Haat op het net
Ik ben de trollDe eerste nieuwsportals op internet sluiten hun lezersreacties, omdat de kwaadheid en haat daarin hen ergert. Wie zijn de mensen die het internet volschelden? Op bezoek bij een reageerder, bij Uwe Ostertag.
Relschoppen, dat duurt twee minuten. Uwe Ostertag scrollt door Google News. Een melding over het rapport over drugsgebruik bij de jeugd. Ostertag skimt de inleiding, de tekst leest hij niet. "Dat is toch altijd hetzelfde", zegt hij en springt naar het commentaarveld. Met de wijsvingers mept hij een zin op het laptoptoetsenbord. Hij wist een paar woorden, vult aan, wist: "Geef de bijstandsontvangers minder geld, dan lost het drugsprobleem bij de jeugd zichzelf op." Uwe Ostertag strijkt met de tong over de lippen, en drukt op Enter.
Het is één reactie van misschien 200, die hij vandaag schrijft. Uwe Ostertag heeft altijd een mening, over elk onderwerp - behalve sport. Hij reageert overal op internet, van 's ochtends vroeg tot in de nacht, zeven dagen per week. Ostertag zegt: "Provoceren, dat is als een orgasme". In zijn grijze oogholtes fonkelt het lichtblauw, hij moet glimlachen. "Als iemand zich nu opwindt, dan is dat mijn klaarkomen." Op elk nieuwsartikel wordt gereageerd. Wie zich in de demimonde van de eindeloze discussietopics begeeft, wordt als door een draaikolk verzwolgen. Honderden doen dagelijks mee in de debatten bij "Spiegel Online", "FAZ.net" of "Süddeutsche.de". De meesten discussiëren over het onderwerp van de tekst; sommige leveren extra informatie of verbeteren de auteur. Uwe Ostertag polemiseert echter; hij provoceert. "Ik ben de troll", zegt hij. Troll, zo noemt men in internettaal de mensen die niet in de discussie geïnteresseerd zijn, maar ruzie willen.
Uwe Ostertag, 55, zit in zijn woonkamer in het Frankische Ochsenfurt. Zijn krukken staan tegen de muur. Hij heeft een kunstheup, het kruis is gebroken. Met moeite is hij over oude dekens in de hoek van de bank geschoven. Vroeger was hij grensbewaker in de DDR, later slotenmaker. Sinds 1999 is hij met de VUT. "Ik ben kreupel", zegt hij. Zijn vrouw heeft hem tien jaar geleden verlaten; hun zoon is bij hem gebleven
Beschuldiging van haatzaaien
Ostertag zet de laptop op zijn schoot en veegt met de hand het stof van het beeldscherm. Op de zwarte stellingkast tegenover staat een adventskrans -de kaarsen niet aangestoken- met daarnaast een kleine plastic kerstboom en een bordje: "Vrolijk kerstfeest!" Het is hoogzomer. Elke morgen om half acht, als zijn 18-jarige zoon naar school is, gaat Ostertag op de bank zitten. Hij klapt de laptop open en leest, wat er in de wereld gebeurt. Dan begint dat, wat hij zijn werk noemt.
In 2001 koopt Ostertag zijn eerste computer; korte tijd later meldt hij zich op fora en voor lezersreacties aan. Hij kamt door het internet. Hij leest blogs en nieuws, achtergronden en archieven, columns en opstellen. "Toen ben ik begonnen na te denken." Terwijl hij dat zegt, rammen zijn wijsvingers de volgende reacties op het internet. In Berlijn hebben asielzoekers een school gekraakt; ze zijn in hongerstaking. Ostertag schrijft: "De vluchtelingen in Kreuzberg dreigen met zelfmoord. Ik benadruk: ze DREIGEN. Om het daadwerkelijk te doen zijn ze te laf." Aan het begin, zegt Ostertag, heeft hij nog liefdevolle en filosofische reacties geschreven. "Maar dat interesseerde niemand." Zijn reacties veranderden zich; ze werden agressiever. "Doordat ik alles overdrijf, alle kanten op, wil ik de mensen wakker maken", zegt hij.
In februari 2011 stopt een politiewagen in de kleine buitenwijk in Ochsenfurt. Er wordt bij Ostertag aan de deur geklopt; zijn zoon is een paar minuten daarvoor naar school gegaan. Een huiszoekingsbevel; twee ambtenaren en een gerechtsdeurwaarder gaan de tweekamerwoning binnen. Ze pakken de computer in, Ostertags meest waardevolle bezit. Het is een bewijsstuk. Er ligt een aanklacht tegen Ostertag. De beschuldiging die het OM in Würzburg tegen hem heeft geuit: haatzaaien. "Ik stond echt perplex", zegt Ostertag. Met een reactie over lichamelijk gehandicapten was hij te ver gegaan: "Bij een kist appels haal je ook de rotte eruit en die gooi je weg."
Screenshots zijn trofeeën
Ostertags krukken redden hem. Hij heeft het over een "zelfpersiflage", aangezien hij toch immers zelf zwaargehandicapt is. Het OM laat hem daarmee gaan. Geen procedure, geen straf. "Sindsdien ben ik een staatsvijand", zegt hij en grijnst. De aanklacht heeft hem niet afgeremd. "Ik heb gemerkt, dat ik nog veel verder kan gaan", zegt hij. "Ik heb niks te verliezen, mij kan niemand wat maken." De provocaties worden scherper en de beledigingen ontsporen: de president is een oorlogszuchtige eikel, de katholieke kerk een "kinderverkrachtingssekte", de regering corrupt en veganisten fascistisch. Elke dag spuwt Uwe Ostertag zijn haat op internet. Hij strijdt tegen alles en niks. Zijn grootste wens: "Een echte shitstorm." Ostertag wil dat waar anderen bang voor zijn. Hij wil strijd. Hij wil vechten.
"90 procent van de bevolking denkt niet na. Ze leven hun leven en hen interesseert het niks, waarom hun leven zo kut is", zegt hij zonder van het beeldscherm op te kijken. Ostertag is ontevreden met de regering, met de maatschappij. "Elke mening is tegenwoordig even politiek incorrect", zegt hij, en neemt haastig een trekje aan zijn sigaret. De ontelbare reacties zijn zijn vorm van protest. Het internet beloont provocatie. Op Twitter heeft Ostertag 2300 volgers. Zijn trofeeën verzamelt hij in een map op zijn laptop: veel screenshots, netjes gearchiveerd.
Hoe bijtender de kritiek, hoe meer bijval hij krijgt. "Hier, twee dagen geleden" -hij wijst op het beeldscherm- "daar hebben 1500 mensen mijn reactie op 'Süddeutsche.de' geliked." Steeds opent hij nieuwe vensters. "Dat zijn de bewijzen." Bewijzen, dat veel mensen denken zoals hij. Soms zijn het 500 likes, soms 2000. Ostertag leest een berichtje voor, dat hij van een volger op Twitter kreeg: "Uwe, laat je niet de mond snoeren! Laat de machtigen maar eens goed je mening horen!" De enige tegenstanders die Uwe Ostertag heeft, zijn de moderators op de sociale media van de nieuwswebsites.
Discussie ipv. reacties
München. Een groot kantoor aan de rand van de stad, 22e verdieping. Elke keer als Uwe Ostertag bij 'Süddeutsche.de' een reactie typt, moet Frank Porzky beslissen: goedkeuren of blokkeren? Porzky is in de krochten van de lezersreacties een jager, die de trolls onder controle moet krijgen. Als Ostertag bij 'Süddeutsche.de' haat zaait, kan de uitgeverij juridisch vervolgd worden. Uwe Ostertag balanceert op een smal randje: Gaat hij te ver, dan wist Porzky hem. Is hij te tam, zegt hij, dan stoot hij bij de andere lezers op dovemansoren.
Frank Porzky wijst op het beeldscherm: een grijze pagina; lange lijsten. "Dat is het dossier-Ostertag." 1500 keer heeft hij bij 'Süddeutsche.de' een reactie ingevoerd. Een op de tien reacties werd geblokkeerd. Vier keer heeft hij in de afgelopen twee jaar een waarschuwing gekregen - vanwege gebrek aan inhoud, een te laag niveau of smalende kritiek. "Als hij nog een keer te ver gaat", zegt Porzky, "dan kunnen we hem blokkeren." Voor Porzky is het één klik, een snelle beslissing. "Dat is mij worst", zegt Ostertag. "Dan reageer ik ergens anders. Bij de 'SZ' behandelen ze je toch als een kind."
Begin vorige week heeft 'Süddeutsche.de' de lezersreacties afgeschaft. Onder de berichten over de economische groei of het hoofdartikel over het buitenlands beleid kan Ostertag zijn mening niet meer kwijt. In plaats daarvan stelt de redactie een vraag, waarover er een discussie moet plaatsvinden. Bijvoorbeeld: "Hoe moet Duitsland zijn politieke gewicht op het wereldtoneel gebruiken?"
Een goede dag voor de troll
Moderators zoals Frank Porzky willen strenger modereren, meer reacties verwijderen en zo de kwaliteit van de discussie verhogen. Daarmee bedreigen ze Uwe Ostertag, en Ostertag wordt daarvan woedend. Met de veranderingen bij 'Süddeutsche.de' wordt een "nieuw tijdperk van mediafascisme ingeluid, om nog makkelijker ongemakkelijke meningen te kunnen censureren", schrijft hij op Facebook. "Schijnbaar wordt de kritiek van de reageerders steeds luider, anders zou men niet naar zulke maatregelen grijpen."
In Ochsenfurt is het intussen donker geworden. Ostertag zit met korte onderbrekingen al twaalf uur achter de computer. Hij rolt zijn kromme lichaam van de bank en strompelt naar de lichtschakelaar. De gloeilamp gaat aan, die bungelt eenzaam aan het plafond. Ostertag is niet alleen. Op de reactiepagina's heeft hij mensen leren kennen, die net zo zijn als hij. In de donkerheid vinden ze elkaar, de trolls. Met twee van hen heeft hij een keer samen koffie gedronken. Vandaag was het een goede dag voor troll Uwe Ostertag.
Van de tientallen reacties zijn er maar een paar verwijderd. "Op zaterdag letten de censureerders niet zo op", zegt hij en grijnst zelfgenoegzaam. Wanneer heeft hij voor het laatst een positieve reactie gegeven? "Helemaal niet zo lang geleden. Het boerkaverbod in Frankrijk", mompelt hij na een minuut, "dat was goed." Uwe Ostertag houdt even in, kijkt nadenkelijk naar de kerstboom en de adventskrans. Het duurt een paar seconden; dan kijkt hij weer naar het beeldscherm. Bij "Google News" zoekt hij een artikel. Kop. Inleiding. Reactiepagina. Rammen op het toetsenbord. Enter. De nacht is nog jong.
http://www.faz.net/aktuel(...)-troll-13139203.html