding[/url] ]

Mijn berekening:

[ afbeelding ]
Waarom isoleer je niet eerst K en ga je dan pas alles uitrekenen/invullen? Een stuk netter en gemakkelijker lijkt me.
Onoverwinnelijk/Rotterdam/Zeerover
https://www.playgwent.com/en/ - Official beta of Gwent: The Witcher Gard Game
pi_149728808
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 15:32 schreef CapnIzzy het volgende:

[..]

Waarom isoleer je niet eerst K en ga je dan pas alles uitrekenen/invullen? Een stuk netter en gemakkelijker lijkt me.
Ben er uit! Enorm bedankt. Isoleren hielp..

Nog één vraag:



Als a = 1, klopt het dat er oneindige oplossingen zijn? Daarnaast wat is de oplossing voor x = .... ?

In mijn boek staat het volgende namelijk:

x = 3z - 4

Maar ik kom toch echt uit op: x = -y - 2z
pi_149729127
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 15:58 schreef Sucuk het volgende:

[..]

Ben er uit! Enorm bedankt. Isoleren hielp..

Nog één vraag:

[ afbeelding ]

Als a = 1, klopt het dat er oneindige oplossingen zijn?
Nee, er zijn dan oneindig veel oplossingen.
quote:
Daarnaast wat is de oplossing voor x = .... ?

In mijn boek staat het volgende namelijk:

x = 3z - 4

Maar ik kom toch echt uit op: x = -y - 2z
Je eerste twee vergelijkingen zijn

x + ay + 2z = 0
ay + 5z = 4

Trek nu de leden van de tweede vergelijking af van de leden van de eerste vergelijking, dan heb je

x + ay + 2z − ay − 5z = 0 − 4

en dus

x − 3z = −4

Bedenk nu zelf hoe je het stelsel verder oplost voor a ≠ 1.
pi_149730161
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 16:14 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, er zijn dan oneindig veel oplossingen.

[..]

Je eerste twee vergelijkingen zijn

x + ay + 2z = 0
ay + 5z = 4

Trek nu de leden van de tweede vergelijking af van de leden van de eerste vergelijking, dan heb je

x + ay + 2z − ay − 5z = 0 − 4

en dus

x − 3z = −4

Bedenk nu zelf hoe je het stelsel verder oplost voor a ≠ 1.
Wat is de reden dat je die tweede vergelijking moet aftrekken van de eerste?
pi_149730746
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 16:46 schreef Sucuk het volgende:

[..]

Wat is de reden dat je die tweede vergelijking moet aftrekken van de eerste?
Dat moet niet, maar het is hier handig om te doen omdat de eerste en de tweede vergelijking in het linkerlid beide een term ay hebben. Door dus het verschil te nemen van de leden van de beide vergelijkingen krijgen we zo een betrekking tussen x en z waarin y niet meer voorkomt. Je mag dit doen, want als A = B en tevens C = D dan moet immers ook gelden A − C = B − D.
pi_149733737
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 17:03 schreef Riparius het volgende:

[..]

Dat moet niet, maar het is hier handig om te doen omdat de eerste en de tweede vergelijking in het linkerlid beide een term ay hebben. Door dus het verschil te nemen van de leden van de beide vergelijkingen krijgen we zo een betrekking tussen x en z waarin y niet meer voorkomt. Je mag dit doen, want als A = B en tevens C = D dan moet immers ook gelden A − C = B − D.
Was de mijne ook goed of is dat gewoon echt fout en moet ik op die

x - 3z = 4 uitkomen?
pi_149736840
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 18:40 schreef Sucuk het volgende:

[..]

Was de mijne ook goed of is dat gewoon echt fout en moet ik op die

x - 3z = 4 uitkomen?
Nee, ik liet zien hoe je uitkomt op

x − 3z = −4

dus je hebt het fout overgenomen. Je moet echt zorgvuldiger werken. Nieuwe hint: kijk nu eerst eens wat je met de derde vergelijking van je stelsel kunt doen voor a ≠ 1.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')