Ik, en naar ik verwacht velen met mij, lijd aan het psychologische mankement dat mijn eigen gras altijd aan het verdorren lijkt. Iets wat ik niet heb idealiseer ik altijd in mijn hoofd. Zo ook toen ik naar Australie ging. Ik wist niks van dat land. Helemaal in mijn eentje naar de andere kant van de wereld in de ongerepte natuur. Alleen een episch avontuur aangaan, dat was de droom.Nu heb ik een mooie tijd daar gehad, dat zeker. Maar eigenlijk is Australie gewoon best wel een kutland. Aangezien het tegenwoordig een populaire bestemming is voor jeugdige lieden die met dezelfde motivatie als ik willen gaan, wil ik jullie de andere kant van het verhaal laten horen. Hier een kleine greep uit mijn klachtenarsenaal.
1. Ze hebben geen historie. Al die steden zijn hetzelfde. Sydney is nog wel leuk, Melbourne ook voor een dag. Maar het is allemaal heel rechttoe rechtaan. Strak, modern en nieuw, maar geen enkele historie aanwezig. Dit omdat ze slechts een hele jonge landsgeschiedenis hebben. Ik ben een keer naar een muurschildering van aboriginals gaan kijken, staan daar 3 vage witte verf strepen die werkelijk niets voorstellen

Aboriginals anno 2012 zijn overigens criminele, donkergekleurde Henk en Ingrids die in achterstandswijken wonen en een uitkering krijgen, ook niet iets om trots op te zijn.
2.De betutteling. Alles is daar voor families, en niks voor zuipende adolescenten. Ze hebben daar dus zo'n Australia day, waarvan ik dacht dat het een soort Koninginnedag zou zijn. Maar er zijn slechts een paar toneelstukjes voor kinderen in de stad, waar de hele familie naartoe kan gaan. Biertje op straat drinken is meteen een paar honderd dollar aftikken bij de klabakken. Tijdens Nieuwjaar moet je óf kaartjes van rond de 100 dollar kopen voor een feest, of met de gezinnen naar het vuurwerk kijken op een grasveld. Zelfs in de kroeg is de betutteling aanwezig. Security loopt rond om dronken mensen eruit te gooien. Komen ze zo bij je staan: Having a good time mate? En als je dan niet 100% nuchter reageert gooien ze je eruit.
3. De afstanden. De plek waarin je woont, daar ben je tot veroordeeld. Om ergens anders heen te gaan moet je fucking ver reizen. Ik ben in heel veel kleine plaatsjes geweest waar de jeugd zich de tering verveelt omdat ze daar als het ware gevangen zitten.
4. Backpackers stelen. Als je een doos bier (á 40 dollar) koopt, kun je er de klok op gelijk zetten dat de helft eruit is de dag erna.
5. Oostkust is niet zo bijzonder. Een hoop Lloret de Mars aan de Oostkust, en vooral toeristische overpriced activiteiten. Alles is sowieso veel te duur voor een Europeaan.
Nogmaals, ik heb er een prachtige tijd gehad. Maar dit kwam vooral door de mensen die je ontmoet en de avonturen die je beleeft. Stiekem 's avonds hostels inglippen om er gratis te slapen. Impulsief bij drie gasten die je nauwelijks kent in de auto springen. Met een Duits meisje en haar busje door de prachtige natuur over eindeloze wegen. Dat soort dingen zijn prachtig om mee te maken.
Maar, dit had ik ook in Europa kunnen doen. De fjorden in Noorwegen, lekkere vrouwen in Zweden, de meren in Finland, de mooie stadjes in Tsjechie, goedkope halve liters in Kroatie, de binnenlanden van Spanje, glooiende heuvellandschappen in Wales. Er is dichtbij huis zoveel te beleven, waarom zou je naar de andere kant van de wereld gaan?