Op woensdag 4 juli 2012 12:01 schreef DeParo het volgende:Wat me nu toch is overkomen.
Zoals ik al zei begon die NS employé mij een te bedreigen met boetes en politie.
Ondertussen waren de deuren van de trein open gegaan en stonden we op het perron.
Al die forenzen die eerst zo'n haast hadden in de trein te komen stonden nu met grote ogen toe te kijken naar de felle woordenwisseling tussen een man met een fluit en mezelf.
Ik probeerde hem tig keer uit te leggen dat mijn jas met portefeuille, pasjes, en sleutels nog steeds op het spoor lag.
Maar daar wilde hij niets van weten, maakte hem niet uit, had ik hem maar eerder moeten waarschuwen.
Op dat moment was hij al druk in die walkie talkie van hem aan het roepen voor versterking van de spoorwegpolitie terwijl hij wild aan het zwaaien was met zijn armen om kennelijk een soort van indruk te willen maken.
Voor mij was het duidelijk dat met deze man niet te communiceren viel en ik staakte maar mijn poging om hem duidelijk te maken waarom ik aan die noodrem had getrokken.
De omstanders vonden het kennelijk wel vermakelijk aangezien een enkeling het hele festijn aan het filmen was.
Ik denk, dadelijk komt oom agent, en die zal me wel begrijpen.
Nee hoor, komen twee zwaar uitgeruste dienstkloppers aan, niet lopend maar rennend.
Mensen echt opzij smijtend stormden ze het perron op, en ik geef toe, ik werd lichtelijk nerveus.
Dat gevoel verdween echter al snel toen een van die agenten zich op brute toon voorstelde aan de conducteur.
Weet je hoe die man heette, agent Lachebekje, dat verzin je toch niet, agent Lachebekje.
In plaats van mij te vragen wat er was gebeurd begon hij me op brute toon verwijten te maken.
Het was echt zo'n kerel die je liever niet in een donker steegje tegenkomt.
Zo'n brede vent met zwarte leren handschoentjes en een bolle kale kop die helemaal rood was aangelopen.
Iemand die waarschijnlijk puur uit sadisme politieagent is geworden, zo stond hij daar, met z'n gummiknuppeltje bungelend aan de riem, waarmee hij elk moment leek mee toe te kunnen slaan.
En echt het ene dreigement naar het andere, dat ik naar de gevangenis zou gaan, dat ik torenhoge boetes zou krijgen en weet ik veel wat nog meer.
Ik probeerde er telkens tussendoor te komen, maar nee hoor, ook deze meneer wilde nog niet eens kijken op het spoor naar mijn jas die daar nog steeds lag waarschijnlijk.
Dus op een gegeven moment, behoorlijk gefrustreerd, maakte ik de opmerking dat voor iemand met zo'n achternaam hij helemaal niet zo vrolijk leek.
Nou, dat had ik beter niet kunnen zeggen, die vent ontplofte, hij was al rood maar dit was echt bijna als je in de Donald Duck ziet, en voordat ik mijn woorden terug kon nemen pakte hij mij bij de arm, draaide die om waardoor ik mee moest draaien, en hij trapte me vervolgens in mijn knieholte waardoor ik schreeuwend van de pijn op mijn knieën viel.
Vervolgens pakte agent Lachebekje mijn hoofd in de houdgreep, op een manier waardoor ik dacht dat hij deze er af wilde rukken, en ik begon me toch lichtelijk zorgen te maken.
Ik hoorde bijna alleen nog hem schreeuwen dat ik spijt zou krijgen van mijn opmerking.
Maar agent Lachebekje was vergeten dat er tig mensen met camera's om ons heen stonden en die begonnen te schreeuwen dat hij me moest los laten, alhoewel ik daar zelf niet zoveel van meekreeg, want ik was wat meer met die arm om mijn keel bezig. Dus die andere agent tikte Lachebekje op zijn schouder en probeerde hem te kalmeren.
Kennelijk waren ze allebei een beetje geschrokken want nadat ik was losgelaten, eindelijk, probeerden ze me niet te arresteren.
Sterker nog, ze zeiden tegen de conducteur dat er weer aanstalten gemaakt moest worden om te vertrekken, en zo snel als ze waren gekomen waren ze ook weer weg.
Ze hadden mijn gegevens niet, ze vroegen niets meer, en ze waren gewoon foetsie en lieten mij daar op het perron liggen.
Nou die conducteur was ook weer in z'n holletje gekropen want die heb ik niet gezien.
Desalniettemin waren er wel wat omstanders die me hielpen, op een bankje hadden gezet, en ik begon weer wat meer kleur te krijgen in mijn gezicht.
Maar je raadt het al, mijn jas was ik vergeten, en ja hoor die trein begon te rijden.
Opeens kreeg ik dat door en ik sprong op maar het was natuurlijk al te laat.
Ik stond daar vloekend en tierend, hopend dat er nog iets over was, en moest maar wachten tot de trein voorbij was gereden.
Uiteindelijk was de trein voorbij, en met het zweet in mijn handen liep ik naar de rand, maar niets.
Was die jas dus waarschijnlijk blijven hangen onder de trein, of er was nog een andere optie, iemand anders had mijn jas gepakt, twee klote opties, die allebei uitgezocht moesten worden.
Ik wilde vooralsnog niet naar de spoorwegpolitie om camerabeelden op te vragen, of aangifte te doen, want voor hetzelfde geld zou ik daar zomaar agent Lachebekje tegen kunnen komen.
Dus ik naar de balie van de NS waar een vrouw achter een computer zat.
Ik kom daar aan, verder niemand in die hal, en ik loop naar haar toe.
Begint ze tegen me te zeiken dat ik eerst een nummertje moet trekken en moest wachten tot ik omgeroepen zou worden terwijl er dus niemand verder stond te wachten. Ik liep terug, want ze was niet bepaald aanspreekbaar zolang ik dat nummertje niet had getrokken, en deed maar wat ze zo graag wilde. Weet wat je die vrouw vervolgens doet, gaat ze iemand bellen, en dat klonk niet als een telefoontje naar een collega.
Na een hele lange tijd vol frustratie en irritatie hangt ze op en begint ze de hal in te staren waar nog steeds alleen ik zat te wachten.Vervolgens drukt ze op het knopje voor die nummertjes, bleek dus dat mijn nummertje nog 10 kaartjes daarna was, en bij elk nummertje riep ze luidkeels het getal wat op dat bord verscheen, elke keer een minuut wachtend, terwijl ze heel goed wist dat er verder niemand was.
Nou, eindelijk was ik aan de beurt, en ik loop naar haar toe en die verwaande trut begint me op heel kalme en bijna spottende toon te vragen waarmee ze me zou kunnen helpen.
Ik leg haar dus rustig uit wat er is gebeurd ondanks haar manier van doen.
Eerst begint ze te gniffelen, vervolgens kijkt ze me strak aan en kraamt uit dat ze me daarmee niet gaat helpen, dat ze het wel kan maar niet wil doen omdat ze de zaak niet urgent genoeg vindt.
Nou toen werd ik kwaad en ik ontplofte bijna.
Dat had ze niet moeten zeggen.
Ik sloeg met mijn gebalde vuisten op de balie en de lach was al snel van haar gezicht verdwenen.
Vervolgens schold ik haar de huid vol en zei tegen haar op zeer ijzige toon: "als je me niet heel snel gaat helpen, smerige tyfushoer, dan zorg ik ervoor dat iemand helpen dadelijk een van je laatste zorgen is".
Misschien niet heel bevorderlijk voor de jonge lezertjes maar ik was zo kwaad.
Ik voelde nog steeds de arm van lachebekje om mijn nek en wilde eigenlijk alleen nog naar huis.
De vrouw achter de balie had weer wat moed bijeengeraapt en stamelde: "maar meneer, zo bedoelde ik het niet, u hoeft niet zo boos te worden, hier heeft u een nummer als u dat even belt dan helpen die u verder, en ook met eventuele juridische zaken." Ze zei ook nog dat ze iemand op het station waar de trein zou aankomen ging waarschuwen om de trein te controleren. Toch zou mijn jas er waarschijnlijk weer afgevallen zijn als deze ergens was blijven hangen onderweg bij het vertrek.
Vervolgens ben ik weggegaan, eerst naar huis, en dadelijk denk ik maar naar het politiebureau waar ik zal bespreken wat te doen. Ondertussen zal ik dus ook dat nummer maar bellen.
Wat een dag is dit en het moet hier nog 12:00 worden.
Ik zal jullie mogelijk op de hoogte houden van wat er verder gaat komen.