Nee, want je moet in feite een dubbele ongelijkheid oplossen. En als je dat algebraïsch wil doen, dan zul je toch echt het één en ander moeten herleiden. Je hebt overigens ook weinig aan het maken van een tekenschema als je niet eerst het rechterlid van de betreffende ongelijkheden op nul herleidt.quote:Op donderdag 7 november 2013 01:23 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Waarom zou je de functie willen herleiden? x is toch gewoon makkelijk te berekenen?
Je zou zo zonder herleidingen uit het functievoorschiftquote:En bedoel je met het schetsen van de teller en noemer gewoon de grafiek van de functie? Zoja, hoe kan ik uit die schets afleiden welke ongelijkheidtekens ik moet gebruiken?
Slecht hoor. Schop je (vroegere) wiskundedocent namens mij maar voor zn ballen .quote:
Ach, zoveel scheelt het qua rekenwerk ook weer niet, en het laat een truck zien die je later nog wel vaker zult tegenkomen.quote:Waarom zou je de functie willen herleiden? x is toch gewoon makkelijk te berekenen?
Nee, wat ik bedoel is een tekenoverzicht van de functie opstellen, en in het geval van dit slag gebroken a.k.a, rationale functies om eerst adhv zo'n tekenoverzicht het gedrag van tellen en noemer in kaart te brengen. Om met de teller te beginnen:quote:En bedoel je met het schetsen van de teller en noemer gewoon de grafiek van de functie? Zoja, hoe kan ik uit die schets afleiden welke ongelijkheidtekens ik moet gebruiken?
1 2 3 4 | T(f(x)) +++++++++++++++++++++ 0 --- -2 --------------------- ____________________________________________________ x -1 0 |
1 2 3 4 | N(f(x)) --------------------------- -1 -- * +++++++++++++++ ____________________________________________________ x 0 1/2 |
1 2 3 4 | T(f(x)) +++++++++++++++++++++ 0 --- -2 -- -3 --------------- ____________________________________________________ x -1 0 1/2 |
1 2 3 4 | N(f(x)) --------------------------- -1 --- * +++++++++++++++ ____________________________________________________ x 0 1/2 |
1 2 3 4 | f(x) --------------------- 0 ++++ 2 +++ * --------------- ____________________________________________________ x -1 0 1/2 |
Dank u! Ik ga dit bestuderen met het boekje. Excuus voor het gebruiken van de verkeerde terminologie, dat is niet enkel bij wiskunde zo bij mij.quote:Op donderdag 7 november 2013 01:55 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik wel. Maar eerst een opmerking: die identiteiten heten additietheorema's. Je moet er geen mengelmoes van steenkolenengels en potjeslatijn van maken, ook al heb je het voornemen om medicijnen te gaan studeren.
De kleinste (rotatie)hoek onder de vier gegeven alternatieven is <A> 140°, zodat k > 4 moet zijn om één van de gegeven antwoorden te krijgen. En zo zie je direct dat we met k = 5 uitkomen op <D> 155°.
Je zult zien dat je veel plezier gaat beleven aan het boekje. Alle schoolstof goniometrie zoals die vroeger in Nederland werd behandeld (en nog steeds in andere beschaafde landen) wordt duidelijk uitgelegd in het eerste deel en daarmee heb je een uitstekende voorbereiding op bijvoorbeeld Vlaamse examens.quote:Op donderdag 7 november 2013 17:50 schreef DefinitionX het volgende:
[..]
Dank u! Ik ga dit bestuderen met het boekje. Excuus voor het gebruiken van de verkeerde terminologie, dat is niet enkel bij wiskunde zo bij mij.
Het antwoord van het boekje is correct.quote:Twee algemene vragen over limieten/asymptoten:
1. Hoeveel horizontale asymptoten kan een grafiek van een functie maximaal hebben.
2. Hoeveel verticale asymptoten kan een grafiek van een functie maximaal hebben?
Volgens het boekje is het antwoord op 1: 2(delen) en voor 2: oneindig.
Je houdt er geen rekening mee dat het de grafiek moet zijn van een functie. Uiteraard is het mogelijk een curve te bedenken die meer dan twee - zelfs oneindig veel - horizontale asymptoten heeft. Denk bijvoorbeeld aan de grafiek van de tangensfunctie als je deze een kwart slag draait. Maar: dan is het niet meer de grafiek van een functie.quote:Als er maximaal 2 horizontale asymptoten kunnen bestaan voor een functie dan betekent dat de functie ingesloten wordt tussen de 2 bijbehorende y-waarde. Waarom zou er geen 3e of 4e bij kunnen komen? Stel 4 horizontale asymptoten voor functie f(x)=een functie:
y=-1
y=0
y=1
y=2
Ik zou dan een grafiek tekenen die uit stukjes bestaat: ieder stuk gaat precies verder na respectievelijk y=-1, 0, 1 en 2. Dan zitten de lijnen van de grafiek niet aan elkaar, maar heb je wel een grafiek, enkel bestaan er geen x waarde voor de genoemde y waarde.
Een eenvoudig voorbeeld van een grafiek van een functie met oneindig veel verticale asymptoten is de grafiek van de functie f(x) = tan x op R. Deze functie is niet gedefinieerd voor x = ½π + kπ, k ∈ Z, omdat tan x = sin x / cos x terwijl cos x = 0 voor x = ½π + kπ, k ∈ Z. Het is echter ook zo dat de absolute waarde |f(x)| van deze functie willekeurig groot kan worden als we voor x maar een waarde nemen die voldoende dicht in de buurt ligt van een x = ½π + kπ, k ∈ Z. En dat is kenmerkend voor een verticale asymptoot, waarvan de grafiek van deze functie er dus oneindig veel heeft.quote:Datzelfde principe zou ik gebruiken voor de verticale asymptoten. Maar daar staat het antwoord al waarna ik verlang: oneindig veel verticale asymptoten.
De grafiek van een functie hoeft inderdaad niet uit één aaneengesloten curve te bestaan. Maar de grafiek van de functie die je hier geeft heeft helemaal geen asymptoot. Het lijkt er dus op dat je nog niet begrijpt wat een asymptoot nu eigenlijk is.quote:Als het niet kan, dan zou dat voor mij betekenen dat een functie een andere definitie heeft dan ik denk: namelijk dat de functie per definitie aan elkaar moet zitten. Echter, dat betwijfel ik omdat een functie: (x^2 - 1)/(x^2 - 2x - 3) uit 2 delen bestaat: een linker- en rechterlimiet.
Nee, dat is niet zo. De twee delen van de grafiek van deze functie zijn 'los' van elkaar omdat de functie een discontinuïteit heeft bij x = −1. Maar dat is iets totaal anders dan een asymptoot.quote:Deze twee delen raken elkaar niet aan door de horizontale asymptoot.
Nee. De grafiek van de functie in je plaatje heeft geen asymptoot, maar de functie heeft wel een discontinuïteit bij x = 1.quote:Er komt nu iets bij me op: een 2e horizontale asymptoot bij mijn vorige functie zou betekenen dat de functie in 3 delen kan worden opgedeeld.
Om mijn punt te illustreren en te verdedigen waarom ik denk dat een functie oneindig veel horizontale asymptoten kan hebben (uiteraard afhangend van de functie zelf!):
[ afbeelding ]
Mischien heb je hier iets aan. Kijk ook naar de literatuurverwijzingen.quote:Op donderdag 7 november 2013 19:16 schreef gaussie het volgende:
Ik zit met het volgende probleem: schrijf pi*(a+b) als machtreeks van de excentriciteit van de ellips. Waarbij a en b de assen van de ellips zijn. Voor de duidelijkheid pi*(a+b) is een benadering van de omtrek van een ellips. Alle hulp is welkom!
Pas de definities toe van injectie en surjectie. Als je dit nu nog niet begrijpt, dan vraag ik me af hoe het morgen met je toets gaat. Eerder beginnen met studeren en je stof bijhouden.quote:Op donderdag 7 november 2013 20:13 schreef ronaldoo12 het volgende:
Heey, zou iemand mij deze vraag kunnen uitleggen:
http://www.freebits.nl/images/161opgave_6.png
Het is een opgave uit de proeftoets, heb morgen de echte toets. Dus als iemand mij zou kunnen helpen, graag!
Daar heb ik al gekeken. Heb geprobeerd om de methode die wordt gebruikt om de exacte omtrek af te leiden toe te passen. Maar ik zie niet hoe dat zou moeten. De exacte uitdrukking wordt afgeleid door de ellips als parametrische kromme te schrijven. Dat idee uitwerken levert een elliptische integraal op. Dat uitwerken levert een oneindige reeks uitgedrukt in de excentriciteit. Maar om deze methode toe te passen zou je eerst pi*(a+b) als integraal moeten schrijven. Maar is dat uberhaupt mogelijk?quote:Op donderdag 7 november 2013 19:29 schreef Riparius het volgende:
[..]
Mischien heb je hier iets aan. Kijk ook naar de literatuurverwijzingen.
Ja. Tot zover kan ik je volgen.quote:Op donderdag 7 november 2013 21:59 schreef gaussie het volgende:
[..]
Daar heb ik al gekeken. Heb geprobeerd om de methode die wordt gebruikt om de exacte omtrek af te leiden toe te passen. Maar ik zie niet hoe dat zou moeten. De exacte uitdrukking wordt afgeleid door de ellips als parametrische kromme te schrijven. Dat idee uitwerken levert een elliptische integraal op. Dat uitwerken levert een oneindige reeks uitgedrukt in de excentriciteit.
Ik begrijp niet precies wat je hiermee bedoelt c.q. wat je nu eigenlijk wil. Je kunt π(a + b) strict genomen niet schrijven als machtreeks in ε = √(1 − b2/a2) omdat a + b onbepaald is als je alleen b/a kent.quote:Maar om deze methode toe te passen zou je eerst pi*(a+b) als integraal moeten schrijven. Maar is dat uberhaupt mogelijk?
Voor pi zijn er toch verscheidene bepaalde integralen, als ik het goed heb. Dan zou het toch mogelijk kunnen zijn om pi*(a+b) ook als bepaalde integraal uit te drukken? Als dat lukt, dan kan ik de methode voor de exacte uitdrukking 1 op 1 kopieren.quote:Op donderdag 7 november 2013 22:11 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja. Tot zover kan ik je volgen.
[..]
Ik begrijp niet precies wat je hiermee bedoelt c.q. wat je nu eigenlijk wil. Je kunt π(a + b) strict genomen niet schrijven als machtreeks in ε = √(1 − b2/a2) omdat a + b onbepaald is als je alleen b/a kent.
Een meetkundige rij heeft als vorm:quote:Op donderdag 7 november 2013 22:56 schreef ronaldoo12 het volgende:
ik weet hoe ik t met mn rekenmachine kan doen, steeds keer 3.. en dan kom ik op n=7 . maar is er een andere manier ?
Beetje creatief zijn. Noem de eerste term van je meetkundige rij te en de laatste tl, en de reden r, dan isquote:Op donderdag 7 november 2013 22:56 schreef ronaldoo12 het volgende:
ik weet hoe ik t met mn rekenmachine kan doen, steeds keer 3.. en dan kom ik op n=7 . maar is er een andere manier ?
In feite staat erquote:Op donderdag 7 november 2013 22:56 schreef ronaldoo12 het volgende:
ik weet hoe ik t met mn rekenmachine kan doen, steeds keer 3.. en dan kom ik op n=7 . maar is er een andere manier ?
Ja, uiteraard zijn er integraaluitdrukkingen voor π, een heel eenvoudige is bijvoorbeeldquote:Op donderdag 7 november 2013 23:19 schreef gaussie het volgende:
[..]
Voor pi zijn er toch verscheidene bepaalde integralen, als ik het goed heb. Dan zou het toch mogelijk kunnen zijn om pi*(a+b) ook als bepaalde integraal uit te drukken? Als dat lukt, dan kan ik de methode voor de exacte uitdrukking 1 op 1 kopieren.
Wel, we hebben hierboven gezien dat er drie identiteiten zijn voor de cosinus van de dubbele hoek die vaak van pas komen. Eén daarvan isquote:Op vrijdag 8 november 2013 18:57 schreef DefinitionX het volgende:
Ik heb werkelijk geen idee hoe ik de goniometrische identiteiten moet gebruiken om dit te herleiden:
ik snap niet hoe zij stellen dat
1 - cos x = 2(sin^2)0.5x
[ afbeelding ]
De man in de video maakt wel een nodeloos lang verhaal van iets heel simpels. Je kunt inderdaad teller en noemer ook met (1 + cos x) vermenigvuldigen. Dit is onlangs ook nog op het forum aan de orde geweest voor de bepaling van een iets andere limiet, zie hier.quote:Op vrijdag 8 november 2013 18:57 schreef DefinitionX het volgende:
Even kijken of ik het begrijp na deze video.
Edit2:
Hoe de videomaker het uitlegt lijkt veel minder omslachtig dan de uitleg van het boek.
Of in 2 regels.quote:Op vrijdag 8 november 2013 18:57 schreef DefinitionX het volgende:
Ik heb werkelijk geen idee hoe ik de goniometrische identiteiten moet gebruiken om dit te herleiden:
ik snap niet hoe zij stellen dat
1 - cos x = 2(sin^2)0.5x
[ afbeelding ]
Ik ben steeds aan het kijken naar deze twee standaardlimieten, maar weet deze niet te gebruiken hiervoor.
(sinx)/x = 1 voor lim x nadert 0
(tanx)/x = 1 voor lim x nadert 0
Ik snap ook niet zo goed hoe ik zelf kan herleiden dat x/4 een factor is van (1-cosx)/x voor lim x nadert 0.
Edit:
Even kijken of ik het begrijp na deze video.
Edit2:
Hoe de videomaker het uitlegt lijkt veel minder omslachtig dan de uitleg van het boek.
DefinitionX is nog niet toe aan differentiëren, laat staan de stelling van l'Hospital (die eigenlijk van Johann Bernoulli is). En het gevaar ligt zo op de loer van een cirkelredenering als je deze limiet weer zou willen gebruiken om te bewijzen dat d(sin x)/dx = cos x.quote:Op vrijdag 8 november 2013 20:36 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Of in 2 regels.
limx→0(1-cos(x))/x = limx→0sin(x)/1 = 0
Stelling van l'Hospital, maar nu krijg ik gegarandeerd een haatreactie van Riparius die vindt dat het veel eleganter kan.
Okay.quote:Op vrijdag 8 november 2013 21:03 schreef Riparius het volgende:
[..]
DefinitionX is nog niet toe aan differentiëren, laat staan de stelling van l'Hospital (die eigenlijk van Johann Bernoulli is). En het gevaar ligt zo op de loer van een cirkelredenering als je deze limiet weer zou willen gebruiken om te bewijzen dat d(sin x)/dx = cos x.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |