Etappe 9: Carboneras de Guadazaón - Aramón Valdelinares, 185 kmEtappe 9, maar toch pas de tweede met aankomst bergop. Dat zijn we niet gewend van de Vuelta, maar het is wel zo. De slotklim hier is wel een flink stuk langer dan die van een aantal dagen terug op La Zubia, dus je zou kunnen zeggen dat heel veel dingen nu pas echt duidelijk gaan worden. Een etappe met meerdere lange beklimmingen, aan het einde van een zware en warme week, voor bijna iedere renner zal hier vast komen te staan hoe goed ze daadwerkelijk zijn.
![Vuelta-a-Espana-Stage-9-1408361270.png]()
![9_perfil.png]()
Bij de Vuelta houden ze wel van een flinke verplaatsing op z'n tijd. De startplaats van deze rit, Carboneras de Guadazaón is een kilometertje of 120 ten noorden van Albacete. Carboneras de Guadazaón is een piepklein dorpje in de provincie Cuenca. Minder dan 1000 inwoners.
![35325481.jpg]()
Van dit nietszeggende dorpje fietsen de renners snel in noordoostelijke richting. De eerste kilometers van de dag lopen omlaag, maar na een kilometer of 10 begint het heel geleidelijk op te lopen, tot een kilometer of 50. Dan is er en duik naar beneden, om vervolgens weer langzaam terug omhoog te gaan. Echt heel bijzonder is het allemaal niet, dit eerste deel van de etappe zal niet veel gevolgen hebben voor de renners. Het stuk dat gevolgen gaat hebben komt pas na de eerste tussensprint, in Teruel. In deze regio vind je de nodige mooie dorpjes en Teruel is er daar zeker een van.
![La_Escalinata_(Teruel).jpg]()
Na Teruel begint het serieus omhoog te lopen, de beklimming van de Puerto de Cabigordo begint dan. Deze klim is erg lang, 18 kilometer in totaal. Niet echt een regelmatige klim, er zitten genoeg stukjes afdaling in. Daardoor is hij gemiddeld gezien niet echt moeilijk, 3,8%. Toch zijn er wel enkele kilometers die redelijk pittig zijn. Vooral de laatste drie kilometer van de klim zijn lastig, dan komt het niet onder de 7%, met een uitschieter naar 11%. Al met al niet de moeilijkste klim van de dag en een goede opwarmer.
![Perfil2.JPG]()
De top van deze klim is op kilometer 124, een kilometer of 60 van de strep. Een echte afdaling volgt niet gelijk, het gaat een beetje op en af, maar wel meer af dan op. Uiteindelijk kom je dan dus wel een stukje lager uit, maar een perfecte afdaling om als geloste renner terug te keren is het niet. Na 132 kilometer is in Cedrillas de tweede tussensprint van de dag. Ook weer zo'n typisch dorpje. Kasteeltje boven op de bult, dorpje daaronder.
![1280px-Cedrillas.jpg]()
30 kilometer gaat het op en af, daarna is het dan toch wel tijd voor de tweede klim van de dag en de voorlaatste. Alto de San Rafael. 11,5 kilometer aan 4,2% gemiddeld. Ook dit is weer een hele onregelmatige klim, er zitten stukjes aan 10% tussen, maar ook kilometers die zowat helemaal vlak zijn. Hoe dan ook niet echt een geschikte klim om grote verschillen te maken, daarvoor zijn de zwaardere stukken wat te kort. Op de top van de San Rafael is het nog een kilometer of 13 tot de finish. Er is een korte afdaling, maar al tamelijk snel begint de slotklim.
![Valdelinares1.gif]()
De slotklim is een stuk interessanter, in totaal een kilometer of 9 lang en gemiddeld gezien een stuk zwaarder. Begint nog makkelijk met een kilometertje aan drie procent, maar daarna is het wel gedaan met de pret. Kilometers lang constant rond de 7% gemiddeld, met uitschieters naar 11%, dan een wat makkelijkere kilometer, maar de twee daarna zijn ontzettend lastig. Tussen drie kilometer en één kilometer van de streep is deze klim enorm steil, bijna continu rond de 10%. Daar moet het verschil dan echt gemaakt worden, want de laatste kilometer is weer vlak. Dit zou dus ook zomaar een anti-climax kunnen worden, als niemand durft aan te vallen krijg je uiteindelijk een veredelde sprint. Van de andere kant zorgt het er wel voor dat mensen eerder zullen moeten demarreren, als ze weten dat ze in die laatste vlakke kilometer het verschil niet zullen kunnen maken.
![pista-asfaltada-gudar-valdelinares-14.jpg]()
De beklimming brengt ons niet naar het dorpje Valdelinares, dat een stuk verderop ligt, maar naar het skistastion van Valdelinares. Aramón Valdelinares, met de nodige pistes. Aramón is een bedrijf dat meerdere skistations onder haar hoede heeft. Een van die stations deden we vorig jaar nog aan, Formigal. Cerler is er nog zo één, die is helemaal vaak in de Vuelta voorgekomen. In Valdelinares is de Vuelta al eens eerder geweest, in 2005. Roberto Heras won toen. Hij sloeg hier een eerste slag in de Vuelta die hij zou winnen, zou kwijtraken en weer terug zou krijgen. Goed verhaal was dat, maar uiteindelijk maakt het niet zoveel uit omdat we ondertussen weten dat Menchov het ook niet echt op een bruine boterham met pindakaas deed.
![valdelinares-02-12-2012-sector-1900.jpg?w=300]()
Na een dag of 8 met een graad of 59 heb ik dan eindelijk goed nieuws voor Fabian Cancellara. Het wordt morgen kutweer! Hoera! Het begint nog wel aardig, maar zodra de bergen in zicht komen betrekt het behoorlijk. Waarschijnlijk veel regen en de temperatuur gaat met de kilometer verder naar beneden, met 14 graden als dieptepunt. Een extra factor om rekening mee te houden. Hoe reageert een lichaam op 14 graden en regen na een week lang brandende zon?
![etp9.png]()
We hebben al een paar indicaties gehad, maar dit wordt de grootste test tot nu toe. Bovendien met ander weer. Dat maakt een goede voorspelling wat lastiger, want je weet niet welke renners daadwerkelijk meer last hebben van de hitte dan andere renners. Deze slotklim is een stuk langer dan Cumbres Verdes en de aanloop is lastiger. De uitslag kan heel anders zijn dan een paar dagen geleden en daar ga ik eigenlijk wel vanuit.
1. Quintana. Leek niet echt fantastisch tijdens de rit richting La Zubia. Kwam wel als vijfde boven, maar van Nairo verwacht je ondertussen dat hij iedere bergrit met een kwartier voorsprong wint. Wat een paar dagen geleden niet echt wilde lukken kan nu zomaar wel lukken. Dit ligt Quintana wel wat beter dan zo'n korte klim, bovendien is het weer nu in zijn voordeel. Waar Nairo vandaan komt is het eigenlijk altijd baggerweer. Hij houdt wel van een regenbuitje en een graadje of 15.
2. Contador. Lekker man, been breken, paar weken later alweer op de fiets en nu in topvorm. Standbeeld voor Steven de Jongh. Zal gewoon strijden om de overwinning.
3. Froome. Met het koffiemolentje en het biervat tussen de armen weer lekker naar boven spartelen. Eigenlijk wel toptelevisie hoor. Alleen hopen dat hij zo nu en dan zijn stem even in de steek laat om te zien of hij niet in het skoekeloen fietst.
4. Landa. Mikel Landa, van de lijst van de hoop. Aru is natuurlijk kopman bij Astana, maar Landa heeft soms zo'n dag dat hij ineens een supergoede klimmer is. Met een beetje geluk nu. Anders Aru op deze plek, maar die staat al niet meer op de lijst van de hoop, dus dat is een tikkeltje saai.
5. Rodriguez. Geen laatste steile kilometer om weg te sprinten, derhalve slechts een vijfde plaats. Geen murito voor Purito.
Oja, dan schrikken mensen natuurlijk dat ik Valverde niet noem. Nou eh, die wordt dan zesde he. In het wiel van Rodriguez. Kan niet veel doen, want Quintana aan kop. Ofzo.