kinderjatters zijn het jaquote:Op zaterdag 23 juni 2012 17:52 schreef chroestjov het volgende:
jeugdzorg is een criminele organisatie
mvg
ze mogen je niet zo onder druk zetten!!!quote:Op zaterdag 23 juni 2012 18:12 schreef CrushedTinBox het volgende:
dat jeugdzorg mijn dochtertje in therapeutisch gezinshuis heeft geplaatst eens in 14 dagen bezoek eens in 14 dagen daar en eens in maand komt ze dag thuis ze breiden bezoek niet uit terwijl de afspraak is dat ze okt 2012 thuis komt wonen ik ben bang dat ze zich gewoon niet aan die afspraak houden het is geheel vrijwilllige plaatsing onder chantage ik heb de volledige voogdij zolang ik alles maar doe wat zij zeggen houdt ik de voogdij ook
natuurlijk, dat heb je zojuist gedaan! Ik ben héél goed bij mijn hoofd, hoezo? Uit wat zou moeten blijken dat ik dat niet ben?quote:Op zaterdag 23 juni 2012 18:14 schreef Internepper het volgende:
Beste hoipiepeloi123, mag ik vragen of u zelf wel goed bij uw hoofd bent?
Je vergeet de hoofdletter van het eerste woord namelijk.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 18:15 schreef hoipiepeloi123 het volgende:
[..]
natuurlijk, dat heb je zojuist gedaan! Ik ben héél goed bij mijn hoofd, hoezo? Uit wat zou moeten blijken dat ik dat niet ben?
Right....quote:Op zaterdag 23 juni 2012 18:18 schreef Internepper het volgende:
[..]
Je vergeet de hoofdletter van het eerste woord namelijk.
Daar ben je vooralsnog niet in geslaagdquote:Op zaterdag 23 juni 2012 18:27 schreef hoipiepeloi123 het volgende:
Reden van dit topic: de criminele praktijken van BJZ aan het licht brengen
quote:Op zaterdag 23 juni 2012 18:30 schreef hoipiepeloi123 het volgende:
nu wel:
1. Mevrouw ***** en dhr. ***** hebben van juli 2009 tot oktober 2011 een affectieve relatie met elkaar gehad.
2. Uit deze relatie is geboren *****, op 14 november 2010 te Boxmeer.
3. De ouders hebben het gezamenlijk gezag over (kind).
4. (kind) is sinds 12 april 2011 onder toezicht gesteld van de stichting Bureau Jeugdzorg, mede kantoorhoudende te Venray.
5. De gezinsvoogd is dhr. ******.
6. (kind) is sinds 19 juli 2011 uithuisgeplaatst in een netwerkpleeggezin.
7. De maatregel is echter al sinds 28 juni 2011 van kracht, omdat de gezinsvoogd de verantwoordelijkheid over (kind) heeft overgedragen aan mijn ouders (pleegouders).
8. Dit is tegen mijn wil gebeurd.
9. De pleegouders zijn dhr.***** en mevrouw *****
10. De pleegouders worden als belanghebbende aangemerkt.
11. Bureau Jeugdzorg is een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 aanhef onder a van de Algemene Wet Bestuursrecht.
12. Volgens artikel 1.3 lid 1 van de Algemene Wet Bestuursrecht wordt onder een besluit verstaan: Een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
13. De Memorie van Toelichting meldt het volgende: “De instelling heeft de bevoegdheid om ter uitvoering van haar taak schriftelijk aanwijzingen aan de ouders te geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Niet alleen de ouders maar ook de minderjarige dienen deze aanwijzingen op te volgen. Als aanwijzing kan worden beschouwd een opdracht tot handelen of nalaten die betrekking heeft op de verzorging en opvoeding van de minderjarige (artikel 258, eerste lid) en die nodig is ter uitvoering van de taak van BJZ zoals die in artikel 257 wordt omschreven. Een aanwijzing beperkt het ouderlijke gezag. Een dergelijke opdracht van een hulpverlenende instantie zou immers door de ouders niet aanvaard behoeven te worden indien geen sprake was van OTS. Ook ten aanzien van de minderjarige geldt dat buiten een OTS geen verplichting geldt een dergelijke opdracht van een instantie op te volgen. De aanwijzing werkt voor hem als versterking of vervanging van het ouderlijke gezag.” (bron: Kamerstukken II, 1992/93, 23 003, nr. 3, p 36)
14. Een kinderrechter in Rotterdam heeft besloten dat óók een mondelinge opdracht van de gezinsvoogd over handelen of nalaten met betrekking tot de opvoeding en verzorging van een minderjarige als aanwijzing geldt waartegen beroep ingesteld kan worden. De kinderrechter oordeelde als volgt: tegen de mondelinge mededeling van een gezinsvoogd om een bestaande omgangsregeling te wijzigen tussen de minderjarige en zijn oma en tante kon beroep worden ingesteld. De kinderrechter stelde namelijk dat de beslissing van de gezinsvoogd, die de materiële inhoud betreft, in verband met de strekking en de inhoud voldeed aan wat in de wet onder een aanwijzing wordt verstaan. Voor wat betreft de beroepsmogelijkheid is de materiële inhoud van een beslissing bepalend voor de vraag of men te maken heeft met een aanwijzing. Het doel van het vereiste dat een aanwijzing schriftelijk moet worden gegeven, is volgens de kinderrechter dat zodoende aan de justitiabele een waarborg wordt gegeven. De inhoud van de aanwijzing is dan namelijk duidelijk omlijnd. Bij het ontvangen van een mondelinge aanwijzing van de gezinsvoogd zullen de gezagouders en de minderjarige niet op de hoogte zijn van hun mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen deze aanwijzing. De bedoelde rechtsbescherming voor gezagouders en minderjarigen wordt bij het geven van mondelinge aanwijzingen als aanwijzingen in de zin van art. 1: 258 BW aan de kant gezet. (Bron: Rb. Rotterdam 18 december 1998, FJR 1999, p. 141)
15. Met inachtneming van punt 12 en 13, kan de beslissing van de gezinsvoogd van 28 juni 2011 zoals omschreven in punt 7 als een aanwijzing worden beschouwd.
16. Omdat de gezinsvoogd deze aanwijzing niet schriftelijk heeft gegeven, was ik niet op de hoogte van mijn mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen deze aanwijzing. Deze beslissing heeft vergaande gevolgen gehad voor alle belanghebbenden.
17. Voorts blijkt uit de Memorie van Toelichting dat een aanwijzing in geen geval in strijd mag zijn met het recht. BJZ kan géén aanwijzingen geven die in strijd zijn met een uitspraak van de kinderrechter. (bron: Kamerstukken II, 1992/93, 23 003, nr. 3, p. 35)
18. Voor zover dit noodzakelijk is met het oog op het doel van de uithuisplaatsing van art.1:261 BW kan BJZ op grond van art. 1:263a BW voor de duur van de uithuisplaatsing contacten tussen ouder en kind beperken. Dit besluit tot contactbeperking is te beschouwen als een aanwijzing.
19. Uit de beschikking van de kinderrechter van 27 maart 2012 blijkt dat het doel van de uithuisplaatsing een gefaseerde terugplaatsing van Timo naar mij is.
20. Een beperking in de omgang is in strijd met het doel van gefaseerde terugplaatsing.
21. Op 8 juni 2012 heeft de gezinsvoogd in het kader van de uithuisplaatsing het contact tussen ***** en mij beperkt. Van 2 x 24 uur bij mij thuis naar enkele uren begeleide omgang bij Rubicon.
22. Een schriftelijke aanwijzing dient op grond van de a.b.b.b. deugdelijk gemotiveerd te zijn (art. 3:46 Awb), om zo controleerbaar te kunnen maken of de aanwijzing bijvoorbeeld proportioneel is.
23. De gezinsvoogd heeft deze aanwijzing NIET deugdelijk gemotiveerd.
24. Op 11 juni 2012 heb ik een verzoekschrift strekkende tot vervallenverklaring aanwijzing, vaststellen van een deugdelijke omgangsregeling, beëindiging van de uithuisplaatsing en ontzetting van de gezinsvoogd ingediend bij de kinderrechter in Roermond (productie 1).
25. Op 11 juni 2012 heb ik bij bureau jeugdzorg in Venray een verzoek ingediend voor het inzetten van een SOS terugkeertraject (productie 2).
26. Op 12 juni 2012 heb ik begeleide omgang met Timo gehad bij Rubicon in Blerick. Daarna was er géén omgangsmoment meer vastgesteld, wat voor mij gelijkstaat aan géén omgangsregeling.
27. Op 13 juni 2012 heb ik bezwaar ingediend bij bureau jeugdzorg tegen het feit dat er geen omgangsregeling meer was tussen ***** en mij, en tegen de beslissing van de gezinsvoogd om de gefaseerde terugplaatsing stop te zetten (productie 3).
28. Op 14 juni 2012 heb ik contact gehad met de griffie van bureau kinderrechter. Uit dit contact kwam naar voren dat de te bestrijden aanwijzing bij het verzoekschrift gevoegd moet worden, anders kan het niet in behandeling genomen worden. De gezinsvoogd heeft deze aanwijzing echter niet schriftelijk gegeven, maar mondeling.
29. Op 14 juni 2012 heb ik telefonisch contact gehad met de gezinsvoogd met het verzoek om de gegeven aanwijzing alsnog op schrift te stellen. De gezinsvoogd weigerde dit.
30. Op 14 juni 2012 heb ik een klacht ingezonden naar de klachtencommissie van bureau jeugdzorg (productie 4)
31. Op 15 juni 2012 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de gezinsvoogd, dhr. Wim Janssen (teamleider) en mij. Hier is in besproken dat de omgang weer gewoon bij mij thuis opgepikt gaat worden, maar verder nog niets concreets.
32. Op 18 juni 2012 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de gezinsvoogd, mijn vader (pleegvader van *****) en mij. Hier is besproken dat omgang tussen ***** en mij voortaan alléén na overleg tussen mij en mijn ouders (pleegouders) plaats zal vinden. Ik ben absoluut niet tevreden met deze gang van zaken, de gezinsvoogd schuift hiermee m.i. zijn verantwoording af, en daarvoor is hij niet aangesteld.
33. Op 22 juni 2012 heb ik de gezinsvoogd nogmaals gevraagd om alles wat er de afgelopen tijd m.b.t. omgang is afgesproken en besloten zwart-op-wit te zetten. Hier heb ik wederom geen reactie op mogen ontvangen.
34. Met al deze punten in acht genomen kom ik tot de conclusie dat BJZ Venray, althans de gezinsvoogd van mijn zoontje NIET goed functioneert. Er is tijdens het verloop van de OTS veel te veel mis gegaan, mogelijkheden om een uithuisplaatsing te voorkomen zijn niet uitputtend ingezet, de manier waarop de uithuisplaatsing tot stand gekomen is, is in strijd met de wet, BJZ trekt zich niets aan van het door de kinderrechter gestelde doel van de uithuisplaatsing, stelt aanwijzingen niet op schrift waardoor de rechtszekerheid van belanghebbenden in het geding komt, ze maken er een grote puinzooi van en laten een spoor van emotionele vernieling na. Ik eis daarom op de eerste plaats een schadevergoeding van 35.000 euro voor alle misstappen die BJZ heeft begaan, en ten tweede wil ik dat de gezinsvoogd alsnog de aanwijzing van 8 juni 2012 op schrift stelt zodat mijn verzoekschrift bij de kinderrechter in behandeling genomen kan worden.
Dat verhaal is nogal onleesbaar ...quote:
TS heeft maar 1 kind en is wel in staat hem op te voeden, alleen omdat zijn vader de hele tijd loopt te dreigen vind BJZ het bij mij thuis niet veilig genoegquote:Op zaterdag 23 juni 2012 18:48 schreef Paxcon het volgende:
TS is niet in staat haar kinderen op een deugdelijke manier op te voeden maar schuift de schuld op jeugdzorg
Nee, helaas niet. Ik studeer gewoon.quote:
Dudequote:Op zaterdag 23 juni 2012 18:30 schreef hoipiepeloi123 het volgende:
nu wel:
1. Mevrouw ***** en dhr. ***** hebben van juli 2009 tot oktober 2011 een affectieve relatie met elkaar gehad.
2. Uit deze relatie is geboren *****, op 14 november 2010 te Boxmeer.
3. De ouders hebben het gezamenlijk gezag over (kind).
4. (kind) is sinds 12 april 2011 onder toezicht gesteld van de stichting Bureau Jeugdzorg, mede kantoorhoudende te Venray.
5. De gezinsvoogd is dhr. ******.
6. (kind) is sinds 19 juli 2011 uithuisgeplaatst in een netwerkpleeggezin.
7. De maatregel is echter al sinds 28 juni 2011 van kracht, omdat de gezinsvoogd de verantwoordelijkheid over (kind) heeft overgedragen aan mijn ouders (pleegouders).
8. Dit is tegen mijn wil gebeurd.
9. De pleegouders zijn dhr.***** en mevrouw *****
10. De pleegouders worden als belanghebbende aangemerkt.
11. Bureau Jeugdzorg is een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 aanhef onder a van de Algemene Wet Bestuursrecht.
12. Volgens artikel 1.3 lid 1 van de Algemene Wet Bestuursrecht wordt onder een besluit verstaan: Een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
13. De Memorie van Toelichting meldt het volgende: “De instelling heeft de bevoegdheid om ter uitvoering van haar taak schriftelijk aanwijzingen aan de ouders te geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Niet alleen de ouders maar ook de minderjarige dienen deze aanwijzingen op te volgen. Als aanwijzing kan worden beschouwd een opdracht tot handelen of nalaten die betrekking heeft op de verzorging en opvoeding van de minderjarige (artikel 258, eerste lid) en die nodig is ter uitvoering van de taak van BJZ zoals die in artikel 257 wordt omschreven. Een aanwijzing beperkt het ouderlijke gezag. Een dergelijke opdracht van een hulpverlenende instantie zou immers door de ouders niet aanvaard behoeven te worden indien geen sprake was van OTS. Ook ten aanzien van de minderjarige geldt dat buiten een OTS geen verplichting geldt een dergelijke opdracht van een instantie op te volgen. De aanwijzing werkt voor hem als versterking of vervanging van het ouderlijke gezag.” (bron: Kamerstukken II, 1992/93, 23 003, nr. 3, p 36)
14. Een kinderrechter in Rotterdam heeft besloten dat óók een mondelinge opdracht van de gezinsvoogd over handelen of nalaten met betrekking tot de opvoeding en verzorging van een minderjarige als aanwijzing geldt waartegen beroep ingesteld kan worden. De kinderrechter oordeelde als volgt: tegen de mondelinge mededeling van een gezinsvoogd om een bestaande omgangsregeling te wijzigen tussen de minderjarige en zijn oma en tante kon beroep worden ingesteld. De kinderrechter stelde namelijk dat de beslissing van de gezinsvoogd, die de materiële inhoud betreft, in verband met de strekking en de inhoud voldeed aan wat in de wet onder een aanwijzing wordt verstaan. Voor wat betreft de beroepsmogelijkheid is de materiële inhoud van een beslissing bepalend voor de vraag of men te maken heeft met een aanwijzing. Het doel van het vereiste dat een aanwijzing schriftelijk moet worden gegeven, is volgens de kinderrechter dat zodoende aan de justitiabele een waarborg wordt gegeven. De inhoud van de aanwijzing is dan namelijk duidelijk omlijnd. Bij het ontvangen van een mondelinge aanwijzing van de gezinsvoogd zullen de gezagouders en de minderjarige niet op de hoogte zijn van hun mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen deze aanwijzing. De bedoelde rechtsbescherming voor gezagouders en minderjarigen wordt bij het geven van mondelinge aanwijzingen als aanwijzingen in de zin van art. 1: 258 BW aan de kant gezet. (Bron: Rb. Rotterdam 18 december 1998, FJR 1999, p. 141)
15. Met inachtneming van punt 12 en 13, kan de beslissing van de gezinsvoogd van 28 juni 2011 zoals omschreven in punt 7 als een aanwijzing worden beschouwd.
16. Omdat de gezinsvoogd deze aanwijzing niet schriftelijk heeft gegeven, was ik niet op de hoogte van mijn mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen deze aanwijzing. Deze beslissing heeft vergaande gevolgen gehad voor alle belanghebbenden.
17. Voorts blijkt uit de Memorie van Toelichting dat een aanwijzing in geen geval in strijd mag zijn met het recht. BJZ kan géén aanwijzingen geven die in strijd zijn met een uitspraak van de kinderrechter. (bron: Kamerstukken II, 1992/93, 23 003, nr. 3, p. 35)
18. Voor zover dit noodzakelijk is met het oog op het doel van de uithuisplaatsing van art.1:261 BW kan BJZ op grond van art. 1:263a BW voor de duur van de uithuisplaatsing contacten tussen ouder en kind beperken. Dit besluit tot contactbeperking is te beschouwen als een aanwijzing.
19. Uit de beschikking van de kinderrechter van 27 maart 2012 blijkt dat het doel van de uithuisplaatsing een gefaseerde terugplaatsing van Timo naar mij is.
20. Een beperking in de omgang is in strijd met het doel van gefaseerde terugplaatsing.
21. Op 8 juni 2012 heeft de gezinsvoogd in het kader van de uithuisplaatsing het contact tussen ***** en mij beperkt. Van 2 x 24 uur bij mij thuis naar enkele uren begeleide omgang bij Rubicon.
22. Een schriftelijke aanwijzing dient op grond van de a.b.b.b. deugdelijk gemotiveerd te zijn (art. 3:46 Awb), om zo controleerbaar te kunnen maken of de aanwijzing bijvoorbeeld proportioneel is.
23. De gezinsvoogd heeft deze aanwijzing NIET deugdelijk gemotiveerd.
24. Op 11 juni 2012 heb ik een verzoekschrift strekkende tot vervallenverklaring aanwijzing, vaststellen van een deugdelijke omgangsregeling, beëindiging van de uithuisplaatsing en ontzetting van de gezinsvoogd ingediend bij de kinderrechter in Roermond (productie 1).
25. Op 11 juni 2012 heb ik bij bureau jeugdzorg in Venray een verzoek ingediend voor het inzetten van een SOS terugkeertraject (productie 2).
26. Op 12 juni 2012 heb ik begeleide omgang met Timo gehad bij Rubicon in Blerick. Daarna was er géén omgangsmoment meer vastgesteld, wat voor mij gelijkstaat aan géén omgangsregeling.
27. Op 13 juni 2012 heb ik bezwaar ingediend bij bureau jeugdzorg tegen het feit dat er geen omgangsregeling meer was tussen ***** en mij, en tegen de beslissing van de gezinsvoogd om de gefaseerde terugplaatsing stop te zetten (productie 3).
28. Op 14 juni 2012 heb ik contact gehad met de griffie van bureau kinderrechter. Uit dit contact kwam naar voren dat de te bestrijden aanwijzing bij het verzoekschrift gevoegd moet worden, anders kan het niet in behandeling genomen worden. De gezinsvoogd heeft deze aanwijzing echter niet schriftelijk gegeven, maar mondeling.
29. Op 14 juni 2012 heb ik telefonisch contact gehad met de gezinsvoogd met het verzoek om de gegeven aanwijzing alsnog op schrift te stellen. De gezinsvoogd weigerde dit.
30. Op 14 juni 2012 heb ik een klacht ingezonden naar de klachtencommissie van bureau jeugdzorg (productie 4)
31. Op 15 juni 2012 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de gezinsvoogd, dhr. Wim Janssen (teamleider) en mij. Hier is in besproken dat de omgang weer gewoon bij mij thuis opgepikt gaat worden, maar verder nog niets concreets.
32. Op 18 juni 2012 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de gezinsvoogd, mijn vader (pleegvader van *****) en mij. Hier is besproken dat omgang tussen ***** en mij voortaan alléén na overleg tussen mij en mijn ouders (pleegouders) plaats zal vinden. Ik ben absoluut niet tevreden met deze gang van zaken, de gezinsvoogd schuift hiermee m.i. zijn verantwoording af, en daarvoor is hij niet aangesteld.
33. Op 22 juni 2012 heb ik de gezinsvoogd nogmaals gevraagd om alles wat er de afgelopen tijd m.b.t. omgang is afgesproken en besloten zwart-op-wit te zetten. Hier heb ik wederom geen reactie op mogen ontvangen.
34. Met al deze punten in acht genomen kom ik tot de conclusie dat BJZ Venray, althans de gezinsvoogd van mijn zoontje NIET goed functioneert. Er is tijdens het verloop van de OTS veel te veel mis gegaan, mogelijkheden om een uithuisplaatsing te voorkomen zijn niet uitputtend ingezet, de manier waarop de uithuisplaatsing tot stand gekomen is, is in strijd met de wet, BJZ trekt zich niets aan van het door de kinderrechter gestelde doel van de uithuisplaatsing, stelt aanwijzingen niet op schrift waardoor de rechtszekerheid van belanghebbenden in het geding komt, ze maken er een grote puinzooi van en laten een spoor van emotionele vernieling na. Ik eis daarom op de eerste plaats een schadevergoeding van 35.000 euro voor alle misstappen die BJZ heeft begaan, en ten tweede wil ik dat de gezinsvoogd alsnog de aanwijzing van 8 juni 2012 op schrift stelt zodat mijn verzoekschrift bij de kinderrechter in behandeling genomen kan worden.
Ok dus volgens jou staat het feit dat ik na een half jaar zwanger was gelijk aan het recht om een kindje uit huis te plaatsen? klasse insteek hoor!quote:Op zaterdag 23 juni 2012 19:19 schreef Kroc het volgende:
waarom laat jij je na een half jaar al bezwangeren door hem?
sorry meid maar ze hebben gelijk.
Zou er nog eens bij moeten komen dat iemand in functie dit schreefquote:Op zaterdag 23 juni 2012 19:11 schreef hoipiepeloi123 het volgende:
En dat voor een leek hé.... krijg je ervan als BJZ je blijft frustreren
Hebben ze met hem gesproken?quote:Op zaterdag 23 juni 2012 19:39 schreef hoipiepeloi123 het volgende:
Mijn ouders zijn netwerkpleeggezin. Die vinden het ook onzin, daarom hebben juist zij die taak op zich genomen. Ze hebben het ook helemaal gehad met de gezinsvoogd.
Spuit11quote:Op zaterdag 23 juni 2012 17:49 schreef hoipiepeloi123 het volgende:
Jeugdzorg sucks!!! Gewoon omdat het vuile kinderjatters zijn en ze zich niet aan hun eigen regels houden, bóven beslissingen van de rechter denken te staan en ook nog eens overal mee wegkomen.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |