Sorry voor het lange verhaal. Ik weet niet of ik hier iets mee bereik, maar goed, al is het maar om het van me af te schrijven.
Ik ben 20, tweedejaars student. Op het eerste gezicht heb ik een prima leventje. Ik heb genoeg vrienden, hou verder van uitgaan en sporten en verdien via internet wat bij – eigenlijk heel normaal. Ik voel me echter zo raar.
Het lijkt wel alsof ik in een voortdurende existentiële crisis verkeer. Ik kan het moeilijk onder woorden brengen, maar ik voel me vaak vervreemd, ook al doe ik gewoon de dingen die je zou verwachten van iemand van mijn leeftijd. Alsof ik een toeschouwer ben van een spel waarvan ik de regels niet ken, maar waar ik wel aan meedoe. Ik heb continu het gevoel dat ik iets mis wat mijn geluk in de weg staat en wat anderen wel lijken te hebben.
Gistermiddag liep ik langs het terras en het beeld van al die lachende stelletjes gaf me het pijnlijke besef dat ik in het afgelopen jaar eigenlijk geen moer ben opgeschoten. Ik doe niet zo veel. Ik heb geen echte hobby’s of passies (meer), niet echt een heel actief sociaal leven. Niet eens uit luiheid. Ik denk dat het probleem veel dieper ligt. Ik heb niets of niemand om voor te leven. Of misschien kan ik wel niet met mezelf leven, dat is het denk ik meer.
Ik heb het gevoel dat ik continu met mezelf worstel. Het is nooit rustig in mijn hoofd. Ik analyseer alles tot in het extreme. Mijn geheugen is onuitputtelijk. Ik ben altijd op zoek naar perfectie, ook al weet ik dat ik die niet zal vinden. Ik voel me een slaaf van mijn eigen gedachten. Het maakt me angstig, ongemotiveerd, ongeconcentreerd, verward en moedeloos.
Het zorgt ook voor een gebrek aan eigenwaarde. Ik heb het gevoel alsof ik nooit een eigen identiteit heb gehad. Iets waar ik me aan vast kan grijpen. Ik heb weleens gedacht dat ik over een soort ‘inzicht’ beschik dat anderen niet hebben. Maar anders dan in een film ben ik geen genie. Nee, ik ben gewoon die stille, piekerende jongen die verwaald is in de chaos van zijn gedachten, op zoek naar stabiliteit. Soms, heel soms, denk ik het gevonden te hebben, maar uiteindelijk val ik altijd weer terug, net als nu.
Dit alles hindert me bij het doen van de dingen waar ik plezier en energie uit kan halen – wat met mijn vrienden doen, sporten, lezen en iets doen voor de wereld, op welke manier dan ook. Werkelijk alles verandert in een zelfkritische, door angst gedreven clusterfuck. Het zorgt voor gevoelens van mislukking, die op hun beurt weer angst veroorzaken. Het is een vicieuze cirkel. Ik observeer mensen die in het nu leven, ongehinderd door de gedachten die eindeloos blijven doorratelen in mijn hoofd. Ik heb het gevoel alsof ik die staat nooit zal kunnen bereiken, hoe hard ik het ook probeer.
Ik zou zo veel dingen willen doen, maar iets in me houdt me tegen. Ik wil gaan leven. De wereld verkennen, nieuwe mensen leren kennen. Meer openstaan voor anderen. Liefde tonen. Mezelf nuttig maken. Mijn energie en creativiteit ergens in kwijt kunnen. Voor zover ik weet is dit de enige kans die we krijgen.
Mijn vermeende problemen lijken zo onbeduidend wanneer ik ’s avonds omhoog kijk. Maar ze zijn er wel, en hoe hard ik het ook probeer, alles zal uit mijn handen vallen als ik niet uit deze negatieve spiraal weet te komen. Ik zie zo veel potentie, maar voel me ondertussen ook zo hulpeloos. Ik ben me volledig bewust van mijn zelfobsessie. Maar hoe kan ik mijn aandacht richten op de wereld om mij heen, op anderen, als ik geen duidelijk beeld van mezelf kan krijgen?