Met terugwerkende kracht dank aan Maggie, Lamon, RaisinGirl, risk one, Koekepan en alle anderen die het topic omhoog hebben gehouden toen ik in het buitenland verkeerde.
Ik ben hier verder niet meer zo vaak, maar het blijft erg fijn om, ver weggedrukt in de kelder van al wat Onzinnig is, mijn eigen knip- en plaktopicje te onderhouden. Daarom dus deel 2. En dat is, belofte maakt schuld, opgedragen aan Lamon.
Het doel is gelijk gebleven: maak hier een mooi topic van, zodat de mensen morgenochtend wat te lezen hebben. Of te kijken, natuurlijk.
Hier zijn ze wel weer 15 maanden zoet mee.
In Memoriam mijzelf
Door vijanden omringd,
Door vrienden in de nood
Geschuwd als aas dat stinkt,
Houd ik mij lachend groot,
Al is mijn ziel verminkt,
Mijn lijf voor driekwart dood.
In 't leven was geen dag
Ooit zonder tegenspoed.
Ik leed kwaad en deed goed;
Dat is een hard gelag.
Nu, in verloren slag,
Strijd ik met starre moed.
Bedekt met sneeuw en ijs,
Getooid door menig lijk
Van wie de dwaze reis
Deed naar mijn innerlijk,
Eens vroeg licht als Parijs,
Nu 't poolgebied gelijk.
Ik laat geen gaven na,
Verniel wat ik volbracht;
Ik vraag om geen gena,
Vloek voor- en nageslacht;
Zij liggen waar ik sta,
Lachend de dood verwacht.
Ik deins niet voor de grens,
Nam afscheid van geen mens,
Toch heb ik nog een wens,
Dat men mij na zal geven:
'Het goede deed hij slecht,
Beleed het kwaad oprecht,
Hij stierf in het gevecht,
Hij leidde recht en slecht
Een onverdraagzaam leven.'
Mooi landschapje erbij met een watertje...
In a Station of the Metro
The apparition of these faces in the crowd;
Petals on a wet, black bough.
quote:een monet is altijd wel mooi
Op donderdag 19 september 2002 00:50 schreef julekes het volgende:
monet om de dag mee af te sluiten
[afbeelding]
prachtig toch? (ff testen of het auto resizen werkt
)
zoals met de gek uit het grapje
die zich voortdurend met een hamer
op het hoofd sloeg, en naar de reden gevraagd, zei:
'omdat het zo prettig is als ik ermee ophou'-
zo is het een beetje met mij. Ik ben ermee opgehouden
je te verliezen. Ik ben je kwijt.
Misschien is dat geluk: een geluk bij een ongeluk.
Misschien is geluk: nog een geluk dat.
Dat ik aan jou kan terugdenken, bv.,
in plaats van aan een ander.
Herman De Coninck
'Doubt that the stars are fire,
Doubt that the sun doth move;
Doubt truth to be a liar,
But never doubt I love.'
* julekes houdt eigenlijk helemaal niet van poezie, laat staan liefdesgedichten, maar vindt dit wel mooi..
ik weet niet wat voor chemische onzin hier allemaal doorheen komt kruipen, maar toch best wel mooi
quote:Aaaaaaaaaaah lief
Op donderdag 19 september 2002 13:03 schreef annabegins het volgende:
[afbeelding]
quote:Neem gerust de tijd.
Op donderdag 19 september 2002 00:47 schreef I.R.Baboon het volgende:
*zoekt wat van Drs P*
De dodenrit
We rijden met de trojka door 't eindeloze woud
Het vriest een graad of dertig, het is winter en vrij koud
De paardehoeven knersen in de pasgevallen sneeuw
't Is avond in Siberië, en nergens is een leeuw
We reizen met de kinderen, al zijn ze nog wat jong
Door 't eindeloze woud waarover ik zo-even zong
Een lommerrijk en zeer onoverzichtelijk terrein
Waarin men zich gelukkig prijst dat er geen leeuwen zijn
We zijn op weg naar Omsk, maar de weg daarheen is lang
En daarom vullen wij de tijd met feestelijk gezang
Intussen gaat zich iets bewegen in de achtergrond:
Iets donkers en iets talrijks, en het lijkt me ongezond
Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel
Het is een hele massa en ze lopen nogal snel
En door ons achterna te lopen halen zij ons in
Wat onvoordelig uit kan pakken voor een jong gezin
De donkere gedaanten zijn bijzonder vlug ter been
Ze lopen op vier poten, en ze kijken heel gemeen
Ze hebben grote tanden, dat is duidelijk te zien
Het zijn waarschijnlijk wolven, en kwaadaardig bovendien
Al is de toestand zorgelijk, ik raak niet in paniek
Ik houd de moed erin door middel van de volksmuziek
We kennen onze bundel en we zingen heel wat af
Terwijl de wolven nader komen in gestrekte draf
Het is van hier naar Omsk nog een kleine honderd werst
't Is prettig dat de paarden net vanmiddag zijn ververst
Wel jammer dat de wolven ons toch hebben ingehaald
Men ziet de flinke eetlust die hun uit de ogen straalt
We doen heel onbekommerd en we zingen continu
Toch moet er iets gebeuren onder moeders paraplu
En zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw
"Wie moet er aan geloven," vraag ik, "toe, bedenk eens gauw"
"Moet Igor het maar wezen?", "Nee, want Igor speelt viool"
"Wat vind je van Natasja?", "Maar die leert zo goed op school!"
"En Sonja dan?", "Nee, Sonja niet, zij heeft een mooie alt"
Zodat de keus tenslotte op de kleine Pjotr valt
Dus onder het gezang pak ik het ventje handig beet
Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreet
De wolven hebben alle aandacht voor die lekkernij
Nog vierentachtig werst en o, wat zijn wij heden blij
We mogen Pjotr wel waarderen om zijn eetbaarheid
Want daardoor raken wij die troep voorlopig even kwijt
Zo jagen wij maar voort als in een gruwelijke droom
Ajo ajo ajo al in die hoge klapperboom
Daar klinkt weer dat gehuil, en onze hoop is weer verscheurd
De wolven zijn terug en nu is Sonja aan de beurt
Daar gaat het arme kind, zij was zo vrolijk en zo braaf
Nog achtenzestig werst en in Den Haag daar woont een graaf
Ik zit nog na te peinzen en mijn vrouw stort menig traan
En kijk daar komen achter ons de wolven al weer aan
Dus Igor, 't is wel spijtig maar jij wordt geen virtuoos
Nog tweeënvijftig werst en daar was laatst een meisje loos
Nu Igor is verwijderd hebben wij weer even rust
Maar nee, daar zijn de wolven weer, op nog een part belust
De doodskreet van Natasja snijdt ons pijnlijk door de ziel
Nog zesendertig werst en in blauwgeruite kiel
Mijn vrouw en ik zijn over, dus we zingen een duet
En als 't even mee wil zitten halen we het net
Helaas, ik moet haar afstaan aan de hongerige troep
Nu nog maar twintig werst en Hoeperdepoep zat op de stoep
Ik zing nu weer wat lustiger want Omsk komt in zicht
Ik maak een sprong van blijdschap en verlies mijn evenwicht
Terwijl de wolven mij verslinden, denk ik "Dat is pech
Ja Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg"
(Trojka hier, trojka daar)
Ja, je ziet er veel dit jaar
(Trojka hier, trojka daar)
Overal zit paardehaar
(Trojka hier, trojka daar)
Steeds uit voorraad leverbaar
(Trojka hier, trojka daar)
Zachtjes snort de samovaar
(Trojka hier, trojka daar)
Met een Slavisch handgebaar
(Trojka hier, trojka daar)
Doe het zelf met naald en schaar
(Trojka hier, trojka daar)
Is dat nu niet wonderbaar
(Trojka hier, trojka daar)
Twee halfom en een tartaar
(Trojka hier, trojka daar)
Een liefdadigheidsbazaar
(Trojka hier, trojka daar)
Hulde aan het gouden paar
(Trojka hier, trojka daar)
Foei hoe suffend staat gij daar
(Trojka hier, trojka daar)
Moeder is de koffie klaar
(Trojka hier, trojka daar)
Kijk daar loopt een adelaar
(Trojka hier, trojka daar)
Is hier ook een abattoir
(Trojka hier, trojka daar)
Basgitaar en klapsigaar
(Trojka hier, trojka daar)
Flinkgebouwde weduwnaar
(Trojka hier, trojka daar)
Leve onze goede Tsaar!
quote:
Op donderdag 19 september 2002 00:48 schreef PingPong het volgende:
Ik trap af. Slauerhoff zei u?In Memoriam mijzelf
Door vijanden omringd,
Door vrienden in de nood
Geschuwd als aas dat stinkt,
Houd ik mij lachend groot,
Al is mijn ziel verminkt,
Mijn lijf voor driekwart dood.In 't leven was geen dag
Ooit zonder tegenspoed.
Ik leed kwaad en deed goed;
Dat is een hard gelag.
Nu, in verloren slag,
Strijd ik met starre moed.Bedekt met sneeuw en ijs,
Getooid door menig lijk
Van wie de dwaze reis
Deed naar mijn innerlijk,
Eens vroeg licht als Parijs,
Nu 't poolgebied gelijk.Ik laat geen gaven na,
Verniel wat ik volbracht;
Ik vraag om geen gena,
Vloek voor- en nageslacht;
Zij liggen waar ik sta,
Lachend de dood verwacht.Ik deins niet voor de grens,
Nam afscheid van geen mens,
Toch heb ik nog een wens,
Dat men mij na zal geven:
'Het goede deed hij slecht,
Beleed het kwaad oprecht,
Hij stierf in het gevecht,
Hij leidde recht en slecht
Een onverdraagzaam leven.'
Wat is ie toch mooi...
Na de schrik en
Begenadiging,
Onder het snikken
Van verzadiging,
Na de feesten
Van het vleesch
Keert de geest en
Rijst de vrees:
Deze extase
Keert niet weer
't licht doet dwaas en
't leven zeer.
Een van de wat meer banaal aandoende gedichten van de beste man.
De winter komt er weer aan !! We kunnen gaan genieten van gezellige avonden, de warmte van de kachel en warme chocomel. De tijd van vrieslucht en dichte mist komt dichterbij wat soms mooie plaatjes teweeg kan brengen.
"A tall, lanky fellow in a gallon hat stopped his car on the wrong side of the road and came on over to us; he looked like a sheriff. We prepared our stories secretly, He took his time coming over. 'You boys going to et somewhere, or just going?' We didn't understand his question, and it was a damned good question."
And a damned good story it was, lezen dus!
quote:Alsjeblieft.
Op vrijdag 20 september 2002 00:26 schreef PingPong het volgende:[..]
Neem gerust de tijd.
Ik zal binnenkort toch eens wat meer van Drs P gaan inscannen, want het aanbod aan online-DrsP teksten is nogal beperkt, en ze zelf invoeren duurt ook zo lang.
Griekse Tango
Drs P
Verleden week bezocht ik voor de eerste maal mijn bovenbuur
Het had te maken met lekkage naar ik meen of met de huur
Er hing een levensecht portretje van een cirkel aan de muur
En hij ontpopte zich als vreemde en ascetische figuur
Die zich in leven hield met brokjes en augurken in zuur
Het schikt me slecht, ik moet veel werk verrichten sprak hij overstuur
Ik heb al jaren een obsessie en die geeft me rust nog duur
Daar ik verslaafd ben aan de cirkelkwadratuur
Als men de omtrek van een cirkel, zo begon hij zijn verhaal
Gaat delen door de doorsnee, uiteraard is die twee keer de straal
Dan komt er een quotiënt, ja mag ik even stilte in de zaal
Vaak zegt men 22/7 maar dat is te globaal
In feite is het 2pir en dat is lang niet zo banaal
Het blijkt dat pi irrationeel is en daarbij trancentaal
En een computer heeft het uitgerekend, is dat niet geniaal
Tot in de weet ik veel hoeveelste decimaal
Ja deze pi dat staat te lezen in de encyclopedie
Is eeuwenoud en wetenschappelijk en Grieks en vol magie
Als ik zo pieker over pi spreekt u wellicht van een manie
Maar zijn wij allen niet neuro-, fana-, roman- of mystici
Een ander heeft een kolibrie, een relikwie of een fobie
Maar ik verdiep me onophoudelijk en zonder compromis
In dit unieke en verheven wonder der planimetrie
Ik zoek het antwoord op het grote raadsel pi
Na deze woorden onderbrak hij spastisch hijgend zijn gepraat
En er verscheen een onrustbarend kleurenspel op zijn gelaat
Dus ik begon al rond te kijken naar een zuurstofapparaat
Maar hij bedaarde en hervatte zijn verhandeling kordaat
Er is een andere formule die is ook niet van de straat
De oppervlakte van een cirkel is immers pi*r^2
En om de waarde van die pi nu eens te zien in vol ornaat
Dat is wat mij als ideaal voor ogen staat
Aldus weet ik 3,14159265
Etcetera, etcetera, ja het heeft heel wat om het lijf
Zodat ik elke morgen na het opstaan eventjes verstijf
Bij de gedachte aan de eindeloosheid van dit tijdverdrijf
Waarna ik mij toch altijd weer verman en in m'n ogen wrijf
Ik grijp de rekenlineaal, maar ook wel eens de rekenschijf
Ik zet me neer en calculeer en schrijf en calculeer en schrijf
En ik zal blijven zoeken tot ik er in blijf.
quote:Heb jij misschien de tekst van zijn lied over Johannes de Doper?
Op vrijdag 20 september 2002 13:43 schreef I.R.Baboon het volgende:
Ik zal binnenkort toch eens wat meer van Drs P gaan inscannen, want het aanbod aan online-DrsP teksten is nogal beperkt, en ze zelf invoeren duurt ook zo lang.
quote:Geniaal lied idd. Ik kan volgende week even kijken of mijn biebpasje nog geldig is, om daarmee Tante Costance en Tante Mathilde bij de bieb te huren, want daarin staat van bijna alle nummers van Drs P de tekst. Maar ik vrees van niet.
Op vrijdag 20 september 2002 14:28 schreef PingPong het volgende:[..]
Heb jij misschien de tekst van zijn lied over Johannes de Doper?
Zo'n fantastisch lied, maar nergens te vinden.
quote:
*geniaal intro*
*gelach*
*geklap*
De tijd is aangekomen om een woord te wijden
aan de geschonden reputatie van Herodes Antipas
die een hele tijd geleden koning van Judea was
een bloeiend rijkje aan de Middellandse Zee
u moet bedenken dat hij ernstig had te lijden
van de Romeinse overheersing en zijn vrouw Herodias
Farizeeën, Sadduceeën, hoge bloeddruk, ischias
en de ideeën van zijn dochter Salome.
"'T is toch kras-kras-kras" zei Herodes Antipas
*onverstaanbaar door gelach* van zijn dochter Salome
is weer heel-heel-heel-helemaal niet rationeel"
van je één! twee! drie!en die ideeën leidden vaak tot handelingen
de ene keer was zij vermomd als de markies van Kalabas
even later zat ze weer met pacifisten in het gras
het was een duidelijk geval van puberteit
haar moeder ergerde zich zeer aan deze dingen
"daar moet een eind aan komen" zei ze tot Herodes Antipas
"moet je nou weer zien die jas, ze loopt er bij als een pias
en dat komt allemaal door jouw toegeeflijkheid"
"Antipas-pas-pas" sprak zijn vrouw Herodias
heus ze moet-moet-moet beter worden opgevoed
want dat kind-kind-kind doet maar wat ze lollig vindt"
van je één! twee! drie!"Kan ik het helpen?" zei de zwaarbeproefde vader
"Ze is nu eenmaal artistiek en niet de beste van de klas
en ze kan zich ook gedragen als een echte wildebras
maar waar het goed voor blijken kan dat weet je nooit"
"ik heb geen zin" aldus verklaarde hij zich nader
"een predikatie aan te heffen over elke wissewas
en il faut zoals de Fransen zeggen que je n essez (?) pas
hoe wil je anders dat zo'n meisje zich ontplooit?"
En hij las las las een regeringspaperas
en hij ging ging ging naar een spoedvergadering
en hij dacht dacht dacht niet meer aan z'n nageslacht
van je één, twee, drieze kon hem spoedig die ontplooiing laten blijken
op zijn verjaardag danste Salomé met zwoele tangopas
en in meer en meer ontklede toestand rond op het terras
het was het klapstuk van het drukbezochte feest
de gasten wisten niet meer hoe ze moesten kijken
terwijl haar moeder was vertrokken met een pijnlijke grimas
maar haar vader Antipas, die niet haar echte vader was
verklaarde dat het zeer opwindend was geweest
en alras-ras-ras riep hij om de huishoudkas
en hij zag-zag-zag dat er niet veel geld in lag
dus hij zei-zei-zei: "haal de staatskas er maar bij!"
van je één! twee! drie!Toen mocht de danseres een mooi cadeautje vragen
en om het goed te maken consulteerde zij Herodias
deze zei "vraag om een hoofd dat komt altijd wel van pas
ik weet nog iemand die er eentje missen kan"
wat een sensatie toen het binnen werd gedragen
met een garnering van olijven sla en schijfjes ananas
een takje peterselie en een snufje sassafras
de mensen spreken er nog altijd schande van
nou dat was was was dus Herodes Antipas
Sterk verguisd guisd guisd maar vooral erin geluisd
met dat hoofd hoofd hoofd want beloofd is toch beloofd
van je één, twee, drie
Waar de zee zwart wordt van diepte, en wrakken
Niet verder zinken - vaste sterren worden -
Over der onderwereld plantenhorden
Die plomp als rotsen kiemen, noch vertakken,
Wacht - onder wijd en angstig ledig zwijgen,
Als dood diep in een geest die zich niet kent,
En drukt een stilt', nooit opgeheven dreigen
Der laatste rampen, steeds weer afgewend,
De drenkelingen, die zijn afgedaald,
Zij merken helsch herleefd dat zij niet mogen
Vergaan, maar eeuwig met gesperde oogen
Een nacht inzien, die opklaart noch vervaalt.
De andren geloovenzich het leven te wijden,
Maar scheiden zich er, al wroetend, van af;
Zij denken zich lusthoven te bereiden,
Maar delven zich dagelijks dieper in het graf.
Doch 't einde is ehn licht: voor wanhoop gevoelloos
Maakt hen het gezin, in welk schoot zij sterven;
Ons wacht geen genademiddel: doelloos
Vergaan wij als wij niet meer kunnen zwerven
De dag verschrikt ons, van een terras
Slaan wij in het voorbijgaan gade,
Als waren wij van een verloren ras,
Wij blaadren in boeken aan de kaden.
Van al het schoon, weleer zwervend verworven,
Kunnen wij niets aan 't hart zoo vast drukken
Dat de dood het ons niet kan ontrukken;
Lang voor zijn komst zijn wij steenarm gestorven.
quote:Onzin terug + Lamon terug = PingPong terug!
Op donderdag 19 september 2002 00:46 schreef PingPong het volgende:
een rots in de woelige branding van (toen nog) Onzin voor je leven
The lake isle of Innisfree
I will arise and go now, and go to Innisfree,
and a small cabin build there, of clay and wattles made:
Nine bean rows will I have there, a hive for the honey-bee,
and live alone in the bee-loud glade.
And I shall have some peace there, for peace comes dropping slow,
dropping from the veils of morning to where the cricket sings,
There midnight's all a glimmer, and noon a purple glow,
and evening full of the linnet's wings.
I will arise and go now. for always night and day
I hear lake water lapping with low sounds by the shore;
While I stand on the roadway, or on the pavements grey,
I hear it in the deep heart's core.
W.B. Yeats
quote:
Op vrijdag 20 december 2002 23:27 schreef RaisinGirl het volgende:
I will arise and go now, and go to Innisfree,
Mooie bloemen, mooie dood
gesneden bloemen, nog even
leven, nog even langdurig
geduldig gedragen verkleuren.
Altijd, dat is wat ze altijd
zegt. Ze denkt daarbij aan
niets bijzonders, niet aan
afscheid, iets vers of nabijs.
Nee, morgen liggen de weiden
misschien met omgevallen
gras, misschien met bloemen
bedekt. Zo is het altijd:
anders. En ze heeft het
geweten, steeds beter, steeds
vaker, hoe alles hetzelfde
zal blijven, later.
Twijfelachtige bekentenissen van een Nederlandse chansonier..
Het was een onbekende weg die ik heb afgelegd,
naar het licht op zoek naar het donker.
Verlangen naar verlangen, uit dat harnas van spijt,
jaloezie en belangen.
Onderweg spuwden stuurlui aan wal hun gal,
ze hebben nooit iets bereikt, ik bleef eigenwijs.
En toen, toen zag ik jou,
je bent zoveel voor me geweest,
een moeder, een dochter, de mooiste vrouw.
Maar als altijd met iemand die nooit iets zeker weet,
won mijn twijfel van ons geluk maar vanavond ben ik hier terug,
en ik vraag je...
Heb me lief, heb me lief, heb dit lichaam lief.
Bemin mij, bevrijd mij van het duister in mijn hoofd,
mijn straat loopt hier dood.
Wat achtervolgde mij hier naar toe,
was het de prijs van de roem,
of het verlangen voor één nacht iemand te vertrouwen.
Of was het die hyena, die jakhals, die wacht tot ik neerval
en waarvan ik dacht dat het een vriend was.
Maar zijn wij samen niet sterker dan alles wat mij bedreigt,
ik sta klaar voor de strijdt, met als wapen de waarheid,
en dat is
Heb me lief, heb me lief, heb dit lichaam lief.
Bemin mij, bevrijd mij van dat gevoel van schuld,
verraad mij met een kus
Heb me lief, heb me lief,
ik weet meer vragen kan ik niet.
Wij verzoenen ons vannacht,
bemin mij,
streel mij,
heel mij,
heb me lief...
Alles kan ik verdragen,
het verdorren van bonen,
stervende bloemen, het hoekje
aardappelen kan ik met droge ogen
zien rooien, daar ben ik
werkelijk hard in.
Maar jonge sla in september,
net geplant, slap nog
in vochtige bedjes, nee.
quote:Ha, Frank Boeijen.
Op zondag 22 december 2002 02:22 schreef Lamon het volgende:
Altijd als ik dit topic zie, moet ik...
Het is bijna dwangmatig.Twijfelachtige bekentenissen van een Nederlandse chansonier..
quote:Bijna ook, maar toch net niet helemaal voor mij.
Op zondag 22 december 2002 02:28 schreef RaisinGirl het volgende:[..]
Ha, Frank Boeijen.
.
Deze tekst is mijn favoriet van hem.
Ik vind 'Stephanie' nog ontwapenender en 'De wind nam hem mee' nog ontroerender. Beiden gaan over onderwerpen waar ik persoonlijk niet erg veel ervaring mee heb, maar soms kun je met een beetje voorstellingsvermogen heel ver komen.
I felt a clearing in my mind
as if my brain had split;
I tried to match, seam by seam,
but could not make them fit.
The thought behind I strove to join
unto the thought before,
but sequence ravelled out of reach
like balls upon a floor.
Emily Dickinson
Hope
Hope is the thing with feathers
that perches in the soul,
and sings the tune without the words
and never stops at all.
And sweetest in the gale is heard;
and sore must be the storm
that could abash the little bird
that kept so many warm.
I've heard it in the chillest land,
and on the strangest sea;
Yet, never in extremity,
it asked a crumb of me.
Ook de food-replicator, en de vorderingen van de mens bij het opbouwen van voorwerpen op moleculair niveau, zijn fraai.
Aanwezigheid
Gij zijt bij mij den nacht, den dag, den nacht,
Eens hebt gij het heelal mij toebedacht,
maar dat is tot dit lichaam teruggebracht.
Gelijk de wind die om de huizen is,
zo zijt gij mij een wenseloos gemis.
Ik heb u lief, het is zoals het is.
Gerrit Achterberg
In den regen
Laat dit, omdat ik eenzaam ben,
een stem verweven als de regen;
die heb ik van u meegekregen,
zover ik van u ben.
Het is hetzelfde als uw leden, -
kuis en nabij -, waarmee de woorden,
sidderen en worden geboren;
waarin uw liefde heeft gezwegen.
Zo sneeuwt de dood het leven dicht,
Er is geen angst meer en geen naam.
Ik lig weer met mijn ziel tesaam
in onverstoorbaar evenwicht.
Ik heb u lief, al zijn vergaan
de verten, die ik met u deelde,
wat gij mij nimmermeer verheelde
vangt immer in den regen aan.
Elke kassei een schok, een steen
op de maag, een naald in dij en kuit.
Renners vloeken, spuwen vlokken schuim
en tuimelen dan als patrijzen met hoofd
en hersens op de hobbelige helleweg.
Die als een omgevallen klaagmuur zucht.
Hun kop staat scheef, beven doen ze
als staat de dood voor hen.
Tanden knarsen, breken tot gruis
dat zich als wit poeder met het bloed
der huiverende helden mengt.
Kasseien : bloedloze keizers van terreur
en harde stenen stilte
Ik zit voor het open raam van de kroeg.
Het is zonnig, het is nog vrij vroeg.
En zeer, zeer vroeg was het vanmorgen licht,
de wereld, de zon en het jaar,
waardoor ik liep in snel, verend rythme,
stromend en stralend -
en lachend met haar,
die nu met een blinkend gezicht
tegenover mij zit.
Zij lacht, haar tanden zijn wit.
De schaduw op onze tafel verschuift...
plotseling zegt zij
Drink, nu ligt de zon in je glas.
En alsof zij het eeuwige leven gaf,
giet ik de brandende zon in mijn mond.
Zij gaat vurig en fonkelend in mij onder,
zij verdeelt zich over mijn aadren,
zij wordt een deel van mijn bloed.
Waar de toekomst is beklonken,
Een mooie toekomst is geschonken,
En de lach verder gaat zonder traan.
Daar maakt men zich geen illusies,
Want dat leidt slechts tot conclusies,
En weerhoudt ons van bestaan.
Waar gezapigheid zich roert,
En ferm door idealen snijdt,
Waar oprechtheid zich verhoert,
Aan de geest van deze tijd.
Waar het hoogste goed zich vertaalt,
In de meest treurige verdraagzaamheid,
Waar een mens al heeft gefaald,
Wanneer hij tot offers is bereid.
Daar wil ik mijn hoofd neerleggen,
En zonder nog een woord te zeggen,
Mijzelf omringen met verloren dagen,
En gedachtes die mij behagen,
Wanneer iemand mij dan toch zal vragen;
Was er niet een andere weg?
Zal mijn antwoord niets meer zijn,
Dan een roep in de woestijn,
'Waar alle hoop reeds is verloren,
Is een nieuw bestaan geboren,
Waar geen plaats meer is voor pijn,
En waar geen blinde mij wil horen,
En geen dag mij kan bekoren,
Daar trek ik de lijn.'
Een pretentieus maar nietszeggend gedicht van ondergetekende.
O, hoe ik verlang naar die dagen dat inspiratie nog dag en nacht mijn metgezel mocht zijn...
She looked over his shoulder
For ritual pieties,
White flower-garlanded heifers,
Libation and sacrifice,
But there on the shining metal
Where the altar should have been,
She saw by his flickering forge-light
Quite another scene.
In het kader van Gedichtendag.
quote:Luibak!
Op donderdag 30 januari 2003 21:38 schreef PingPong het volgende:
Fragmentje uit...
Laat mij alleen.
dit is de tweesprong onzer wegen.
gij hebt mij tot den versten rand geleid.
maar keer hier om, ween niet.
gij kunt den laatsten tocht naast mij niet schrijden,
noch ik met u, gij gaat hem eens alleen.
gij zijt mij nochtans onverdeeld verpand:
ik heb uw bloed den donkren kus gegeven
van hen, die boven dood en leven
ontstegen zijn. ik ben hun afgezant.
ik beid uw komst.
wij zullen eens den zwarten wijn
van dood en donker uit één beker drinken,
wij zullen stromend in elkaar verzinken
en eeuwig zijn.
vaarwel.
ik keer niet weer.
maar gij komt zelve, later.
vaarwel, het water
roept voor de derde keer.
It sifts from leaden sieves,
it powders all the wood,
it fills with alabaster wool
the wrinkles of the road.
It makes an even face
of mountain and of plain, -
unbroken forehead from the east
unto the east again.
It reaches to the fence,
it wraps it, rail by rail,
Till it is lost in fleeces
It flings a crystal veil
On stump and stack and stem, -
the summer's empty room,
acres of seams where harvests were,
recordless, but for them.
It ruffles wrists of posts,
as ankles of a queen, -
then stills its artisans like ghosts,
denying they have been.
quote:Daar horen plaatjes bij.
Op zaterdag 1 februari 2003 21:21 schreef RaisinGirl het volgende:
The Snow
Nu de sneeuw weer is gesmolten, zie ik het allemaal weer een stuk minder mooi in. Daarom het volgende, uiterst toepasselijke, gedicht van Slauerhoff
.
In Nederland
In Nederland wil ik niet leven,
men moet er steeds zijn lusten reven,
terwille van de goede buren
die gretig door elk gaatje gluren.
'k ga liever leven op de steppen,
waar men geen last heeft van zijn naasten:
Om 't krijsen van mijn lust zal zich geen reiger reppen,
geen vos zijn tred verhaasten.
In Nederland wil ik niet sterven,
En in de natte grond bederven
Waarop men nimmer heeft geleefd.
Dan blijf ik liever hunkrend zwerven
en kom terecht bij de nomaden.
Mijn landgenoten smaden mij: 'Hij is mislukt.'
Ja, dat ik hen niet meer kon schaden,
heeft mij in vrijheid nog te vaak bedrukt.
In Nederland wil ik niet leven,
men moet er altijd naar iets streven,
om 't welzijn van zijn medemensen denken.
In het geniep slechts mag men krenken.
Maar niet een facie ranslen dat het knalt,
alleen omdat die trek mij niet bevalt.
Iemand mishandlen zonder reden
getuigt van tuchteloze zeden.
Ik wil niet in die smalle huizen wonen,
die Lelijkheid in steden en in dorpen
bij duizendtallen heeft geworpen....
Daar lopen allen met een stijve boord
- uit stijlgevoel niet, om te tonen
dat men wel weet hoe het behoort -
Des Zondags om elkaar te groeten
de straten door in zwarte stoeten.
In Nederland wil ik niet blijven,
Ik zou dichtgroeien en verstijven.
Het gaat mij daar te kalm, te deftig,
Men spreekt er langzaam, wordt nooit heftig.
En danst nooit op het slappe koord.
Wel worden weerlozen gekweld,
Nooit wordt zo'n plompe boerenkop gesneld,
en nooit, neen nooit gebeurt een mooie passiemoord.
Some say the world will end in fire,
Some say in ice.
From what I've tasted of desire
I hold with those who favor fire.
But if it had to perish twice,
I think I know enough of hate
To say that for destruction ice
Is also great
And would suffice.
Het is fascinerend , een schip dat ten onder gaat, maar de intenties zijn bevroren.
Verstijfd van angst en bevrorenheid, one whiskey on the rocks, maar dat hele verhaal is bekend, nakijken en copieren, de enigste optie toch?
Het ijs ontbreekt en ik voel mij falikantbaan de veerkeerde zijde. Zucht. Het is kruipen, net als ik, stapje voor stapje... (Fatima)
Hoor de wind waait, de tijd voor dromen is voorbij
Hoor de zee ruist, zet je zorgen maar opzij
Er is nog genoeg te doen,
Zelfs voor ons twee,
Het wordt nooit meer zoals toen,
Dus vaar maar met mij mee,
Hoor de bomen schreeuwen, twijfel niet aan wat ik zeg
Hoor de vogels zingen, spreidt je vleugels en vlieg weg
Geef mij je hart te leen,
En leg je in de hand van God,
Sla je armen om mij heen,
En schik je in ons lot,
Hoor de tijd kruipt, hij heeft ons al herkend
Hoor de muziek huilt, dit is het moment
Sluit nu je ogen maar,
Je zult zien, het gaat zo vlug,
Straks zien wij elkaar,
...misschien weer terug.
Ter verdediging, het was eigenlijk bedoeld als een aantal coupletten op een enigszins toegankelijk lied, mocht de simpelheid van het geheel U niet ontgaan zijn..
Het gras dampt, klam en vochtig,
De grond blijft stijf bevroren
In heete korte zomer:
t Blijft winter in de zomer.
De klokjes zijn nog hoorbaar,
Het rulle spoor nog zichtbaar,
De kar is al verdwenen.
Ja, alles gaat, verdwenen
Wat over is gebleven
Is lief maar onvoldoende
Om op te leven.
quote:Van wie is dat Lamon?
Op donderdag 6 februari 2003 01:49 schreef Lamon het volgende:
Stil sta ik in de steppe,
De doffe zon gaat onder,
De schrale maan verschijnt.Het gras dampt, klam en vochtig,
De grond blijft stijf bevroren
In heete korte zomer:
t Blijft winter in de zomer.De klokjes zijn nog hoorbaar,
Het rulle spoor nog zichtbaar,
De kar is al verdwenen.Ja, alles gaat, verdwenen
Wat over is gebleven
Is lief maar onvoldoende
Om op te leven.
Een mooi oudje, later nog eens opgerakeld in Twin Peaks:
Percy Bysshe Shelley - Love's Philosophy
The fountains mingle with the river
And the rivers with the ocean,
The winds of heaven mix forever
With a sweet emotion;
Nothing in the world is single,
All things by a law divine
In one another's being mingle-
Why not I with thine?
See the mountains kiss high heaven
And the waves clasp one another;
No sister-flower would be forgiven
If it disdain'd its brother:
And the sunlight clasps the earth,
And the moonbeams kiss the sea -
What are all these kissings worth,
If thou kiss not me?
quote:Doe 'ns een gok.
Op donderdag 6 februari 2003 02:00 schreef PingPong het volgende:[..]
Van wie is dat Lamon?
Gefeliciteerd met je 5000-ste post, en mooi dat je weer een beetje terug bent.
Mooi liedje:
Eskobar - Someone new
So is it goodbye?
Is it time to set you free?
Is it time to let it fly?
Is it time to let it bleed?
We used to take turns
To cover up the pain
Deep below it burns
And the feeling still remains
You're gonna find someone new
I really hope you do
Cause I love you
And the sun will come on through
It's gonna shine for you
Cause I adore you
Yes we gave it a try
But maybe for too long
Out of every sorrow
Another day will dawn
You're gonna find someone new
I really hope you do
Cause I love you
And the sun will come on through
It's gonna shine for you
Cause I adore you
And the road travels on
But I'm still near you
In my life, like a song
I will still hear you
Still
You're gonna find someone new
I really hope you do
Cause I love you
Winter- Tori Amos
Snow can wait
I forgot my mittens
Wipe my nose
Get my new boots on
I get a little warm in my heart
When I think of winter
I put my hand in my father's glove
I run off
Where the drifts get deeper
Sleeping beauty trips me with a frown
I hear a voice
"Your must learn to stand up for yourself
Cause I can't always be around"
He says
When you gonna make up your mind
When you gonna love you as much as I do
When you gonna make up your mind
Cause things are gonna change so fast
All the white horses are still in bed
I tell you that I'll always want you near
You say that things change my dear
Boys get discovered as winter melts
Flowers competing for the sun
Years go by and I'm here still waiting Withering where some snowman was
Mirror mirror where's the crystal palace
But I only can see the myself
Skating around the truth who I am
But I know dad the ice is getting thin
When you gonna make up your mind
When you gonna love you as much as I do
When you gonna make up your mind
Cause things are gonna change so fast
All the white horses are still in bed
I tell you that I'll always want you near
You say that things change my dear
Hair is grey
And the fires are burning
So many dreams
On the shelf
You say I wanted you to be proud of me
I always wanted that myself
He says
When you gonna make up your mind
When you gonna love you as much as I do
When you gonna make up your mind
Cause things are gonna change so fast
All the white horses have gone ahead
I tell you that I'll always want you near
You say that things change
My dear
Stop all the clocks, cut off the telephone,
Prevent the dog from barking with a juicy bone,
Silence the pianos and with muffled drum
Bring out the coffin, let the mourners come.
Let aeroplanes circle moaning overhead
Scribbling on the sky the message He Is Dead,
Put crepe bows round the white necks of the public doves,
Let the traffic policemen wear black cotton gloves.
He was my North, my South, my East and West,
My working week and my Sunday rest,
My noon, my midnight, my talk my song;
I thought that love would last for ever: I was wrong.
The stars are not wanted now: put out every one,
Pack up the moon and dismantle the sun,
Pour away the ocean and sweep up the woods;
For nothing now can ever come to any good.
Een vrolijk gedichtje met het oog op Valentijn.
quote:En met die achterliggende gedachte nog eentje van de beste man..
Op maandag 10 februari 2003 00:07 schreef PingPong het volgende:
W.H. Auden - XX
Een vrolijk gedichtje met het oog op Valentijn.
Lay Your Sleeping head, my love,
Human on my faithless arm:
Time and fevers burn away
Individual beauty from
Thoughtful children, and the grave
Proves the child ephemeral:
But in my arms till break of day
Let the living creature lie,
Mortal, guilty, but to me
The entirely beautiful.
Soul and body have no bounds:
To lovers as they lie upon
Her tolerant enchanted slope
In their ordinary swoon,
Grave the vision Venus sends
Of supernatural sympathy,
Universal love and hope;
While an abstract insight wakes
Among the glaciers and the rocks
The hermit's carnal ecstacy,
Certainty, fidelity
On the stroke of midnight pass
Like vibrations of a bell
And fashionable madmen raise
Their pedantic boring cry:
Every farthing of the cost.
All the dreaded cards foretell.
Shall be paid, but from this night
Not a whisper, not a thought.
Not a kiss nor look be lost.
Beauty, midnight, vision dies:
Let the winds of dawn that blow
Softly round your dreaming head
Such a day of welcome show
Eye and knocking heart may bless,
Find our mortal world enough;
Noons of dryness find you fed
By the involuntary powers,
Nights of insult let you pass
Watched by every human love.
quote:Niet zo vrolijk wellicht, maar ik hoorde vandaag de unplugged versie van dit nummer van Annie Lennox
Op maandag 10 februari 2003 00:07 schreef PingPong het volgende:Een vrolijk gedichtje met het oog op Valentijn.
Here comes the rain again.
Here comes the rain again
falling on my head like a memory,
falling on my head like a new emotion.
I want to walk in the open wind,
I want to talk like lovers do,
want to dive into your ocean,
is it raining with you?
So baby talk to me like lovers do,
walk with me like lovers do,
baby talk to me like lovers do.
Here comes the rain again
raining in my head like a tragedy,
tearing me apart like a new emotion.
I want to breathe in the open wind,
I want to kiss like lovers do,
want to dive into your ocean,
is it raining with you?
La Nature est un temple où de vivants piliers
Laissent parfois sortir de confuses paroles;
L'homme y passe à travers des forêts de symboles
Qui l'observent avec des regards familiers.
Comme de longs échos qui de loin se confondent
Dans une ténébreuse et profonde unité,
Vaste comme la nuit et comme la clarté,
Les parfums, les couleurs et les sons se répondent.
Il est des parfums frais comme des chairs d'enfants,
Doux comme les hautbois, verts comme les prairies,
- Et d'autres, corrompus, riches et triomphants,
Ayant l'expansion des choses infinies,
Comme l'ambre, le musc, le benjoin et l'encens
Qui chantent les transports de l'esprit et des sens.
William Shakespeare - Sonnet XVIII
Shall I compare thee to a summer's day?
Thou art more lovely and more temperate:
Rough winds do shake the darling buds of May,
And summer's lease hath all too short a date:
Sometime too hot the eye of heaven shines,
And often is his gold complexion dimm'd;
And every fair from fair sometime declines,
By chance or nature's changing course untrimm'd;
But thy eternal summer shall not fade
Nor lose possession of that fair thou owest;
Nor shall Death brag thou wander'st in his shade,
When in eternal lines to time thou growest:
So long as men can breathe or eyes can see,
So long lives this and this gives life to thee.
Souvent, pour s'amuser, les hommes d'équipage
Prennent des albatros, vastes oiseaux des mers,
Qui suivent, indolents compagnons de voyage,
Le navire glissant sur les gouffres amers.
A peine les ont-ils déposés sur les planches,
Que ces rois de l'azur, maladroits et honteux,
Laissent piteusement leurs grandes ailes blanches
Comme des avirons traîner à côté d'eux.
Ce voyageur ailé, comme il est gauche et veule!
Lui, naguère si beau, qu'il est comique et laid!
L'un agace son bec avec un brûle-gueule,
L'autre mime, en boitant, l'infirme qui volait!
Le Poëte est semblable au prince des nuées
Qui hante la tempête et se rit de l'archer;
Exilé sur le sol au milieu des huées,
Ses ailes de géant l'empêchent de marcher.
Net als Correspondances is L'albatros een gedicht van Charles Baudelaire. Lang geleden, 26 jaar geleden schat ik, bij Frans gehad. De ene leraar liet ons de liedjestexten vertalen van Gérard Lenorman, o.m. La ballade des gens heureux en Voici les clés, de ander kwam met de poézie aan van Charles Baudelaire en Paul Verlaine. Ook liet hij ons Les maines sales lezen, van J.-P. Sartre... Gekke is dat ik na al die jaren Correspondances, nu ik het opnieuw lees, nog bijna uit mijn hoofd ken.
Sebastiaan
Dit is de spin Sebastiaan.
Het is niet goed met hem gegaan.
Luister!
Hij zei tot alle and're spinnen:
Vreemd, ik weet niet wat ik heb,
maar ik krijg zo'n drang van binnen
tot het weven van een web.
Zeiden alle and're spinnen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
kom, Sebastiaan, laat dat nou,
wou je aan een web beginnen
in die vreselijke kou?
Zei Sebastiaan tot de spinnen:
't Web hoeft niet groot te zijn,
't hoeft niet buiten, 't kan ook binnen
ergens achter een gordijn.
Zeiden alle and're spinnen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
toe, Sebastiaan, toom je in!
Het is zó gevaarlijk binnen,
zó gevaarlijk voor een spin.
Zei Sebastiaan eigenzinnig:
Nee, de Drang is mij te groot.
Zeiden alle and're innig:
Sebastiaan, dit wordt je dood...
O, o, o, Sebastiaan!
Het is niet goed met hem gegaan.
Door het raam klom hij naar binnen.
Eigenzinnig! En niet bang!
Zeiden alle and're spinnen:
Kijk, daar gaat hij met zijn Drang!
Pauze
Na een poosje werd toen éven
dit berichtje doorgegeven:
Binnen werd een moord gepleegd,
Sebastiaan is opgeveegd.
I am taffy stuck and tongue tied
Stutter shook and uptight
Pull me out from inside
I am ready
I am fine
I am covered in skin
No one gets to come in
Pull me out from inside
I am folded and unfolded and unfolding
I am colorblind
Coffee black and egg white
Pull me out from inside
I am ready
I am fine
In Egypt's sandy silence, all alone,
Stands a gigantic Leg, which far off throws
The only shadow that the Desart knows:
"I am great Ozymandias," saith the stone,
"The King of Kings; this mighty City shows
"The wonders of my hand." The City's gone,
Nought but the Leg remaining to disclose
The site of this forgotten Babylon.
We wonder,and some Hunter may express
Wonder like ours, when thro' the wilderness
Where London stood, holding the Wolf in chace,
He meets some fragment huge, and stops to guess
What powerful but unrecorded race
Once dwelt in that annihilated place.
Horace Smith
O lieflijkheid van lucht en land
Van Hollands vrije kust,
Eens door de vijand overmand
Vond ik geen uur meer rust.
Wat kan een man, oprecht en trouw,
Nog doen in zulk een tijd?
Hij kust zijn vrouw, hij kust zijn kind
En strijdt de ijd'len strijd.
Ik wist de taak, die ik begon,
Een taak van moeiten zwaar,
Maar 't hart, dat het niet laten kon,
Schuwt nimmer het gevaar.
Het weet hoe eenmaal in dit land
De vrijheid werd geëerd,
Voordat een vloek'bre schennershand
Het anders heeft begeerd.
Voordat, die eden breekt en bralt
Het misselijk stuk bestond,
En Hollands landen binnenvalt
En brandschat zijne grond;
Voordat, die aanspraak maakt op eer
En zulk Germaans gerief,
Ons volk dwong onder zijn beheer
En plundert als een dief.
De Rattenvanger van Berlijn
Pijpt nu zijn melodie;
Zowaar als ik straks dood zal zijn,
De liefste niet meer zie
En niet meer breken zal het brood
Noch slapen mag met haar,
Verwerpt al wat hij biedt of bood,
Die sluwe vogelaar!
Gedenkt, die deze woorden leest
Mijn makkers in de nood,
En die hun nastaan 't allermeest,
In hunne rampspoed groot,
Gelijk ook wij hebben gedacht,
Aan eigen land en volk,
Er komt een dag na elke nacht,
Voorbij trekt ied're wolk.
Ik zie hoe 't eerste morgenlicht
Door 't hoge venster draalt,
Mijn God, maak mij het sterven licht,
En zo ik heb gefaald,
Gelijk een elk wel falen kan,
Schenk mij dan Uw gena,
Opdat ik heen ga als een man
Als 'k voor de lopen sta...
Jan Campert
Love is not all: it is not meat nor drink
Nor slumber nor a roof against the rain;
Nor yet a floating spar to men that sink
And rise and sink and rise and sink again;
Love can not fill the thickened lung with breath,
Nor clean the blood, nor set the fractured bone;
Yet many a man is making friends with death
Even as I speak, for lack of love alone.
It well may be that in a difficult hour,
Pinned down by pain and moaning for release,
Or nagged by want past resolution's power,
I might be driven to sell your love for peace,
Or trade the memory of this night for food.
It well may be. I do not think I would.
Edna St. Vincent Millay
Life is easy when you fake it
Right until you realize
Your happiness is unrelated
To anything you have inside
And it doesn't feel right
And I'm mostly very tired
Every chance I get to distract myself
I won't try to convince myself
That there's anything for real or
That we're sure of what we feel
Quiet time is underrated
I still can't stand to be alone
That might be why I'm so unstable
Barely able to hold on
And I just don't feel right
And I'm mostly very tired
K's choice
De tekst van dit liedje kan zo op zichzelf staan, geen muzikale ondersteuning nodig.
I think I should have loved you presently,
And given in earnest words I flung in jest;
And lifted honest eyes for you to see,
And caught your hand against my cheek and breast;
And all my pretty follies flung aside
That won you to me, and beneath your gaze,
Naked of reticence and shorn of pride,
Spread like a chart my little wicked ways.
I, that had been to you, had you remained,
But one more waking from a recurrent dream,
Cherish no less the certain stakes I gained,
And walk your memory's halls, austere, supreme,
A ghost in marble of a girl you knew
Who would have loved you in a day or two.
Edna St. Vincent Millay
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zoolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen, stad en woud dat onderkomen
Kan vinden, deert mij geen bekommernis.
Het zal lang duren, maar de tijd zal komen
Dat voor den nacht mij de oude kracht ontbreekt
En tevergeefs om zachte woorden smeekt,
Waarmee k weleer kon bouwen, en de aarde
Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
Plek waar mijn graf in 't donker openbreekt.
Een oude bekende..
Why did you come, with your enkindled eyes
And mountain-look, across my lower way,
And take the vague dishonour from my day
By luring me from paltry things, to rise
And stand beside you, waiting wistfully
The looming of a larger destiny?
Why did you with strong fingers sling aside
The gates of possibility, and say
With vital voice the words I dream to-day?
Before, I was not much unsatisfied:
But since a god has touched me and departed,
I run through every temple, broken-hearted.
Mary Webb
Farewell the ashtray girl
Forbidden snowflake
Beware this troubled world
Watch out for earthquakes
Goodbye to open sores
To broken centre floor
We know we miss her
We miss her picture
Sometimes it's faded
Disintegrated
For fear of growing old
Sometimes it's faded
Assassinated
For fear of growing old
Farewell the ashtray girl
Angelic fruitcake
Beware this troubled world
Control your intake
Goodbye to open sores
Goodbye and furthermore
We know we miss her
We miss her picture
Sometimes it's faded
Disintegrated
For fear of growing old
Sometimes it's faded
Assassinated
For fear of growing old
Hang on
Though we try
It's gone
Hang on
Though we try
It's gone
Sometimes it's faded
Disintegrated
For fear of growing old
Sometimes it's faded
Assassinated
For fear of growing old
Can't stop growing old...
Placebo
There will come soft rains and the smell of the ground,
And swallows circling with their shimmering sound;
And frogs in the pools singing at night,
And wild plum-trees in tremulous white;
Robins will wear their feathery fire
Whistling their whims on a low fence-wire;
And not one will know of the war, not one
Will care at last when it is done.
Not one would mind, neither bird nor tree
If mankind perished utterly;
And Spring herself, when she woke at dawn,
Would scarcely know that we were gone.
Sara Teasdale
Ik heb dit gedicht ooit zelf eens op muziek gezet, daarna kwam ik het nogmaal tegen in de schoolkrant, en daarna op de begrafenis van de vader van een vriendin..het lijkt wel een rode draad in mijn leven, als ik in dat soort zaken zou geloven...maar dat doe ik gelukkig niet.
Ik heb ze bewaard, heel zorgvuldig, voor dit moment
waarop de dag de nacht raakt
voor als je weg bent
voor als je weg bent...
(opgedragen aan Lamon )
quote:Hoe toepasselijk.
Op zondag 23 februari 2003 02:34 schreef Pavane het volgende:voor als je weg bent...
(opgedragen aan Lamon
)
Waait mij nu zoetjes,
o zuchtende wind;
wiegt mij en douwt mij
dat zuilende kind;
speelt om zijn wichtelijk
aanzichte en laat
Jesuken rusten: het
slapen nu gaat.
Palmen, die roerende en
wagende zijt,
stilt om mijn kindeke uw
takken nen tijd;
engelkes, zoetjes, ach,
Jesuken wilt
slapen: uw' tonge en
uw' harpe nu stilt.
Vogelkes, zwijgt, die daar
huppelt en springt;
dauwdruppels, zoetjes, en
belt noch en klinkt;
zonne, uwe machtige
stralen verfrischt:
t Kindeken Jesus... in
slape... nu is t.
De zeer oude zingt:
er is niet meer bij weinig
noch is er minder
nog is onzeker wat er was
wat wordt wordt willoos
eerst als het is is het ernst
het herinnert zich heilloos
en blijft ijlings
alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk
als het hart van de tijd
als het hart van de tijd
quote:
Op vrijdag 28 februari 2003 13:43 schreef RaisinGirl het volgende:
pingpong is jarig! Hoera, hoera!
Twee Koningskinderen
Als alle mensen op hun handen liepen
En ankers bleven drijven op de Rijn,
Als oesters ongehoorde dingen riepen
En naalden ons doorstaken zonder pijn,
Als kangoeroes in hemelbedden sliepen
En mummies konden zingen in hun schrijn,
Als pyramiden soepel zouden zwiepen
En modderbaden geurden naar jasmijn,
Als reuzen gingen zwemmen in 't ondiepe
En er geen einde kwam aan dit refrein,
Dan hoorde ik een raamkozijn zacht piepen
En kuste jij me, dwars door het gordijn.
Gerrit Komrij
Eens zult gij op de bodem van
mijn graf letters van stof zien staan:
het lied, waartoe ik ben vergaan.
Maar dat gaat u dan niet meer aan
it was the first time I'd
realized
that.
It was a time of great and exalting excitement. The country was up in arms, the war was on, in every breast burned the holy fire of patriotism; the drums were beating, the bands playing, the toy pistols popping, the bunched firecrackers hissing and sputtering; on every hand and far down the receding and fading spreads of roofs and balconies a fluttering wilderness of flags flashed in the sun; daily the young volunteers marched down the wide avenue gay and fine in their new uniforms, the proud fathers and mothers and sisters and sweethearts cheering them with voices choked with happy emotion as they swung by; nightly the packed mass meetings listened, panting, to patriot oratory which stirred the deepest deeps of their hearts and which they interrupted at briefest intervals with cyclones of applause, the tears running down their cheeks the while; in the churches the pastors preached devotion to flag and country and invoked the God of Battles, beseeching His aid in our good cause in outpouring of fervid eloquence which moved every listener.
It was indeed a glad and gracious time, and the half dozen rash spirits that ventured to disapprove of the war and cast a doubt upon its righteousness straightway got such a stern and angry warning that for their personal safety's sake they quickly shrank out of sight and offended no more in that way.
Sunday morning came-next day the battalions would leave for the front; the church was filled; the volunteers were there, their faces alight with material dreams-visions of a stern advance, the gathering momentum, the rushing charge, the flashing sabers, the flight of the foe, the tumult, the enveloping smoke, the fierce pursuit, the surrender!-then home from the war, bronzed heros, welcomed, adored, submerged in golden seas of glory! With the volunteers sat their dear ones, proud, happy, and envied by the neighbors and friends who had no sons and brothers to send forth to the field of honor, there to win for the flag or, failing, die the noblest of noble deaths. The service proceeded; a war chapter from the Old Testament was read; the first prayer was said; it was followed by an organ burst that shook the building, and with one impulse the house rose, with glowing eyes and beating hearts, and poured out that tremendous invocation -- "God the all-terrible! Thou who ordainest, Thunder thy clarion and lightning thy sword!"
Then came the "long" prayer. None could remember the like of it for passionate pleading and moving and beautiful language. The burden of its supplication was that an ever--merciful and benignant Father of us all would watch over our noble young soldiers and aid, comfort, and encourage them in their patriotic work; bless them, shield them in His mighty hand, make them strong and confident, invincible in the bloody onset; help them to crush the foe, grant to them and to their flag and country imperishable honor and glory.
An aged stranger entered and moved with slow and noiseless step up the main aisle, his eyes fixed upon the minister, his long body clothed in a robe that reached to his feet, his head bare, his white hair descending in a frothy cataract to his shoulders, his seamy face unnaturally pale, pale even to ghastliness. With all eyes following him and wondering, he made his silent way; without pausing, he ascended to the preacher's side and stood there, waiting.
With shut lids the preacher, unconscious of his presence, continued his moving prayer, and at last finished it with the words, uttered in fervent appeal,"Bless our arms, grant us the victory, O Lord our God, Father and Protector of our land and flag!"
The stranger touched his arm, motioned him to step aside -- which the startled minister did -- and took his place. During some moments he surveyed the spellbound audience with solemn eyes in which burned an uncanny light; then in a deep voice he said
"I come from the Throne-bearing a message from Almighty God!" The words smote the house with a shock; if the stranger perceived it he gave no attention. "He has heard the prayer of His servant your shepherd and grant it if such shall be your desire after I, His messenger, shall have explained to you its import-that is to say, its full import. For it is like unto many of the prayers of men, in that it asks for more than he who utters it is aware of-except he pause and think.
"God's servant and yours has prayed his prayer. Has he paused and taken thought? Is it one prayer? No, it is two- one uttered, the other not. Both have reached the ear of His Who hearth all supplications, the spoken and the unspoken. Ponder this-keep it in mind. If you beseech a blessing upon yourself, beware! lest without intent you invoke a curse upon a neighbor at the same time. If you pray for the blessing of rain upon your crop which needs it, by that act you are possibly praying for a curse upon some neighbor's crop which may not need rain and can be injured by it.
"You have heard your servant's prayer-the uttered part of it. I am commissioned by God to put into words the other part of it-that part which the pastor, and also you in your hearts, fervently prayed silently. And ignorantly and unthinkingly? God grant that it was so! You heard these words: 'Grant us the victory, O Lord our God!' That is sufficient. The whole of the uttered prayer is compact into those pregnant words. Elaborations were not necessary. When you have prayed for victory you have prayed for many unmentioned results which follow victory-must follow it, cannot help but follow it. Upon the listening spirit of God the Father fell also the unspoken part of the prayer. He commandeth me to put it into words. Listen!
"O Lord our Father, our young patriots, idols of our hearts, go forth to battle-be Thou near them! With them, in spirit, we also go forth from the sweet peace of our beloved firesides to smite the foe. O Lord our God, help us to tear their soldiers to bloody shreds with our shells; help us to cover their smiling fields with the pale forms of their patriot dead; help us to drown the thunder of the guns with the shrieks of their wounded, writhing in pain; help us to lay waste their humble homes with a hurricane of fire; help us to wring the hearts of their unoffending widows with unavailing grief; help us to turn them out roofless with their little children to wander unfriended the wastes of their desolated land in rags and hunger and thirst, sports of the sun flames of summer and the icy winds of winter, broken in spirit, worn with travail, imploring Thee for the refuge of the grave and denied it-for our sakes who adore Thee, Lord, blast their hopes, blight their lives, protract their bitter pilgrimage, make heavy their steps, water their way with their tears, stain the white snow with the blood of their wounded feet! We ask it, in the spirit of love, of Him Who is the Source of Love, and Who is ever-faithful refuge and friend of all that are sore beset and seek His aid with humble and contrite hearts. Amen".
"Ye have prayed it; if ye still desire it, speak! The messenger of the Most High waits."
It was believed afterward that the man was a lunatic, because there was no sense in what he said.
Mark Twain, 1905
[Dit bericht is gewijzigd door Mugger op 23-03-2003 14:42]
Drink up with me now and forget all about
The pressure of days, do what I say
And I'll make you okay and drive them away
The images stuck in your head
People you've been before that you
Don't want around anymore
That push and shove and won't bend to your will
I'll keep them still
Drink up, baby, look at the stars
I'll kiss you again, between the bars
Where I'm seeing you there, with your hands in the air
Waiting to finally be caught
Drink up one more time and I'll make you mine
Keep you apart, deep in my heart
Seperate from the rest, where I like you the best
And keep the things you forgot
People you've been before that you
Don't want around anymore
That push and shove and won't bend to your will
I'll keep them still
Elliott Smith
I keep the wolf from the door
But he calls me up
Calls me on the phone
Tells me all the ways
That he's gonna mess me up
Steal all my children
If I don't pay the ransom
But I'll never see him again
If I squeal to the cops
No no no no
Walking like a giant crane
With my x-ray eyes
I strip you naked
In a tight little world and
Are you on the list?
Stepford wives
Who are we to complain?
Investments and dealers
Investments and dealers
Cold wives and mistresses
Cold wives and Sunday papers
City boys in the first class
Don't know they're born they know
Someone else's gonna
Come and clean it up
Born and raised for the job
Someone always dies
Oh I wish you'd get up, get over
Get up, get over and turn the tape off
I keep the wolf from the door
But he calls me up
Calls me on the phone
Tells me all the ways
That he's gonna mess me up
Steal all my children
If I don't pay the ransom
But I'll never see him again
If I squeal to the cops
So I just go
Written by Radiohead
Dit schreef ik in den trein naar waar hij lag
te sterven, terwijl ik de wilde duinen
van ons verleden jaar verdwijnen zag.
Waar de getemden wonen en hun tuinen
verzorgen, vond ik hem, wel al voorgoed
geveld en als een wild, dat aangeschoten
ligt en in langzame stilte leegbloedt,
maar - en hoe ver dan ook van zijn genooten -
toch als groot wild nog - want zij zijn groot wild,
dichters als hij, en de eigen jagers tevens:
vluchtend, verwoed door zichzelf nagesneld
tot in de grimmige uithoeken des levens.
En dan, gedreven in een laatste nauw
maakt het wild keer; zal de jager prooi worden?
het is er stil en laat, de lucht hangt grauw,
en wat er eenmaal heeft gebloeid, verdorde.
Zij staan, weerzijdsch gevaar, er oog in oog
loerend, op sprong: 't lang mes, de korte tanden
getrokken en ontbloot, de schouders hoog,
de schonken laag, tegenover elkander.
Maar plotseling, suizend en onzichtbaar,
is daar een grooter jager aangekomen;
de jacht heeft uit: zij liggen bij elkaar
thans, en hun vijandschap is hun ontnomen.
Handen en klauwen saamgevlochten, ligt
- terwijl de lucht nu breekt - een enkel wezen
in dien uithoek, alreeds vervuld wellicht,
en zeker van tweespalt voorgoed genezen.
Zoo naar de ziel de sombre, want zij was
hem somber en gelijk een onderwereld.
Maar naar het lichter hart, dat niet genas,
zie ik die kamer weer, en buiten dwerelt
herfst in den welverzorgden tuin al. Stil
komt nu de zuster van het rusthuis binnen
omdat hij belde, en vraagt hem wat wil,
en schikt de dekens en het koele linnen.
En dank'bre zachtheid, die hij' steeds verbeet,
komt nog een uitweg door zijn oogen vinden,
en heelt de ellendescherven weer tot leed,
het goede leed van wie vergeefs beminden.
Adriaan Roland Holst over Slauerhoff..
De tijd is aangebroken om een woord te wijden
Aan de geschonden reputatie van Herodes Antipas
Die een hele tijd geleden koning van Judea was
Een bloeiend rijkje aan de Middellandse Zee
U moet bedenken dat hij ernstig had te lijden
Van de Romeinse overheersing en zijn vrouw Herodias
Farizeeen, Sadduceeen, hoge bloeddruk, ischias
En de ideeen van zijn dochter Salome
't Is toch kras, kras, kras
Zei Herodes Antipas
Van mijn dochter Salome
't Is weer heel, heel, heel
Helemaal niet rationeel
Van je een, twee, drie
En die ideeen leiden vaak tot handelingen
De ene keer was zij vermomd als de markies van Carabas
Even later zat ze weer met pacifisten in het gras
Het was een duidelijk geval van pubertijd
Haar moeder ergerde zich zeer aan deze dingen
Daar moet een eind aan komen, zei ze tot Herodes Antipas
Moet je nou weer zien die jas, ze loopt erbij als een pias
En dat komt allemaal door jouw toegeeflijkheid
Antipas, pas, pas
Sprak zijn vrouw Herodias
Heus ze moet, moet, moet
Beter worden opgevoed
Want dat kind, kind, kind
Doet maar wat ze lollig vindt
Van je een, twee, drie
Kan ik het helpen zei de zwaar beproefde vader
Ze is nu eenmaal artistiek en niet de beste van de klas
En ze kan zich ook gedragen als een echte wildebras
Maar waar het goed voor blijken kan dat weet je nooit
Ik heb geen zin, aldus verklaarde hij zich nader
Een predikatie aan te heffen over elke wissewas
En il faut, zoals de Fransen zeggen, que je ne sais pas
Hoe wil je anders dat zo'n meisje zich ontplooit
En hij las, las, las
Een regeringspaperas
En hij ging, ging, ging
Naar een spoedvergadering
En hij dacht, dacht, dacht
Niet meer aan zijn nageslacht
Van je een, twee, drie
Ze kon hem spoedig die ontplooiing laten blijken
Op zijn verjaardag danste Salome met zwoele tangopas
En in meer en meer ontklede toestand rond op het terras
Het was het klapstuk van het druk bezochte feest
De gasten wisten niet meer hoe ze moesten kijken
Terwijl haar moeder was vertrokken met een pijnlijke grimas
Maar haar vader Antipas, die niet haar echte vader was
Verklaarde dat het zeer opwindend was geweest
En al ras, ras, ras
Riep hij om de huishoudkas
En hij zag, zag, zag
Dat er niet veel geld in lag
Dus hij zei, zei, zei
Haal de staatskas er maar bij
Van je een, twee, drie
Toen mocht de danseres een mooi cadeautje vragen
En om het goed te maken consulteerde zij Herodias
Deze zei: vraag om een hoofd, zoiets komt altijd wel van pas
Ik weet nog iemand die er eentje missen kan
Wat een sensatie toen het binnen werd gedragen
Met een garnering van olijven, sla en schijfjes ananas
Een takje peterselie en snufje sassafras
De mensen spreken er nog altijd schande van
Wel, dat was, was, was
Dan Herodes Antipas
Sterk verguisd, guisd, guisd
Maar vooral erin geluisd
Met dat hoofd, hoofd, hoofd
Want een hoofd is toch beloofd
Van je een, twee, drie
Lurk late. We
Strike straight. We
Sing sin. We
Thin gin. We
Jazz June. We
Die soon.
Door vijanden omringt,
Door vrienden in de nood,
Geschuwd als aas dat stinkt,
Houd ik mij lachend groot,
...nee, ik kan het niet meer.
Eigenlijk geloof ik niets,
en twijfel ik aan alles, zelfs aan U.
Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft,
dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en eenzaam,
en dat, in dezelfde wanhoop, Gij mij zoekt,
zoals ik U.
Gerard Kornelis van het Reve.
O buono Appollo, a l'ultimo lavoro
fammi del tuo valor sì fatto vaso,
come dimandi a dar l'amato alloro.
Infino a qui l'un giogo di Parnaso
assai mi fu; ma or con amendue
m'è uopo intrar ne l'aringo rimaso.
Entra nel petto mio, e spira tue
sì come quando Marsïa traesti
de la vagina de le membra sue.
O divina virtù, se mi ti presti
tanto che l'ombra del beato regno
segnata nel mio capo io manifesti,
vedrami al piè del tuo diletto legno
venire, e coronarmi de le foglie
che la materia e tu mi farai degno.
(O, goede Apollo, maakt, voor mijn laatste werk, / van uw pracht een zodanige vaas, / als gij verlangt voor het toekennen van de beminde lauwerkrans. / Tot nog toe was één top van de Parnassus / voor mij genoeg, maar nu met allebei, / ben ik genoopt de laatste arena te betreden. / Treedt gij binnen in mijn hart en adem, zoals gij deed wanneer gij Marsyas trok / uit de schede zijner ledematen. / O goddelijke kracht, als gij mij uzelve verleent, / zodat ik de schaduw van het gezegende rijk, / gegrift in mijn hoofd, mag openbaren / zult gij mij zien komen aan de voet uwer geliefde boom / en mij kronen met derzulken bladeren, / als de stof van mijn verhaal en u mij waardig zullen maken.)
Ongelooflijk.
That day of battle in the dusty heat
We lay and heard the bullets swish and sing
Like scythes amid the over-ripened wheat,
And we the harvest of their garnering.
Some yielded, No, not we! Not we, we swear
By these our wounds; this trench upon the hill
Where all the shell-strewn earth is seamed and bare,
Was ours to keep; and lo! we have it still.
We might have yielded, even we, but death
Came for our helper; like a sudden flood
The crashing darkness fell; our painful breath
We drew with gasps amid the choking blood.
The roar fell faint and farther off, and soon
Sank to a foolish humming in our ears,
Like crickets in the long, hot afternoon
Among the wheat fields of the olden years.
Before our eyes a boundless wall of red
Shot through by sudden streaks of jagged pain!
Then a slow-gathering darkness overhead
And rest came on us like a quiet rain.
Not we the conquered! Not to us the shame,
Who hold our earthen ramparts, nor shall cease
To hold them ever; victors we, who came
In that fierce moment to our honoured peace.
In deze echo sta ik bij de zee
mijner verlatenheid; hoewel onthecht,
hebt gij mij eens uw lichaam toegezegd
en daarmee is dit gans heelal tevree.
De woorden zullen er genoeg van zijn
om onze oude afspraak waar te maken;
te klinken in de koren van refrein,
die overal uw oren moeten raken -
en tot mij weer te keren, een voor een,
wanneer ik zelf gehoor geworden ben.
ik ben beroofd en leeg, mijn schepen zijn verbrand,
mijn stem verloor haar gloed en vindt geen weerklank meer
in 't dode firmament, niets dan de galm die keert
van 't sombere gewelf van mijn ontredderd hart.
ik sta alleen, geen God of maatschappij
die mijn bestaan betrekt in een bezield verband,
geen horizon of zee, geen poovre korrel zand
in 't naamloos wel en wee der brandende woestijn.
ik voel de waatren stijgen in den nacht,
de angst rijst naar den mond en aan mijn lippen staan
vermoeienis en walg, ik heb mijn merg verdaan
in slaafse horigheid aan het roofzuchtig bloed.
niets rest mij dan mijn val, laat mij te pletter slaan
en kermen als een meeuw tussen het zwarte wier;
die eens als zon in 't zenith heeft gestaan,
zal bijten in het zand als een kreperend dier.
waarvoor ben ik bang?
ik ben bang voor het uur
dat de dood mijn lichaam ontbinden zal
en mijn ziel wordt gezet in het vuur.
ik ben bang dat ik staan zal tegen den muur
en dat de kogel niet missen zal.
ik ben bang dat ik noch in den duur
noch daarna in de schaduwen van het Dal
den weg naar het hart des levens
meer vinden zal -
ach, de vrezen zijn zonder tal.
Ik kijk om me heen,
Waar is ze nou ?
Als een engeltje verscheen ze en
verdween ze even snel als ze gekomen was,
Waar is ze nou?
Ontwakend uit mijn droom,
Zie ik dat ik haar in mijn armen houd.
Ik mis je dag en nacht,
Was je maar hier bij mij,
Dan gaf ik jou mijn hart
Zo blijf ik dan altijd dichtbij,
Dichtbij jou, waar ik zoveel van hou.
Met jou,
Voel ik me vrij,
Geen problemen, geen zorgen,
Want er is altijd weer een morgen,
Met jou weer aan mijn zij(de)
Het kan me niet schelen of jullie het lelijk of niet vinden, maar gevoelens zijn gevoelens en zijn op dat precieze moment niet te verwoorden.
en arm het land, dat niet vergeven kan
de sombere weelde van dien ondergang,
de wilde glorie van dat morgenrood!
Uit: Larrios van J. Slauerhoff.
Februarizon
Weer gaat de wereld als een meisjeskamer open
het straatgebeuren zeilt uit witte verten aan
arbeiders bouwen met aluinen handen aan
een raamloos huis van trappen en piano's.
De populieren werpen met een schoolse nijging
elkaar een bal vol vogelstemmen toe
en héél hoog schildert een onzichtbaar vliegtuig
helblauwe bloemen op helblauwe zijde.
De zon speelt aan mijn voeten als een ernstig kind.
Ik draag het donzen masker van
de eerste lentewind.
Paul Rodenko
quote:Mooi gedicht, maar ik vind wel dat je wat minder trots op die laatste bezoekdatum moet worden, hoor.
Op woensdag 2 juli 2003 01:37 schreef PingPong het volgende:
Hoi PingPong, je laatste bezoek was op vrijdag 25 april 2003 @ 16:42
Maar nu ik ver gevaren heb
En lag op den oceaan alleen,
Waar zelfs Da Cunha en Sint-Heleen
Niet boren door de kimmen heen,
Voel ik het trekken als een eb
Naar 't verre, vaste, bruine land...
Nu weet ik: nergens vind ik vree,
Op aarde niet en niet op zee,
Pas aan die laatste smalle ree
Van hout in zand.
quote:Mijn dagboek zit in mijn hoofd. Ik ben te lui om em op papier te zetten.
Op woensdag 2 juli 2003 02:33 schreef Inspiration het volgende:
Lamon zou eens een dagboek moeten beginnen
Ik heb zooveel herinneringen,
Als blaadren ritslen aan de boomen,
Als rieten ruischen bij de stroomen,
Als vogels het azuur inzingen,
Als lied, geruisch en ritselingen:
Zooveel en vormloozer dan droomen.
Nog meer: uit alle hemelkringen
Als golven uit de zee aanstroomen
En over breede stranden komen,
Maar nooit een korrel zand verdringen.
Ze fluistren alle door elkander
Wild en verteederd, hard en innig;
Ik word van weelde nog waanzinnig,
Vergeet mijzelf en word een ander.
De droeve worden altijd droever,
Nu ik het onherroeplijk weet,
Steeds weer te stranden aan den oever
Der zee van t altijddurend leed.
Ook de gelukkige worden droever,
Want zij zijn voorgoed voorbij:
Kussen, weelden, woorden van vroeger
Zijn als een doode vrucht in mij.
Ik heb alleen herinneringen,
Mijn leven is al lang voorbij.
Hoe kan een doode dan nog zingen?
Geen enkel lied leeft meer in mij.
Aan de kusten van de oceanen,
In het oerdonker van de bosschen,
Hoor ik t groot ruischen nog steeds ontstaan en
Zich nooit meer tot een stem verlossen.
Kijk, praktisch
quote:Ga nou niet twijfelen aan het bestaansrecht van een topic van jaren terug, daar ben je nog te newbie voor.
Op woensdag 2 juli 2003 02:44 schreef Inspiration het volgende:
Ok fair enough, maar wat is het nut van een copy paste topic
Je copy/paste niet zomaar wat, je zoekt en vindt een vertaling van emoties en gedachtenkronkels, en stelt deze openbaar om wat dichter bij elkanders levensfilosofieen te komen.
En soms is een mooi gedicht op de juiste plaats, en de juiste tijd, simpelweg gewoon fijn om te zien.
Het gras dampt, klam en vochtig,
De grond blijft stijf bevroren
In heete korte zomer:
t Blijft winter in de zomer.
De klokjes zijn nog hoorbaar,
Het rulle spoor nog zichtbaar,
De kar is al verdwenen.
Ja, alles gaat, verdwenen
Wat over is gebleven
Is lief maar onvoldoende
Om op te leven.
Aanrader, Lamon.
quote:3 nummers geluisterd. Het is zeker niet slecht, maar ik vind het nog iets te vrolijk ( ik ben tenslotte een beroepsnegativist
Op woensdag 2 juli 2003 03:16 schreef PingPong het volgende:
Mooie muziek, door mijn Zweedse vriend Fred:Aanrader, Lamon.
Ik vind trouwens, om de boel over een hele andere boeg te gooien, dat RaisinGirl, maar ook Maggie, risk one en Koekepan wel weer wat meer initiatief mogen tonen in dit topic.
En dat was wel weer genoeg geleuter van een dronkenman, ik ga mij nu heel vrolijk ter bed begeven, aangezien ik alweer de laatste zielepoot op dit forum lijk te zijn.
quote:Soms ben ik niet meer dan
Op woensdag 2 juli 2003 04:17 schreef Lamon het volgende:Ik vind trouwens, om de boel over een hele andere boeg te gooien, dat RaisinGirl, maar ook Maggie, risk one en Koekepan wel weer wat meer initiatief mogen tonen in dit topic.
Een lichtstraal die jouw
schaduw volgt,
jouw ogen kleurt, jouw gezicht
spiegelt in het glas..
. Volgende keer misschien weer eens iets van Slauerhoff.
Maar 't speeltuig ligt in 't stof geworpen
En hij die ze er aan ontlokte
Is nu een afgestompte, verstokte
Dronkaard geworden in de laatste dorpen.
Nog zweven liedren op den wind...
Een lange ingespannen blik
Hecht zich soms aan een sterke ster,
Die alleen staat en stralend ver,
Stil als een eeuwig oogenblik.
En 't leed dat nimmer zich kon wreken
Wordt sidderend, alsof het breken
Wil in een eindelooze snik,
Maar weet terstond van geen verzachting
Der eenzaamheid, in de omnachting
Weer starrer, na dien milden schrik,
In 't graf van 't hart teruggeweken.
Of had je die al eens gepost, lamon? .
Sterren, versplinterend heelal,
Vuur langs den hemel heen -
O Christus, begraven kristal,
Vuur dat bevroor in den steen!
Ter weerszij der wereld geplaatst,
Wordt der sterren koud firmament
Tot een glinst'renden gletscher weerkaatst
In de kern van elk element.
En tusschen hen beiden schuift
Een schaduw-spel door den tijd
Van stervende vormen, en stuift
Weer uiteen naar hun eeuwigheid -
Welk een goedheid van God
Heeft, toen de vloek was gesteld
Over ons donkerend lot,
De weinige eeuwen geteld,
En schiep uit zijn witten schoot
Dit onuitputt'lijk geluk
Tusschen licht en licht, en den dood
Als een tintelend oogenblik! -
Martinus Nijhoff.
.
Misschien de gedachte dat toch weer een vrouw,
Nog nooit eer bekend, door dat duister zal komen,
Vol weerstand, vol lust toch, te worden genomen.
De aard wordt weer blond, de zee weer diepblauw.
Zij komt als de zon - voor de zoooveelste maal.
En ik sta weer in praal de zieltoging te boven
En merk dan hoe sterk, door daarin te gelooven,
Staat men op uit de dood - voor de zoooveelste maal.
Niet de gedachte dat alles wel goed zal komen
Want die hebben alleen zij, die met de eeuwige dromen
Geluk is er altijd om ons heen, dat kan niemand ontkennen
Maar het gaat ook wel eens slecht, en dat zal nooit wennen
Maar hoe rot het je ook vergaat, nu en in andere tijden
Met lachen kun je jezelf óf een ander flink verblijden...
-DW-
[Dit bericht is gewijzigd door dagwaarde op 05-07-2003 04:39]
[Dit bericht is gewijzigd door Mugger op 05-07-2003 18:20]
Rotown Magic
Rotterdam is niet te filmen,
De beelden wisselen te snel,
Rotterdam heeft geen verleden,
En geen enkele trapgevèl.
Rotterdam is niet romantisch,
Heeft geen tijd voor flauwekul,
Is niet vatbaar voor suggesties,
Luistert niet naar slap gelul.
't Is niet camera gevoelig,
't Lijkt niet mooier dan het is,
Het ligt vierkant hoog en hoekig,
Gekanteld in het tegenlicht.
Rotterdam is geen illusie,
Door de camera gewekt,
Rotterdam is niet te filmen,
Rotterdam is veels te èch.
Jules Deelder
Een koninkrijk voor zo'n gedicht over Amsterdam!
ga dan niet ver van huis,
en weer vooral ook het gespuis van vrouwen
buiten uw hart, weer het al uit uw kamer;
laat alles wat tot u komt
onder grote en oorlogszuchtige namen
buiten uw raam in den regen staan:
het is slecht te vertrouwen en niets gedaan.
alleen het geruis
van uw bloed en van uw hart het gehamer
vervulle uw lichaam, verstaat ge, uw leven, uw kluis.
zwicht nooit voor lippen:
samenzijn is een leugen en alle kussen verraad;
alleen een hart dat tegen eigen ribben slaat
is een zuiver hart op een zuivere maat.
zie naar mijzelf.
Ik heb in mijn jeugd
mijn leven verslingerd aan duizend dingen
van felle en vurige namen, oproeren, liefdes
en wat is het alles tezamen nu nog geweest?
over hoeveel zal ik mij niet blijven schamen
en hoeveel is er dat misschien nooit geneest ?'
de jongen kijkt door de geopende ramen
waarlangs de wereld slaat; zonder zich te beraden
stapt hij de deur uit, helder en zonder vrees.
Je t'aime, je t'aime
mais il y a une problème
quand je te régarde,
je suis hors de moi, mais pourquoi?
Ce sont tes yeux,
peut-être tes cheveux?
je me hypnotise sur toi
mais je ne sais pas
pourquoi
Echt....
Mijn moeder is mijn naam vergeten
Mijn kind weet nog niet hoe ik heet
Hoe moet ik mij geborgen weten?
Noem mij, bevestig mijn bestaan
Laat mijn naam zijn als een keten
Noem mij, noem mij, spreek mij aan
O, noem mij bij mijn diepste naam
Voor wie ik lief heb wil ik heten
~ Neeltje Maria Min
*Maak hier een mooi topic van-mensen groet
(niks copy/paste )
Deze winter is het gekwelde weer
Niet tot rust gekomen: door de boomen
Trok de storm, in onophoudlijk stroomen
Sloeg het leger van de regen neer.
't licht heeft afscheid van het land genomen
In een vale bui en keert niet weer.
Men denkt soms aan een warm zuidlijk meer
Waar 't geluk woont, maar kan niet ontkomen.
En ik vind dat het zoo blijven moet:
Grauw, zoo wordt de dood met warmte ontmoet,
Doet het denken aan zijn komst geen zeer;
Wel het denken dat denzelfden dag
Voor een jaar aan 't meer ik bij haar lag...
Nu staat de aarde op dezelfde plek,
Maar 't azuur is hol, de zon een vlek,
En ikzelf de schim van toen, niet meer.
Mijn belegerd leven lijkt soms een voorloopige
Vestiging voor een toekomstig rijk;
Ik moet het houden, doe vaak wanhopige
Pogingen om ontijdig op te breken,
Als ik lijd aan 't heimwee naar de zalige streken
Die ik verdedig en zelf nooit bereik.
quote:Deze was op herhaling, maar omdat ik hem zo mooi vind, moest dat maar een keertje mogen.
Zo'n dagHet was zo'n dag die niet in het teken stond van een grote gebeurtenis of een diepgaand gevoel. Er liep geen rode draad doorheen, tenzij ik zelf die rode draad was. Maar dat besef je op zo'n dag niet.
Het was een beetje een sprokkeldag.
Een dag waarop de scheermesjes op zijn en de zak suiker die je bij de supermarkt van het schap pakt van onderen een scheur blijkt te hebben en de post een pakje voor de buren bij je afgeeft.
Vorig jaar is er hier om de hoek nog iemand vermoord, maar dat zat er deze dag niet in. De vliegtuigen vlogen erg laag, maar bleven in de lucht. Het dak kwam niet naar beneden en de kelder liep niet onder.
Een dag waarop je een vlek op je jasje ontdekt die er niet uit wil en je een kartonnen doos vult met oude kranten en je een pantoffel kwijt bent. Wie raakt er nou een pantoffel kwijt? Jij. Nou ja, laat ook maar.
Een dag waarop je je herinnert dat je trompet had willen leren spelen maar toen besloot je toch maar tot schrijven. En dat je eens in het najaar zwemmend in de Noordzee dacht te zullen verdrinken.
Ik liep naar de drogist om scheermesjes te kopen. Bleek de drogist er niet meer te zijn. Zat er opeens een of ander financieel adviesbureau. 't Was me wat, lezer.
Groots en meeslepend wil ik leven, maar daar moeten ze je op zo'n dag wel een beetje bij helpen.Remco Campert
Strand
Met mijn voeten maak ik in het zand
sporen als herinneringen
de zee strekt zich onstuimig voor mij uit
in golfkoppen en schuimkringen.
Ik ben eb en dan weer vloed
eeuwig in twijfel tussen komen of gaan
gevangen in een besluitloos moment
wil ik vluchten, maar blijf ik staan.
Vraag me niet wat ik zou kiezen
als ik het allemaal over mocht doen
liever de pijn van het verliezen
dan het lauwe geluk van toen.
Uit: Don Juan van Theater het Amsterdamse Bos.
'Toen de caféklok halfnegen sloeg ledigde de leraar zijn bierglas in een teug en stond op.'
'Ga je nou opeens weg?' Vroeg zijn vriend de piloot verbaasd.
'Ja, er is bal bij ons op school en daar moet ik me even vertonen,' antwoordde de ander. 'Een uurtje maar. Daarna ben ik weer beschikbaar voor bier of erger.'
Het heeft nu lang genoeg geduurd PingPong.
de aarde is klein en alleen,
een slingerend schip in het ruim,
dat zich stampend en schuin
overstag gaand in doodsangst
kampende boven houdt
op het kolkende water des donkers
onder het stormende schuim.
ik lig in het ruim naast een vrouw.
haar borsten rijzen en dalen;
zij slaapt, zij denkt nu alleen
in haar dromen aan het geluk;
hoe vredig haar ademhalen:
zij weet niets van den nood
van ons schip, zij hoort
de seinen niet gillen
noch het angstige fluiten
driemaal, als een signaal
van den dood.
gun mij nog twee uren slaap,
ik kan zo niet blijven waken.
- neem dan nu afscheid van haar,
misschien zult gij den morgen niet halen,
tenzij in een ander land.
ik schuif mijn hand in haar hand
- zie, even beven haar wimpers -
zo liggen wij naast elkaar
als tweelingen, sluimrende kindren.
zullen wij elkaar niet meer vinden
dan zij mij dood - of ik haar?
Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood,
En het leven vliet gelijk het vlood,
En elk zijn is tot niet zijn geschapen.
Hoe onmachtig klinkt het schriel 'te wapen',
Waar de levenswil ten strijde mee noodt,
Naast der doodsklaroenen schrille stoot,
Die de grijsaards oproept met de knapen.
Evenals een vrouw, die eens zich gaf,
Baren moet, of ze al dan niet wil baren,
Want het kind is groeiende in haar schoot,
In elk wezen zwanger van de dood,
En het voorbestemde doel van 't paren
Is niet minder dan de wieg het graf.
J.C. Bloem.
.
.
.
.
quote:Mocht je nog geen tekst hebben voor de steen, die jou deze komende eeuwigheid zal gaan vertolken, is dit misschien een aardige suggestie, Bloemwijs:
Op vrijdag 11 juli 2003 00:52 schreef plunk het volgende:
J.C. Bloem.
Grafschrift
Het in zijn roes slechts half geleegde glas
Staat naast de stoel, waar hij heeft uitgestreden;
Het laatste boek is op de grond gegleden
In de om de kachel heen gemorste as.
Wat geeft het of men zo of anders leeft?
Dit zagen de verschrikten, die hem vonden:
Een mens, die niet meer bloedt uit duizend wonden,
Maar 't leven eindlijk overwonnen heeft.
Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken
En te hopen dat je licht het doet
Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker
Want binnen is het warm en licht en goed
Hand in hand naar buiten kijken waar de regen valt
Ik zie het vuur van hoop en twijfel in je ogen
En ik ken je diepste angst
Want je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
En als je 's morgens opstaat ben ik bij je
En misschien heb ik al thee gezet
En als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen
En als het regent gaan we terug in bed
Uren langzaam wakker worden, zwevend door de tijd
Ik zie het licht door de gordijnen en ik weet
Het verleden geeft geen zekerheid
Want je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker
Een straatlantaarn buiten geeft wat licht
En de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen
De stoelen staan te wachten op 't ontbijt
En morgen word ik wakker met de geur van brood en honing
De glans van 't gouden zonlicht in jouw haar
En de dingen in de kamer, ik zeg ze welterusten
Vanavond gaan we slapen en morgen zien we wel
Maar de dingen in de kamer zouden levenloze dingen zijn zonder jou
En je kunt niets zeker weten want alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
En je kunt niets zeker weten want alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
*snif*
quote:Deze is ook wel aardig. Als gedicht dan.
Op vrijdag 11 juli 2003 00:57 schreef Lamon het volgende:[..]
Mocht je nog geen tekst hebben voor de steen, die jou deze komende eeuwigheid zal gaan vertolken, is dit misschien een aardige suggestie, Bloemwijs: Grafschrift.
Deïsme
De mens is voor een tijd een plaats van God.
Houdt geen gelijkteken nog iets bijeen,
dan wordt hij afgeschreven op een steen.
De overeenkomst lijkt te lopen tot
deze voleinding, dit abrupte slot.
Want God gaat verder, zwenkend van hem heen
in zijn millioenen, God is nooit alleen.
Voor gene kwam een ander weer aan bod.
We zijn voor hem een vol benzinevat,
dat hij leeg achterlaat. Hij moet het kwijt,
al de afval, met zijn wezen in de strijd.
Sinds hij zich van de schepping onderscheidt,
gingen wij dood en liggen langs het pad,
wanneer niet Christus, koopman in oudroest,
ons juist in zo'n conditie vinden moest;
alsof hij met de Vader had gesmoesd.
Gerrit Achterberg.
Doodgaan is de kunst om levende beelden
met evenveel gelatenheid te dulden
als toen zij nog hun rol in t leven speelden,
ons soms verveelden, en nochtans vervulden.
Hier stond ons huis; hier liep zij met de honden;
hier maakte zij de bruine halsband los;
hier hebben wij de stinkzwammen gevonden,
op een beschutte plek in t sparrenbos.
Doodgaan is niet de aangrijpende gedachte,
dat zij voortaan alleen die paden gaat,-
want niemand is alleen die af kan wachten,
en niemand treurt die wandelt langs de straat,-
maar dat dit alles was: een werklijkheid,
die duren zal tot in de uiterste seconde;
dit is de ware wedloop met de tijd:
de halsband los, en zij met de twee honden.
Vestdijk..
Dit is haar graf, onder de jonge linden
vergaan haar handen en haar zachte ogen.
moet men geloven dat wie haar beminden
haar eens hervinden en herkennen mogen?
H. Marsman.
.
En ik zal niet verwonderd zijn;
in deze liefde zal de dood
alleen een slapen, slapen gerust
een wachten op u, een wachten zijn.
J.H. Leopold
Ieder scheiden is van 't laatste scheiden
Voorbode, ieder bed van 't laatste bed.
Alle sterfelijke wegen leiden
Naar het eind waarvan geen liefde redt.
In het stedelijk duister van de straten
Nemen we afscheid - en het drukt als lood,
Kijken om en wuiven, reeds verlaten,
Slaan de hoek om, en het is de dood.
J.C. Bloem.
.
Vader
Vader kocht ooit
een verzameld werk:
een bundel gedichten
van degelijk merk.
Bij wat hij mooi vond
zette hij strepen
een enkele keer
een uitroepteken.
Bij tijd en wijle
herlees ik die
zeer summiere
biografie :
In een code
van strepen en stippen
steeg het water
hem naar de lippen.
Willem Wilmink
quote:Maar droevig kan ook zo mooi zijn.
Op vrijdag 11 juli 2003 03:40 schreef PingPong het volgende:
En nou is het uit met die droefenis! Cheer up!
Liefde is niets dan daaglijks verder gaan
door dorre woestenijen
Om na den nacht saam moe weer op te staan
uit duistere valleien
Want het leven is geen vast geluk, maar een rampspoedig
dolen door het labyrinth
van de gevoelens; wie de weg weet is hoogmoedig
als onervaren kind
Liefde is alleen elkander droef verdragen
als vrouw en man:
Twee vijanden die toch elkander schragen
Zoo nu en dan,
en, daar god voor hun wanhoop en vragen
geen heul, geen antwoord heeft
Soms naar de eeuwigheid de zweefvlucht wagen
die een omhelzing geeft.
quote:Sorry, het moest even.
Op vrijdag 11 juli 2003 03:40 schreef PingPong het volgende:
En nou is het uit met die droefenis! Cheer up!
Deze dan, van Jopie Breemer?
De Reiziger
De reiziger reist heen en weer
Van Amsterdam naar Wormerveer
En ook wel eens naar Krommenie
Naar Beetsterzwaag en Middellie.
Hij leest zijn krant in de coupé
En neemt altijd zijn koffer mee
Hij draagt een witte hoge boord
En als hij zit zegt hij geen woord
Hij praat nooit met een ander heer
De reiziger reist heen en weer.
Pogues - A pair of brown eyes
One summer evening drunk to hell
I stood there nearly lifeless
An old man in the corner sang
Where the water lilies grow
And on the jukebox Johnny sang
About a thing called love
And it's how are you kid and what's your name
And how would you bloody know?
In blood and death 'neath a screaming sky
I lay down on the ground
And the arms and legs of other men
Were scattered all around
Some cursed, some prayed, some prayed then cursed
Then prayed and bled some more
And the only thing that I could see
Was a pair of brown eyes that was looking at me
But when we got back, labeled parts one to three
There was no pair of brown eyes waiting for me
And a rovin' a rovin' a rovin' I'll go
For a pair of brown eyes
I looked at him he looked at me
All I could do was hate him
While Ray and Philomena sang
Of my elusive dream
I saw the streams, the rolling hills
Where his brown eyes were waiting
And I thought about a pair of brown eyes
That waited once for me
So drunk to hell I left the place
Sometimes crawling sometimes walking
A hungry sound came across the breeze
So I gave the walls a talking
And I heard the sounds of long ago
From the old canal
And the birds were whistling in the trees
Where the wind was gently laughing
And a rovin' a rovin' a rovin' I'll go
For a pair of brown eyes
quote:De allerlaatste, ok?
Op vrijdag 11 juli 2003 03:40 schreef PingPong het volgende:
En nou is het uit met die droefenis! Cheer up!
Krang - Kraaien
De kraaien op het land
Zwart als de raven
Zullen schateren op de dag
Dat deze jongen wordt begraven
De stoet vanuit de kerk
Tegen al mijn wensen in
Een laatste avond in de kroeg
Maar de familie had geen zin
't Zijn zulke brave burgermensen
Grijze mussen berelaf
Ik kan sputteren wat ik wil
Ze dragen me naar mijn graf
Alwaar de goegemeente rouwend
Luistert naar de dominee
In zijn hart een goeie jongen
En de schare knikt gedwee
Terwijl ik de kist graag had gezien
Op de bar de deksel open
Een joint gaat in het rond
En jullie allemaal bezopen
Lul de oren van mijn kop
En dan de laatste drank besteld
Waarop een heldere geestverwant
Een taxibusje belt
Zet deze jongen bij het raam
Neem brood en koffie mee
En rij dan in het holst
Met z'n allen naar de zee
Zet me rechtop in het zand
Veeg het vuil van mijn gezicht
Zing de maan nog eenmaal toe
Tot aan het eerste ochtendlicht
Ga wandelen in de duinen
Leg wat schelpen in m'n schoot
Verzamel al het spoelhout
En bouw een kleine boot
En als dan 's avonds heel de zon
In die bak met water dooft
Duw me dan de zee op
Zoals me is beloofd
Maak allemaal een fakkel
Steek het bootje in de brand
Ik zal mijn lied nog eenmaal zingen
Jullie dansen op het strand
Als indianen.
Een purperen hemel
Geel zijn de wegen
Ik ben de bezem
Wie zal ik vegen
Groter dan god
Nooit zal ik buigen
Langs de kant van de weg
Staat de duivel te juichen
Allez Pantani! Slik dit poeder
'T Is geen voet van een col
'T zijn de borsten
Van uw moeder
Drink de bergen voeten dansen
Zelfde ronde nieuwe kansen
Herman Brood op een fiets
Tour de France Junkie
Fietsen is niets
Fietsen is Funkie
Berg na berg
met een vinger in de neus
Vanaf heden luidt de leus
De bergen vallen mee
Rij de Tour op L.S.D
L ' Epo C'est Moi
Verdoemd tot het niets
Vliegende Hollander
Spook op een fiets
Een Ghostdance
Op de pedalen
In het donker
Zullen we stralen
Allez Pantani!
Snuif dit poeder
'T Is geen voet van een col
'T zijn de dijen van uw moeder
De fiets digitaal
De mens analoog
En mochten we vallen
Dan is het omhoog
Herman Brood op een fiets
Tour de France Junkie
Fietsen is niets
Fietsen is Funkie
Berg na berg
Met een vinger in de neus
Vanaf heden luidt de leus
De bergen vallen mee
Rij de Tour op L.S.D
Arc de Triomphe
Champs-Elysées
Trip de France
Legalisé
Ik fiets ik besta
Het podium blank
Obelix de val
En een ketel toverdrank
Die is van mezelf. Voor die gevraagde vrolijke noot.
quote:Poep in je hoofd.
Op vrijdag 11 juli 2003 03:40 schreef PingPong het volgende:
En nou is het uit met die droefenis! Cheer up!
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
of heb je al poep, poep in je hoofd.
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
of heb je al poep, poep in je hoofd.
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
of heb je al poep, poep in je hoofd.
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
of heb je al poep, poep in je hoofd.
Poep in je hoofd, poep in je hoofd.
Wat maakt het uit, als je maar geloofd.
Poep in je hoofd, poep in je hoofd.
Wat maakt het uit?
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
of heb je al poep, poep in je hoofd.
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
of heb je al poep, poep in je hoofd.
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
of heb je al poep, poep in je hoofd.
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
Lekker, lekker, jaaaaaaa
Poep in je hoofd, poep in je hoofd.
Wat maakt het uit, als je maar geloofd.
Poep in je hoofd, poep in je hoofd.
Wat maakt het uit?
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
of heb je al poep, poep in je hoofd.
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
of heb je al poep, poep in je hoofd.
Zal ik jouw is effe lekker in je bek scheiten
of heb je al poep, poep in je hoofd.
Zal ik jouw is effe lekker lekker lekker aaaaaaaaah
Poep in je hoofd
En niemand komt niemand dan niemand tegen.
En iemand zegt ik ben een iemandswoord.
En iemand zegt ik ben maar ben verzwegen.
De hemel zwijgt en zwijgt want enzovoort.
En wij wijzelf gaan wonderlijke wegen:
wij varen om de tropen van de noord
figuurlijk zelfs met ons figuur verlegen.
En staan op straat en lopen toch weer door t
noem mij desnoods noem mij desnoods dan regen.
De hemel zwijgt en zwijgt en enzovoort.
Wij,
voer
voor de ruimte,
ketting-
reactie,
kralensnoer van de zon,
wij verbeelden ons niets
meer, zien
met onze ogen niets
meer, horen
onverstaanbaar geluid,
geen geluid.
En zijn biddende huid.
Maar de wil van de laatste
dubbelganger in ons:
lichtvalk of elk ander woord,
zal geschieden. Is
geschied.
Het kan heerlijk wezen
om een boek te lezen:
boom - roos - vis - vuur
en een boek is heus niet duur.
Hier op bladzij tachtig
is mijn boek zo prachtig,
want daar gaat een wit konijn
naar zijn oma met de trein.
En op bladzij honderd:
pispot omgedonderd.
Ha, wat moet ik lachen man,
krijg er bijna buikpijn van.
Maar bij bladzij zeven,
huil ik altijd even,
want daar gaat een kikker dood
ergens in een boerensloot.
Excuus
Een fles valt om met
luide knal,
Jouw hart breekt en ik zie
de scherven zich verspreiden
Door ons heelal;
Ik zeg iets ondoordachts;
de onrust is gezaaid,
en ik zie jouw blik.
Mijn maag keert zich om,
de aarde draait:
sorry.
quote:
Op dinsdag 15 juli 2003 09:49 schreef RaisinGirl het volgende:
Gedicht van de dag:Excuus
Een fles valt om met
luide knal,
Jouw hart breekt en ik zie
de scherven zich verspreiden
Door ons heelal;Ik zeg iets ondoordachts;
de onrust is gezaaid,
en ik zie jouw blik.
Mijn maag keert zich om,
de aarde draait:sorry.
Op de fiets gaat alles wel langzaam
maar toch nog behoorlijk hard.
Wie heel goed luistert aan een stilstaand
horloge hoort een zacht tikken.
Waar blijft de tijd? Om daar over na
te denken hebben wij het zwerk.
Rutger Kopland
Breng het vergulde kristal,
En glazen van droomrige kleur;
Behoed onzen roes voor verval
In overprikklenden geur.
Rozen! Om rozen nood!
Ik heb ze lief tot waanzin.
Zij hebben 't somber aanzien
Van dingen, aanbrengend dood.
De goudwijn schuimbekt in de kroes;
Gij klieft een perzik, dat het moes
Bespat uw blankzwellende borst.
Het park is als een afgrond zwart...
Er woelt, onstilbaar, in mijn hart
Naar zachtheid wrangkwellende dorst.
J. Slauerhoff.
We staggered through these empty streets
Laughing arm in arm
The night had made a mess of me
Your confessions kept me warm
And I don't really miss you, I just need to know
Do you ever think of you and I
And that beautiful goodbye
When I see you now
I wonder how
I could've watched you walk away
If I let you down
Please forgive me now
For that beautiful goodbye
In these days of no regrets
I'll keep mine to myself
And all the things we never said
I can say for someone else
Cause nothing lasts forever, but we always try
And I just can't help but wonder why
We let it pass us by
When I see you now
I wonder how
I could've watched you walk away
If I let you down
Please forgive me now
For that beautiful goodbye
Amanda Marchall - Beautiful goodbye
Simpel kan soms ook mooi zijn.
'Je bewustzijn is klein op een fiets. Hoe zwaarder de inspanning, hoe kleiner. Iedere gedachte is meteen helemaal waar, iedere onverwachte gebeurtenis is iets dat je altijd al geweten had maar even vergeten was.'
'Langzamerhand vind ik een cadans. Klimmen is een ritme, een roes, je moet de protesten van je organen in slaap wiegen.'
Uit: Dichtertje van Nescio.
Zeven maal over de zeeën te gaan,
schraal in de kleren, wat zou het mij deren,
kon uit de dood ik die éne doen keren.
Zeven maal over de zeeën te gaan -
zeven maal, om met zijn tweeën te staan.
De Dapperstraat
Natuur is voor tevredenen of legen
En dan: wat is natuur nog in dit land?
een stukje bosch, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hoogen staat.
Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
Verregend, op een miezerigen morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
J.C. Bloem
quote:Pure poëzie.
Op zondag 20 juli 2003 19:23 schreef onlogisch het volgende:
ik trek hem wel weer ff omhoog hoor
Hoe weet je de weg op zee, kapitein?
Hoe weet je waar je moet zijn?
Daar is nergens een huis,
daar is nergens een straat.
daar is nergens een bord waar de naam op staat
van de stad waar je morgen moet zijn.
Hoe weet je de weg, kapitein?
Willem Wilmink.
Zoals ze daar 's morgens
op de stoep tegen elkaar
aan geleund warmte zoekend
in hun plastic jassen
staan te wachten, grijs,
vormeloos, vol afgedankt
leven, tegelijk broos
en weerloos. Je zou ze
weer naar binnen willen
halen, je ouders
wachtend op de bus.
Victor Vroomkoning
Moi je t'offrirai
Des perles de pluie
Venues de pays
Où il ne pleut pas
Je creuserai la terre
Jusqu'après ma mort
Pour couvrir ton corps
D'or et de lumière
Je ferai un domaine
Où l'amour sera roi
Où l'amour sera loi
Où tu seras reine
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Je t'inventerai
Des mots insensés
Que tu comprendras
Je te parlerai
De ces amants-là
Qui ont vue deux fois
Leurs coeurs s'embraser
Je te raconterai
L'histoire de ce roi
Mort de n'avoir pas
Pu te rencontrer
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
On a vu souvent
Rejaillir le feu
De l'ancien volcan
Qu'on croyait trop vieux
Il est paraît-il
Des terres brûlées
Donnant plus de blé
Qu'un meilleur avril
Et quand vient le soir
Pour qu'un ciel flamboie
Le rouge et le noir
Ne s'épousent-ils pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Maar da's Tong.
So, who gives a fuck.
quote:..en ook een beetje Brel.
Op vrijdag 25 juli 2003 04:37 schreef tong80 het volgende:
Maar da's Tong.
Dans le port d'Amsterdam is dan mijn favoriet.
No need to laugh and cry
It's a wonderful, wonderful life
No need to run and hide
It's a wonderful, wonderful life
The sun's in your eyes, the heat is in your hair
They seem to hate you
because you're there
And I need a friend, oh I need a friend,
to make me happy
Not stand here on my own
Look at me standing
Here on my own again
Up straight in the sunshine
I need a friend, oh I need a friend
To make me happy, not so alone
Look at me here
Here on my own again
Up straight in the sunshine
Hoe aangenaam kan nieuwsgierigheid zijn?
Geluiden, beelden van het onbekende
Ruimdenkendheid uit zich in alle wegen
Veel komt voorbij, en nog steeds onderweg naar toen
Als een engel in de wind, maar dwalend zonder vleugels
Bevind ik mij gedreven door gevoel
Als een verademing in een zee, van zelfvertrouwen
-DW-
Rien Vroegindeweij.
.
Oh coy crescent do not frown for I am ready to sacrifice myself for you!
Please smile upon my heroic nation, why that anger, why that rage?
If you frown, our blood shed for you will not be worthy.
Freedom is the right of my nation who worships God and seeks what is right.
Türkiye !
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.
De minsten zullen minnaar zijn,
De armsten zullen macht vergaren
En gulzig drinken van den wijn
Onder een zoel ultramarijn.
Met bloesemwinden in hun haren
Zullen de minsten minnaar zijn
Als minstreel in den manenschijn
Zij die te min voor vrouwen waren
En gulzig drinken van den wijn.
Hun wellust, enkel minnepijn,
Werd niet verspild in liefdesparen:
De minsten zullen minnaar zijn,
Omdat zij voor den levenscijns
Zich ongeboren nog bewaren...
Want nu tot t drinken van de wijn
Den rijkeren de lust verdwijnt,
Geen lied meer slaat uit moede snaren,
Zullen de minsten minnaars zijn
En gulzig drinken van den wijn!
Vestdijk
Zij hadden samen 't groene gif gedronken,
Zij wilden in hun verzen ondergaan, -
Niet eeuw'ge liefde, sneeuw'ge maan; -
't Liefst zouden zij met vuile woorden pronken.
Er kwam een vrouw, - of waren 't and're vonken
Die hen bezielden? Zij zijn heengegaan,
Verwaten, stoffig op de breede baan,
Naar 't neev'lig stadsbeeld, waar de vriendschap slonk in
Een twist van prikkelbare jonggehuwden.
Wie zou het minste zijn? Het naspel was
Een kort revolverdrama, dat weer luwde, -
Het tweede: een bekeering met veel wijn
En een pak slaag in 't Natte Neckargras, -
Het derde: het cachot, - en de woestijn....
Simon Vestdijk
Vergeet mij - want die het schrijft is het niet
en wat hij schrijft laat niet los van zijn vingers
dan ondanks hemzelf. Er is niets geringers
dan een mens en iets beters is er niet.
Dubbele tong. En daarin de waanzin
en de zin, het haast onuitspreekbaar tasten.
onderwoords aftasten van een begin-
nend geluk, geluk waar? Overal waar ik
doodga aan ik, leef door mij niet meer vast te
houden, hier: in het aards en ruimtelijk
vuur, hier: in het vogelvrij ogenblik.
Andreus
Doodgaan is door de hals van de fles gaan,
geslikt worden door een altijd zwijgende kosmos,
die nooit iets uitlegt maar drinkt en zwijgt.
Hans Andreus
Poëzie is onmededeelbaar.
Blijf krom in je hoek.
Heb niet lief.
Ze zeggen dat er geweervuur is
binnen bereik van ons lichaam.
Is het revolutie? liefde?
Niets zeggen.
Alles is mogelijk, alleen ik onmogelijk.
De zee stroomt over van vissen.
Er zijn mensen die lopen op zee
als liepen ze op straat.
Niet vertellen.
Stel dat een engel van vuur
het gelaat van de aarde zou geselen
en dat de geofferde mensen
genade zouden vragen.
Niet vragen.
Carlos Drummond de Andrade
Woorden, Ontwaak!
Nu ik zo zuiver thuis ben met mijzelf
zie ik de bodem van mijn zelfbesef.
Tijd en vertrek verdwijnen in
een ongevormd begin.
Woorden, ontwaak, ik ben uw naam,
ik ben uw enige bestaan.
Ik zie mij ongeboren aan.
O kern, hoe ben ik u nabij,
alleen de dood is tussen u en mij.
Gerrit Achterberg
Allicht,
ook de poëzie moet bewegen,
het is immers een en al beweging?
C.B. Vaandrager
Verborgen Smarten
Ziet daar die Zigeuner dat knaapje eens slaan.
Wat moet toch zoo'n knaapje ontberen,
Omdat hij zoo even een fout heeft begaan,
Wijl hij nieuwe kunstjes moet leeren.
Als dan het knaapje huilt en beeft,
Omdat het kou en honger heeft,
Klinkt vaders stem heel norsch en barsch:
'Vooruit, naar het dorpje, voorwaarts marsch!'
Als hij dan lacht en danst en bedelt om een cent,
Een liedje zingt, dan schreit zijn harte,
Want ieder houdt hem voor een kleine, leuke vent.
Maar dat zijn verborgen smarten.
Ziet daar nog een moeder, zij waakt bij haar kind:
Zoo pas is er een dokter ontboden;
En dan op haar angstvraag, hoe de kleine zich bevindt,
Is weldra het leven gevloden.
Als dan de knaap aan haar boezem rust,
En zij zijn bleke wangen kust,
Want zij weet toch wat haar lieveling lijdt;
Wanneer hij ziet dat zijn moesje schreit,
Als zij dan lacht en zijn blonde lokken streelt,
Een liedje zingt, dan schreit haar harte,
Omdat God nu haar eenigst, liefste kind ontsteelt;
Maar dat zijn verborgen smarten.
Ziet daar nog een dame: 't is middernacht,
Hoe zij daar loopt te flaneeren,
Hoe zij in schijn tegen iedereen lacht
En wenkt aan voorbijgaande Heeren;
Als er dan soms eens een blijft staan,
Dan knoopt zij gauw een praatje aan,
Want iedereen weet toch wel gewis,
In welk een leven of zij is.
Als zij dan drinkt en lacht met zoo'n Heer, alleen
Een liedje zingt, dan schreit haar harte;
Want zij denkt dan weer aan die tijden van weleer,
Maar dat zijn verborgen smarten.
Doe toch die bloemen weg en laat mij zien.
Maak mij los van het behang, van deze stoel.
En nu je eindelijk luistert, noem mijn naam,
ik ben geen tafel. Kijk me aan, dit moet je zien.
Dat ik van groter diepte ben dan weelde,
dat, hoewel jij me penseelde, maar hoe mooi ik ben.
Doe die bloemen weg, je hebt het al gezien.
Hoe leeg je schilderij is, want je leven,
als ik ben opgestaan. Tenzij om naar je toe -
Ik neem je hand en breng je naar het leven.
Kijk nog even, hoe verliefd je bent.
Het lukt me wel, ik ben toch je model.
Robert Anker
Henri Matisse - La table noire
Twee straten verder
Ik heb gelopen door de stad, op zoek naar het feest,
tot de morgen begon
Ik heb gezeten aan het strand, dronken van liefde,
gestaard naar de ondergaande zon
Ik heb gelopen door winkels, gekocht wat ik wou,
mijn laatste geld verkwist
Ik heb mijn honger gestild tussen de lakens,
met een vrouw wier naam ik niet eens wist
Maar waar ik ook zoek, het is steeds of ik iets mis
Of het leven niet hier, maar twee straten verder is
Het is altijd een ander café, een andere vrouw, een andere stad
Het is nooit hier, nooit hier, nooit hier
Ik heb gereisd naar een land, de stilte gehoord,
een mooier uitzicht ken ik niet
Ik heb nachten geschreven, naar woorden gezocht,
tot ze klonken in een lied
Ik heb mijn handen gevouwen,
de weg gevraagd aan een man die zei dat hij het antwoord had
Ik heb gelegen op een bank bij een vrouw
die deed of ze de waarheid bezat
Maar waar ik ook zoek, het is steeds of ik iets mis
Of het leven niet hier, maar twee straten verder is
Het is altijd een ander café, een andere vrouw, een andere stad
Het is nooit hier, nooit hier, nooit hier
Waarom ben ik nooit genoeg voor mij,
ben ik nooit genoeg voor mij
Loop ik altijd het geluk voorbij,
het is nooit hier, nooit hier, nooit
Waar ik ook zoek, het is steeds of ik iets mis
Of het leven niet hier, maar twee straten verder is
(Arthur Umbgrove)
Schieten jongens of schiet op!
Brandt er licht voor niets in top
Tussen pop en pijpekop?
Raak maar eens een witte knop...
En de tijger heft zich op
En het paard komt in galop
En het huis vertoont een mop
En de trommel onderop
Slaat een roffel van nonstop
Wie hier schiet heeft nooit een strop!
Ben ik goed of ben ik slecht
Zegt de vrouw die nooit iets zegt
Niemand heeft mij uitgelegd
Of het onrecht is of recht.
Ik ben buit voor al wie vecht
Ik ben meid voor elke knecht
Ik ben moederlijk gehecht
Aan wie moeder tot mij zegt
Maar als er wordt aangelegd
Komt het schot in mij terecht.
Schieten jongens of schiet op!
Wie hier schiet heeft nooit een strop!
Martinus Nijhoff
Pyke Koch - De Schiettent
Vader
Vader kocht ooit
een verzameld werk:
een bundel gedichten
van degelijk merk.
Bij wat hij mooi vond
zette hij strepen
een enkele keer
een uitroepteken.
Bij tijd en wijle
herlees ik die
zeer summiere
biografie:
In een code
van strepen en stippen
steeg het water
hem naar de lippen.
Ik heb een verzameld werk van Willem Wilmink en dat ziet er net zo uit.
Luister even wat ik vraag
Luister even wat ik vraag
luister wat ik vraag vandaag
zeg maar ja, of zeg maar nee
doe maar mee
prja la la
Zeg eens even allemaal
zijn er hier ook meisjes in de zaal
Ach, dat doet me veel plezier
zijn er ook wel jongens hier?
Wat ik ook nog vragen wil:
is er hier een krokodil??
Ik wou dat ik een ijsje had,
ijs met slagroom, lusten jullie dat?
'k snap het al daar smul je van
lust je ook wel bloemkool dan?
(met een papje, met een papje, met een papje)
Luister even wat ik roep
lust je ook een broodje poep?
Foei Ome Willem, dat mag u niet zeggen, een broodje poep is vies!
Rapapa, rapapa rapapa (boem, boem boem)
jullie wonen in een huis, heb je ook een tafel thuis?
Staat er op die tafel dan een broodje poep dat vliegen kan?
Ome Willem dat bestaat niet
rapapa, rapapa, rapapa (boem, boem, boem)
'k Geloof dat ik maar niks meer vraag
't is al weer genoeg vandaag
Ome Willem stopt ermee
knip knap knee.
ook van Willem Wilmink
en jij?
als ik groot ben
word ik piloot.
en jij?
als ik groot ben
ga ik dood.
en jij, en jij, en jij?
als we groot zijn gaan we dood
maar eerst worden we nog even piloot.
Tim Krabbé
Albumblad van voor jaren
hoe wij, op zondag gevaren
in de gehuurde roeiboot,
onder de bomen paarden,
onhandig op hout en daarna de
boot lieten drijven en baadden.
Vervolgens ik opgedroogd
tot in mijn okselharen
alleen terug in mijn boot.
Koud in mijn ondergoed,
klevend als een dood
rimpelvel aan mijn lijf,
mijn borsten week uitgedijd.
Jij bleef er nog wat in,
met verkorte benen, je voeten
aangevreten door planten,
je geslacht dik deinend als bloemen.
Ik dacht, had ik dat binnenin
willen voelen tot in mijn tanden.
Als ik nu naar ze kijk
voel ik weer de lome
angst voor voorbijgaan komen
van die twee lieve dode
anderen daar, opgesloten
in verledenheid als een fles.
Geen kijken dat ze meer redt
van de onherstelbare foto
waarop ze zijn bijgezet.
Willem van Toorn
Co Westerik - Twee mensen, man in water, vrouw in boot
Flamenco. .
Een fractie van een kus. Geen lichtvlek Renoir,
maar een meisje dat ik zou willen vragen
hoe het moet zijn om meer dan een eeuw
te zijn begraven en nog steeds dansend
op le bal du Moulin de la Galette te verschijnen,
onwetend over het sneuvelen van zonen
die zij nog moet baren. Bang om de smaak
van haar afgewende lippen te verraden.
Zoveel vragen over de bijna achtendertigduizend
dagen die vlugger voorbij waren dan
de penseeltrek die haar een strohoedje gaf.
Op de kalender in mijn keuken kan ik
nog hooguit vijftig jaar naar haar kijken,
maar is de maand voorbij: de vuilnisemmer in
en 'De Kus' van Gustave Klimt in haar plaats.
Eddy van Vliet
Auguste Renoir - Le bal du Moulin de la Galette
Uitkijkend over de daken,
raakt een mensch
soms van ruimte bevangen,
en neemt dan
verschijnselen waar.
Zie daar!
Nee dáár!!
Daar rijdt langs de wolken
een boer op z'n fiets.
Of zijn het er vier?
Jules Deelder
een waterdrager in het veld
Draagt echt geen water
Als een vent draagt hij
Het schimpen van de held
Die zweven kan op draagvleugels
Van een geërfd talent.
Op schitteren rust een verbod
Hij mag niet hoger dan een zes
Meer wil men van hem niet vragen
Hij draagt zijn lot
Anoniem in het succes
Katvanger van nederlagen.
Henk Spaan
Hier zit ik op een vuilnishoop
Ik kijk droevig om me heen
Ik zie vodden en ouwe flessen
Excuseert u me, ik ween
Ja, ik huil een paar dikke tranen
En ik zing met benard gemoed
Misschien wordt het morgen beter
Maar het wordt toch nooit goed
Misschien wordt het morgen beter
Maar het wordt toch nooit goed
Want burgers, het is een rotzooi
Van het einde tot het begin
Of bent u vooruitstrevend
Ha, ha, daar blijf ik bijna in
Een merkwaardig soort illusie
Naar de afgrond coûte que coûte
En misschien wordt het morgen beter
Maar het wordt toch nooit goed
En misschien wordt het morgen beter
Maar het wordt toch nooit goed
De wereld is vol van dingen
Waar de mensen bang voor zijn
De één kan niet tegen vrouwen
En de ander niet tegen wijn
Eerlijk zullen we alles delen
Jij het zuur, en ik het zoet
En misschien wordt het morgen beter
Maar het wordt toch nooit goed
En misschien wordt het morgen beter
Maar het wordt toch nooit goed
Als ik ziek ben bel ik de dokter
En dat vindt die man wel leuk
Maar radioactieve uitslag
En radioactieve jeuk
Daar bestaan er geen pillen tegen
En het helpt niet wat je doet
Maar misschien wordt het morgen beter
Al wordt het toch nooit goed
Maar misschien wordt het morgen beter
Al wordt het toch nooit goed
Onder ons gezegd, burgers
De wereld is op en neer
't Is een vreselijke bende
Vindt u ook niet, meneer
Ik zie helemaal geen strand meer
Tussen eb en tussen vloed
Maar misschien wordt het morgen beter
Al wordt het toch nooit goed
Maar misschien wordt het morgen beter
Al wordt het toch nooit goed
quote:
Den Haag
Om het uitvak van FC Utrecht zijn 3 rijen met containers geplaatst om zo een confrontatie tussen Den Haag en Utrecht hooligans te voorkomen. Mocht dit nog wel lukken dan is er voor gezorgd dat in een straal van 300 meter om de derde reeks containers de straattegels goed zijn vastgezet en zijn er bomen gekapt om zodoende de mobiele eenheid haar werk te laten doen.
Tevens moeten de FC Utrecht-supporters voor aankomst in de Den Haag over stappen op stadsbussen uit Den Haag om zo te voorkomen dat er wapens en vuurwerk naar binnen wordt gesmokkeld. Iedere combiganger wordt bij het verlaten van de combi en voor het instappen in de stadbus grondig gefouilleerd.
Bij spreekkoren van beide zijden die schockerend zijn heeft de scheidsrechter van de KNVB de opdracht gekregen om de wedstrijd stil te leggen zodat de Mobiele Eenheid het desbetreffende vak kan ontruimen.
De politie zet zaterdag avond 600 man in om het verloop van deze wedstrijd met een verhoogd risico in goede banen te leiden,iets wat de gemeenschap ¤ 158.000 gaat kosten. Als we uitgaan van 600 Utrecht-supporters, dan betekent dat ¤ 263 per Utrecht-supporter
Me kluppie. .
.
.
.
.
.
.
Het fileermes
heb ik klaarliggen.
Wie ben je?
Ik zal het weten.
Keurig zal ik je na het fileren
weer aan elkaar naaien.
Want zo ben ik
ik heb liefde
Sylvia Hubers
Hoe verder men keek,
hoe groter het leek.
Jules Deelder.
.
Voel je hoe ik naar je toe kom?
Je bent naakt in de nacht.
Wacht ik doe eerst een doek om.
Nog niet, nog niet.
Liefkoos mij, zacht.
Zeg dat je mij mooi vindt
En alleen door te strelen
In 't donker, mij ziet.
Zullen wij spelen,
Dat wie 't eerste lacht,
Moet ondergaan wat de ander bedacht?
O, laat het doorgaan,
Totdat wij doodgaan.
Alles wat hierna komt
Is niets dan Dood, vermomd
in schijn van Leven.
Neem mij weer, wacht nog even.
Slauerhoff
And death shall have no dominion.
Under the windings of the sea
They lying long shall not die windily;
Twisting on racks when sinews give way,
Strapped to a wheel, yet they shall not break;
Faith in their hands shall snap in two,
And the unicorn evils run them through;
Split all ends up they shan't crack;
And death shall have no dominion.
And death shall have no dominion.
No more may gulls cry at their ears
Or waves break loud on the seashores;
Where blew a flower may a flower no more
Lift its head to the blows of the rain;
Though they be mad and dead as nails,
Heads of the characters hammer through daisies;
Break in the sun till the sun breaks down,
And death shall have no dominion.
Part Four: Time and Eternity
LXIII
AMPLE make this bed.
Make this bed with awe;
In it wait till judgment break
Excellent and fair.
Be its mattress straight,
Be its pillow round;
Let no sunrise' yellow noise
Interrupt this ground.
We can't agree about anything
Where to go or even where we've been
And I know what you're likely to do
Say that I've never cared about you
And all I wanted to say was that I love you
But you tell me now you don't believe it's true
You got a different, a different
A different point of view
You got a different
Point of view
You don't believe a single word I say
If I'd say black was white, you'd say it was grey
But in spite of being treated this way
I still dream of you all night and day
And all I wanted to say was that I love you
But you tell me now you don't believe it's true
You got a different, a different
A different point of view
You got a different
Point of view
Just this once
Just say yes
Please
You've got a clever way of haunting me
I'm never scared, but you're still daunting me
'Cause I know what you're likely to say
And I know that you'll get your own way
And all I wanted to say was that I love you
But you tell me now you don't believe it's true
You got a different, a different
A different point of view
You got a different
Point of view
You got a different, a different
A different point of view
You got a different
Point of view
Pet Shop Boys
Rinus Michels
Ooit onderwees hij doven
Bij hen kwam je met fluisteren niet ver
Hij ging spreken met een kracht
Die hem nog te pas zou komen
Voetballers wíllen soms niet luisteren.
Met stentorstem dicteerde hij wetten
Op weg naar nooit bereikte doelen
Korte metten maakte hij met
Wie niet horen wilden
Zij moesten voelen.
Nu bij het vallen van de avond
Zijn stem gaat inboeten aan kracht
Buigen de mensen zich naar voren
Dat ze hem nog willen horen
Stemt hem zacht.
Henk Spaan
1.
in het land
van de fiksers
arrangeer ik
de zwaartekracht
met één helm
en zes mixers:
ik zweef
dus
ik leef
2.
ik land niet
dit land rekt
zijn nek tot
zijn coiffure
aan al mijn
tenen trekt
3.
drie blikjes en wat hondenkak
het lijk van een duif en een wolk
in een plas plus een pluis op
een plastic zak: mijn plein mijn
wak waarover ik heers
met bronzen gemak
straks vlieg ik naar peer
daarna naar bagdad; mijn
schouderblad is al op weg
nu nog de rest - ach wat:
ik leef dus
ik zweef al
niettegenstaande
mijn gouden pak
Tom Lanoye
Panamarenko - Duikboot 'Nova Zemblaya'.
Deze week gezien in Zeebrugge.
Als ik een doek van Chagall zie,
zie ik terstond een juffrouw met knotjeshaar
die zegt jongens en meisjes dit is dus
wat de schilder als het ware droomt met zijn geestesoog
zoals het uit die viool die speelt opstijgt
en werkelijkheid wordt: de innerlijke
belevingswereld zoals de kunstenaar die ervaart
want het paard dat vliegt niet echt door de lucht
dat begrijpen jullie wel.
Maar als ik ook iets zeggen mag,
of dat paard echt door de lucht vliegt of niet:
liever helemaal geen kunst dan Marc Chagall.
Gerard Reve
Zij verstaat de kunst van bij me horen
In mijn lichaam heeft ze plaats gemaakt voor twee
In mijn ogen woont ze, in mijn oren
Ze hoort en ziet mijn hele leven met me mee
Soms begint ze in mijn hart te zingen
Waar het nacht wordt heeft ze lichtjes aangedaan
En door haar weet ik dan door te dringen
Tot de onvermoede schat van ons bestaan
Zo alleen maar wil ik verder leven
Schuilend bij elkaar
En als ik oud moet worden, dan alleen met haar
Zij kent al mijn dromen en mijn wanen
Al mijn haast en al mijn hoon en mijn spijt
Als ik lach kent zij alleen de tranen
Die daar achter liggen in de tijd
Zo alleen maar wil ik verder leven
Schuilend bij elkaar
En als ik oud moet worden, dan alleen met haar
Zij is meer dan deze woorden zeggen
In mijn lichaam heeft ze plaats gemaakt voor twee
Maar wie weet een wonder uit te leggen
En een wonder draag ik met me mee
Frans Halsema
Het huis van een kennis,
die met vakantie is,
leeg halen.
De schilderijen, meubels,
tapijten, kachels, het servies,
grammofoonplaten, kleding, spiegels
en ander huisgerei
fotograferen en op
ware grootte afdrukken.
De gefotografeerde dingen
eventueel met een
standaard in de rug
-denk aan de meubels-
weer op hun oude
plaats terugzetten.
Messen en vorken hebben
geen standaard nodig,
komen gewoon in de
gefotografeerde bak
(het zoutvaatje een
kleine standaard).
Bij zijn thuiskomst
zit wat de bewoner
in het buitenland
de laatste weken zag,
ontwikkeld door een
plaatselijke fotograaf,
plat in een reistas.
K. Schippers
Frekie
Wanneer 's middags om vier uur
onze schoolbel was gegaan
en we gingen voetbal spelen,
dan kwam Freek er altijd aan.
Frekie woonde in de buurt
maar zat niet op onze school.
Hij was een imbeciele jongen,
een mongool.
Meestal riep er iemand wel:
'Kom maar, Frekie, doe maar mee!'
Welke kant hij uit moest schoppen,
daarvan had ie geen idee.
Maar we legden soms de bal
op twee meter van het doel,
en we riepen: 'Schieten Frekie!'
en hij trok een ernstig smoel.
Als het raak was dook de keeper
mooi naar de verkeerde kant,
en 't was goal, en dan was Frekie
kampioen van Nederland.
Ze vonden Frekie zielig,
maar dat was hij niet voor mij,
want ik zag nooit een jongen
die zo blij kon zijn als hij.
Willem Wilmink
nothing matters
but flopping on a mattress
with cheap dreams and a beer
as the leaves die and the horses die
and the landladies stare in the halls;
brisk the music of pulled shades,
a last man's cave
in an eternity of swarm
and explosion;
nothing but the dripping sink,
the empty bottle,
euphoria,
youth fenced in,
stabbed and shaven,
taught words
propped up
to die.
Charles Bukowski
VI.
In Reading gaol by Reading town
There is a pit of shame,
And in it lies a wretched man
Eaten by teeth of flame,
In burning winding-sheet he lies,
And his grave has got no name.
And there, till Christ call forth the dead,
In silence let him lie:
No need to waste the foolish tear,
Or heave the windy sigh:
The man had killed the thing he loved,
And so he had to die.
And all men kill the thing they love,
By all let this be heard,
Some do it with a bitter look,
Some with a flattering word,
The coward does it with a kiss,
The brave man with a sword!
quote:x2 = 2 bier
Op zaterdag 13 september 2003 21:07 schreef FlyingFox het volgende:
BIER!
Leuk topic trouwens
quote:de sletjes zijn al aan het slapen hoor... die liggen na 2 breezers al plat
Op zondag 14 september 2003 01:42 schreef Inspiration het volgende:[..]
BREEZER
quote:In het zicht van een suikerpotje stuiteren ze al
Op zondag 14 september 2003 01:43 schreef TrailerParkBoy het volgende:[..]
de sletjes zijn al aan het slapen hoor... die liggen na 2 breezers al plat
quote:Alleen maar even d'r aan snuiven en het is al genoeg
Op zondag 14 september 2003 01:44 schreef Inspiration het volgende:[..]
In het zicht van een suikerpotje stuiteren ze al
quote:Kleurstof, water en suiker .. ojah nog wat alcohol gebundeld in een glas is teveel voor ze
Op zondag 14 september 2003 01:44 schreef TrailerParkBoy het volgende:[..]
Alleen maar even d'r aan snuiven en het is al genoeg
quote:gefeliciteerd
Op zondag 14 september 2003 01:44 schreef Inspiration het volgende:
fipo 11e page
my specialty
krijgen we nou taart?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |