Om de lengte van een zijde van een driehoek met behulp van de sinusregel te berekenen moet je twee hoeken van de driehoek kennen. Maar hier is slechts de grootte van één hoek gegeven, dus kun je de sinusregel hier niet gebruiken.quote:Op zondag 27 oktober 2013 14:48 schreef DefinitionX het volgende:
http://www.kaveurne.be/wiskunde/wiskunde.htm
Examen 2009 a/juli, vraag 1.
Ik heb dit opgelost met de cosinusregel. Echter, waarom zou hier een sinusregel niet werken?
Beetje analytische meetkunde. Je moet voor deze opgave weten dat de vergelijking van een cirkel met middelpunt (p;q) en straal r is te schrijven alsquote:Op zondag 27 oktober 2013 20:08 schreef DefinitionX het volgende:
Dank u wel voor het verhelderen van de vraag over de cosinusregel Riparius.
Vraag 5 examen 2008 augustus/b: http://www.kaveurne.be/wiskunde/wiskunde.htm
Ik begrijp dat ik hier met stelsels moet werken. Ik kom niet verder dan 10b-c=34 te stellen als eerste vergelijking, maar ik weet niet welke andere vergelijking ik kan stellen om de waarde van b en c te berekenen.. Naar de uitwerking van vraag 5 kijkend snap ik niet zo goed hoe de oplosser komt aan b^2-c=9.
Als je weet wat de ketting- en quotiëntregel inhouden, zou het toepassen ook moeten lukken. Het berekenen van een afgeleide is alleen maar het toepassen van de regels. Je moet even wat meer toelichting geven.quote:Op zondag 27 oktober 2013 22:37 schreef MCH het volgende:
Kan iemand mij de stappen uitleggen hoe ik de afgeleide krijg van een wortel en dan staat er binnen de wortel (x^2-1)/(x) Ik weet dat het iets is met de ketting regel en coëfficiënt regel.
Als je de vierkantswortel bedoelt uit (x2 − 1)/x = x − x−1 dan heb je dusquote:Op zondag 27 oktober 2013 22:37 schreef MCH het volgende:
Kan iemand mij de stappen uitleggen hoe ik de afgeleide krijg van een wortel en dan staat er binnen de wortel (x^2-1)/(x) Ik weet dat het iets is met de ketting regel en coëfficiënt regel.
De afgeleide van een breuk. Sorry, ik krijg wiskunde in het Engels.quote:Op zondag 27 oktober 2013 23:01 schreef Riparius het volgende:
[..]
Als je de vierkantswortel bedoelt uit (x2 − 1)/x = x − x−1 dan heb je dus
f(x) = (x − x−1)1/2
Nu lukt het toch wel om hiervan de afgeleide te bepalen? En wat versta je onder coëfficiëntregel?
Dan bedoel je de quotiëntregel. In het Engels is dat de quotient rule, dus ik zie niet waarom je de termen quotiënt en coëfficiënt door elkaar gooit. Ik zou trouwens de quotiëntregel hier niet gebruiken, onnodig ingewikkeld.quote:Op zondag 27 oktober 2013 23:03 schreef MCH het volgende:
[..]
De afgeleide van een breuk. Sorry, ik krijg wiskunde in het Engels.
Hier wordt inderdaad de quotiëntregel en de kettingregel gebruikt, nadat eerst nog het domein van de functie is bepaald. Als je de regels voor het differentiëren goed kent is hier verder niet zoveel aan te snappen. Maar kennelijk begrijp je die regels nog niet voldoende. Maar goed, zoals gezegd, ik zou het zo niet doen.quote:Op zondag 27 oktober 2013 23:07 schreef MCH het volgende:
http://nl.tinypic.com/r/fa60yu/5
Hier staat de uitwerking waar ik dus geen hout van kan snijden.
Maar staat hier nu hetzelfde als 0,5wortel(u)^-0,5 keer de afgeleide van u ? Alleen dan weer herschreven volgens algebraïsche regels?quote:Op zondag 27 oktober 2013 23:12 schreef Riparius het volgende:
[..]
Hier wordt inderdaad de quotiëntregel en de kettingregel gebruikt, nadat eerst nog het domein van de functie is bepaald. Als je de regels voor het differentiëren goed kent is hier verder niet zoveel aan te snappen. Maar kennelijk begrijp je die regels nog niet voldoende. Maar goed, zoals gezegd, ik zou het zo niet doen.
Je kunt inderdaad u = x − x−1 nemen. Maar ik zou het zo doen:quote:Op zondag 27 oktober 2013 23:16 schreef MCH het volgende:
[..]
Maar staat hier nu hetzelfde als 0,5wortel(u)^-0,5 keer de afgeleide van u ? Alleen dan weer herschreven volgens algebraïsche regels?
Dit is niet mijn uitwerking. Dit zijn uitwerkingen van de docenten van de uni. Tot zover hun niveau, mocht dit niet totaal kloppen.quote:Op zondag 27 oktober 2013 23:25 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je kunt inderdaad u = x − x−1 nemen. Maar ik zou het zo doen:
d((x − x−1)1/2)/dx = d((x − x−1)1/2)/d(x − x−1) · d(x − x−1)/dx = ½·(x − x−1)−1/2·(1 + x−2)
Dit kun je uiteraard nog verder herleiden. Je uitwerking klopt trouwens niet helemaal omdat √x niet reëel is voor x < 0.
Als een docent van de uni dat zo opschrijft zou die persoon ontslagen mogen worden wat mij betreft.quote:Op zondag 27 oktober 2013 23:28 schreef MCH het volgende:
[..]
Dit is niet mijn uitwerking. Dit zijn uitwerkingen van de docenten van de uni. Tot zover hun niveau, mocht dit niet totaal kloppen.
Jammer dat ik zelf niet zo goed onderlegd ben om ze hiermee te confronteren.quote:Op zondag 27 oktober 2013 23:31 schreef Riparius het volgende:
[..]
Als een docent van de uni dat zo opschrijft zou die persoon ontslagen mogen worden wat mij betreft.
Uiteraard kunnen (grafieken van) functies meer dan één horizontale of verticale asymptoot hebben. Een eenvoudig voorbeeld is de functiequote:Op maandag 28 oktober 2013 15:16 schreef DefinitionX het volgende:
Tot nu toe geniet ik met volle teugen van "Toegepaste Wiskunde voor het hoger onderwijs (Blankespoort, de Joode en Sluijter)". Ik zit nu met limieten en er is een vraag bij me opgekomen, namelijk: zou een functie niet meer dan 1 verticale/horizontale asymptoot kunnen hebben? Neem de helft van een small eclips . Volgens mij heb je boven de eclips een verticale asymptoot, maar ook daaronder.
Want hij noemt het domein van f ' niet?quote:Op zondag 27 oktober 2013 23:31 schreef Riparius het volgende:
[..]
Als een docent van de uni dat zo opschrijft zou die persoon ontslagen mogen worden wat mij betreft.
Nee, ik doelde op het feit dat hij of zij 1/√(a/b) herschrijft als √b/√a. Dat geldt alleen als a > 0 en tevens b > 0, maar aan die voorwaarde is niet voldaan voor −1 < x < 0, terwijl de functie wel is gedefinieerd en differentieerbaar is op (−1, 0).quote:Op dinsdag 29 oktober 2013 11:08 schreef thenxero het volgende:
[..]
Want hij noemt het domein van f ' niet?
Het is onduidelijk wat nu precies de bedoeling is. Als je polynoom in λ een complexe waarde heeft, dan heeft < hier geen betekenis, dus de vraagstelling klopt zo alvast niet. Het zou kunnen dat je bedoeltquote:Op dinsdag 29 oktober 2013 17:41 schreef Dale. het volgende:
Vraagje... Ik wil de volgende vergelijking oplossen...
Oplossingen mogen reëel of complex zijn zolang het reëel deel maar negatief is.
Als we aannemen dat l1 en l2 reëel zijn en je vierkantsvergelijking heeft twee reële wortels λ1 en λ2, dan zijn deze beide negatief als λ1 + λ2 < 0 en tevens λ1λ2 > 0, dusquote:Op dinsdag 29 oktober 2013 18:50 schreef Dale. het volgende:
-edit-
Sorry beetje in de war...
Wat ik wil is dat de oplossingenvan de kwadratische vergelijking
een negatief reëel deel hebben.
Nee, dat kan niemand, want je geeft niet aan wat er wordt gesommeerd ...quote:Op dinsdag 29 oktober 2013 20:15 schreef ronaldoo12 het volgende:
70
∑
k=10
kan iemand me helpen met wat hier uitkomt ?
http://en.wikipedia.org/w(...)lynomial_expressionsquote:Op dinsdag 29 oktober 2013 20:15 schreef ronaldoo12 het volgende:
70
∑
k=10
kan iemand me helpen met wat hier uitkomt ?
70quote:Op dinsdag 29 oktober 2013 20:20 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, dat kan niemand, want je geeft niet aan wat er wordt gesommeerd ...
Je hebt een rekenkundige reeks. Heeft een rekenkundige reeks n termen en is de eerste term t1 en de laatste term tn, dan is de som S = ½n(t1 + tn).quote:
quote:Op dinsdag 29 oktober 2013 20:33 schreef Dale. het volgende:
[ afbeelding ]
ehmm.. wordt dit dan: 70+(7k-2)-10 ? ...
hoe kom je aan t1 en tn ?quote:Op dinsdag 29 oktober 2013 20:39 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je hebt een rekenkundige reeks. Heeft een rekenkundige reeks n termen en is de eerste term t1 en de laatste term tn, dan is de som S = ½n(t1 + tn).
Hier heb je n = 61, t1 = 68, tn = 488, dus S = ½·61·(68 + 488) = 16958.
Als λ1 en λ2 de wortels zijn van de vierkantsvergelijkingquote:Op dinsdag 29 oktober 2013 20:21 schreef Dale. het volgende:
Het eerste stukje begrijp ik inderdaad, als l2 - l1 + 1 > 0 ∧ 4l1 - l2 - 2 > 0 dat dan inderdaad de waardes van λ kleiner zijn dan 0.
Het tweede stukje niet helemaal... Ik snap dat als er complexe wortels zijn dat als reële delen negatief zijn dat dan λ1 + λ2 negatief is. Alleen waarom geldt l2 - l1 + 1 > 0 dan?
Je uiteindelijke voorwaarde wordtquote:Voor het eerste stukje krijg ik nu:
l2 > l1 - 1 ∧ l2 < 2(2l1 - 1) dus l1 - 1 < l2 < 2(2l1 - 1) dus l1 - 1 < 2(2l1 - 1) impliceert dat l1 > 1/3
Dus voor l1 > 1/3 geldt dat l2 ligt in l1 - 1 < l2 < 2(2l1 - 1).
En nu moet je dus nog de case bepalen voor wanneer l1 ≤ 1/3 wat dus is als er complexe wortels zijn?
LaTeX-hint:quote:Op dinsdag 29 oktober 2013 23:02 schreef Amoeba het volgende:
Ik heb een vraag over Lineaire Algebra 1.
Gegeven zijn de 2x2 matrices A en B. Bewijs dat de kolommenruimte van AB bevat is in de kolommenruimte van A.
Nou, stelen
dan
Nou, dit laatste lukt al helemaal waardeloos. Enfin, voor de // staat de bovenste rij, na de // staat de onderste rij.
Hoe laat ik nu het gevraagde zien? De kolommenruimte van A is 1,2 of 0. Wanneer die 0 is dan zijn alle a'tjes 0, en is dus de kolommenruimte van AB ook 0, immers is AB dan de nulmatrix.
Als de kolommenruimte van A 1 is dan is er één kolom, en we zien dan in AB ook wéér een nulkolom terug.
Als de kolommenruimte van A gelijk is aan 2 ....
Maar wat als de rijenruimte van B nu eens 1 is?
Ik snap hier echt helemaal niets van.
quote:Op dinsdag 29 oktober 2013 23:43 schreef thabit het volgende:
[..]
LaTeX-hint:
Wiskunde-hint: interpreteer een matrix als een lineaire afbeelding.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |