Roemruchte familie zou in Amsterdamse wijk bewoners wegpesten
De Tokkies zijn terug
door MARJOLEIN SCHIPPER
![oabwg9.jpg]()
De zusjes Tokkie (links Hanna, rechts Nelly), altijd in voor een feest. „Maar dan zit je in Almere niet op de juiste plek”, aldus de twee dames die overwegen naar Breda te verhuizen. FOTO: JOHANNES DALHUIJSEN
![2crx5xz.jpg]()
Hanna Tokkie (met papagaai op haar hoofd) was in de tijd dat ze furore maakte op tv 130 kilo zwaarder dan nu. FOTO: KADIR VAN LOHUIZEN/IKON
Hoe het met Hanna Tokkie gaat? Nou, goed: „Ik ben van de jicht, reuma en drie longziekten af. Nu heb ik alleen nog maar kanker!” Vorige maand kwam de roemruchte familie weer in het nieuws na rellen in Amsterdam Nieuw-West. Leden van de Tokkie-clan zouden (allochtone) buurtbewoners wegpesten. Hanna, haar ex-man Gerrie en zuster Nelly weten van niets: „We zitten hier retesaai te zijn in Almere. Maar ik denk erover om naar Breda te verhuizen…”
Eerst mogen we helemaal niet langskomen. „We hebben een mediastop”, deelt Hanna Tokkie (52) gewichtig mee. Maar bij binnenkomst blijkt dat vooral Gerrie Ruijmgaart, de onafscheidelijke ex-man van Hanna, een praatstop heeft. Vorig jaar werd de Almeerse tak van de familie, met Hanna en Gerrie als stamoudsten, namelijk ook al bezocht voor een EO-aflevering van ’Hoe is het toch met…’ Gerrie verklaarde daarin, een rood hartje in zijn handen, met vochtige ogen de eeuwige liefde aan zijn Hanna.
Binnen de kortste keren stampte een delegatie van de Sociale Dienst de woning binnen. Ex Gerrie was toch vertrokken? Hoe zat dat dan? Waar lagen de onderbroeken en de tandenborstels? „Nou, en toen was Gerrie zijn uitkering kwijt”, briest Hanna. „En nu willen ze zijn zuurstof nog afpakken ook! Terwijl hij toch heel echt ergens anders woont! Die programmamaker belde nog om sorry te zeggen. Ja, wat koop ik daarvoor.”
Lymfeklierkanker
Ze balt haar vuisten. Zo op het eerste gezicht is er weinig over van Hanna, enkele jaren terug nog 198 kilo schoon aan de haak. Lymfeklierkanker deed haar de afgelopen jaren bijna 130 kilo verliezen, zodat de ooit zo vierkante vrouw, die altijd een treffende gelijkenis vertoonde met ma Flodder, opeens breekbaar oogt. Maar dat is slechts schijn. Als de papegaai ’Hou je kop tyfuswijf!’ krast, roept Hanna: „Dat heeft hij van Gerrie, die roept dat altijd tegen mij. Laatst had ik er genoeg van dus ik haal naar Gerrie uit. Sla ik naast en ram ik zo met mijn vuist in de televisie. En nou zit er een heel grote deuk in! Ja, mijn vader was kickboxer en straatvechter. Het zit in de familie.”
Pal voor het beschadigde beeldscherm prijkt inmiddels een nieuw exemplaar. In de achtertuin staat een complete sloep met als naam ’Loveboat’. In een met water gevulde groencontainer hangen twee buitenboordmotoren. Verder bevat het betegelde tuintje een uitvoerige verzameling oud plastic tuinmeubilair, koffers, kinderspeelgoed en een grote hup-Holland-hup vlag. Binnen zijn de twee banken bezaaid met dolfijnenknuffels.
Zus Nelly Tokkie, sigaret in de mondhoek, zit op de bank haar kapsel rijkelijk te voorzien van handenvol haargel. Ze is om onduidelijke redenen haar huis kwijt en komt even mee-eten. Hanna: „Ik woon hier alleen, maar schil nog elke dag vijf kilo aardappels. Waar er vier kunnen eten, kunnen er ook zes eten, zeg ik altijd. Alleen heeft die kl…-voedselbank me eruit gegooid!”
Van de Tokkie-rellen in Amsterdam weet ze alleen van horen zeggen iets: „Wij zijn een hele grote familie en ik weet echt niet wat iedereen uitspookt, daar bemoei ik me ook niet mee. Ik kijk wel uit, straks komen ze me omleggen. Ik en mijn kinderen wonen hier in Almere. Maar ja, iedereen heeft altijd maar de bek vol over de Tokkies hè. Die hebben het altijd gedaan. Ik zeg je: wij zijn beroemd geworden met pijn en verdriet. Iedereen maakte misbruik van ons. Er is zelfs al een Tokkie-saus, dan zeggen ze ’asociaal lekker’. Nou, daar stuur ik mijn advocaat op af! Net als op president Rutte, die riep laatst dat alle Tokkies maar op een eiland bij elkaar moeten gaan zitten. Het zal effe mooi zijn!”
Ze heeft inmiddels een nieuwe carrière op het oog. „Fotomodel. De Foxy heeft me gevraagd, dat is zo’n blad. Ik moet dan in bikini of helemaal goud gespoten. Ik zeg: hoeveel schuift dat? Nou, vijftig-tot zestigduizend euro. Dus Gerrie roept meteen: doen!!
Snollebol
Nou weet ik het nog niet zeker, hoor. Ik ben natuurlijk niet zo’n snollebol als die Patricia Paay met die laag plamuur op d’r gezicht. Ik heb natuurlijk wel elf kleinkinderen. Maar als ik het doe, laat ik eerst alles strak trekken. Ik heb een heleboel vel over”, wappert ze met haar bovenarm. „Van die artsen moet ik stoppen met roken. En dat lukt nog niet zo.”
Gelukkig heeft slank zijn nog veel meer voordelen: „Ik kan paaldansen, ik heb het vorige week nog gedaan in Breda. Wat een feest was dat. Hier in Almere is het retesaai. En wij Tokkies zijn echte feestbeesten.” Zus Nelly knikt: „Als wij er zijn gaan de lichten nooit voor vijf uur ’s ochtends uit. Wij weten hoe je een feessie moet maken. Zeg, kan jij me soms aan een huis helpen? Ik ben op zoek, maar ze sturen me overal weg.”
Hanna weet wel hoe dat komt: „De echte Tokkies zijn de gebeten hond, altijd. Je wordt belazerd waar je bijstaat. Wat denk je van die Ratelband? Ratelslang, noemen wij hem hier. Die zou me aan een huis helpen. Nooit meer wat van gehoord. Nou zag ik laatst op tv dat-ie zijn eigen huis in brand wilde steken. Dus hij is een beetje van het padje af volgens mij.”
Ex-man Gerrie komt binnen met drie heel beleefde, druk handen gevende kleinkinderen. Die mogen niet in de krant, brult Hanna: „Dan worden ze gepest op school!” En Gerrie mag ook niks meer zeggen: „Straks zijn we weer een uitkering kwijt.” Hij verdwijnt schielijk in de tuin. Hanna kijkt hem tevreden na: „Meneer Tokkie noemen ze hem altijd. Gerrie vindt het hier ook niks in Almere, met al die kl…-ambtenaren. Misschien gaan we wel in Breda wonen, daar weten ze wat feesten is. Bij die winkelstraat, de Gunnikenstraat heet het daar geloof ik. Zijn we gelijk van dat eeuwige gezeik over Amsterdam af…”
bronWat een volk

.