Jantje en zijn agnostische oma lopen over straat. Jantje ziet een euro liggen en wil hem oprapen, maar zijn oma roept: "Nee Jantje, wat op de grond ligt is vies en mag je niet oprapen!".
Even later ziet Jantje vijf euro liggen en wil het oprapen, maar weer zegt zijn oma: "Nee Jantje, wat op de grond ligt is vies en mag je niet oprapen!".
Tien minuten later ziet Jantje twintig euro op de grond liggen, maar wéér zegt zij oma: "Nee Jantje, wat op de grond ligt is vies en mag je niet oprapen!".
Dan valt zijn oma ineens op de grond omdat ze over een baksteen struikelde. "Jantje help mij eens opstaan of wacht doe maar niet deze situatie is mij niet bekend ben ik nou vies omdat ik op de grond lig of telt dat niet voor mensen? Jantje laat mij maar liggen omdat wij dit nooit zeker kunnen weten maar de grond ligt zo vervelend dus help mij toch maar opstaan of nou ja nee doe maar niet!" Toen sloegen haar hersens op hol en stierf ze.