Ik heb de antwoorden, wil niet zeggen dat ik ze ook zelf kan bedenken.quote:Op woensdag 30 mei 2012 17:33 schreef Riparius het volgende:
Tja, Ofresca, als je dit kunt bedenken dan had je de opgave niet hoeven posten. En trouwens, aangezien A en A1 niet bekend zijn, is de opgave dan nog steeds niet op te lossen. De opgave deugt gewoon niet.
Goed, maar hoe druk je A1 uit in A als je hier niets over weet? Dat is niet uit de opgave af te leiden, of je houdt iets achter.quote:Op woensdag 30 mei 2012 17:37 schreef Ofresca het volgende:
[..]
Ik heb de antwoorden, wil niet zeggen dat ik ze ook zelf kan bedenken.
A_1 kun je uitdrukken in termen van A, Waarna je door A kunt delen en beide termen dus wegvallen. Ik miste waarom je phi_M,in aan phi_M,uit gelijk mocht stellen. En dát begrijp ik nu. Het antwoord had ik al.
Omdat je weet dat op t = t_1, h = 0 geldt, dus moet je formule voor hoogte (met afvoer open, kraan dicht) daar 0 zijn. Dat is het geval wanneer A_1 = (2 * H^(1/2) * A) / (sqrt(29) * t_1). Waarmee je A_1 dus in (onder andere) A hebt uitgedrukt.quote:Op woensdag 30 mei 2012 17:41 schreef Riparius het volgende:
[..]
Goed, maar hoe druk je A1 uit in A als je hier niets over weet? Dat is niet uit de opgave af te leiden, of je houdt iets achter.
Goed, maar je hebt in je formules de waarden van t_0 en t_1 omgewisseld, want met de formules die je geeft kom ik niet op 32 cm uit, als ik t_0 en t_1 echter met elkaar verwissel wel, kijk maar.quote:Op woensdag 30 mei 2012 17:49 schreef Ofresca het volgende:
[..]
Omdat je weet dat op t = t_1, h = 0 geldt, dus moet je formule voor hoogte (met afvoer open, kraan dicht) daar 0 zijn. Dat is het geval wanneer A_1 = (2 * H^(1/2) * A) / (sqrt(29) * t_1). Waarmee je A_1 dus in (onder andere) A hebt uitgedrukt.
Oh, ja klopt. Ik zie het.quote:Op woensdag 30 mei 2012 18:43 schreef Riparius het volgende:
[..]
Goed, maar je hebt in je formules de waarden van t_0 en t_1 omgewisseld, want met de formules die je geeft kom ik niet op 32 cm uit, als ik t_0 en t_1 echter met elkaar verwissel wel, kijk maar.
Ja dat mag je ionen noemen. Je mag eventueel de lading tussen haakjes zetten.quote:Op woensdag 30 mei 2012 19:42 schreef Wicky15 het volgende:
Als je ionen moet benoemen he, en je hebt bijvoorbeeld Auł+, heet het dan gewoon goud-ion?
En klopt het ook dat Mn˛+ het mangaan(II)-ion is?
quote:Weet ook iemand wat de naam is van K2S, FeN en SnI4?
quote:Op woensdag 30 mei 2012 19:13 schreef zoem het volgende:
[..]
Kaliumsulfide, ijzer(III)nitride en tin(tetra/IV)jodide?
Nogmaals bedankt, alleen waarom is het ||| bij ijzernitride? Dat snap ik dus niet goed.quote:Op woensdag 30 mei 2012 19:51 schreef zoem het volgende:
[..]
Ja dat mag je ionen noemen. Je mag eventueel de lading tussen haakjes zetten.
[..]
[..]
Het ijzerion kan zowel 2+ of 3+ zijn. Aangezien het stikstofion een lading van -3 heeft zal het ijzerion een lading van 3+ krijgen en dus schrijf je (III).quote:Op woensdag 30 mei 2012 19:55 schreef Wicky15 het volgende:
[..]
Nogmaals bedankt, alleen waarom is het ||| bij ijzernitride? Dat snap ik dus niet goed.
Je doet het achterstevoren, je moet juist terugrekenen. Lees nog maar eens goed wat er gevraagd wordt en wat jij feitelijk uitrekent.quote:Op donderdag 31 mei 2012 21:46 schreef Miraculously het volgende:
Kan iemand mij even helpen met mijn natuurkunde vraag?
De vraag:
Een vloeistof bevat 24Na; 1cm3 ervan heeft een activiteit van 950 Bq en wordt ingespoten in het bloed van een patient. Als 29,6 uur later wordt gemeten blijkt de activiteit van 1 cm3 bloed 24 deeltjes per 10 min te zijn.
Welke activiteit zou in 1 cm3 bloed direct na het inspuiten gemeten zijn?
-----
Wat ik dus dacht:
Halveringstijd van 24Na is 14,8 u, dus na 29,6 uur is dit (.5)2 en is er nog 25% van de activiteit over. 24 * .25 = 6 deeltjes per 10 minuten = 0.6 deeltjes per minuut = 0.01 deeltjes per seconde, wat dus 0.01 Bq is.
Alleen het antwoordmodel zegt dit:
Je zou dan dus 22·24 deeltjes in 10 min gemeten hebben, dus 0,16 Bq
En ik snap niet waar ze die 22 vandaan halen.
Bereken de amplitude waarbij de krachten niet meer gelijk zijn, dwz dat de kracht omhoog ten gevolge van een uitstrekkende veer groter wordt dan m*g.quote:Op zondag 10 juni 2012 16:05 schreef bloodysunday het volgende:
Een verticaal geplaatste veer is vastgezet op de grond. Een blokje van 0.400 kg wordt op de bovenkant van de veer geplaatst. De veer begint te trillen. De veerconstante is 112N/m Het blokje zit niet vast op de veer.
a) Bepaal de frequentie.
b) bepaal de amplitude waarbij het blokje geen contact meer maakt met de veer.
de frequentie heb ik al bepaald dat is 2,66 Hz. Maar hoe beantwoord ik nu vraag b?
Bij een gegeven amplitude kun je ook de versnelling als functie van de tijd bepalen, dat is immers de tweede afgeleide van de positie naar de tijd. Het blokje komt 'los' als de maximale versnelling groter wordt dan de valversnelling van de zwaartekracht.quote:Op zondag 10 juni 2012 16:05 schreef bloodysunday het volgende:
Een verticaal geplaatste veer is vastgezet op de grond. Een blokje van 0.400 kg wordt op de bovenkant van de veer geplaatst. De veer begint te trillen. De veerconstante is 112N/m Het blokje zit niet vast op de veer.
a) Bepaal de frequentie.
b) bepaal de amplitude waarbij het blokje geen contact meer maakt met de veer.
de frequentie heb ik al bepaald dat is 2,66 Hz. Maar hoe beantwoord ik nu vraag b?
Dit is niet het wiskundetopic, dus post het even daar. En je moet wel nauwkeurig formuleren, je bedoelt kennelijk dat zijde AB van je koordenvierhoek een middellijn is van de cirkel.quote:Op zondag 10 juni 2012 16:33 schreef Aardappel2610 het volgende:
Ik heb (wederom) een vraagje over meetkunde:
De volgende koordenvierhoek is gegeven (tegen de klok in met punt A - D). De bogen BC, CD en DA zijn in de verhoudingen 1:3:5. De lijn ligt op het middelpunt van de cirkel en bevat dus punt M.
[ afbeelding ]
Nu is het de bedoeling dat ik de hoeken uitrekenen van de koordenvierhoek. Maar ik kom niet verder aangezien ik niet weet waar ik moet beginnen/ik heb geen referentie.
Heb je het tweede deel van de opgave van gisteren wel begrepen? Je zou moeten kunnen afleiden dat voor de maximale amplitude A waarbij het blokje nog net niet los komt van de veer geldt:quote:Op maandag 11 juni 2012 17:07 schreef bloodysunday het volgende:
3.12. Een massa van 2 kg wordt in een verticaal vlak met een constante hoeksnelheid rondgeslingerd aan het eind van een koord. De straal van de cirkel is 0,5 m en de massa maakt 1 omwenteling per seconde.
De maximale spankracht in het koord bedraagt ongeveer:
a. 80 N
b. 60 N
c. 40 N
d. 20 N
e. 10 N
Ik heb de omtrek berekend die is ongeveer 1,6 m. De snelheid is dus 1,6 m/s aangezien hij 1 omwenteling per seconde maakt. Maar hoe bereken ik nu die spankracht?
Er is zwaartekracht dus iets met de formule F=mg en omdat het een draaibeweging is dacht ik Fmpz = mv^2/r maar ik kom dan niet op het juiste antwoord. Wie kan me helpen?
Nee, daarom refereer ik aan de opgave van gisteren. Wel goed lezen.quote:Op maandag 11 juni 2012 19:52 schreef bloodysunday het volgende:
Het gaat bij deze opgave toch helemaal niet over een veer?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |