Ze was fel over de boeken die ze besprak, en ook over de zon, de maan en de sterren, maar nooit zonder mededogen.
Vaak begon ze haar bespreking met de woorden: 'Dit boek heeft mij nog meer verveeld dan mijn eigen boek, Nieuw-Peking, ik had niet gedacht dat dat mogelijk zou zijn.'
Maar dan eindigde ze met: 'Het is geen kunst om te houden van de paar mensen met talent die wij kennen, wier boeken wij kunnen lezen, en het moet gezegd dat zelfs de meest getalenteerde schrijvers vaak uiterst saaie boeken afleveren. Ik wil ook juist houden van hen die geen talent hebben, die zondigen door boeken te schrijven die van de eerste tot de laatste pagina zo saai zijn dat je er bijna kinderverlamming aan overhoudt.'
[...]
'Ik ben medeverantwoordelijk voor het prul dat deze schrijver heeft afgeleverd, en ik vraag vergiffenis aan hem, en ook aan u, dat ik dit boek zo vernietigend moest bespreken, dat ik moest constateren dat de schrijver ervan niet het kleinste druppeltje talent bezit, dat mij bladzijde na bladzijde werd ingewreven dat de schrijver geen humor heeft en geen karakter. Laat mij het kleed zijn waarover u loopt, laat mij de deurmat zijn waarop u uw voeten veegt.'
Arnon Grunberg
Apocalyps
Graag op anoniem