Het bewuste kan scherp en helder zijn of dof en afwezig. Het kan zich concentreren of gaan dwarrelen. Als je probeert je aandacht nergens op te richten, dan gaat ze dwarrelen en merkt nu eens dit en dan weer dat op. Als je intern ergens door in beslag genomen wordt, trekt je aandacht naar binnen. Als je extern ergens door in beslag wordt genomen, trekt je aandacht naar buiten. Er is een activiteiten begeleidende vorm van bewustzijn, waarin je zelf verdwijnt, en een zelfbewustzijn, waarin je weer tevoorschijn komt.
Als je een grote routine hebt in het uitvoeren van een bepaalde taak, kun je deze taak ook onbewust uitvoeren. Je bewustzijn wordt pas ingeschakeld als de routine ontbreekt. Neem bijvoorbeeld auto rijden. Een ervaren chauffeur, die een vaste route rijdt, kan dat op de automatische piloot. Al zal een onverwachte gebeurtenis zijn aandacht trekken en zo de bewuste controle weer inschakelen.
Het fenomeen hypnose laat zien dat ons bewustzijn verbonden is met het maken van keuzes. In hypnotische toestand verandert iemand in een automaat. Hij maakt in die toestand geen keuzes en legt ook geen bewuste herinneringen vast. Maar wel onbewuste herinneringen. Een hypnotiseur kan de gehypnotiseerde instrueren iets te doen op zijn teken. Eenmaal uit de hypnose zal hij daar inderdaad naar handelen, zonder dat hij zelf weet waarom. Hij weet wat hem te doen staat, maar alleen onbewust.
The view from nowhere.