abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Moderator zondag 8 december 2013 @ 12:29:23 #1
42184 crew  DaMart
pi_134043738
131209_134533_20131209forumheader-kerst.jpg

Alle inzendingen voor de kerstverhalenwedstrijd 2013, met als thema 'De magie van Kerst', worden in dit topic geplaatst. Eenmaal geplaatst kunnen de inzendingen in principe niet meer worden aangepast.

Wil je zelf ook meedoen met de wedstrijd? Kijk dan hier voor meer informatie.

[ Bericht 20% gewijzigd door DaMart op 09-12-2013 20:36:13 ]
pi_134239422
Kerst maakt alles goed

Het is weer kerst. Bart liep samen met zijn hond Spike door het bos, het was erg gezellig, maar Bart zat steeds te denken over Kerst: wat zou hij krijgen? Komt de kerstman eigenlijk wel? Voor Bart was het één groot raadsel. Spike had zin in kerst dacht Bart in zich zelf. Hij zag hem rennen en kwispelen met zijn staart, het was nog maar bijna kerst. Het was 15 december om precies te zijn. Eenmaal thuis gekomen vroeg hij aan ze moeder of de kerstman wel bestond? Natuurlijk zei de moeder van Bart, dat weet je zelf ook toch wel. Bart had eigenlijk niet zo veel zin in kerst want zijn familie zou weer komen. Tegen zijn familie heeft hij niks maar tegen zijn neefje wel. Hij kwam uit Amerika en voor kerst kwamen ze hierheen. Dick heette hij, Bart vond het wel grappig want de naam klinkt voor hem grappig. Maar Dick praatte alleen maar Engels Bart kon er goed Engels, dat is toch leuk? Zou je denken maar helaas, Dick was niet de aardigste vaak sloeg hij Bart of pakte zijn spullen en erende weg. Bart durfde het niet tegen zijn moeder te zeggen, na wat er vorig jaar gebeurd was. Toen had Bart Dick heel hard geschopt en Dick lag in het ziekenhuis. Gelukkig had hij niet gezegd wie het had gedaan. Eenmaal kerst avond bleek het dat Dick helemaal niet zou komen. Wat jammer dacht Bart toen. Ook al haatte Bart Dick heel erg. Het was toch weer gezellig met hem. In de avond zat Bart met de rest van zijn familie bij de kerstboom, er lagen best veel pakjes en ook voor Dick. Wat gaan we nu doen vroeg Bart aan zijn moeder? Zijn moeder antwoordde dat hij misschien met oud en nieuw nog komt. Bart had het stiekem toch wel gehoopt. Met oud en nieuw zag hij Bart weer en vond het erg leuk om hem weer te zien. Dat is de kerst magie zei de moeder van Bart toen en ze knikte allebei.
pi_134239558
De magie van Kerst.

Het is al weer niet te eten, zei de man en gooide zijn halfleeggegeten bord omgekeerd op tafel.
En ruim de boel op, het is hier net een zwijnenstal.
Breng me een glas wijn als je klaar bent.
Hé heb je me gehoord???

Ik heb al vaker gezegd, dat je je kinderen rustig moet houden wanneer ik thuis kom.
Mijn baan brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee en `s avonds ben ik moe.
Jij lummelt maar wat rond de hele dag.
En kan je er misschien voor zorgen er enigszins presentabel uit te zien straks, er komt iemand langs
om iets te bespreken.

Hé hallo, kom erin.
Wil je wat drinken? Koffie of thee?
Zeg lieve, zou je zo een kopje koffie kunnen brengen?
Nou prima, ja dat is dan afgesproken,ik begin morgen vroeg, zodat kerstavond alles er picobello uitziet.
Dag hoor.

Allemachtig, zelfs een fatsoenlijke kop koffie zit er niet in bij jou hè?
Sokkenwater smaakt nog beter.
Die jurk van je zag er in de catalogus leuk uit, maar ja dat achterwerk hè....
Dat krijg je ervan als je de hele dag op je luie gat zit.

Vroeger kon ik nog met plezier naar je kijken, maar de laatste jaren
ben je een echte huissloof geworden.
En een slechte bovendien...heb je het bed verschoond vandaag?
Je weet dat ik iedere dag schone lakens wil.

Heb je mijn zwarte pak van de stomerij gehaald? Morgenavond moet ik er tiptop uitzien.
Ik wil dat je mijn overhemd opnieuw strijkt, er zullen zoals gewoonlijk wel weer vouwen in zitten.
Die kinderen wil ik niet horen vannacht, ik moet vroeg op morgen.
Je kunt beter maar bij ze op de bank gaan liggen vannacht, dan kan ik tenminste rustig slapen.
Welterusten.

Ik weet niet hoe je het klaarspeelt, maar je ontbijt smaakt nog beroerder dan je avondeten.
Eieren precies 3 minuten koken...het is toch geen raketwetenschap?
Je zult met de kinderen moeten komen lopen, ik neem de auto mee, het wordt een erg drukke dag voor me.
Zorg dat de kinderen vanavond in hun nette kleren en op tijd aanwezig zijn, zodat jullie me niet te schande maken.

Wel verdorie wat zijn jullie laat...jaja je hebt altijd wel een smoes klaar.
Ga zitten. Op de achterste bank rechts zijn 7 plaatsen voor jullie en zorg dat die kinderen hun mond houden.
Ik moet nog even wat laatste dingen.........

Het kwam misschien door de resonantie van de kerkklokken of misschien wel doordat de muur al eeuwenoud was of....
Wie zal het zeggen?
Het enorme Christusbeeld, kwam met donderend geraas naar beneden en verpletterde de koster
die nog even wat gevallen dennennaalden op wilde vegen.
Als door een wonder....magie....wellicht....wie zal het zeggen....bleven de anderen gespaard.

Amen zei de vrouw hartgrondig en sloeg een kruis.
pi_134261155
Een kerstkaart van een onbekende

De duisternis was al enkele uren ingetreden toen Herman zijn weg richting huis maakte. In deze tijd van het jaar was het net zo donker bij vertrek van werk als bij het heengaan. In een poging de somberheid uit de stad te verjagen had de gemeente er voor gekozen een lichtjesfestival te organiseren. Vele straten waren versierd met kitscherige kerstverlichting, overal kwam kunstmatige helderheid vandaan. Men was zelfs zo ver gegaan een kerstmarkt op te zetten, in de vorm van een sliert van (waarschijnlijk gefabriceerde) houten kraampjes langs de rand van de winkelstraat. Herman liep met doodgewone pas langs de stalletjes. Niet dat hij sjokte, doch zeker niet dat hij zich haastte. Zijn tempo was zoals die van iedere dag: een zeer gedegen tred. Herman trok zich niet veel aan van al dat glimmend in het stadsgezicht. Met de blik op oneindig liep hij onvermurwbaar dwars door het kerstgeweld, in rechte lijn naar voren. Het kon Herman allemaal gestolen worden. Dat hele kerstfeest deed hem niets. Waarom zou het ook? Dit werd alweer het derde jaar op rij dat Herman het kerstfeest in zijn eentje zou vieren. Niet dat hij daar nu per se boodschap aan had, het waren wat Herman betreft immers dagen zoals ieder ander, maar ja. Even verzonk Herman in gedachten. “Wat beteken deze donkere dagen eigenlijk voor mij? Ach, nee, niets ook eigenlijk.” Zonder verdere aarzeling sloeg Herman linksaf.

Eenmaal thuisgekomen hielp Herman zichzelf uit zijn grote, warme winterjas en legde hij zijn sleutels op het nachtkastje. Hij schopte zijn schoenen uit, schoof deze onder de bank en liep direct daarna richting de koelkast om een blikje bier te pakken. Deze gang van zaken was als een routine. Werken, thuis komen, een pilsje drinken en wat televisie kijken. “Eigenlijk ben ik ook maar een doodgewone man”, had Herman zich wel eens bedacht. Terwijl het in hem opkwam wist hij dat het waar was. Een doodgewone man, een vent zoals ieder ander. Herman was niet rijk, maar zeker ook niet arm. En ook al was hij niet bijzonder knap zou geen mens zeggen dat hij lelijk was. Herman met zijn zeer gemiddelde 186 centimeter lange lichaam, zijn lichtbruine sluike haar wat als vanzelf net over het hoogste van zijn voorhoofd viel. Met zijn ietwat spitse neus en door het leven getekende, zwakjes ingevallen, wangen. Het was allemaal heel gewoontjes, doch mooi genoeg voor haar om op hem te vallen. Althans, twaalf jaar geleden was dit het geval geweest. Hoe anders was het de laatste elf seizoenen, sinds zij bij hem was weggegaan? Alles in het leven van Herman was nu doorsnee. Zelfs zijn gezicht.

Zes glazen drank en zeven sigaretten later besloot Herman te gaan slapen. Hij ontdeed zich van de kledingstukken welke hij nog aanhad en kroop in een tempo zoals alleen hij dat kon, kalm onder de dekens. Zoals altijd draaide Herman zich naar zijn linkerzijde. Met zijn ogen gesloten herleefde hij zijn dag. Er was vandaag weer eens niets bijzonders gebeurd. Maar toch voelde er iets anders. Herman knipperde met zijn ogen. Hij keek naar de kerstkaart welke op het nachtkastje was uitgestald en zag dat zijn huissleutels daar naast lagen. Het leek alsof de puntjes ervan richting de kerstgroet wezen. Herman sloot zijn ogen weer. De sneeuwvlokjes, zoals afgebeeld op de kaart ontvangen van een onbekende, dansten voor zijn oogleden. En daarna werd het donker.

Bij het waken liep er een rilling van koude over Herman’s rug. “Hoe is het mogelijk dat het zo fris is hier?”, vroeg hij zich af. “Dit huis is toch uitstekend geïsoleerd?”. Zonder te kijken schoof Herman zichzelf omhoog in bed en plaatste hij zijn beide voeten gelijktijdig op de grond. Een ijzingwekkende kou schoot plots door zijn ledematen. “Het lijkt wel ijs!” riep hij luidkeels terwijl hij haastig het contact met de grond verbrak. Nu had Herman even de tijd om tot zijn zinnen te komen. Hij keek om zich heen en begon langzaam te beseffen wat hij zag. Zijn bed stond temidden van een oceaan van sneeuw. Zo ver zijn blik reikte zag hij niets anders dan witte vlaktes met hier en daar een dennenboom. “Waar ben ik in hemelsnaam beland?”, vroeg Herman zich hardop af. Schichtig schoot zijn blik van links naar rechts. Dennenbomen, sneeuwvlaktes, witte kristallen in de lucht. Het was al wat er te zien viel. De verwarring was compleet. “Wat doe ik hier?!”, slaakte Herman nogmaals hardop.

Plots klonken er voetstappen. Aan het geluid te merken waren ze heel dichtbij, terwijl Herman zeker wist eerder niets gehoord te hebben. Achter zich sprak een stem. “Vraag je niet af wat je hier doet, vraag je eens af waar je naar toe gaat” zei een man. Herman keek om. Zijn ogen werden groot en zijn mond viel langzaam open. Met wijde pupillen en meer dan anders ingevallen wangen, keek Herman naar diegene die de woorden had gesproken. Het was de kerstman. Compleet met witte baard, rood pak en zwarte neuzen op zijn laarzen. De bebaarde man sprak nogmaals: “Het leven is te kort om stil te staan, te saai om zo gewoon te zijn”, klonk het met overtuigende stem. “Laat het verleden je niet remmen, de toekomst is wat jij er zelf van maakt”. Ook deze zin werd uitgesproken op een manier waarvan Herman niet zeker was wat het met hem deed. Het was zo afgezaagd, maar toch zo juist. De intonatie van de man klopte precies. De woorden drongen langzaam door tot in Herman’s hersens. Als ijspegels werden ze naar binnen gedrukt en toch deed het geen pijn. Het werd weer donker.

Zes uur in de morgen. De wekker ging en klonk minder agressief dan anders. Herman opende langzaamaan zijn ogen. Wat was er nu eigenlijk gebeurd? “Dit moet toch haast een droom geweest zijn? “. Herman’s blik viel op de kerstkaart op het nachtkastje en hij besloot dat hij het ook niet wist. Hij stapte uit bed en maakte zich klaar voor een nieuwe dag rond kerst. Herman had er zin in.
  Moderator zondag 15 december 2013 @ 08:38:12 #5
42184 crew  DaMart
pi_134282376
EEND.

Kerstmis is zo ongeveer de enige dag in het jaar dat mijn moeder het nodig vindt om zelf wat te koken en zie, bij gebrek aan ervaring en oefening, lijkt dat dan ook nergens op. Zodoende dat ik dat als de pest vermijd en doorgaans op eerste Kerstdag alleen in een Chinees restaurant wat eend naar binnen schuif. Die doen helemaal niet aan kerstmis (dat kunnen ze zich niet veroorloven; het gros van de Chinezen hier in Den Haag die in restaurants werken - de goede restaurants dan - verblijven hier illegaal en verdienen een slordige vier euro per uur). Tegen mijn ouders zeg ik: 'Ik eet met kerst bij mijn schoonouders' en tegen mijn schoonouders, zegt mijn vrouw: 'Manlief moest naar zijn eigen ouders.' Tweede kerstdag is een verhaal waar ik nu geen aandacht aan zal besteden.

Wonder boven wonder; wat overkwam mij vorig jaar bij het naar binnen schuiven van die eend, het volgende. Het was nogal druk in dat restaurant, zodoende dat er, zonder dat het mij gevraagd werd of ik daar geen bezwaar tegen had (nu ga ik ook niet naar dat restaurant voor de service), een mij volkomen vreemde vent aan mijn tafel werd geplaatst. Die man bleek een goochelaar te zijn. Die pakte al snel, waarschijnlijk omdat hij ook niet goed wist wat aan te vangen, een kaartspel tevoorschijn en zei: 'Pak een kaart.' Nu, ik ben de kwaadste natuurlijk niet, dus ik pakte een kaart. Dat was de ruiten zeven. 'Kijk nu eens onder de tafel.', zei de man toen en verdomd als het niet waar is, ik kijk even onder de tafel, kom weer naar boven, is die hele man verdwenen.
  Moderator zondag 15 december 2013 @ 16:05:43 #6
42184 crew  DaMart
pi_134292672
A Wonderful Christmas Time


Voor de spiegel sta ik mezelf te bekijken, ik ben naakt, en ik denk na over de feestelijke kerstavond die komen gaat, want het wordt, naar mijn verwachting, er een om nooit te vergeten, omdat ik - nu dan toch eindelijk - mijn Grote Liefde de liefde ga verklaren. Het gereedschap dat ik daarbij ga gebruiken is een vlijmscherp keukenmes, want zij is namelijk niet ‘op mij’. Enige dwang is mijn laatste redmiddel. Ik weet precies hoe ik het ga aanpakken, het plan heeft zich al duizend keer voor mijn geestesoog voltrokken. Ik grijp het mes vast en zet het aan mijn keel, mijn hoofd gooi ik daarbij naar achter, alsof er aan mijn haren wordt getrokken. Ik zie hoe mijn ogen de duivel in mij verraden, het is een mengeling van haat (door al haar afwijzingen ontwijfelbaar, op mijn subtiele hints) en geilheid (door haar pronte borstjes natuurlijk). This time you ‘ll be mine zeg ik theatraal, met een nog veel theatralere bulderlach erop volgend. Het mooie is, is dat ik na mijn daad voorgoed van haar verlost ben.
Ik trek mijn pak aan, betracht het met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te doen, zodat het kleinste vouwtje dat ik kan ontdekken onmiddellijk kan worden gladgestreken. Als laatste komt de strik. Perfect!

Om 19.00 uur stipt zit ik in mijn auto. Ik trek de rits open van de sporttas, die naast mij staat geposteerd op de bijrijdersstoel, ik haal er het keukenmes en de blinddoek uit, die ik in het dashboardkastje leg. De zenuwen gieren door mijn keel. Ik besluit eerst nog terug naar binnen te lopen, om een ferme slok whisky achterover te slaan. Een warme golf stroomt spoedig door mijn lichaam, niet in de laatste plaats bij mijn pik, die ik, door mijn hand in mijn broek te stoppen, ook nog even goedleg.

*****

Ik druk op de bel, de gastvrouw treedt mij allervriendelijkst tegemoet, verzoekt me binnen te komen. Ik geef haar mijn lach, stap over de drempel, veeg zorgvuldig mijn voeten. Als een roofdier zoek ik naar mijn prooi. Daar staat ze, Helene, mooier dan ooit, met een vriendin te praten. Achteloos beweeg ik me haar richting op, luister het gesprek af, ze hebben het over de nieuwe wintermode. Haar man vermaakt zich met Bert, de voorzitter van onze vereniging.

Tijdens het diner vliegen de oh’s en ah’s de gastvrouw om de oren, want wat is er lekker gekookt. Ik vang her en der op van wat men zegt. Helene zit schuin tegenover mij, ik kan haar goed bespieden. Ze kijkt een paar keer terug, geeft me kort een glimlach, uit beleefdheid zal het zijn, vervolgt haar gesprek met Femke. Als het clubje na de koffie in groepjes uiteenvalt, en zij even geen aanspraak lijkt te hebben, grijp ik mijn kans, knoop een gesprek aan, vraag haar mee te komen, heb een verrassing voor haar, beloof dat ze het geweldig gaat vinden. Terwijl we de huiskamer uitlopen, kijkt haar man een keer achterdochtig onze richting op, even heb ik de angst dat hij ons gaat volgen, maar dat blijkt niet het geval, hij houdt stil bij de dranktafel. Ze is verbaasd dat ik haar mee naar buiten vraag, echter volgt ze gedwee mijn bevelen op, omdat ze, naar ze zegt, nieuwsgierig van aard is. Ik laat haar de blinddoek omdoen, pak haar hand, en laat haar volgen. We lopen een eindje op, tot bij de bosjes in het park. ‘Doe maar af’, zeg ik. Ze kijkt me met grote ogen aan. Vlak bij haar keel houd ik het mes. ‘Als je tegenstribbelt ben je er geweest’, stamel ik, die zijn zenuwen weer eens niet de baas is. Ze reageert: ‘luister, ik ben al zolang verliefd op je, kus me, en neem me, neem me nu.’ Ik kan mijn oren niet geloven. Van alles wat ik verwacht had, was dit het laatste, ik bedoel ze had er al zo vaak blijk van gegeven, me niet te zien staan. Het moment is magisch. Ik laat een traan vallen van blijdschap, blijf haar aanstaren. Ik zeg: ‘Wil je…?’ Ze legt haar vinger op mijn lippen. ‘Stil nu.’ Ze heeft de regie in handen genomen, ik sta het allemaal toe. Het mes laat ik uit mijn handen vallen, komt met een klap op de grond neer, ze drukt haar lippen op die van mij, onze vingers verstrengelen zich. Daarna een kort ogenblik van verwijdering, als zij haar rok laat zakken, en ik mijn pantalon omlaag trek. Ik kom in haar, ik fluister in haar oor, dat ik van haar houd, zij kreunt slechts. Bij mijn laatste stoot, trek ik mijn piemel terug, besproei haar rokje, en dan gebeurt het, ze raapt het mes op, ze steekt me in mijn buik, het mes zit er gelijk diep in, ze draait er een aantal malen mee, ik bloed als een rund, mijn ogen puilen uit mijn kassen, ik val achterover. Ze kijkt op me neer. ‘Eindelijk ben ik van je bevrijd’, zijn de laatste woorden die ik opvang, voor mijn dood.

******

Op het feest gaat Helene recht op haar man af. Ze geeft hem een zoen. Hij vraagt wantrouwend: ‘Waar zat je al die tijd?’ Ze zegt: ‘De wc. Excuus. Ik denk dat het de kreeft is geweest, liefje, die mijn maag van slag bracht.’
  Moderator zondag 15 december 2013 @ 22:00:46 #7
42184 crew  DaMart
pi_134309471
Het onverwachte kerstcadeau

Met het hoofd gebogen liep Marjan snel langs de versierde winkelruiten. Kerstmis. Vroeger haar favoriete feestdagen, nu veroorzaakte het idee alleen al een zwart gat in haar hart. Vorig jaar gingen ze het groots vieren. Ze had een kalkoen gekocht en zich de hele dag in de keuken uitgesloofd om hem te vullen en een uitgebreide maaltijd te bereiden. De kinderen waren aan het spelen bij een vriendje dus ze had alle tijd om eraan te werken. Ze vond het heerlijk om in de keuken te staan, en genoot van het idee dat ze vanavond met zijn allen konden genieten. Opeens had ze een ingeving: een veenbessensaus zou het toetje helemaal afmaken. Ze zocht in de voorraadkast maar kon geen veenbessen vinden. Ze belde haar man op.
'Rik, zou je na het ophalen van de kinderen even langs de supermarkt kunnen gaan? Ik heb veenbessen nodig.'
'Nu nog?'
'Ja, ik heb ze zien liggen bij de supermarkt op de hoek van de Kerkstraat. Ik heb twee zakjes nodig.'
'Is goed. Maar ik moet nu echt verder, het is chaos op het werk.'
Hij hing direct op. Ook Marjan ging weer aan de slag. Er was nog flink wat te doen voordat het klaar was, en ze wilde het voorgerecht direct op kunnen dienen als ze thuis kwamen.

Om zes uur was de tafel gedekt, waren de kaarsjes aangestoken en wachtte ze op haar familie. De kerstboom in de hoek van de kamer was prachtig. Vooral in het donker met de lampjes aan was het zo'n mooi gezicht. De cadeautjes lagen al klaar onder boom.
Om half zeven werd ze bezorgd. Ze belde zijn mobiele telefoon maar hij nam niet op. Was het erg druk op het werk en was hij verlaat? Ze belde de ouders van het vriendje van de kinderen. Ze wilde hen niet te erg belasten en er waren geen afspraken gemaakt over het eten.
'Hoi, met Marjan. Zijn Jasper en Thijs er nog?'
'Huh? Nee, Rik heeft ze een half uur geleden al opgehaald. Zijn ze nog niet thuis?'
De moed zonk Marjan in de schoenen. Er was iets goed mis. 'Nee... Dank je wel, ik wacht wel dan.'

Zodra ze de telefoon ophing schoot de paniek door haar heen. Het was maar tien minuten rijden van daar naar huis. Zelfs met een kleine boodschap bij de supermarkt zou het niet langer hoeven duren dan twintig minuten. En waarom nam hij zijn telefoon niet op? Angstig liep ze naar buiten, de kou in. Er lag geen sneeuw, maar het vroor wel. De auto was nergens te bekennen.

Om kwart over zeven ging de bel. Marjan sprintte naar de voordeur. Zouden ze eindelijk thuis zijn? Ze deed de deur open en keek recht in het gezicht van twee politieagenten.
'Goedemiddag, bent u mevrouw Van Basten?'
'Ja,' stamelde ze.
'Ik vrees dat we slecht nieuws hebben. Uw man is in een bocht de macht over het stuur verloren en van de weg geraakt. Hij ligt in kritieke toestand in het ziekenhuis. Wij kunnen u een lift aanbieden, of u kunt op eigen gelegenheid erheen.'
'En... en de kinderen?'
'Zij hebben het ongeluk niet overleefd. De schade was enorm, mevrouw. Het is een wonder dat uw man nog leeft.'

Ze brachten haar naar het ziekenhuis. Rik was niet bij bewustzijn, maar ze mocht wel bij hem zijn. Ze praatte zachtjes tegen hem terwijl haar hele fundering instortte. Ze bleef sterk voor hem. De hele nacht bleef ze bij zijn zijde. 's Morgens werd ze gewekt door een verpleger die Rik kwam wassen. Ook een arts kwam langs.
'Hoe gaat het met hem?'
'Het is nog onzeker, mevrouw. Hij heeft een aantal operaties ondergaan, zoals u weet, maar hij is nog niet stabiel. Zijn hersenen hebben een flinke klap gehad en we kunnen momenteel niet veel doen.'

Eerste Kerstdag bracht Marjan door in het ziekenhuis. Ook deze nacht ging ze niet naar huis. Tweede Kerstdag kwam en er was nog geen verandering geweest. Weer bleef ze aan zijn zijde overnachten. Maar 's nachts werd ze wakker van alarm. Het hart van Rik was gestopt. Een zuster duwde haar zacht doch vastberaden de kamer uit terwijl anderen zich over Rik ontfermden. Onthutst stond ze buiten naar het gordijntje te kijken. Niet veel later kwam een arts naar buiten. Hij legde zijn hand op haar schouder en vertelde dat Rik het niet had overleefd.

Marjans wereld stortte in. Het volgende moment dat ze weer bewust was van haar omgeving kwam thuis. Het eten stond koud op tafel, een taaie kalkoen lag in de oven en de cadeaus lagen nog onder de boom. Ze was alleen. Helemaal alleen.

Een jaar verder had ze het leven een beetje op de rails gekregen. Ze had een baantje genomen en bracht veel tijd door met vrienden en familie. Maar nu de kerst kwam, voelde het verlies weer vers. Ze haastte zich naar huis. Ze had geen kerstboom in huis. Toch ging ze naar de berging en haalde daar een doos met herinneringen naar voren. De cadeaus die onder de boom gelegen hadden legde ze bij de haard. Het favoriete dekentje van de kinderen legde ze op de bank. En de krant die haar man altijd las legde ze op het tafeltje. Vervolgens ging ze naar het kleine altaartje dat ze, op aanraden van een vriendin, had gemaakt in hun nagedachtenis. Daar stonden hun foto's en lagen een paar memorabilia. Ze stak een kaarsje aan voor Rik, Jasper en Thijs. Ze huilde niet; ze voelde zich leeg zonder hen.

Ze ging op de bank zitten en keek naar haar altaartje, naar de cadeaus en andere spullen. En even, heel even, voelde ze zich niet alleen. Ze zag Rik de krant oppakken, de kinderen vechten om het grootste deel van het dekentje en ze glimlachte. Ze zag de kinderen enthousiast een cadeau pakken en woest het papier eraf scheuren. Eindelijk kwamen de tranen.
'Wat is er, schat?' vroeg Rik bezorgd.
'Niks, lieverd. Ik ben gewoon gelukkig.'
pi_134342785
Het mooiste kerstcadeau ooit

Ze hadden besloten de kinderen dit jaar de dag voor kerst mee te nemen naar het bejaardenhuis waar hun oma nu al een paar jaar woonde. Het zou waarschijnlijk de laatste kerst zijn dat oma nog leefde want haar toestand ging hard achteruit. De kinderen vonden het nooit zo leuk bij oma want er was niks te doen en oma wist toch niet meer zie ze waren, maar het vooruitzicht op cadeautjes maakte dat ze die dag toch met een grote glimlach het kleine muffe kamertje binnen renden.

Oma zat zoals gewoonlijk in haar grote sta-op fauteuil voor het raam naar de vetbollen te staren waar in de week dat ze er hingen nog geen vogel bij was geweest. Frank moest altijd even slikken als hij zijn moeder zo zag zitten en zijn vrouw Marja kneep hem bemoedigend in zijn schouder.

Frank had zijn broer Theo gevraagd verkleed als kerstman de cadeaus te komen brengen. Toen ze beiden nog geen kinderen hadden en hun moeder nog goed bij was organiseerden ze met zijn drieën elk jaar een groot kerstfeest in het lokale weeshuis en het hele dorp deed dan een duit in het zakje om voor alle kinderen een grote berg cadeaus te kunnen kopen. Theo was dan altijd de kerstman.

Rond drie uur ging de bel en Max en Tina renden om het hardst naar deur, trokken deze open en stonden met grote ogen te kijken. Meestal liet de kerstman een zak vol speelgoed voor de deur staan, klopte aan en tegen de tijd dat de kinderen de deur open konden doen was hij al lang verdwenen, maar ditmaal stond hij er dan echt! Met een grote zak vrolijk ingepakte cadeaus met gekleurde strikken eromheen.

Hij bracht de zak naar het midden van het kamertje en keerde hem voorzichtig om op de grond. De kinderen begonnen gelijk de boel te sorteren en kwamen er tot hun genoegen achter dat de meeste pakjes voor hen waren en dat de grote mensen duidelijk minder kregen. Max vond een pakje met de naam van zijn oma en legde het voorzichtig bij haar op schoot. Oma staarde er wezenloos naar en Tina vroeg of ze mocht helpen met het uitpakken. Dat mocht en toen ze het papier van het fotolijstje had gehaald keek ze stiekem eerst zelf welke foto erin zat. Ze herkende geen van de kinderen die daar netjes voor het grote gebouw in drie rijen van vijf stonden geposeerd met allemaal een kerstmuts op en de berg speelgoed die voor ze uitgestald stond.

Oma kreeg de lijst van Tina en keek naar de foto van de kinderen uit het weeshuis. Haar handen stopten met beven en ze leek wat meer kleur op haar gerimpelde gezicht te krijgen. Ze keek langzaam op en er begon zich een glimlach om haar lippen te vormen. Voor het eerst in maanden leek er iets van herkenning in haar ogen te zien te zijn en zacht zei ze 'Frank? Theo? Is het alweer kerst?' de mond van Theo viel open en Frank kreeg tranen in zijn ogen.

De kinderen hadden ook door dat dit iets speciaals was en keken verbaasd naar oma en toen naar de kerstman. 'Theo?' vroeg Tina verbaasd en oom Theo knikte. Hij deed zijn baard af en keek de kinderen aan. Ze vonden het eigenlijk wel jammer dat het niet de echte kerstman was, maar hun teleurstelling was als bij toverslag verdwenen toen oma zich naar hen keerde en zei “Tina en Max, wat zijn jullie groot geworden! Kom eens dichterbij.' Max durfde niet zo goed, maar Tina bewoog zich snel naar de stoel en sloeg haar armen om haar oma heen. 'Oma!' en ze plante een dikke kus op oma's zachte wangen. Marja zag dat haar zoon het allemaal een beetje eng vond en pakte zijn hand om hem zacht, doch dwingend naar oma te dirigeren. Toen oma hem aankeek en naar hem knipoogde was ook hij over zijn angst heen en sloot oma in zijn armen.

'Mam?' fluisterde Frank terwijl hij de tranen van zijn gezicht veegde en op zijn beurt zijn moeder in zijn armen sloot. 'Wat ziet Marja er vandaag weer beeldschoon uit' begon zijn moeder en nu kreeg Marja ook een brok in haar keel en gaf haar schoonmoeder een lange kus op haar voorhoofd' als laatste knuffelde Theo zijn moeder en niemand wist eigenlijk iets te zeggen.

Maar oma had tijdelijk haar geheugen terug en begon allerlei verhalen te vertellen over het weeshuis, haar man en de eerste keer dat ze haar kleinkinderen zag. Ze vertelde honderduit en zelfs de kinderen waren hun cadeaus vergeten en zaten met open mond naar de verhalen te luisteren. De rest van de dag was als vanouds en het leek of oma nooit echt weg was geweest. Ze lachten om de streken die Theo en Frank vroeger hadden uitgehaald en deden nog een heleboel oude herinneringen op.

Om negen uur die avond was het hoog tijd weer naar huis te gaan en met pijn in het hart nam iedereen afscheid van oma. In de auto vielen de kinderen vrijwel meteen in slaap en Frank en Marja zeiden niet veel. Bij thuiskomst ging de telefoon, het was het bejaardenhuis met het nieuws dat oma helaas was overleden, maar dat ze ze vredig was ingeslapen met een grote glimlach om haar lippen. 'Rust zacht mam,' zei Frank emotioneel 'en bedankt voor het mooiste kerstcadeau ooit!'
pi_134342831
Augurken in een plakje achterham

Op Kerstavond ben ik met mijn broer en ouders bij opa en oma, omdat opa 85 jaar oud is. Ik vraag me af hoe hij als pater familias aan het einde van zijn leven terugkijkt op hetgeen hij gecreëerd heeft: vier kinderen, negen kleinkinderen en een achterkleinkind. De oude man lijkt altijd vrij gelukkig; hij eet veel en leest graag streekromans. Hij is in ieder geval opgewekter dan zijn kinderen, in tegenstelling tot hen heeft hij geen zorgen over werk of een ongelukkig huwelijk en spreekt hij niet over de multiculturele samenleving.

De broer van mijn vader is daarentegen een nors type, ontevreden met de mogelijkheden die het leven hem gegeven heeft en hoewel hij net de vijftig gepasseerd is, beseft hij dat dit alles is wat er in zit. Samen met zijn vrouw moet hij de eindjes aan elkaar vastknopen, wat in dit geval betekent dat zijn vrouw nu avonddienst heeft in een verzorgingshuis. Zijn kinderen is het weinig beter vergaan; in de kennissamenleving hebben ze het niet voor het kiezen gehad en ze hebben alle drie in het kleine thuisdorpje een huurwoning betrokken.

Op tafel staan pinda’s, borrelnootjes, toastjes met filet américain en brie, blokjes kaas, leverworst en augurken gewikkeld in een plakje achterham. Mijn broer kijkt er met weerzin naar; de rest van de familie volgt een ingewikkeld ritueel dat bepaalt wanneer het gepast is om het volgende hapje te nemen. Na dit even aangezien te hebben maakt mijn broer er een opmerking over, waardoor Lisa, een zestienjarig nichtje, als enige moet lachen. Ik whatsapp naar mijn broer: ‘Ze wil je,’ waarop hij terugstuurt: ‘Dat wist ik al.’

In de kring ontstaat een discussie over de politiek, de crisis, Europa, buitenlanders, de klimaatverandering, over alles in feite. Dat is tegen het zere been van een aangetrouwde tante, die de Happinezz leest en vindt dat we ten eerste niet mogen generaliseren en ten tweede niet zo negatief in het leven moeten staan. De broer van mijn vader wordt daarop gekrenkt in de enige zekerheid die hij heeft in het leven – dat het allemaal buiten zijn macht ligt – en de gemoederen lopen hoog op. Daarop stelt een aantal tantes en volwassen nichtjes aan elkaar voor de kopjes en schoteltjes te gaan afwassen, waarna enkele ooms besluiten op het balkon te gaan roken en ineens is de kamer halfleeg. ‘Dit is de magie van Kerst,’ mompel ik.

Ik maak van de gelegenheid gebruik om me even terug te trekken in de badkamer. Hoewel de avond niet meevalt, weet ik dat het belangrijk is voor opa en het ziet er ook naar uit dat hij het allemaal wel mooi vindt.

Terwijl ik in het medicijnenkastje van opa en oma sta te kijken, hoor ik opeens twee stemmen achter me. Ik draai me om maar zie niemand. Dan vallen me de gordijntjes op die aan de wand van de badkamer hangen, waarachter een raam zit om op opa te kunnen letten als hij aan het douchen is. Ik trek voorzichtig een hoekje van het gordijn opzij en zie mijn broer en Lisa in de slaapkamer staan.

‘Klopt het dat je bestuur doet bij je studentenvereniging?’ hoor ik haar vragen. Mijn broer bevestigt het waarop Lisa zegt dat ze over twee jaar ook in Groningen wil gaan studeren. Ze informeert naar zijn ontgroening en vraagt of het zwaar was.

‘Daar kan ik niets over vertellen,’ zegt mijn broer.

Op dat moment zegt Lisa dat ze het een hele saaie avond vindt maar dat ze blij is dat mijn broer er is, en ze slaat haar armen om hem heen. Mijn broer beantwoordt de omhelzing en geeft haar een kus op de wang. Een paar seconden lang staan ze tegen elkaar aan en knuffelen ze een beetje.

Dan kijkt Lisa mijn broer aan, geeft ze hem ook een kus en zegt: ‘Ik zie je zo weer in de woonkamer.’

Eenmaal terug bij het gezelschap is de sfeer niet veranderd, en opeens besef ik waarom opa zo vrolijk is. Het gaat er al jaren hetzelfde aan toe; een familie vindt kennelijk een manier om met elkaar om te gaan, een tergende manier weliswaar, maar er is wel een bepaalde balans. Ik stel me zo voor dat de oude man dit allemaal al lang door had – hij heeft immers alle tijd om na te denken – en dat hij binnen afzienbare tijd met een gerust hart zijn nageslacht achter kan laten.

Tevreden met deze beschouwing whatsapp ik naar mijn broer: ‘Magische avond nietwaar.’

Hij stuurt terug: ‘Ik zag je net wel kijken.’
  Moderator dinsdag 17 december 2013 @ 23:41:03 #10
42184 crew  DaMart
pi_134389544
Blote voeten

‘Oliver! Joshua!’
Met grote passen haast ze zich naar plataanboom waaronder in het gras twee paar slippers zijn achtergelaten. Een kleine kangoeroe kijkt verstoord op en hopt richting de struiken naar een veiligere plek. Nog geen drie minuten nadat Jolien tegen haar jongens zei dat ze in de buurt moesten blijven, zitten ze alweer een buidelrat achterna.
Waaghals Joshua is opgeklommen tot drie meter hoog, waar hij aan een tak bungelt die er niet al te stevig uitziet. Oliver staat op de laagste tak toe te kijken.
‘Get down,’ zegt Jolien streng, terwijl ze Olivers blote enkel grijpt. Met haar andere hand veegt ze het zweet van haar voorhoofd. ‘Waarom luisteren jullie nooit? Allebei precies je vader. Joshua! Kom nú naar beneden!’
Enkele seconden later staan de jongens in het gras. Ze trekt ze mee terug naar de plek waar Jack een steak op de barbecue dichtschroeit.
Het is druk in het park, zoals elk jaar op kerstavond. Families en vrienden zoeken elkaar hier op om bij de barbecueplaatsen een ‘barbie’ te houden. Ze zijn samen met Jacks broers en hun gezinnen. Als losgeslagen Tasmaanse duivels rennen hun kinderen door het park. Jolien wil haar tweeling bij zich houden op deze dag.
‘Have some potatoe salad, sweetie,’ zegt Jack met een knipoog. ‘Made by Marcy.’
Jolien produceert een glimlach voor haar schoonzus. Ze heeft al eerder kennisgemaakt met Marcy’s dubieuze keukenkwaliteiten. Zo had ze eens bij het bakken van een appeltaart in plaats van kaneel een flinke dosis nootmuskaat door het beslag gegooid.
Marcy schept een flinke hoeveelheid op een bord. ‘Here you go, dear.’
Met een plastic vork prikt Jolien in de salade en neemt een hap. Het is of ze een hap azijn heeft genomen. Moedig slikt ze het door. ‘It’s good,’ zegt ze knikkend met een halve glimlach, waarna ze zich omdraait om te kijken waar Oliver en Joshua gebleven zijn.
Nergens te zien. Ze zucht en kan niet anders dan zich erin berusten dat haar kerst er voortaan zo uit zal zien.

Tijdens haar rugzakavontuur werd ze verliefd op het land, de natuur, de mensen, en in het bijzonder op Jack.
Het dilemma was hartverscheurend. Wat haar keuze ook zou worden, ze zou altijd mensen en plaatsen waar ze van hield achter moeten laten. Ze koos voor Australië, en leerde leven met de leegte van het gemis van haar ouders, broer, zus en vriendinnen, het gemis van Sinterklaas, Koninginnedag, boerenkoolstamppot met rookworst van de Hema.
Vijf jaar geleden kreeg ze Oliver en Joshua. De twee ventjes vulden een groot deel van de leegte die ze vanbinnen voelde, en ze besefte dat ze de juiste keuze had gemaakt.
Toch doet het pijn dat haar ouders hier niet zijn. Nog maar twee keer hebben zij hun kleinkinderen kunnen vasthouden en knuffelen. De andere keren dat ze elkaar zien, zit er altijd een beeldscherm tussen. Pas volgend jaar kunnen haar ouders weer naar Melbourne komen.
Jolien eet dapper de zure salade, ruikt de geur van verbrand vlees en voelt de zon in haar nek branden. Hier zal ze nooit dat gevoel ervaren dat ze in Nederland had rond deze dagen; dat magische aan kerst dat haar weer terugbracht naar haar kinderjaren.
Er brandt een verlangen in haar op naar een donkere huiskamer, warm en knus, terwijl buiten een snijdende noordenwind blaast. Een kerstboom met lichtjes, waar je van kunt genieten omdat het om half vijf al donker is buiten. De hele familie aan tafel. Kalkoen uit de oven. Gekibbel over onbelangrijke onderwerpen.
Jack slaat een arm om haar heen. ‘You okay, sweetie?’ Zijn adem ruikt naar bier.
Ze glimlacht en kust hem. ‘I’m fine.’
Het verlangen naar iets wat er niet meer zal zijn, schudt ze van zich af. Ze zoekt haar schoonfamilie op. Als om half elf de zon ondergaat nemen ze afscheid van elkaar.

Jolien voelt zich leeg. Ze staart met een kop koffie in haar handen uit het keukenraam. De jongens spelen in de tuin met hun nieuwe honkbalset. Jack zei dat hij iets moest doen bij zijn broer en is een uur geleden vertrokken. Kerstdag is hier minder belangrijk dan kerstavond. Ze hebben er ook maar één.
Ze rekent uit dat haar familie over twaalf uur bij elkaar aan tafel zullen zitten. Dan liggen zij hier alweer te slapen.
Ronkend rijdt een auto het pad op. Het is Marcy. Ze zwaait naar de tweeling en loopt via de keukendeur naar binnen. ‘C’mon Jo, we’re having a picknick.’
Haar opgewekte stem trekt Jolien uit haar zwaarmoedige bui. Ze verwisselt haar nachthemd voor een jurkje en roept de jongens.

Eind van de middag rijden ze weer de straat in.
‘What’s that?’ Oliver wijst naar een grote machine die in hun tuin staat. Als ze dichterbij komen zien ze dat er uit een pijp metershoog wit poeder wordt gespoten, dat hun hele tuin bedekt heeft.
Jolien stapt uit, schopt haar slippers uit en loopt met blote voeten door de poedersneeuw. Het knerpt niet, maar ze geniet van haar de ijzige kou onder haar voetzolen. Ze bukt, schept met twee handen sneeuw bijeen en gooit een sneeuwbal die onderweg half uit elkaar valt naar een verbouwereerde Joshua.
Die herpakt zich snel en neemt samen met Oliver zijn moeder te pakken.
Ze rillen van de kou als Jack de voordeur opendoet. Dan pas ziet Jolien dat alle ramen zijn afgeplakt met zwarte folie.
Marcy neemt afscheid en Jolien en de jongens gaan naar binnen.
Het schemerige huis wordt verlicht door tientallen kaarsjes en een prachtige kerstboom met honderden lichtjes. Joliens vingers tintelen door de overgang van de sneeuwkou naar de warmte binnen. Op tafel staan mokken met warme chocolademelk. Vanuit de keuken komt de geur van kalkoen uit de oven haar tegemoet.
‘Hallo, lieverd.’
De stem van Joliens moeder valt als een zachte deken over haar heen. Jolien draait zich om en omhelst eerst haar, waarna haar vader haar stevig tegen zich aan drukt.
‘Merry christmas, meisje,’ fluistert hij in haar oor.
  Moderator dinsdag 17 december 2013 @ 23:46:00 #11
42184 crew  DaMart
pi_134389760
Van ellende tot pracht - een kerstmirakel

Gina was een eenzaam meisje. Op school werd ze afgewezen, thuis was ze misbegrepen. Ze was wel een lief meisje en vertrouwde iedereen die ze tegenkwam zonder meer, maar dit werd haar niet in dank afgenomen.

Ze moest van haar ouders altijd goede cijfers halen. Omdat ze daar weinig gehoor aan gaf, werd ze vaak bestraft door haar ouders en tot allerlei huishoudelijke klusjes gedwongen. Niet dat het meisje
zwakzinnig was, of geestelijk onderontwikkeld, maar ze kon gewoonweg niet goed concentreren op school, en gaf de voorkeur aan vrijetijdsbestedingen.

Het was een meisje van het hart, en het gevoel, en nauwelijks van het verstand.

Op kerstavond plag ze iedereen te trakteren op vers gebakken cake. Die cake deelde ze uit aan al haar leeftijdsgenoten uit de buurt. Dit jaar wilde ze het gebruik voortzetten maar ze moest van haar ouders alles zelf betalen, ze vonden haar te extravagant.

De plaatswinkel lag ongeveer 2 km verderop. Het meisje pakte de fiets resoluut vast zoals ze altijd deed, toen ze boodschappen moest doen voor haar ouders, die nauwelijks het huis verlieten in hun vrije tijd.

Er lag een dunne laag sneeuw, er was gisteravond onweer. Het meisje was dapper, en stelde de belangen van anderen, en vooral haar ouders, boven dat van haarzelf. Meen flinke trap tegen de grond met haar linkerbeen, zette ze zich af en begon haar reisje.

Ze had nauwelijks de helft van de afstand afgelegd, of ze hoorde in de verte een griezelig geschreeuw. Er leek iemand het uit pijn uit te schreeuwen. Ze stapte van haar fiets af en liep in de richting van het geluid. Er was een dik struikgewas op de berm van het fietspad, en juist daar kon ze kleine bewegingen bespeuren.

Potverdorrie, er was een mensje in die struik! Blijkbaar was de persoon niet in staat geweest op eigen kracht weer uit te komen.

Het meisje gluurde zorgvuldig binnen en constateerde dat het om een klein meisje ging van een jaar of 7. Ze was gewond aan haar gezicht, te zien aan de bloedplekken.

Ze besefte zich al vrij snel dat ze niet in haar eentje veel zou kunnen betekenen voor het arm wezen, en besloot hulp te zoeken. Op dat moment fietste er een oudere meneer langs, en ze wist zijn aandacht te trekken met gebaar en geschreeuw.

De man reageerde geschokt, en bracht zijn fiets tot stoppen.

‘Er ligt iemand gewond in de struik!’ schreeuwde ze tegen hem.

‘Mijn hemel!’ zei hij, en liep met het meisje naar de plek toe. Toen hij zag dat er inderdaad iemand in het struikje lag, trok hij zijn mobiel uit zijn broekzak, en belde met het alarmnummer.

‘Maak je geen zorgen, het komt allemaal weer goed’ zei hij, en sprak daarop zijn telefoon in.

Het meisje bleef inmiddels bij het arm kind dat op de een of andere manier ten val was gekomen, om haar te troosten, toen de heer zijn oproep uitvoerde.

Hij kwam na een poosje terug bij de twee meisjes, en zei hij, ‘Hulp is onderweg. Blijven jullie hier dapper achter. Ik moet helaas weer op weg, ik ben laat voor het werk.’

Gina keek hem vol nieuwsgierigheid aan, maar hield hem niet tegen.

Binnen een minuut of twee, waren de ambulance en politie gearriveerd.

‘Jij bent echt een held geweest’ zei een van de politiemannen.

‘Zonder jou was het kind waarschijnlijk vannacht nog gestorven’ voegde er een ambulancebroeder toe. ‘Het is vreselijk koud.’

Gina glimlachte maar, ze wist niet wat ze moest zeggen. De politieagent reed Gina naar de winkel alwaar ze de spullen kocht die ze nodig had voor haar bakpartij, en daarna werd ze netjes, fiets en
al, naar huis gebracht.

Inmiddels bleek het meisje dat verwond in de bosjes lag, het kind van de plaatselijke burgemeester te zijn. Ze was tijdens het rennen in de sneeuw onderuit gegleden en met een gebroken arm in de struik
terechtgekomen. Ze was bijna volledig hersteld in het ziekenhuis, en liet haar vader weten over het wonderkind dat haar haar leven had gered.

‘We moeten dat kind vinden’ zei haar vader. ‘Ik wil haar persoonlijk bedanken, op een manier dat ze nooit zal kunnen vergeten.’

De burgemeester nam contact op met de politie-eenheid die de vorige dag gereageerd had op het ongeluk. Van de agent die het meisje naar huis had gebracht, kwam hij haar adres te weten.

Het was inmiddels kerstdag en die avond stond Gina plichtsgetrouw en braaf, haar koekjes te bakken toen opeens de bel ging.

Ze liep naar de deur, in de verwachting een of ander kind te moeten teleurstellen met de melding dat de koekjes nog niet klaar waren.

Er stond echter een lange heer in zakenpak met twee gemeenteambtenaren naast zich. Dit herkende ze aan het gele kenteken op hun borst. Ze keek iets naar beneden van de man en herkende daar het meisje dat ze de vorige avond uit de struik had geholpen.

‘Jij hebt het leven gered van mijn dochter’ begon de plechtig beklede man, ‘Dit is geen kleine daad, en daarom ga ik je belonen met 25 000 euro contant.’

Het meisje probeerde vriendelijk te bedanken, maar daar mocht de man niets van hebben. Ook haar ouders, die inmiddels op de lawaai waren afgekomen, moesten van de man niet weigeren.

Dit geld, continueerde hij, wordt namens jou in een gemeentelijke bankrekening bewaard, en over een paar jaar, als je volwassen bent, mag je er aanspraak op maken. Het is bedoeld om jouw toekomstige
studie te betalen.’

‘Maar dat is lang niet alles, vanaf nu ben jij het onofficieel erekind van de gemeente, jij mag gratis in een hotelkamer logeren, totdat jij de leeftijd van 18 bereikt hebt, tegen welke tijd je overal heen mag
gaan waar je wilt, met het geldcadeau die tegen die tijd jou beschikbaar is gesteld.’

Het meisje bracht de rest van haar jeugd in vrede en comfort door. Ze had geen last meer van moeilijke ouders of pestende buurtgenoten.
  Moderator dinsdag 17 december 2013 @ 23:47:30 #12
42184 crew  DaMart
pi_134389845
Poeha

Op het Fok!forum waande Antoon zich onaantastbaar. Met een solide reputatie als zichzelf respecterend pickup-artist had hij een klein groepje volgers op weten te bouwen die aan zijn lippen hingen als hij weer eens met een hoop voorgenomen dedain uit de doeken deed hoe je meisjes voor je kon winnen. Veelal zaken die hij uit boekjes en youtube-video’s haalde en waar hij vervolgens uren op kauwde om het zo geloofwaardig mogelijk in zijn online pua-identiteit te integreren. Hij hield van trollen en hij was er heer en meester in. Antoon genoot ervan om andere users op het verkeerde been te zetten en het kwam aan zijn kant van het scherm regelmatig voor dat hij zijn kwabbige buik met beide handen moest omklemmen terwijl de tranen over zijn wangen biggelden van het lachen.

De waarheid was wat minder verheven. Hier zat hij, in zijn veel te krappe, morsige flatje in een met schotelantennes vergeven treurwijk van Den Haag. Een dertigjarige krantenjongen die de huur maar net kon bekostigen. Meisjes kwamen hier nooit en bij gebrek daaraan had Antoon een online droomwereld rondom zichzelf opgetrokken waarin hijzelf de protagonist was op een decor met in bikini gehulde vrouwen, om hem heen dartelend om zich door zijn pickupskills te laten verleiden. Een gebrek aan fantasie was nooit zijn probleem geweest.

Het aanspreken van meisjes wel. Antoon was een pafferig, vroegkalend kereltje die zwaar geteisterd werd door acne en schuchter was. Op straat vermeed hij liever oogcontact met vrouwen, ofschoon zij hem toch al geen blik waardig gunden. Hij kwam nog het dichtst bij fysiek contact met een vrouw, als zijn moeder, die haar eigen sleutel had en soms wat boodschappen bracht, de bos woekerend haar op zijn rug bij kwam scheren. Hoe anders was hij op Fok!, waar hij zijn fantasie de vrije loop kon laten en zich met verve in de rol van alphaman stortte die maar in de trein hoefde te stappen om telefoonnummers te scoren van wulps lachende meisjes!

Er waren ook wel wat vervelende users die deze kant van hem waagden te betwijfelen en hem bruut uit zijn droom probeerden te helpen, maar rapaille bleef je houden. ‘’Niks aan te doen.’’ bromde hij, terwijl hij zuchtend zijn MacBook afsloot en zich zoals elke avond in slaap masturbeerde. Dat hielp.

Ieder jaar tegen kerst besloot Antoon zichzelf extra te verwennen en ook dit jaar was hij weer in het bezit van een uitgeholde meloen, in de koelkast wachtend om met zijn mannelijkheid gevuld te worden. Een klusje dat met behulp van een broodmes en een klein formaat lepel zorgvuldig uitgevoerd was om een diep, rond gat erin te krijgen. Hij was gek op het aangename gevoel wat de zich nauw om zijn penis sluitende meloen hem gaf. Een beetje koud in het begin, maar na een tijdje met zijn warme, kloppende lid in de opening te hebben rondgelopen door zijn flatje ging het wel en kon hij beginnen aan zijn ''daygame''.

Kerstavond van vorig jaar daagde hem voor de geest. Met alleen zijn sokken nog aan stond hij grommend met de meloen tegen het aanrechtkastje aan te bonken. Zo opgaand in zijn spel was hij dat hij zijn moeder niet binnen had horen komen. Antoon schrok er zo van dat zijn penis met een hard ploppend geluid uit de meloen schoot en zijn zaad samen met een regen aan meloenpitten in het rond sproeide. De blik in haar ogen was nog het ergst. Er lag een mengeling van walging en teleurstelling in die hij niet licht vergeten zou. Zwijgend had ze het voor hem meegenomen stoofpotje op tafel neergezet en de flat weer verlaten.

Met dit besef op hem neerdalend besloot Antoon dat het dit jaar anders zou zijn en hij scooterde richting een club in nachtelijk Den Haag. Het kostte hem al zijn bijeengeschraapte moed en een fles Euroshopper wijn die inmiddels lelijk op begon te spelen maar hij arriveerde. Als zij op Fok! in hem geloofden, waarom kon hij dat dan zelf niet? Het duurde niet lang voor hij uit zijn comfortzone durfde te stappen en onhandige dansbewegingen begon te maken terwijl hij krampachtig oogcontact probeerde te maken met een uitdagende Oosterse schone. Ze beantwoordde zijn blik en zo ontmoette hij Nguyen-Bak-Pao, een Thaise uitwisselingsstudente. Ze schuurde ritmisch tegen hem aan op de dansvloer.

Hij wilde haar vingeren, hier, in de club, en zijn hand kroop onder haar rokje, maar nog altijd lachend duwde ze deze weg. ''Come with me.'' hijgde ze zwaar in zijn oor. ''I need a little more privacy.'' Antoon, overdonderd door het geluk wat hem zojuist was overkomen, knikte slechts. Terwijl zij zijn hand nam en zich een weg baande door de dansende menigte maakte een gevoel van euforie zich meester van Antoon. Zou het dan toch eindelijk...?

Eenmaal bij de herentoiletten en na in het dichtstbijzijnde hokje gedoken te zijn, drukte zij haar mond op de zijne en probeerde Antoon wanhopig haar tongbewegingen na te bootsen voor ze zich omdraaide en haar billen tegen de dikke bobbel in zijn broek aandrukte. Antoon bestierf het. Met een ferme ruk wist hij haar rok omhoog te krijgen en trok hij haar string opzij. ''Easy, easy...'' kirde ze nog terwijl ze haar hand bevochtigde met speeksel en Antoon hielp haar verboden ingang te betreden. ‘’Die Aziaten hebben verdomd harige billen!’’ dacht hij verbaasd, een gedachte die al snel verdrongen werd door de pure, geile magie van deze kerstavond en voor het eerst in zijn miserabele bestaan voelde Antoon zich man.

Niet veel later stapte Nguyen-Bak-Pao naar buiten, hief voor de tweede keer binnen afzienbare tijd haar rokje op en begon, terwijl Antoon een verbijsterde blik wierp op haar set bungelende kerstballen, wijdbeens haar blaas te legen in het urinoir.

Antoon, nooit te beroerd om ergens de ironie van in te zien, had nog tijd zich af te vragen wie hier nu feitelijk de pickup-artist was alvorens de euroshopper wijn van eerder die avond zijn tol eiste en hij begon te braken.
  Moderator woensdag 18 december 2013 @ 10:02:32 #13
42184 crew  DaMart
pi_134395681
Dat zou geestig zijn

Ja, hoi. Scrooge is de naam. Aangenaam. Nee, natuurlijk heet ik niet echt Scrooge. Ik lijk ook niet bepaald op ´m kan ik je vertellen, met mijn blonde krullen, lange wimpers en grote tieten. Ik ben dan inderdaad ook geen man. Maar goed, mijn moeder zag de gelijkenis wel. Omdat we beiden van die zure Kerstmishaters zijn, volgens haar. En omdat ik ook zo op de centen zit. Tsja. Geef me eens ongelijk, zou ik zeggen. Een andere overeenkomst is dat ik eveneens vrij vriendloos ben. Over contacten heb ik verder niets te klagen, hoor. Ze zijn alleen niet bijster duurzaam, zoals mijn moesje graag zou zien. Wat mij betreft is dat trouwens geen enkel geen probleem, ik krijg er prima voor betaald. Anyhow, ik verwacht in ieder geval geen bezoek deze Kerstavond. Het zou natuurlijk wel geestig zijn. Ik zie het zelfs al helemaal voor me. Die dode zakenpartner met de waarschuwing slaan we wel even over, want mijn bedrijfje heb ik altijd al alleen gerund.

De geest van het verleden zou me een jaar of twintig mee terugnemen in de tijd. Kerstavond, tijd voor de mis. En natuurlijk moesten de kinderen dan optreden in een koortje, want dat was ´schattig.´ Mijn zus had de solo, zoals elk jaar, en ze zong de kerststerren van de hemel. Ik stond altijd maar een beetje verscholen achteraan, met m´n scheve bek en schorre stem. De foto moest immers niet verpest worden, en de geluidsopname voor de lokale radiozender evenmin. Een solo voor mij? Dat kwam nooit in iemand op. Na afloop was het tijd voor warme choco bij de vuurkorf. Ik bungelde er altijd maar wat alleen en eenzaam bij, als lelijk en verlegen eendje. Wekt dit al medelijden op, mijn vreselijke jeugd? Mooi. Dan kan de volgende geest komen. Die staat namelijk al te trappelen om langs te komen.

De geest van het heden. Wat zou hij me laten zien? In ieder geval geen doodziek kind, want die is er momenteel niet in mijn omgeving, geloof ik. Niet dat ik met mijn geld had kunnen helpen, overigens. Zó rijk ben ik nu ook weer niet. Nou ja, ik moet toegeven dat het toch niet slecht gaat met mijn eigen bedrijfje momenteel. Ik zie wel perspectief voor de toekomst. Maar ik dwaal af. De geest van het heden, zoals ik al zei. Mijn perfecte zus zit op de bank bij mijn ouders, haar vriend staart haar kwijlend aan. De tv veel te hard, het huis propvol met alle kerststallen, kerststollen en kerstballen. Mijn klanten zijn voor de verandering eens thuis, gezellig bij moeder de vrouw. En ik ben hier, alleen in mijn flatje. Het bevalt me prima. Ik heb een avond vrijgenomen, dat is ook weleens fijn. Voor erg veel spanning zorgt ie niet, deze geest nummer twee. Depressief word ik er ook nog niet van. Jammer. Op naar mijn laatste gast dan maar.

De geest van de toekomst komt me immers tot slot met een bezoekje vereren. Naar hem ben ik het meest benieuwd. Het liefst wel een geest die me iets verder in de toekomst laat kijken dan één jaar, zoals bij het origineel van meneer Dickens het geval is. En laat me alsjeblieft ook nog niet dood zijn zoals de echte Scrooge, want daar ben ik heus nog te jong voor. Misschien zou ik bij de laatste geest een jaar of veertig kunnen zijn, dat lijkt me reuze interessant. Hoe zou alles er over vijftien jaar uitzien? Eerst wordt er ingezoomd op mijn zus, die inmiddels al jaren getrouwd is met die nietsnut van haar. Samen hebben ze twee, of nee wacht, drie, snoezige dochtertjes met strikjes in hun haar geproduceerd. Op Kerstavond kijken ze nog steeds knus met zijn allen All You Need Is Love, want dat is traditie. Dat programma bestaat blijkbaar nog steeds, al is Robert den Brink haast ouder dan Santa himself. Daarna hebben die kutkoters allemaal een solo in de kerstnachtdienst. Zij wel. Vervolgens zie ik mijn ouders, die in het bejaardenhuis zitten en elkaars hand stevig vasthouden. Zo zoet en ontroerend. Snif. En dan komt het grote slotstuk: het beeld verschuift naar mij. Ik heb nog steeds hetzelfde kleine appartementje als nu. Al mijn geld zal wel door één of ander ongeluk verdampt zijn. Mijn gezicht is gerimpeld en ik heb een bittere trek om mijn mond, omdat ik zo´n zuurlap was en ben. Zelfs botox kon daar niets tegen doen. Mijn tieten? Die hangen, natuurlijk. Mijn bedrijfje kan ik dus ook wel op mijn buik schijven, want er is geen man die voor zo´n vrouw betaalt. Ik zit daar, kortom, in mijn eentje, zwaar ongelukkig te zijn.

Vervolgens is het hoog tijd om tot inkeer te komen. Kerst is geweldig! Mijn familie is fantastisch! Geld is onbelangrijk! Ik moet het uitgeven! De armen helpen! Secretaresse of museumvrijwilligster worden! Gelukkig maar, dat zoiets in werkelijkheid nooit zal gebeuren. Want als er iets is wat deze Scrooge echt humbug vindt, dan is wel het idee dat Kerstmis speciaal is en alles mogelijk is. Bah, bah, bah.

Wat is dat voor rare windvlaag die nu door mijn kamer raast, trouwens?

Nee, geintje jongens. Zoiets gaat dus echt niet. Zelfs niet met Kerst.
  Moderator woensdag 18 december 2013 @ 10:03:11 #14
42184 crew  DaMart
pi_134395693
Een magisch dorp

“En toen raakte ik hem vol in zijn gezicht, en was het daarmee wel afgelopen.” Tim liet het maar gaan, hij wist wel beter. Het was zelfs niet de eerste keer dat hij dit verhaal had gehoord. De namen waren lichtjes veranderd en ook de situatie kende enige wijzigingen, maar verder was het gewoon het bekende recept. Tim begon bijna respect te krijgen voor de vele varianten die Johan door de jaren heen aan zijn alom bekende verhalen toevoegde. Verhalen die iedereen in het dorp wel kon dromen. Sterker nog, verhalen die stuk voor stuk door Johan zelf gedroomd waren. Nooit in het echt gebeurd. Ja, tenzij in die documentaire die toevallig op Nederland 2 was toen Johan in slaap viel voor de televisie.

Tim stelde zich geen vragen. Hij is er ermee opgegroeid. Zijn ouders (Vera, die de besta naaister van het dorp is en Koen, die al 40 jaar moet uitleggen dat het toch echt over kleding naaien gaat) keken wel gek op, toen ze Johan voor het eerst tegenkwamen. Het was een regenachtige winterdag en daar zat hij plots. In hun stamcafé. Nu ja, sinds dat er maar één café in het hele dorp is, is het tevens het stamcafé van alle buren. Ja, ook die vervelende buurman Paul die zijn handjes niet thuis kan houden. Toen werd het uitgebaat door Rita en Jack. Jack kwam uit Engeland, dronk graag en was af en toe agressief. Het café wordt nu uitgebaat door hun dochter Anne en haar vriend John. John is gewoon in Nederland geboren. Hij drinkt alsnog graag en is ook af en toe agressief.

Ze hoorden het de eerste avond nog gewoon zonder argwaan aan. Dat heeft Koen later vaak verteld met de nodige zelfspot. Jaar in jaar uit vertelde hij de anekdote, tot op Vera’s verjaardag. Toen zei Karen, zijn dochter, die overigens door buurman Paul het jaar daarvoor werd uitgenodigd om bij hem een ijsje te komen eten en dat wijselijk afsloeg, dat de anekdote nu al meer voorspelbaar was dan de verhalen van Johan zelf. Koen heeft de anekdote nooit meer verteld.

Toen was het plots een regenachtige zomerdag, en merkte Jan op dat Johan’s sneeuwstorm-anekdote (die van New York, niet Los Angeles of Tokio) verdacht hard leek op zijn orkaan-anekdote (wél Tokio). Jan kon het weten, want die schreef tenslotte voor het plaatselijke krantje en was al tien jaar op rij verkozen tot beste redacteur, door de rest van het redactieteam. Het was een eenmansredactie. Johan koos ervoor om nog niet eens te reageren op deze aantijgingen, hij ging verder met zijn verhaal. En de rest van de cafégangers koos langzaam maar zeker ervoor om nooit meer te converseren met Johan. Johan converseerde echter nog met iedereen.

Plots was het een kwarteeuw later, en zat Johan er nog steeds. Karel voelde zich schuldig hoe hij en zijn dorp Johan behandeld hadden, notoire leugenaar of niet. Eigenlijk was het zijn vrouw Linda die zich schuldig voelde en omdat Karel zich schuldig voelde over zijn affaire met Roos, besloot hij iets aan de Johan-situatie te doen. Hij organiseerde een geheime bijeenkomst in de parochiezaal (daar Johan in het café zat) en het gehele dorp, op Johan, Roos en haar man Ludo na, was aanwezig. De maximumcapaciteit van de zaal werd niet overschreden.

Karel deed zijn briljante plan uit de doeken. “Laten we deze kerst, voor één keer, allemaal terug bij Johan zitten zoals weleer. Interesse tonen in zijn verhalen, en geen kritische noten plaatsen.” Waarbij hij keek naar Felix, de zoon van Jan, die nog drie prijzen verwijderd is om vaker tot beste redacteur van het jaar verkozen te zijn dan zijn vader. “Zo kunnen we Johan een magische kerst bezorgen en heeft hij nog genoeg energie om de volgende 25 jaar door te gaan” vervolgde Karel. Iedereen vond het een goed plan. Althans, niemand sprak zich uit tegen het plan. Dat was voor Linda en bijgevolg Karel genoeg.

Zo gezegd, zo gedaan. kerstavond, en Johan is de populairste man in het café. Anekdote na anekdote wordt over tafel gegooid en er zijn zowaar wat nieuwe namen in de verhalen, ook Johan gaat met zijn tijd mee. Wanneer Johan vertelt over die keer dat een soldaat hem in elkaar sloeg omdat hij (valselijk, benadrukt Johan) vermoedens had dat Johan het met zijn vrouw deed, moet Ludo uitbundig lachen. Roos waardeert de anekdote minder. Paul houdt zelfs de hele avond zijn drinken niet binnen, zo hard moet hij lachen. Al kan het ook komen omdat Koen de week daarvoor hoorde over het ijsjesincident met zijn dochter en zo Paul een aan elkaar genaaide lip bezorgde, waardoor deze nu met een rietje moet drinken.

Die avond voelde niemand zich op aarde zo geliefd als Johan. De overige dorpsbewoners hun schuldgevoel was door deze avond aangewakkerd en ze besloten collectief om Johan voortaan elke dag wat aandacht te geven. Johan werd na die dag echter nooit meer gesignaleerd in het dorp.

--

“Plots had ik het door. Ik was compleet gek, en leefde volledig in mijn eigen wereld. Ik geloofde in mijn eigen leugens” vertelt Johan, in een café dat qua uiterlijk best wel lijkt op het café in het verhaal dat Johan net vertelde. “Ik ben onmiddellijk weggegaan, heb een nieuwe start genomen en ik beleef nu een normaal leven, zonder leugens. Vanavond is de eerste keer dat ik mijn verhaal deel.” Het hele café, dat al minutenlang helemaal in Johan’s verhaal zat, begint spontaan te applaudisseren. Johan weet er zelfs een mooie dame aan over te houden, die hij mee naar huis neemt voor de nacht. Tijdens het naar huis wandelen bedenkt Johan: “Ongelofelijk. Dat dat verzonnen kutverhaal over leugens en een verse start me nog steeds seks bezorgt. Het is echt een magische kerst.”
  Moderator woensdag 18 december 2013 @ 14:01:47 #15
42184 crew  DaMart
pi_134402808
De goddelijke magie

Het schelle alarm van een wekker die te vroeg stond afgesteld, in Roderick’s opinie, ontwaakte hem uit zijn slaap. Iets waarvan hij die nacht al te weinig had gevat. Normaliter ontwaakte hij in het begin van de middag, echter had het noodlot hem getroffen: het was weer eerste Kerstdag. De horror. Deze kerst was nog erger dan normaal, bedacht hij zich, terwijl hij pogingen deed om met zijn klamme hand een fles water van zijn nachtkastje te grijpen. ‘Godverdomme, 10:30, ’ mompelde hij, ‘dit zijn burgermanstijden.’ Dit jaar werd kerst bij Roderick thuis gevierd, idee van zijn vriendin, zijn hele familie én de familie van zijn vriendin waren uitgenodigd voor het feestelijke festijn. Hij hekelde zijn eigen familieleden al, laat staan die van zijn vriendin. Materialistisch tuig waarmee hij liever niet veel gesprekken wou uitwisselen. Doorgaans werd de gespreksstof tijdens feestelijke verplichtingen gereduceerd tot prietpraat over auto’s, werk, elektronica en roddels over andere mensen. Kortom: allemaal basale besognes waarmee mensen in de westerse wereld kampen. Dergelijke gedachtekronkels beslopen Roderick altijd wanneer hij ze zo pathetisch zag zitten. Nadat hij een slok van zijn water had genomen, wierp hij een blik op het kussen naast hem. Er lag niemand, zo constateerde hij. Een goede zaak, vond Roderick, wellicht was zijn vriendin er zonder hem vandoor gedaan om de kerstinkopen voor vanavond te doen. Hij bedacht zich geen moment en maakte dankbaar van deze situatie gebruik door weer snel in slaap te vallen.

Terwijl Roderick droomde over appetijtelijke Franse vrouwen met stokbrood, hoorde hij plots een fel geluid van de werkelijkheid zijn gehoorgang instromen. ‘Wakker worden, klootzak!’, riep het gedaante. Roderick keek verontrust op, maar besefte zich tegelijkertijd welk onverlaat zijn gehoorkanaal probeerde te beschadigen. Het was zijn vriendin Tanya, die stem herkende hij uit duizenden. ‘Het is verdomme 11 uur je zou om 10 uur opstaan,’ zei ze kwaad. ‘Oei,’ zei Roderick voorzichtig.‘het spijt me voor het misdrijf dat ik begaan heb.’ Nonchalant schampte hij wat slaap uit zijn ogen. Roderick was niet echt verliefd op Tanya, al was zij een fiere, blonde meid die spontaan in het leven stond. Misschien hield hij daarom niet van haar. Hij bleef bij haar om het gemak. Tanya was een ambitieuze carrièrevrouw en hij was verre van dat. Op deze manier kon hij het rustig aan doen en had hij meer vrijheid, iets wat hij koesterde. Het was een afweging die hij had gemaakt: of een banaal bestaan met zijn vriendin Tanya, of solitair en eenzaam door het leven gaan als loonslaaf om de huur te betalen in deze barre tijden. Hij koos voor het eerste. ‘Ik denk toch dat je de kerstinkopen in je eentje moet doen,’ zei Roderick panikerend. ‘Ik voel me niet zo goed, ik droomde zojuist over stokbrood, en dat is een teken aan de wand. Dat is een signaal dat ik langer moet blijven slapen, anders krijg ik erge koorts. Het zal niet de eerste keer zijn dat zoiets gebeurt.’ Tanya keek met een verongelijkte blik, maar besefte dat een discussie op dit moment geen zin had, en nam het wijze besluit om in haar eentje op pad te gaan. Dat probleem is opgelost, mompelde Roderick zachtjes en viel weer in slaap.

Het was inmiddels twee uur s’ middags toen Roderick eindelijk opstond. Zijn vriendin was alreeds wedergekeerd, zo hoorde hij aan het gestamp beneden. Roderick keek in de spiegel en mijmerde, terwijl hij halvelings zijn haar fatsoeneerde. Hij besefte zich plots dat over drie uur de visite al zou binnenkomen voor het fameuze kerstdiner, en dat hij dan op geforceerde wijze gesprekken gaande moest houden en meer van dat soort toneelspel. Niet zozeer hekelde hij familie, eigenlijk hekelde hij elke vorm van sociaal contact. Hij was vroeger een relatief sociale jongen, totdat hij plots een inzicht kreeg dat het bestaan nutteloos was en de mensheid eveneens. Hij werd misantroop en kwam amper nog zijn bed uit. Hij wist doorgaans elke vorm van sociaal contact op sluwe wijze te vermijden, maar met het beruchte kerstdiner was het menens. Nu kwam hij er niet onderuit. Een sociale zoete inval en dat nog wel in zijn eigen huis. Hij huiverde. Drie uur later zat hij aan de tafel, midden in het gezelligheidsgevaar. Hij voelde zich omcirkeld in een sociale kring met bekende mensen die voor hem tegelijkertijd heel onbekend aanvoelden. Het was nog erger dan hij had verwacht en een grote eenzaamheid maakte zich meester van hem, terwijl hij naar de banale gesprekken luisterde. Lieve god, laat mij a.u.b. de kunst van het ademen verleren, mompelde hij zachtjes in zichzelf. Op dat moment voelde hij zijn hart steeds slomer kloppen totdat het stil stond, hij zijn bewustzijn verloor en met het hoofd in zijn bord salade viel. De eeuwigheid wachtte op hem.
  Moderator woensdag 18 december 2013 @ 20:55:51 #16
42184 crew  DaMart
pi_134420580
Een kerstverhaal

Maaike is acht maanden zwanger, en dat vindt ze grondig kut. Het is niet dat ze het niet leuk vindt om een kind te krijgen, ze kijkt er zeker naar uit. Maar het zwanger zijn is ze volledig beu. De vreetbuien, de labiele emoties, maar vooral die pens. Die dikke, vette buik die ze overal mee heen moet slepen. In van die lelijke broeken die tijdens de zwangerschap langzaam meerekken totdat ze een enorme omvang hebben bereikt. Telkens als ze een glimp van haar bolle verschijning opvangt, wordt ze weer depressief.

Daar komt nog bovenop dat ze een verhaal moet schrijven. Nou ja, 'moeten' is een groot woord. Ze moet het van haarzelf. Op internet kwam ze laatst een schrijfwedstrijd tegen. De opdracht: schrijf een kerstverhaal met als thema de magie van de kerst. Aangezien ze al tientallen keren is begonnen met haar schrijfcarrière, maar nooit verder is gekomen dan een flinke writer's block, heeft ze besloten zich nu eens te dwingen om een verhaal te schrijven.

Momenteel is ze de wanhoop nabij. Het verhaal moet op kerstdag ingeleverd worden, morgen dus, en het ontbreekt haar volledig aan inspiratie. Ze heeft wel ideeën, maar het zijn vreselijk slechte ideeën. Een sneeuwman die tot leven komt, sneeuw die valt op kerstmorgen, zulke afgezaagde dingen. Of nog erger. Een familie met problemen, die op kerst door een onwaarschijnlijke gebeurtenis weer vrede vindt. Zo'n mierzoet verhaal ga ik echt niet schrijven, denkt ze. Alsof ik met kerst niet al genoeg zoete zooi binnenkrijg.

Onvrijwillig moet ze lachen om haar grapje, een lach die ze snel probeert te onderdrukken. Het komt eruit als een spastische snuif. Een man verderop kijkt haar even aan. Daar zit ze dan, zonder ideeën maar mét een vette pens en nu ook een rode kop. Snel duikt ze terug achter het scherm van haar laptop. Het verhaal wil nog steeds niet komen en ze besluit te vertrekken. Terwijl ze opstaat krijgt ze een scherpe steek in haar zij. Ze ploft terug in de zetel. De man kijkt haar weer aan. Een nieuwe steek volgt, nog erger dan de vorige. Ze weet nog net om hulp te roepen, voordat alles haar zwart voor de ogen wordt.

Ze wordt wakker in een ziekenhuis. Naast haar staat een dokter met een bezorgde blik in zijn ogen. Hoewel ze het al doorheeft, vraagt ze hem toch wat er aan de hand is. De dokter geeft haar het slechte nieuws: het gaat slecht met de baby, de kans is klein dat de vrucht de volgende dag haalt. Maaike begint te huilen. Ze begint te huilen, te schreeuwen, te smeken, te schelden. Zelfs lang nadat de dokter haar kamer heeft verlaten, tiert ze nog door.

Maar dan hoort ze tussen haar snikken door een kinderstemmetje. Ietwat confuus kijkt ze rond. Heeft ze dat nou goed gehoord? Dan hoort ze het opnieuw: “Mamma”. Ze kijkt naar het voeteneind van haar bed. Niemand te zien. Ook in de rest van de kamer is niemand te zien. Opnieuw hoort ze het, deze keer nog duidelijker: “Mamma, ik ben het.” Kwaad over de perverse grap vraagt Maaike waar het kind zich verstopt heeft. “Ik zit in je buik, mamma.” En inderdaad, het stemmetje komt uit haar buik. Verbaasd begint Maaike te stamelen. “Ik wilde gewoon één kerst bij je zijn”, zegt het kind: “Eigenlijk mag ik dit helemaal niet, maar ik wilde zo graag één kerst samen met jou vieren.” Maaike begint weer te huilen, een zoete mengeling van verbazing en geluk. Het kind vertelt verder: “Ongeboren kinderen staan dankzij onze perfecte onschuldigheid nog in verbinding met God, de oerbron of hoe je het ook wilt noemen. Zo weten wij alles. Ik weet dat je moeite hebt met het schrijven van een verhaal, mamma. Ik wil je daarmee graag helpen en zal je een verhaal vertellen.”

Het kind spreekt van draken, van monsters en van geesten. Het vertelt over verlies en vreugde, over lijden en leven. Het vertelt over de jonge prins die de dood van zijn vader wreekt op zijn boze stiefmoeder, niet door geweld of door sluwheid, maar door liefde, goedheid en een sprankje kerstmagie. Naarmate het verhaal vordert, wordt het stemmetje van het kind steeds zwakker. Als het verhaal afgelopen is, zegt het kind: “Mamma, ik zal het niet veel langer volhouden.” Maaike smeekt het kind om niet te sterven, ze vraagt of het in z'n alwetendheid geen manier kent om het sterven te voorkomen. “Nee,” zegt het kind: “Zo'n manier is er niet.” Wat zal er dan met hem gebeuren, vraagt Maaike. “Dat weet ik niet. Ik had eigenlijk niet met je mogen praten, ik zal daarvoor ook gestraft worden. Maar dat is niet erg. Zoals de liefdevolle prins zijn gemene stiefmoeder overwon, zal het ervaren van jouw liefde alles wat me te wachten staat overwinnen. En ik hoop dat mijn liefde voor jouw al je verdriet zal overwinnen.”

De klok slaat twaalf. Maaike toont een vermoeide glimlach. “Ik houd van je, kleine”. “Ik houd ook van jou, mamma. Prettig kerstfeest.”

[ Bericht 0% gewijzigd door DaMart op 18-12-2013 23:17:31 ]
  Moderator woensdag 18 december 2013 @ 20:58:00 #17
42184 crew  DaMart
pi_134420727
Chef

Wat een ellende, die jaarlijkse kerstborrel op de zaak. Zoals altijd had zijn vrouw hem bij de voordeur moed ingesproken en vervolgens met zachte hand richting auto gedirigeerd. En zoals ieder jaar had hij ook nu weer een minuut of twintig wezenloos voor zich uit zitten staren op de parkeerplaats. Duizend keer liever een wortelkanaalbehandeling. Of een rectaal onderzoek. Daar kon je misschien medisch gezien nog enig nut in ontdekken. Maar dit soort bijeenkomsten vond hij volstrekt zinloos. Dan konden ze op die managementcursussen nog zo hard roepen dat het vooral ging om natuurlijk overwicht en effectief leiderschap en dat het respect dan vanzelf kwam, maar hij was van mening dat respect afgedwongen moest worden. En dat deed je niet door in de bedrijfskantine toe te kijken hoe je personeel zich te buiten ging aan goedkope wijn uit kartonnen pakken en bittergarnituurtjes van de groothandel (budgettair had hij het evenement namelijk wel strak neergezet, zodat het niet uit de klauwen zou lopen). Nee, dat deed je door hard, rechtlijnig en consequent op te treden. En dus niet door krampachtig mee te grinniken bij iedere flauwe opmerking van Wim van Debiteurenbeheer.

Je kon maar beter niet te zichtbaar zijn, zodat je een soort mythische figuur werd voor je werknemers. Leiding geven met een menselijk gezicht, waarom zou je? Zodat ze je zwaktes konden zien en daar genadeloos op in konden hakken? Hou toch op. Ze moesten wegstuiven bij het koffieapparaat als je kordaat de gang op kwam marcheren. Als de dood om hun baan te verliezen, iedere dag weer, daar werden mensen productief van. Het Amerikaanse model zeg maar, daar was hij een groot voorstander van. Dat iemand ’s ochtends niet wist of hij ’s avonds nog werk zou hebben. Precies die spanning bracht mensen naar grote hoogten.

Met een diepe zucht duwde hij de deur van de kantine open en schuifelde naar binnen. Als hij zich nou zo veel mogelijk afzijdig hield kwam hij er misschien zonder al te veel gedoe vanaf. Niemand die er wat van kon zeggen, want hij had toch zeker zijn gezicht laten zien, of niet dan? Hij liet zijn ogen door de zaal glijden. Daar werd woest gedanst op keihard dreunende muziek, met bewegingen waar een groot deel van de aanwezigen zeker twintig jaar te oud voor was. Hij zag Danielle, het meisje van de catering. Ze had zich speciaal voor de gelegenheid uitgedost in een spannend kerstpakje. Was het zijn verbeelding of knipoogde ze naar hem? Ze leek in ieder geval de enige te zijn die zijn aanwezigheid opmerkte en dat streelde hem. De rest moest het maar bekijken. Dit waren dan, volgens zijn persoonlijke coach, “zijn mensen”. Het waren stuk voor stuk vreemden voor hem. En daar voelde hij zich prima bij. Hij had geen talent voor menselijk contact, maar hij was dan ook gezegend met andere kwaliteiten. Anders was hij echt niet zover gekomen in het leven.

“Kijk eens chef, een lekker sappie”. Danielle. Wat zag ze er weer stralend uit, die meid. Asblond haar, lichtroze lippenstift. Lekker ordinair, daar hield hij wel van. En haar tepels leken wel twee vrolijke rendierneusjes die door de strakke rode stof probeerden te dringen. Hij nam het plastic bekertje appelsap van haar aan. Dat had hij via zijn secretaresse geregeld, dat er appelsap zou zijn. Alcohol dronk hij niet, bang als hij was om de controle te verliezen. Maar niets drinken was ook geen optie. Trouwens, met een beker in zijn handen was het een stuk makkelijker om zich een houding te geven.

Daar ging hij weer. Stond hij toch weer het onzekere mannetje uit te hangen. Wie was hier nou godverdomme de baas? Hij toch zeker? Hij kon iedereen hier maken en breken. Als een god regeerde hij over hun levens. Opslag, promotie, ontslag, overplaatsing: alles wat hier gebeurde was het directe gevolg van zijn beslissingen. En ze gingen het redden, let maar op. De crisis die de hele branche momenteel lamlegde zou geen grip krijgen op zijn toko. Die appelsap smaakte vreemd trouwens. Welke onbenul had die inferieure troep op rekening van de zaak aangeschaft?

(…)

Hij moest even in slaap zijn gevallen, want nu zat hij ineens op zijn knieën midden op de dansvloer. Volkomen gedesoriënteerd voelde hij aan een warme natte plek rond de gulp van zijn pantalon. Hee, daar was Danielle weer. Ze dook opeens op in de dichte mist die zijn blikveld vertroebelde. In de deuropening naar de gang wenkte ze hem met haar genagellakte vinger. Zie je nou wel! Ze wilde hem, hij zag het aan de ondeugende twinkeling in haar zwaar opgemaakte ogen. Een kerstwonder, dacht hij grimmig. Toch goed dat hij gekomen was vanavond. Hij klauwde zich een weg door de menigte die luid lachend uiteenweek. Sommigen gaven hem een duwende beweging mee richting deur. Hij ving wat verdwaalde woorden op. “Klootzak”, “appelsap”, “slavendrijver”, hij kon er geen logica in ontdekken. Geroezemoes over “GHB”, waarschijnlijk de lokale voetbalclub. Hij struikelde hulpeloos over een uitgestoken been. Het volgende ogenblik werd hij alweer overeind geholpen door onbekende handen. Hij strompelde verder. Het leek wel of hij die verdomde deur nooit zou bereiken, terwijl het toch voelde of hij van een steile berg naar beneden rende. Eindelijk viel hij door de tochtdeuren heen en keek verwilderd om zich heen. “Hier chef!”. Danielle, zwoel heupwiegend op de pompende bas die nog vaag hoorbaar was op de achtergrond. Hij trok zijn riem los. Niets stond hem nog in de weg. Hij kon het bijna niet geloven. Hij ging haar nemen. De maretak moest ze er zelf maar bij verzinnen. Met gulzig grijpende handen stortte hij zich zwaar hijgend op haar.

“Blijf van me af viespeuk” krijslachte Danielle schel. Om hem heen zag hij een magische wolk van oplichtende mobiele telefoons. Nog voor de avond voorbij was zou hij op Youtube en Facebook aan de digitale schandpaal worden genageld. Hier eindigde het dus. Ontmaskerd door zijn eigen mensen, half ontkleed op de vloer. Het werd donker voor zijn ogen.
  Moderator woensdag 18 december 2013 @ 20:59:42 #18
42184 crew  DaMart
pi_134420841
Historie van vergane glorie

In mijn jeugd ging ik naar een Rooms-katholieke basisschool. Pasen, Hemelvaart maar vooral het kerstfeest waren dus vaste prik. Dat begon nog voor de goedheiligman het land uit was met de zogenaamde adventvieringen en eindigde vier weken later, op kerstavond. We wandelden dan met een grote groep door de snijdende kou achter Caspar, Melchior en Balthasar aan (doordeweeks beter bekend als meneer Bernhard, Twan en Arno) vanaf school naar de plaatselijke kerk.

Als we daar onder leiding van deze drie koningen aan waren gekomen, werden verhalen verteld over Jozef en Maria zoals geschreven in Lucas 2. Hoe zij van Nazareth naar hun geboortestad Bethlehem gingen om zich in te laten schrijven, de volle herberg en de alom bekende stal. Daar beviel de onbevlekt ontvangen Maria van het wurmpje Jezus. Onze redder was geboren!

Dat deze baby tot grote dingen in staat was stond al direct vast, dat het allemaal niet zo leuk met hem eindigde nemen we dan maar even voor lief. Dat is meer iets voor de paasverhalenschrijfwedstrijd, die overigens niet bestaat, maar dat is ook niet erg vreemd als je dit woord eens uit probeert te spreken. Hoe dan ook: laat de bel, laat de trom, laat de beltrom hóóóren, Christus is geboren.

Zwanger worden van een geest en een engel als geboortekaartje, als dit niet een goede tweeduizend jaar geleden al gebeurd zou zijn hadden de Grimmetjes of Andersen het later wel verzonnen. Toch is dit niet de ware magie van kerst. ‘Is dit dan nog niet genoeg, wat is het in hemelsnaam dan wel?’ hoor ik jullie denken. Het spijt me dat ik degene ben die jullie dit mede moet delen, maar de ware magie van kerst is natuurlijk gewoon de commercie.

Hier volgt even een complex stukje. Vroeger, heel vroeger, waren er –nota bene Nederlandse- kolonisten. Zij namen ons paradepaardje Sinterklaas mee naar Amerika. Omdat Sinterklaas voor hen nog moeilijker uit te spreken is als paasverhalenschrijfwedstrijd voor ons, werd dit verbasterd tot Santa Claus. Hij zag er toen nog uit als onze eigen kindervriend. Daar kwamen pas in de dertiger jaren van de vorige eeuw verandering in, door de keizer van de reclame Coca Cola. En zo werd de kerstman geboren uit een door de Coca Cola ingehuurde geestelijk vader. Even voor de duidelijkheid: haal deze twee types niet door de war. Jezus is door een geest verwékt, de kerstman uit een geest gebóren. Allemaal weer op een rijtje? Mooi, dan kunnen we verder.

Een groot man kan namelijk, wat Verene Shepherd ook beweerd, niet zonder hulp. De kerstman kreeg hiervoor zo’n tien jaar na zijn eigen schepping Rudolph The Red Nosed Reindeer. Dus als je vader tijdens het kerstdiner weer aan komt zetten met zo’n afgrijselijke gebreide trui van een rendier met een rood LED-lichtje als neus, je moet bij ene Robert May zijn. Verzin er een slee bij en je hebt kerstmis zoals het nu wordt gevierd.

De kerstman heeft zijn imperium door de jaren heen dus flink uitgebreid, van veredelde Sinterklaas tot waar we nu zijn. Liggen de eerste pepernoten zo halverwege augustus alweer in de schappen, zo zijn de kerstballen rond oktober van de partij. Kerstverlichting de boom in, helder verlichte etages, extra koopavonden en de prijs van een schaaltje gourmetvlees wordt verviervoudigd. De magie van kerst is allang niet meer de geboorte van kindeke Jezus en we doen er allemaal vrolijk aan mee.

De magie van kerst is jezelf volproppen tot het er bijna weer uitkomt en dan nog een toetje eten, de goede voornemens komen de week erop pas toch? Het is stiekem Mariah Carey meezingen of juist keihard Wham! na een wijntje te veel. Het is de verplichte bezoekjes aan de schoonfamilie, de kerstspecial van All you need is love. Jezelf afvragen hoe Kevins ouders hem zelfs de zeventiende keer weer kunnen vergeten waardoor hij met kerst Home Alone is. Kerst is 24 december één minuut voor sluitingstijd de laatste, lelijkste, kerstboom bij de Intratuin vandaan plukken en hem op de fiets mee naar huis sleuren (om hem vervolgens de 27e weer gauw buiten te gooien). Kerst is Giel ‘Fucking hell, Nederland bedankt!’ Beelen en kitscherige beeldjes van sneeuwpoppen, want die witte kerst om er zelf eentje te maken komt maar niet.

We kunnen dus wel concluderen dat ergens de afgelopen jaren iets drastisch veranderd is. Of het nu echt zo erg is, is een tweede. De hele wereld wordt nu eenmaal commerciëler en hoewel het geloof weer wat in opkomst is, is het niet te vergelijken met de populariteit van de kerk zestig jaar geleden. Het is voor veel mensen de enige keer in het jaar dat ze in de kerk komen, maar toch wordt de echte kerstmís nog goed bezocht.

Terug naar hoe het was gaat niet meer, kerst wordt gevierd zoals het past in het huidige wereldbeeld. Dus staat er ook hier een spar met versiering waar Roy Donders jaloers op zou zijn in de huiskamer, gaat er een extra kaarsje aan en wordt er wat meer tijd geïnvesteerd in een lekkere maaltijd. Geniet van de tijd met familie en vrienden nu iedereen zo’n druk en gehaast leven leidt. Leg je telefoon eens weg (natuurlijk nadat je al je contacten fijne feestdagen hebt ‘geappt’) en voer een echt gesprek. Of is dat nog idealistischer dan kerst biddend voor een kerststalletje doorbrengen?
  Moderator woensdag 18 december 2013 @ 21:01:11 #19
42184 crew  DaMart
pi_134420932
Wat nou magie met kerst.

Iris is een knappe vrouw van 30 jaar oud.
Ze heeft net een huwelijk van 5 jaar achter de rug. Haar ex heeft haar met 2,5 ton schuld achtergelaten en hij is ervandoor gegaan met een vriendin van haar. Iris heeft er nachtenlang om gehuild en kreeg een burn-out. Toen de eerste deurwaarders kwamen dacht ze helemaal dat ze gek werd.
Ik neem jullie mee naar de dag voor kerst en hoe Iris die beleefde.
Iris slentert door de winkelstraat van Coevorden, niet wetend wat ze anders zou moeten doen. Iets leuks of zelfs maar wat te eten kopen kan ze niet. Alweer is mijn weekgeld te laat binnen en alweer kan ik niets eten. Geen cadeautje of luxe hapjes dit jaar. Zelfs geen 3- gangen diner. En die klootzak zit vanavond aan de kalkoen met die trut; denkt Iris.
Ik moet het verdomme doen van 20 euro per week. Dat is net te veel om van dood te gaan. O wat haat ik dit. Waarom heeft die klootzak mij dit aangedaan. Nee, waarom heb ik het laten gebeuren, domme koe die ik ben!
In mijn huis geen kerstboom, geen kerstsfeer. Geen warmte, amper licht. Door het hele gebeuren is ook het gas, water en licht afgesloten, ik kan niet eens meer de plee doorspoelen. Niet dat ik veel naar de plee hoef, zoveel eet ik toch niet meer.
Het enige wat mij rest zijn een stel sinaasappelkistjes en een vunzige oude matras. O ja ik heb nog een oude dunne gerafelde deken voor als ik het echt koud krijg.
Familie heb ik niet, allemaal dood of geëmigreerd. Vrienden hebben rond deze tijd van het jaar geen tijd voor mij. Waarom zouden ze ook, ik heb geen geld om iets leuks voor ze te kopen. Nee deze kerst ben ik helemaal alleen.
Terwijl ze zich dit bedacht hebben haar voeten haar naar een appartementje op 5 hoog midden in de guurste wijk van Coevorden gebracht. Nou ik ben thuis, denkt ze. En steekt de sleutel in het slot. Ondertussen hoort ze het geschreeuw van de kinderen die beneden wonen. Stelletje kutkoters, denkt ze.
Na de deur open te hebben gedaan, stapt ze naar binnen. Het is er donker, klam en kil. Ze strijkt een lucifer aan en steekt het kaarsstompje van de vorige dag aan. Dat stompje staat in een geleende kandelaar. Geleend nota bene, niet eens gekregen. Ze ploft neer op een kistje niet eens de moeite nemend haar versleten jas uit te trekken.
Al starend in de vlam denkt Iris terug aan vroeger tijden. De twinkelende lichtjes, het lekkere eten en de pakjes onder de boom naast het kerststalletje. Haar ouders die haar knuffelden. Toen was die magie heel gewoon en dacht je er niet bij na. En zo gaat ze alle jaren die ze zich kan herinneren af. Zichzelf proberend op te trekken aan de gedachte dat ze ook hele fijne momenten heeft beleefd.

Het is inmiddels 17.30 als Iris plotseling wordt opgeschrikt uit haar mijmeringen van vroeger tijden door een harde klop op de deur. Heel even maar hoopt ze dat het een vriendin is die haar komt overhalen met kerst niet alleen te zijn.
Iris doet de deur open en de man blijkt een gerechtsdeurwaarder te zijn, hij komt haar een dwangbevel brengen. Iris kan het niet meer aan en snikt: wat nou magie met kerst!!!
De deurwaarder kijkt haar even meewarig aan en draait zich om. Hij laat Iris achter op de drempel en gaat verder naar de volgende wanbetaler, en hij denkt: nee hier is niets magisch aan.
  Moderator woensdag 18 december 2013 @ 21:14:01 #20
42184 crew  DaMart
pi_134421800
Wraak

Daar stonden zijn plaaggeesten weer. Een groepje van vijf jongens dat zijn leven gedurende lange tijd ondraaglijk maakte. Pesterijen waren aan de orde van de dag. Hij had al eens aan de bel getrokken, maar dat werd hem niet in dank afgenomen. De pesterijen werden daarna alleen maar erger, dus hij voelde zich genoodzaakt zijn mond te houden over de kwellingen. De groep bestond uit één leider, Maarten, de rest waren in wezen slaafse volgelingen. Als hij Maarten toch eens onschadelijk kon maken, dan zouden de pesterijen waarschijnlijk verleden tijd zijn. Hij liep met hangende schouders en een bonzend hart naar z’n fietst toe, er was geen ontkomen aan. “En kijk eens wie we daar hebben, onze Don Juan Guido.” Guido probeerde de jongens te negeren en bij z’n fiets te komen. Ze blokkeerden echter de weg met hun getrainde lijven. “Probeer je weer als een bang vogeltje weg te komen? Wat een zwakkeling ben je toch ook. Vecht eens met me, Guido, als een man.” “Waarom kunnen jullie me niet gewoon met rust laten, ik doe jullie toch niets?”, antwoordt Guido wanhopig. “Ik denk dat we van hem eens een echte man moeten maken, als kerstcadeautje, wat vinden jullie?” vraagt Maarten aan zijn partners in crime. Zijn entourage stemt middels enthousiast gebrul in met zijn voorstel. Maarten balt zijn vuisten een voor een en knakt daarbij al zijn vingers als een soort warming up voor het gevecht. Guido weet dat hij niet kan vluchten, dus zet hij zijn ridicuul grote Kipling-rugtas neer en positioneert zichzelf in een clowneske vechtershouding. Een van de groep telt af: “drie, twee, één, gooooo.” Guido redeneert dat aanval de beste verdediging is en haalt meteen met alle kracht uit. Het blijkt echter een slappe stoot te zijn die zijn doel mist. Maarten reageert hier behendig op door meteen met een harde dreun te retourneren. Deze mist echter niet zijn doel en raakt Guido vol op z’n slaap. Het wordt zwart voor z’n ogen en hij zakt in elkaar.

Guido opent z’n ogen en voelt meteen een nare hoofdpijn opkomen. Hij ligt in bed en z’n moeder staat er met een bezorgde blik naast. “Schat, hoe voel je je nu? Weet je wat er gebeurd is? Je werd bewusteloos gevonden in het fietsenhok op school door de schoonmakers.” Guido moet een verklaring hierop schuldig blijven, hij heeft geen idee wat er voor zijn bewusteloosheid heeft plaatsgevonden. “Heeft Maarten je weer toegetakeld? Die jongen weet ook van geen ophouden, ik denk dat ik z’n moeder maar weer eens moet bellen.””Mam, ik weet niet wat er gebeurd is en als je dat telefoontje maar uit je hoofd laat! Dat heeft het alleen maar erger gemaakt.” “Sorry lieverd, ik probeer je alleen maar te helpen. Ik zal je wel met rust laten.” De volgende dag was de hoofdpijn grotendeels weggetrokken, maar toch voelde hij zich anders dan voorheen.

Bij het betreden van het schoolplein staat hij oog in oog met zijn kwelgeest. “Zo, ben je er weer, ik dacht dat je wel even uit de running zou zijn na ons stoeipartijtje.” Wat zijn moeder suggereerde bleek dus de waarheid te zijn; Maarten had hem bewusteloos geslagen. Hij voelde gek genoeg enkel woede opborrelen bij Maartens aanblik en niet de gebruikelijke, allesverlammende angst. Zou dit een tijdelijke bijwerking zijn van het ongeluk? Hoe dan ook, het voelt verdomd goed. “Ah, dus jij bent diegene die mij heeft toegetakeld”, antwoordde hij zelfverzekerd. “Ik heb nog een mooie verrassing voor je in petto!” Maarten verbaasde zich over de zelfverzekerde houding van de normaal gesproken zo angstige Guido, maar liet dit niet merken. “Oké jochie, ben benieuwd wat voor plannetje je gesmeed hebt. Gaat je moeder een boze brief naar school sturen? Hahahahaha.” Guido kijkt Maarten strak en vastberaden aan en loopt zonder iets te zeggen weg.

De waarheid was dat hij nog helemaal geen verrassing bekokstooft had. Toen hij ’s avonds zat te surfen op internet stuitte hij op een interessant martelwerktuig dat zeer geschikt zou zijn voor zijn wraakactie en dat hij bovendien makkelijk zou kunnen reproduceren. Nu was het zaak een geschikt moment te kiezen waarop het instrument ingezet kon worden. Hij weet dat Maarten na schooltijd altijd een tijdje op het schoolplein blijft rondhangen en dan in z’n eentje huiswaarts keert, dat is het moment waarop hij zal moeten toeslaan. Op de bewuste dag pompt de adrenaline door Guido’s lichaam, hij kan zich nauwelijks concentreren op de lesstof. Na het klinken van de laatste bel haast hij zich naar huis om het wapen op te halen. Volgens zijn berekeningen heeft hij ongeveer een half uur de tijd. Ruim binnen de tijd staat Guido op de plaats des oordeels vanachter een muurtje te wachten tot Maarten voorbij komt. Minuten lijken uren te duren en hij raakt al bijna versuft tot hij voetstappen hoort naderen. Dat moet hem zijn, denkt Guido. Wacht even, dat is meer dan één persoon. Hij wacht tot ze voorbij het muurtje zijn en ziet dat Guido samen met een vriend naar huis loopt. Dat was niet de bedoeling, maar omdat Guido zo gebrand is op wraak aarzelt hij geen moment en zwaait met al z’n kracht de knuppel met spijkers tegen Maartens hoofd aan. Het bloed sproeit in het rond en Guido glundert van trots wanneer Maarten hulpeloos schreeuwend ten aarde stort.

Guido zei zich van geen kwaad bewust te zijn toen hij zich moest verantwoorden voor zijn actie bij de conrector in aanwezigheid van zijn ouders. Actie veroorzaakt reactie, verduidelijkte hij koel. Hij werd tot ontsteltenis van zijn ouders geschorst de rest van het jaar. Zijn ouders waren enerzijds blij dat hun zoon van een angstig, in zichzelf gekeerd persoon was getransformeerd naar een zelfverzekerde, assertieve jongen, maar anderzijds maakten ze zich zorgen over zijn ogenschijnlijke gebrek aan empathie en agressieve handelen. Voor Guido werd kerst dit jaar de mooiste kerst die hij ooit beleefde. Hij voelde zich onoverwinnelijk. Het ongeluk was een mooi kerstcadeau geweest, bedacht hij zich.
  Moderator woensdag 18 december 2013 @ 22:10:08 #21
42184 crew  DaMart
pi_134426015
Spookachtige eenzaamheid

Kerstavond helemaal alleen, voor het eerst in mijn leven. Het overkomt je als vrijgezel, wanneer je ouders besluiten op wereldreis te gaan voor een jaar. Ik zit alleen in mijn studentenhuis. Vrienden zijn allemaal naar hun eigen families toe. En ook mijn huisgenoten zijn er niet. Ik heb besloten wat achterstallige studieprojecten te doen. Maar het wil er niet echt van komen. Ik zit wat te lummelen achter mijn computer met achter me de televisie. Dit wordt de vervelendste kerst ooit. Op die keer dat ik mijn been gebroken heb na dan.

Ineens gaat de bel. Wie zou dat kunnen zijn? Ik loop naar de voordeur en doe open. Er staat een jongedame. Ze is dik ingepakt, Boven haar jas en das zie ik een pluk blond haar. Ook is ze brildragend.
“Hallo, voor wie kom je?” vraag ik.
“Ik ben Annelies, ik heb hier vroeger gewoond. Ik kom weer eens langs.”
“Je treft het niet. Iedereen is weg zo op kerstavond.”
“Jij bent er toch?” lacht ze.
Daar zit wat in. Ik kan haar ook niet in de kou laten staan. Ze lijkt gezellig en ziet er ook niet onbetrouwbaar uit en ik kan wel wat gezelschap gebruiken.
"Wil je anders een kop koffie?" vraag ik.
"Ja, graag!"
"Kom dan maar mee naar mijn kamer."
Ik neem haar mee de trap op naar mijn kamer. Ik loop naar mijn koffiezetapparaat en in een mum van tijd heb ik twee kopjes gezet. Annelies heeft haar jas uitgedaan. Daardoor zie ik haar goed. Ze is vrij stevig gebouwd, heeft blonde lange haren en bolle wangen die blozen van de kou. Ze draagt een bril met een dun metalen montuur. Ze mag wel eens een nieuwe kopen want dit model is al jaren uit de mode. Achter haar brillenglazen kijken een paar mooie ogen. NU haar das weg is zie ik dat er in haar onderlip een piercingknopje prijkt. Dat is wel een prikkelende toevoeging aan haar verder vrij brave uiterlijk. Ze is geen babe maar toch ook niet afstotelijk. Ze heeft wel wat.

Samen nemen we plaats voor de televisie, met ieder een kop koffie. We praten wat over studie. Ze heeft geneeskunde gestudeerd. Ze is best gezellig als je even met haar praat. Ook kijken we naar een spelshow op televisie.
“Mag ik tegen je aan zitten” vraagt ze ineens.
Gedurfde vraag. Maar het antwoord is ja. Haar stevige lichaam leunt tegen me aan. Ik leg mijn hand op de hare. Maar die is erg koud. Dat komt natuurlijk door het weer. Terwijl we tegen elkaar aan zitten kijken we verder televisie. Dit gaat een droomkerst worden. Langzaam sukkel ik in slaap.

Ineens schrik ik wakker van mijn televisie. Ik ben weer alleen. Annelies is weg. Ik roep maar ze reageert niet. Het hele huis loop ik door, ik kijk in iedere kamer, maar ze lijkt in rook opgegaan. Wie is die Annelies? Waarom kwam ze hier? Waar is ze gebleven? Op internet probeer ik via Facebook haar te achterhalen maar ze is onvindbaar. De hele lange kerstdagen denk ik aan haar. Ik heb haar nog geen half uur gezien maar ben stapelverliefd. Maar ik zal haar vinden. Is het niet tijdens deze eenzame kerst, dan wel op een later moment.

De dag na tweede kerstdag is het mijn huisgenoot Anton die het eerst van zijn ouderlijk huis terugkeert. Hij woont er al het langst van het hele huis dus hij zal meer weten.
"Zeg Anton, ken jij een meisje dat Annelies heet dat hier heeft gewoond?"
"Annelies? Ja, die woonde hier tot een paar maanden voordat ik er kwam. Een triest verhaal. Het bleek een heel eenzaam meisje geweest te zijn. Ze had geen vrienden of familie. En de huisgenoten van toen keken ook niet naar haar om. Uit eenzaamheid pleegde ze zelfmoord. Op kerstavond nog wel. Toen bleek het haar teveel geworden te zijn."
“Hoe zag ze er ongeveer uit?”
“In de CMS van de huiswebsite moet wel een oude foto staan.”
Anton pakt zijn smartphone en surft naar een pagina waar hij inlogt. Dan laat hij mij een foto zien. Ik trek wit weg wanneer ik zie dat het precies dat meisje is dat op kerstavond naast me zat.
“Dus nu is ze dood?”
"Ja, eigenlijk ben jij sindsdien de eerste hier die zo wanhopig is geweest om op kerstavond in een leeg studentenhuis te gaan zitten. Maar, hoe kom je er eigenlijk op haar?"
"Oh, niets. Ik hoorde er wat over van een studiegenoot die haar gekend heeft."
Met een gevoel dat ik nooit eerder had loop ik terug naar mijn kamer. Niemand zal geloven dat ik op magische wijze een spook ontmoet heb. En door mijn aanwezigheid op kerstavond heb ik het opgelost. Ik heb de vurige wens van Annelies in vervulling doen gaan.
pi_134438858
Verlichting

“Proost! Op ons, op een paar mooie feestdagen, en op onze weer schitterend versierde straat!” riep Willem, terwijl hij zijn zoveelste flesje bier in de lucht stak. Zijn buren vielen hem bij met “Cheers!”, “Op onze gezondheid”, of simpelweg met een glimlach. Het was traditie in de straat om op Kerstavond met z’n allen bij elkaar te komen. Ieder jaar bij Willem, die er al het langst woonde. Hij was ook de fanatiekste versierder. Wat betreft het huis dan.

En de straat was ook echt weer schitterend versierd. Meerdere kerstmannen in tuinen en op daken, duizenden lichtjes langs de dakgoten en in bomen, nepsneeuw op de grasvelden en brievenbussen, met z’n allen hadden ze er alles aan gedaan om de kerstsfeer er lekker in te krijgen. Er was zelfs een tuin met meer dan zeven verlichte rendieren dit jaar. Dat kon natuurlijk helemaal niet, maar meer dan één kerstman eigenlijk ook niet. Dat kon ze niets schelen, ze vonden het er gewoon prachtig uitzien.

“Maar toch,” reageerde Sonja op de mooie woorden van haar buurman, “heel jammer dat die nieuwe niet meedoet.” “Ja, zo ziet het er toch raar uit, één onversierd huis in de straat”, viel haar man Henk bij. Hans, die zijn achtste flesje bier net achterover tikte, werd er boos van: “Belachelijk! Hij kan zich toch gewoon aanpassen? Hij heeft niet eens gereageerd op de nieuwsbrief die we ieder jaar hebben. Zulke asociale types, daar hou ik niet van!”

Er was dat jaar een nieuwe bewoner in de straat gekomen, ene David. Alleenstaand, maandag tot en met vrijdag van 7 uur ’s ochtends tot 7 uur ’s avonds van huis, zaterdag ook heel de dag weg, en op zondag vertoonde hij zich ook nooit buiten. De buren wisten niets meer dan zijn naam. Ja, hij zal wel gewoon aan het werk zijn doordeweeks, op zaterdag iets van een sociaal leven hebben, en verder niets. Zo simpel kan het zijn, toch? Maar in deze sociale en gezellige straat vol mensenmensen was hij voor zijn buren een buitenbeentje.

“Weet je wat we zouden moeten doen?”, vervolgde Hans. “Nu naar hem toe gaan met z’n allen, en op de man af vragen wat zijn probleem nou eigenlijk is. Anders rot hij maar lekker op. Toch?” “Nou, Hans, ik weet niet of dat...”, begon Willem, maar de rest viel Hans al bij: “Ja, goed plan!” zei Sonja, en Henk en de anderen zetten hun halflege glazen al op tafel om naar buiten te gaan. Willem wist dat hij nu kansloos was. Hij kon dan wel het langst in de straat wonen, maar kende zijn buren goed genoeg om te weten dat ze nu echt naar David toe zouden gaan.

“We zijn de fakkels en hooivorken vergeten”, grapte Henk buiten. Sonja moest er hard om lachen, maar voor Hans was het alleen maar olie op het vuur: “Inderdaad zeg, dat hadden we moeten meenemen. Maar als het echt moet trek ik wel een kinderkopje uit z’n oprit, dan stenig ik hem wel!” “Doe nou rustig, Hans,” zei Willem, “laten we de kerstgedachte niet uit het hoofd verliezen.” Maar Hans was al bij de voordeur, waar een vaag licht achter leek te schijnen, en klopte drie keer achter elkaar hard aan.

Een paar seconden later deed David de deur open, en keek vol verbazing al zijn buren aan. “Eh, goedenavond”, stamelde hij, “vanwaar dit onverwachte bezoek?” “We kwamen vragen om...”, opende Willem.” “We komen helemaal niets vragen, klootzak, we komen binnen!”, schreeuwde Hans, die de daad bij het woord voegde en doorliep naar de woonkamer. “We moeten je hier niet, jij hoort hier helemaal niet! Waarom kun je je niet gewoon aanpassen aan onze kersttradities?”, tierde hij verder. “En waarom geen lichtjes in de tuin, maar hier wel die kutkandelaar met brandende kaarsen?”

David zuchtte diep, keek Hans aan, en zei: “Hans, en iedereen die ook vindt dat ik hier niet hoor, het is heel simpel. Ik ben jood, ik vier helemaal geen kerst, maar een ander feest op dit moment. En voor mij is de manier om dat te vieren zonder kerstlichtjes, maar met deze... ja, deze kutkandelaar dus.” “Oh, ja, oh… ja, dat kan hè”, stamelde Hans, die zich ineens realiseerde dat hij dit huis was binnengestormd. “Sorry man. Wij stappen maar ’s op, denk ik.” “Dat lijkt me een goed plan”, reageerde David. “Fijne feestdagen allemaal!”

Eenmaal buiten voelde iedereen zich nogal opgelaten. “Ik schaam me kapot”, zei Sonja. “Ja, dit sloeg helemaal nergens op”, besefte ook Henk zich. Hans, die binnen een minuut van woest naar verbouwereerd was gegaan, zei: “Mensen, laten we inderdaad maar eens de kerstgedachte onthouden. En die lichtjes zijn daar niet bij nodig.”

De volgende dag waren alle kerstmannen, rendieren en lichtslangen op de verschillende zolders opgeborgen, was de straat ontdaan van alle versiering, en stak Hans bij David de kandelaar aan.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')