abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:49:07 #1
42184 crew  DaMart
pi_98554721
110531_42184_mvhsb_frm.jpg

De inzendtermijn is verstreken, wat betekent dat de winnaars gekozen moeten gaan worden. En dat doen we middels een stemronde. Hieronder vind je alle inzendingen. Om te stemmen kun je in dit topic aangeven wat jouw top 5 is van de inzendingen. De nummer 1 krijgt 5 punten, de nummer 2 krijgt er 4, nummer 3 krijgt 3 punten, de vierde plek is goed voor 2 punten en de nummer vijf krijgt 1 punt.

De 10 verhalen met de meeste punten, winnen twee van de boeken. Wij stellen daarvoor pakketten samen, waaruit gekozen kan worden. De nummer 1 heeft uiteraard de eerste keus en vervolgens de nummer 2, gevolgd door de nummer 3, etc.

Je kunt stemmen op de volgende verhalen:

Casper
Victor
Het wekelijkse zwemavondje
karin en haar geheim
De kist
Een barstje
Confrontatie
Verborgen
Zoals het hoort
Het dal
Verlossing
Een nieuw avontuur
De haai
Ochtend

De opmaak uit Word kon niet altijd worden overgenomen. Voor de leesbaarheid hebben we daarom daar waar in Word een nieuwe alinea begon, een witregel toegevoegd. Mocht hier iets niet goed zijn gegaan, dan horen we dat graag.

Stemmen op je eigen verhaal is uiteraard niet toegestaan.

Stemmen kan t/m 30 juni 18:00 uur. We streven ernaar om op 30 juni in de loop van de avond de winnaars bekend te maken.

Dit topic is uitsluitend bedoeld om te stemmen, voor discussie over de wedstrijd, kun je hier terecht.

[ Bericht 20% gewijzigd door DaMart op 23-06-2011 19:30:14 ]
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:49:42 #2
42184 crew  DaMart
pi_98554754
Casper

Het afschuwelijk pretentieuze moderne alarmklokje van een of ander duur design-merk dat Victor een jaar geleden voor me kocht tettert in mijn oor, en met een soepele beweging sla ik op het grote knopje aan de bovenkant. Zo gaat het iedere ochtend. Ik sla vervolgens om de zeven minuten weer op dat rotding, totdat ik Victor beneden m'n naam hoor roepen. Hij noemt me Kaatje, en als ik het hoor moet ik bijna kotsen. Toch slof ik naar beneden en groet ik hem met een kus op z'n wang. Hij glimlacht, dat vindt hij fijn. Al drie maanden geen sex maar een kusje op z'n wang vindt 'ie wel leuk. Casper zit vrolijk op de bank Pokemon te kijken, zijn nieuwe verslaving.

Als ik ontbijt heb overleefd ga ik terug naar mijn kamer. Ik zie het bruine potje staan dat ik eergister stiekem heb meegenomen uit het ziekenhuis, en schrik als ik zie hoe weinig pilletjes er nog in zitten. Shit, dat gaat snel. Ik neem er een, slik hem door en wandel richting de badkamer. In het kastje zie ik dat er (gelukkig!) nog een potje staat, wat een opluchting. Ik pak mijn grijze tasje, ooit meegestolen uit de verlaten business-class in een vlucht naar Vietnam, en haal de riem en naald die erin zit eruit. De riem bind ik om mijn bovenarm, en vervolgens verhit ik op een lepeltje wat sneeuw en zuig het in de naald naar binnen. Daarna pers ik het in de erecte ader in mijn elleboog. Godverdomme, was Victor maar zo erect. Aaah. Ah dat voelt goed.

Victor is weg, hij zegt dat 'ie naar z'n werk is of dat 'ie met vrienden wat aan het drinken is maar ik weet dat hij ergens in de Wallen met een hoer aan het kankeren is. De pillen lijken niet te werken, ik ben aan het tweede potje begonnen en heb reeds de maximale hoeveelheid per dag driemaal overschreden. De heroine voel ik wel, de pep brandt ook nog in mijn neusgaten. Ik haat m'n leven. Ik zie Casper, hij zit nog steeds op de bank. Wantrouwig kijkt hij me aan. 'Mama, wat is er met je aan de hand? Waarom zie je er zo uit?'. Ik zeg niets. Casper voelt zich niet op z'n gemak. Hij zet het geluid weer aan, op het scherm kwispelt een soort hondachtig monstertje terwijl een paarse vlinder een psychische straal op hem afschiet. Wat een kleuren.

Victors mobiel gaat. He? Victor is er niet. Doch, Victors mobiel gaat. Eigenlijk niet meer, Victors mobiel ging. In de keuken zie ik drie gemiste oproep en een sms. Chantal, of hij nog komt vanavond en dat ze aardbei wel lekker zou vinden. Er komt een rode waas voor m'n ogen en ik smijt de telefoon op de vloer, uit het keukenkastje pak ik nog een pil. Ik ga naar Casper en zet de TV uit. Hij snapt er niets van, waarom mag hij geen TV kijken, het is toch weekend? Ik pak hem bij z'n arm en sleur hem richting mijn slaapkamer. Hij begint nu te huilen, maar dat kan me geen reet schelen. In m'n kamer knal ik nog een pil naar binnen. Victor is een eikel, wat een lul. Zo vader zo zoon, toch. Toch?

Het scherpe keukenmes glinstert in m'n hand en heel even ben ik gelukkig. Nirvana knalt door de Altec Lansing iPod Dock, nog zo een vies cadeau van Victor. Lithium doet me denken aan toen ik 16 was, toen het leven goed was. Casper ziet me niet, natuurlijk ziet hij me niet, de zwarte tape voor z'n ogen en mond kan hij niets aan doen. Was hij maar een Pokemon met magische ogen ofzo, dan kon hij me zien. Houdt hij van me? Vast wel, maar niet echt, net zoals Victor wel van me houdt, maar niet echt. Ik wil beginnen met z'n tenen, maar ik krijg het niet over m'n hart. Ik snij een hartje in z'n arm en hoor de gemoffelde kreten van richting z'n hoofd komen. Zijn hoofd lijkt op dat van Victor, blegh, ik doe er een vuilniszak overheen. Het hartje is bebloed en ik snijd het door midden.

Ik kan me de laatste drie uur niet herinneren. Ik lig op de grond in m'n kamer, Casper ligt vastgebonden op mn bed en ik heb overal bloed. Ik huil. Mijn hoofd bonkt van de pillen en de alcohol. Ik zie het hartje op Casper's arm, en ineens weet ik alles weer. Ik moet huilen, Victor kijkt me aan, door de tape heen. Nee, Casper kijkt me aan. Victor spartelt in bed. Nee, Casper spartelt in bed. Ik huil harder, en kruip naar de badkamer, wat er nog in het potje zat glijdt m'n mond in. M'n hoofd bonkt harder, en alles wordt weer zwart. Och, eeuwige slaap, wat een rust.
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:50:12 #3
42184 crew  DaMart
pi_98554777
Victor

“Mama, waar is papa?” Casper keek haar met grote vragende ogen aan.
“Papa is net naar zijn werk gegaan, schatje. Hij is vanavond weer thuis. Eet maar gauw je cornflakes.” Ze schonk melk bij de ongesuikerde ontbijtgranen van haar zoontje. “Als je niet snel bent, kom je nog te laat op school.”
Zuchtend stond ze op van de tafel en liep naar de keuken. Het leek alsof er een steen drukte op haar maag, maar ze begreep niet waar hij vandaan kwam. Victor was een tiental minuten eerder vertrokken naar zijn baan bij het advocatenkantoor in een verderop gelegen stad, en het leek alsof heel haar bestaan gevuld werd met een leegte die ze niet kon verklaren. Elke dag vertrok hij rond dezelfde tijd naar zijn werk, maar dit keer voelde ze dat er iets mis was.
“Ma-ham!” Ze schrok van de plotselinge schreeuw van Casper en haastte zich terug naar de eetkamer, zich niet bewust van het spoor van melk dat ze achterliet. Zonder het te beseffen had ze het pak melk meegenomen en scheef gehouden, terwijl ze in diep in gedachte was over het naderende onheil. “Moeten we niet weg?” Ze knikte glimlachend, trok Casper zijn jas aan en vertrok naar buiten.

De auto was weg. Haar auto. De auto die ze gisteravond nog gewoon hier had neergezet, op slot had gedaan en achter had gelaten voor de nacht. Waar was de Jaguar? Victor kon hem niet hebben meegenomen, ze had hem zien vertrekken in zijn Mercedes.
“Mama? Waarom gaan we niet?” Casper stond te jengelen en te drammen, trekkend aan haar arm. Karin voelde zich verward. Wat gebeurde er toch? Wat was dit voor idiote dag?
Lang tijd om erover na te denken was er niet; Casper moest naar school en zijzelf moest maken dat ze op haar werk kwam. Met een blik op de garage bedacht ze dat ze maar met de fiets moesten gaan. Ze zou vanavond wel aangifte doen. Nadat ze Casper op school had afgezet, fietste ze als de wind naar het ziekenhuis. Ze wilde niet dat haar collega’s zagen hoe raar ze zich voelde, en rende naar het toilet.
In de wc’s keek ze naar de spiegel boven de geel uitgeslagen wastafels. Haar gezicht was bleek, haar haren zaten door de war en pluisden alsof ze net uit de regen was gekomen. Ze voelde haar ademhaling versnellen en haar hartslag toenemen. Haar nek was bezaaid met vuurrode plekken van de uitslag.
Ze draaide de kraan open en stak haar polsen onder het ijskoud stromende water. Ze schrok van de messcherpe steken die het in haar armen veroorzaakte. Toch voelde het goed, alsof er toch nog iets was waar ze grip op had.

Om elf voor vier werd ze opgeroepen door haar baas. Ze moest direct naar het kantoor komen.
“Karin? Voel je je wel goed?” Haar chef keek haar bezorgd aan, maar met een blik in zijn ogen die Karin niet van hem kende. Het leek beschuldigend, bijna kwaad. Waar had ze dat aan verdiend? Had ze iets gedaan? Was er een patiënt komen klagen? Ze voelde een gevoel van paranoia opkomen binnenin haar, het leek alsof iedereen naar haar keek met dezelfde blik als die van haar baas. Ze wilden haar weg hebben, ze was zinloos, nutteloos, had totaal geen functie hier. De chef ging haar ontslaan, daar was ze zeker van. Het kon niet anders.

“Karin? Karin? Kijk me eens aan? Je zweet helemaal, wat is er toch aan de hand?” Met een verwilderde blik in haar ogen zocht Karin oogcontact met Martin.
“N-niets, het gaat wel. Wat is er? Waarom moest ik komen? Ga je me ontslaan? Dat kan je niet doen, Martin, je weet dat ik dit nodig heb! Ik ben goed in mijn werk, ik kan met de patiënten omgaan, alsjeblieft, doe dit niet! Ik weet dat..”
“Karin, kalmeer jezelf! Ik ga je niet ontslaan. Er zijn twee agenten die je willen zien. Loop maar mee.”

Bij de receptie van het ziekenhuis stonden twee agenten op haar te wachten. De ene was groot, stevig en met donker haar. Hij keek boos. De tweede was duidelijk jonger en meer onervaren. Karin keek ze aan met een wantrouwende blik.
“Wat willen jullie? Is er iets met Victor?”
Ze zag de agenten een blik uitwisselen die ze niet kon plaatsen.
“Mevrouw, u kunt beter met ons meekomen.”
“Nee! Ik ga nergens heen! Wat willen jullie, wat heb ik gedaan?” Ze merkte dat haar stem harder was geworden en dat mensen begonnen te kijken. De blikken waren dodelijk, iedereen vond haar een idioot en een crimineel. Ze voelde zich ziek worden. De agenten trokken haar mee naar hun auto. Met loeiende sirenes scheurden ze naar haar huis en stopten de auto op de oprijlaan voor de garage. Karin werd uit de auto getrokken.
“Wilt u de garage opendoen?” Karin zag de buurvrouw uit haar huis komen en verlegen kijken naar Karin. Bijna verontschuldigend. Ze begreep het niet.
“Karin, het spijt me zo! Maar ik moest ze wel bellen!”

De garagedeuren gingen open. Daar stond de Jaguar. Karin keek verbaasd.
“Hoe komt die nou daar? Ik heb hem gisteravond langs de weg gezet!”
De agenten keken haar aan. “Mevrouw, wilt u de kofferbak opendoen?”
Karin kreeg de sleutel in haar handen gedrukt, die de agenten uit haar in beslag genomen tas hadden gehaald. Met trillende handen drukte Karin op de knop, niet wetende waarom dit alles haar overkwam.

De kofferbak opende zich in een vloeiende beweging. Een rottende geur vulde de garage. De agenten sloegen zakdoeken voor hun mond om niet over te geven. Karin keek met wijd open ogen in de kofferbak. Bloed zat overal. Haren, stof, kleding die kapot was getrokken, lichaamsdelen die af waren gehakt.

Ze wist het weer. Gisteravond. Ruzie. De bijl uit de schuur en het keukenmes. Victor.
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:50:34 #4
42184 crew  DaMart
pi_98554791
Het wekelijkse zwemavondje

‘Karin! Kun je even meekomen?’
Karin aarzelde geen moment toen Ilse, de leerling-verpleegkundige, haar riep. Op de afdeling eerste hulp was er geen tijd om te aarzelen. Ze holde achter Ilse aan, die een gordijn openschoof. Daarachter bevond zich de patiënt.
Karins adem stokte in haar keel. Een seconde versteende ze. Toen herpakte ze zichzelf. De kans was klein dat hij haar zou herkennen. Hoewel...
Ze kuchte en zei met een geforceerde hese stem: ‘Kunt u vertellen wat er precies gebeurd is?’
Ilse keek haar even vreemd aan. ‘Dit is meneer Bergenvorst,’ zei ze. ‘Hij heeft op zijn werk een ongeluk gehad in het magazijn.’
Meneer Bergenvorst hield met zijn rechterhand zijn linkerarm vast, die in een vreemde hoek op zijn borst lag gevouwen.
Bergenvorst, dacht Karin. Direct probeerde ze de naam uit haar gedachten te bannen, maar de klanken hadden zich al in haar geheugen vastgezet als een anker in het modderige slib van een rivier.
‘Waar werkt u?’ vroeg Ilse, niet uit interesse, maar om de patiënt op zijn gemak te stellen door een praatje te maken.
‘Bij een groothandel voor bouwmaterialen,’ zei Bergenvorst. ‘Er is een stellingkast omgevallen, bovenop mijn arm.’
‘We zullen een foto moeten laten maken,’ zei Karin, voor hij meer zou vertellen.Hoe minder ze wist, hoe beter. ‘Ilse, regel jij de aanvraag even bij röntgen?’
Ilse knikte en verdween achter het gordijn.
‘Heeft u veel pijn?’ vroeg Karin met een hoge verdraaide stem.
‘Behoorlijk,’ zei Bergenvorst. ‘Zeg maar “je”. En ik heet Marcel.’
Dat was te veel informatie. Karin glimlachte en probeerde de naam onder te dompelen in een moeras van andere namen. Mark, Martin, Marco, Marten, Marvin.
Het hielp niet. De naam Marcel klampte zich vast aan het Bergenvorst-anker als koraal aan een rif.
Marcel Bergenvorst.
Nadat Marcel had gezegd dat zijn vrouw hem op zou komen halen, had Karin ervoor gezorgd dat ze hem zo snel mogelijk aan een collega over had gedragen. Opgelucht stelde ze vast dat Marcel Bergenvorst geen blijk van herkenning had gegeven.

Karin voelde zich verfrist na de lauwwarme douche. Naakt kroop ze tegen de licht snurkende Victor aan.
‘Hoe was je dienst?’ vroeg hij, gewekt door de strelingen van Karin.
‘Druk,’ zei ze. ‘Ik kan wel wat ontspanning gebruiken.’
Victor draaide zich om en Karin liet zich beminnen door haar geliefde man.

‘Ik ga,’ zei Karin de volgende avond, haar ingepakte zwemtas onder haar arm geklemd. De zevenjarige Casper was druk bezig de woonkamer om te toveren tot een treinlandschap, geassisteerd door zijn vader.
‘Oké, doei,’ zei Casper. Karin bukte zich en gaf haar zoon een kus, die hij direct weer afveegde.
‘Zwem ze,’ zei Victor zonder op te kijken. Hij moest eens weten.

In de auto voelde ze zich gespannen. Niet de opgewonden spanning zoals anders, maar een nerveus gevoel. Het zwembad kwam al in zicht. Hoe zou ze reageren als hij er zou zijn? Ze mocht niets laten weten. Niets. Maar kon ze het wel? Nu ze zijn naam wist? Marcel Bergenvorst. Medewerker bij een groothandel in bouwmaterialen.
Terwijl ze in volle vaart het zwembad voorbijreed, zag ze voor zich hoe hij in het magazijn aan het werk was. Hoe een stellingkast vanachter tegen Marcel Bergenvorst aanviel en zijn arm op twee plaatsen brak.
Zijn arm! Natuurlijk! Met die gebroken arm zou hij vast niet aanwezig zijn. Ze voelde zich direct een stuk lichter en kreeg weer helemaal zin in haar als zwemavondje vermomde uitlaatklep. Opgewonden parkeerde ze haar auto op de parkeerplaats tegenover het woonhuis waar ze elke dinsdagavond was.

De gastvrouw opende de deur en liet Karin direct naar boven gaan. Daar pakte ze haar kleding uit de tas. De zwarte latex broek, het leren topje dat haar borsten vrijliet en het zwarte masker dat haar gezicht verborg. Ze kleedde zich om en genoot van het latex dat zich strak om haar huid sloot. Ze reeg haar laarzen vast en voelde zich op en top meesteres Milley terwijl ze op haar stilettohakken de trap afliep.
De gastvrouw knikte dat ze door kon gaan naar de kelder. Opgewonden bekeek de meesteres welke slaven er vandaag tot haar beschikking stonden. Daar was Keck, al vastgebonden aan de ringen aan de muur, en ze zag ook Dug, op handen en voeten, zoals het hoorde. Haar hart sloeg een keer over toen ze slaaf Berry zag. Zijn linkerarm vast in het gips en mitella, zijn rechterarm achter hem vastgebonden aan de stoel.
Marcel Bergenvorst. De lettergrepen klonken in haar gedachten als hamerslagen tegen een anker. Met nederige ogen keek hij naar haar op. ‘Ik heb naar u verlangd, meesteres,’ zei hij.
Ze kon niets. Kafferde hem niet uit. Dit was niet Berry. Dit was Marcel Bergenvorst. Medewerker bij een groothandel in bouwmaterialen. De opwinding maakte plaats voor een gevoel van opgelatenheid. Het zweet brak haar uit. Het latex benauwde haar. Ze liet het zweepje op de grond vallen en draaide zich om. Zonder iets te zeggen liep ze de trap op naar boven.

‘Wat ben je vroeg terug,’ zei Victor. Verbaasd keek hij op naar Karin. ‘Is er wat gebeurd?’
‘Het is gewoon...’ zei Karin. ‘Er is iemand die ik daar liever niet meer tegenkom.’
‘Iemand die vervelend tegen je doet? Als dat zo is...’ Victors stem klonk dreigend.
‘Laat nou maar,’ zei Karin. ‘Het is iemand van mijn werk.’ Ze plofte naast hem op de bank.
‘Dan ga je toch op een andere dag, als die persoon niet wilt zien,’ zei hij.
‘Dat gaat niet, dinsdag is mijn vaste vrije dag. Je weet hoe lastig dat is met die wisselende diensten.’
‘Kun je dat niet veranderen?’
‘Misschien.’ Karin glimlachte. Ze wist dat er bijna dagelijks bijeenkomsten waren. ‘Ik zal proberen met iemand te ruilen.’
‘Goed zo,’ zei Victor en hij gaf haar een kneepje in haar bovenbeen. ‘Niemand neemt het wekelijkse zwemavondje van mijn vrouw af!’
‘Zo is dat,’ zei Karin. Ze trok Victor naar zich toe en kuste de man van wie ze al meer dan tien jaar zo innig veel hield.
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:51:11 #5
42184 crew  DaMart
pi_98554820
Karin en haar geheim

‘Het moet gebeuren, ik kan er niet langer meer tegen’, was wat ze dacht. Ze is trouwens een vrouw van 34 jaar, genaamd Karin van Leemt. Op de EHBO-afdeling van het ziekenhuis, waar ze werkte, had ze al verschillende gevallen gezien, die nog te helpen waren, maar Karin dacht: “Hij moet niet meer te helpen zijn, hij mag het niet overleven.” Ze was al uren aan het nadenken over wat ze nu moest doen en vooral hoe ze het moest doen.

Victor, haar man, belde. Hij ging het niet meer redden om hun zoon Casper op te halen, hij moest overwerken. Hoewel Karin net wilde gaan zwemmen in het net nieuwe zwembad, ging ze dus toch maar Casper op halen. Op school aangekomen kwam Casper naar haar toe en vroeg hij of hij mocht gaan logeren bij iemand uit z’n klas. Karin, alleen thuisgekomen, ging toch nog maar even zwemmen. Ze wilde net onder water gaan zwemmen toen haar mobieltje ging; of ze naar haar werk kon komen, want het was behoorlijk druk. Hoe graag ze ook even tijd voor zichzelf wilde, ging ze toch maar werken.

Zou ze het met de auto moeten doen? Nee, dat zou deuken opleveren. Met een wapen dan? Nee, teveel bloed en de kans dat hij niet meteen dood is. Vergif misschien? Nee, dan zou in het forensisch onderzoek naar boven komen wie het gedaan had. Dan toch maar verdrinken in het zwembad? Zou kunnen, maar dan moet het wel een ongeluk lijken. Ja, het zou verdrinken worden, nu wist ze het zeker.

Na haar werk, wat uiteindelijk maar een paar uurtjes was gebleken, was Karin alsnog om half zeven thuis. Victor kwam een kwartier later thuis. Karin had inmiddels iets te eten gemaakt en een wijntje ingeschonken. Victor was blij om Karin te zien na zo’n lange werkdag. “Wacht maar,” dacht Karin bij zichzelf, “tot vanavond laat.” Na het eten gingen Karin en Victor nog even bij de tv zitten, er was namelijk een leuke film te zien. Karin schonk Victor en zichzelf nog een wijntje in. Victor kon niet zo goed tegen alcohol, maar was de volgende dag toch vrij en schonk zichzelf en zijn vrouw een derde wijntje in, omdat de wijn zo lekker was.

Toen de film was afgelopen, was Victor dronken en wist hij totaal niet meer wat hij deed. Karin bracht hem naar het zwembad en duwde hem daarin. Victor sputterde een beetje tegen, maar werd daar al snel moe van, en stopte daarmee. Hij verdronk..

Karin belde een kwartier later de ambulance. Toen de ambulance aankwam was Victor al overleden. Hij werd onderzocht door de politie en Karin werd verhoord. Het onderzoek wees uiteindelijk uit dat het een ongeluk was van een dronken man die in het zwembad was gevallen en verdronken was. De volgende dag ging ze gewoon naar haar werk…
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:51:48 #6
42184 crew  DaMart
pi_98554850
De Kist

Karin trok nog een baantje. Het zwembad was rond deze tijd altijd uitgestorven. De enige andere aanwezigen: Julie de receptioniste en Carlo de badmeester, die haar kende als een goede zwemster en niet de moeite nam om naast het zwembad te gaan staan. Hij zat waarschijnlijk ergens een kopje koffie te drinken. Ze bereikte de wand, draaide en zette zich af. Ze strekte zich uit en gleed door het water. Het water spoelde haar vermoeidheid weg. Na zo’n nacht in het ziekenhuis moest ze altijd even relaxen. En het kon. Victor zou Casper naar school brengen, dus ze hoefde niet op tijd thuis te zijn. Werken op de spoedeisende hulp vroeg het uiterste van je. Je wist nooit waar je die nacht weer mee geconfronteerd zou worden. De afgelopen nacht begon met een hartaanval, ging via een scooterongeluk naar een val van de trap en eindigde met een schietpartij. Die laatste was overleden voordat hij goed en wel op de operatietafel lag. Ze deed het werk al zo lang, maar nog steeds had ze er moeite mee als ze iemand dood zag gaan. Zeker een jonge man. Hij was nog bij bewustzijn geweest bij binnenkomst. Een schotwond in zijn buik. Dom om een wapen te trekken bij een overval. Dommer om de pompbediende dood te schieten. Het domst om daarna zijn wapen op een agent te richten. De agent was sneller. In de ambulance hadden ze er een verband omgelegd, maar dat was al compleet doorweekt. Met grote angstogen had hij haar aangekeken. “Ik wil niet dood. Alsjeblieft. Ik wil niet dood,” had hij keer op keer smekend herhaald. Ze had hem gerustgesteld, maar had aan het gezicht van de arts gezien dat het een gelopen zaak was. Jong. In de kracht van zijn leven. Dat soort dingen nam je mee. Baan na baan zwom ze, het enige geluid het klotsende water en haar ademhaling, tot haar gedachten nog slechts een vaag geroezemoes ergens achter in haar hoofd waren.

Karin keek op de grote ronde klok. Bijna half 8. Het was tijd om naar huis te gaan. Ze zwom naar het ijzeren trappetje en pakte het beet. Ze zag een schaduw boven in haar blikveld en keek op. Ze verwachte Carlo de badmeester, maar het was iemand anders. Karin staarde naar de grote rode bloedvlek op zijn shirt. De jongeman staarde terug. Zijn ogen hadden al de melkachtige glans van uitdroging. Karin bleef stil hangen en wachtte of hij iets zou doen. De seconden tikten weg. Aan de andere kant van het zwembad zat ook een trapje. Met een stevige zet duwde ze zichzelf weg van de muur, draaide en zwom zo snel ze kon naar de andere kant. Ze vloog het trapje op. Met kloppend hart keek ze rond. Hij was weg. Ze haastte zich langs de rand van het zwembad richting de kleedkamers. Hij verscheen zo plotseling voor haar, dat ze onderuit ging op de gladde tegels. Hij zei niets, maar bewoog zijn hoofd langzaam heen en weer. Ze mocht er niet langs. Mocht niet weg. Karin stond op. De jongeman strekte zijn hand uit.
“Hé Karin. Alles goed?” galmde er door de zwemzaal.
Karin zag Carlo de zaal inlopen. Hij keek bezorgd. De jongeman keek even om en vloog opeens op haar af. De klap tilde haar van haar voeten en ze voelde zich door de lucht vliegen en het water raken. Zijn gewicht duwde haar onder water. Ze zag zijn troebele schaduw boven haar hangen. Met haar handen graaide ze naar houvast en vond niets. Ze schopte en vocht tegen wat nu iets ontastbaars leek, terwijl haar longen begonnen te branden. Zo erg was het nog nooit geweest. Zo fysiek. Ze vroeg zich af of ze deze keer de verkeerde had getroffen en raakte in paniek. Haar hoofd tolde. Zwarte vlekken explodeerden voor haar ogen. Ze wilde ademen. Moest ademen. De pijn was ondragelijk. Handen trokken haar plots omhoog. Haar hoofd kwam boven water en ze nam een diepe teug lucht. Carlo hielp haar op de kant.
“Wat gebeurde er met jou?” vroeg hij bezorgd, “je viel ineens in het water.”
“Geen idee,” zei ze hijgend.

Carlo hielp haar naar de kleedkamer waar ze zich aankleedde. Ze verwachtte ieder moment weer bezoek, maar er gebeurde niets meer. Ze verzamelde haar spullen en stapte op de fiets naar huis. Het huis was leeg. Victor en Caspar onderweg naar school en het werk. Karin liep de trap op naar haar slaapkamer. Ze trok de kledingkast open. Onderin de kast stond een houten kist. Ze haalde hem tevoorschijn en zette hem voor de kast op de grond. Het deksel was versierd met vreemde symbolen. Met haar vinger volgde ze de lijnen. Ze opende de kist. Er lagen sieraden in: kettinkjes, armbandjes, oorringen, maar ook aanstekers, zakmessen, horloges, en zelfs stukjes metaal, die ooit kogels waren geweest. Sommigen waren vrij oud. Karin was dan ook niet de eerste die de kist in haar bezit had en ze zou ook niet de laatste zijn. Het was zelfs niet de enige kist, maar wie de andere kisten hadden, wist ze niet. Karin pakte haar tas en rommelde erin. Ze trok haar hand terug. Tussen haar vingers had ze een ring geklemd. Ze hoorde een bonk en keek om. De dode man stond achter haar. Hij had zijn hand naar haar uitgestrekt. Hij sprak een enkel langgerekt woord: ‘mijn…’.
“Nee,” zei Karin, “jouw duistere ziel is van mij.”
Ze gooide de ring in de kist en sloot het deksel. Ze was weer alleen in de kamer. De kist plaatste ze terug onderin de kast. Karin ging op bed liggen en sloeg haar armen om zich heen. Het duurde dit keer lang voordat ze ophield met trillen.
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:52:24 #7
42184 crew  DaMart
pi_98554884
Een barstje

Wat een onrustige nacht. Hoe vaak heb ik vannacht de rode cijfers van de wekker gezien? Voor mijn gevoel heb ik maar enkele kwartiertjes geslapen. De rest van de nacht lag ik wakker, te luisteren naar het rustige ademen van Victor, te kijken naar het plafond (Zal ik deze week nog gauw even dat barstje vullen met kit? Toch jammer om het zo achter te laten.) en na te denken over volgende week zaterdag.

De ochtenddiensten zijn minder erg in de zomer, omdat je dan ’s ochtends met daglicht kunt opstaan. Victor en Casper mogen uitslapen, dus ik zet de wekker uit voor hij af kan gaan. Dan het ochtendritueel. Routineus; douchen, eten, aankleden, tandenpoetsen, briefje schrijven met zaterdagklusjes en de boodschappen die hij altijd vergeet, zoals koffiemelk (Is het niet zonde om dat nu op te schrijven? Hij drinkt immers zwart.).

Tijdens het fietsen denk ik vast aan vanmiddag. Als mijn dienst erop zit, ga ik nog niet naar huis. Ik fiets door naar Munir’s huis. Ik kan vanavond echt niet te lang blijven, maar een paar we moeten de laatste dingen nog bespreken. Wellicht kunnen we vanavond al de tickets boeken!

Mijn werkdag gaat in een waas voorbij. Als ik in de kleedkamer mijn kleding wissel van los wit katoen naar strak blauwe satijn en mijn schoenen van witte klompen naar zwarte hoge hakken, geeft mijn collega nog een dikke knipoog: ‘Zo, heb je Victor wat spannends beloofd?’ Ik grijns, murmel iets over privézaken en prop de werkkleding in een plastic tas. Hij knipoogt nog een keer: ‘Veel plezier!’. Ik gooi mijn haar los en wandel heupwiegend de deur uit. Ik stop de tas in mijn fietstas en rijd naar het zwembad, zet hem lekker opzichtig voor het fietsenhok en pak daar de bus.

De bus rijdt via een omleiding, waardoor ik de straat vanaf een andere zijde inloop. In de verte zie ik hem al. Hij zit op het bankje voor zijn huis met de laptop. Zijn silhouet is zo vertrouwd geworden in zo’n korte tijd! Zijn korte zwarte haar, zijn stoppelbaard, zijn sterke gelaatstrekken en altijd goed gekleed… Als Victor eens wat meer aan zijn uiterlijk deed, was me dit nooit overkomen. Als ik wat vaker complimenten had gekregen voor mijn zware baan in combinatie met het moederschap. Als ik destijds nog een keer zwanger was geworden. Goed, daar moet ik niet langer aan denken. Ik krijg straks alles wat mijn hartje begeert en de baby is nog klein, maar groeit al goed.

Munir glimlacht als hij me ziet. Zijn hele gezicht licht op. Hij kan niet langer op de bank blijven zitten. Halverwege de straat ontmoeten we elkaar en een innige kus met omhelzing volgt. Zijn handen lijken overal. Wat heeft die man een aantrekkingskracht! Ik kan maar amper geloven dat ik straks in een warm klimaat leef, in een dorp vlakbij het strand, met uitzicht op de bergen. Munir heeft nog meer foto’s van ons nieuwe huis in zijn e-mail binnengekregen. Vier slaapkamers en twee badkamers (dat is in zulke landen heel normaal) en natuurlijk een keuken, woonkamer en zelfs een bijkeuken. Met een diepe zucht en brede glimlach geef ik de laptop weer terug. Hij heeft al heel goedkope tickets gevonden en als we nu de vluchttijd vastzetten, kan zijn broer ons naar het vliegveld brengen met een busje. Ik pak de paspoorten erbij. Karin Wilhelmina Maria Broks, (nu nog) getrouwd met van Leemt. Geboortedatum 19-06-1977. Munir Mohammed Bashir Rahem. Geboortedatum 08-12-1972. Casper Jochem van Leemt. Geboortedatum 03-10-2007.

Ik heb de creditcard van mijn eigen bankrekening bij me. Ik heb nog nooit een enkele reis geboekt en bij het invoeren van Caspers naam doet mijn maag ineens raar. Ik word kotsmisselijk en mijn bloed bonkt achter mijn ogen. Munir ziet aan me dat ik me niet goed voel en haalt gauw een glas water en een nat washandje. Hij legt zijn hand op mijn buik en vraagt of alles goed is met de baby. Ja, met die baby komt het wel goed. Die groeit immers op in zijn nieuwe omgeving, dat geeft geen aanpassingsproblemen. Maar Casper; zou die nog wel tegen me praten als hij wakker wordt in Iran? En kan ik hem met mijn cursus Iranees genoeg op weg helpen zodat hij op school goed mee kan komen? Munir heeft een plek geregeld op een klein dorpsschooltje, omdat Victor ons anders veel te makkelijk zou vinden. De neefjes van Munir zijn gelukkig van ongeveer dezelfde leeftijd. Ik hoop dat hij daar snel mee overweg kan. Munir troost me en kalmeert me. We zinken weg in elkaars armen en we laten een spoor van kleding achter in huis.

Ik neem de bus terug naar het zwembad en ik gebruik de kleedhokjes van het zwembad om mijn werkkleding weer aan te trekken. Ik haal een klein potje met dikbleek uit mijn fietstas. Wrijf er een druppel van achter mijn oren. Ik heb bij Munir nog gedoucht en mijn haar zit in een functionele paardenstaart.

Morgen is het zover.

Ik lig in bed naar het monotone geluid van Victors ademhaling te luisteren. Ik lig naar het plafond te staren en ik zie het barstje nog. Een barstje in het gespoten plafond. Een barst in mijn leven. Morgenochtend gaat Victor naar zijn werk. Hij zal me een kus op mijn wang geven en hij zal roepen: ‘Tot vanavond, poppedop!’ Hij zal denken dat ik Casper naar school breng en boodschappen zal halen. Hij zal denken dat ik de was doe en Casper uit school haal en eten kook. En als hij thuiskomt zal hij zich afvragen waarom de deur op slot zit. Want morgen zijn wij weg. En hij zal ons niet kunnen vinden.
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:53:01 #8
42184 crew  DaMart
pi_98554913
Confrontatie

Ze wordt er niet meer dagelijks aan herinnerd, maar soms doemt het ineens in haar gedachten op. Vooral als ze niet goed in haar vel zit, of wat druk is, piekert Karin ’s avonds in bed nog wel eens over het verleden. Een verleden, dat inmiddels 20 jaar geleden is, en waar alleen zij nog van weet.

Over het algemeen heeft Karin een te druk leven om aan deze nare herinneringen te denken. Als ze niet aan het werk is, wat overdag, ’s avonds of ’s nachts kan zijn, is ze aan het rennen en vliegen om Casper naar de voetbal, vriendjes of clubjes te brengen, en te halen natuurlijk. Dan nog koken, boodschappen doen, haar man wat aandacht geven, en als er dan nog wat tijd over is, gaat Karin lekker zwemmen. Karin kan alles kwijt in heerlijk baantjes trekken. Dan is alles weg. De stress van alledag lijkt in het water weg te drijven, op te lossen voor even. Dan telt alleen de tijd, het aantal banen.

Meestal valt zo’n gaatje in de agenda’s van de gezinsleden op dinsdagavond, en daar maakt Karin dan ook dankbaar gebruik van. Na het zwemmen is ze compleet uitgeput en na het douchen ploft Karin dan ook meestal op de bank met een lekker boek. Dit zijn de ultieme relaxavonden.
Dit zijn de oplaadmomenten om de hectiek van het gezin en werk weer aan te kunnen.

Op woensdag, als de wekker gaat, zit Karin er meteen midden in. Victor roept dat hij geen sokken meer heeft, Casper wil tijdens het ontbijt ineens weten waar kinderen vandaan komen, en zelf is Karin om kwart over acht nog in haar pyjama, terwijl ze Casper voor half negen op school af moet zetten. Ze besluit haar lange jas over de pyjama heen te trekken en Casper zo weg te brengen.
Als ze terugkomt van het wegbrengen van haar zoon, ziet Karin meteen dat het lichtje van het antwoordapparaat knippert. Toch besluit Karin prioriteiten te stellen en schenkt zichzelf eerst eens een kop koffie in.
Wanneer ze het bandje toch afluistert, wilde ze meteen dat ze nog even gewacht had. Het is haar leidinggevende, Sarah. ‘Het is druk, crisis, etcetera, nou ja je begrijpt wel, ik zou niet bellen als het niet echt, echt nodig was..’ met andere woorden: ‘kan je nu komen’.
Eigenlijk heeft Karin geen zin, maar misschien kan ze, als ze eerder begint, ook wat eerder weer naar huis, zodat ze Casper vanavond naar bed kan brengen.
Ze zet haar haar nog half volle kopje op het aanrecht en trekt haar werkkleding aan.

Op het werk aangekomen, treft Karin inderdaad een volle wachtkamer. Ze haalt diep adem, en denkt: ‘Ik moet me maar niet te veel verheugen op het vroeg naar huis gaan’. Het is een komen en gaan van patiënten. Kinderen met griep, mensen met botbreuken en kneuzingen. Er komt een jonge vrouw binnen met pijn in de schouder. Karin voelt aan de schouder, en de vrouw vertelt wat er gebeurd is. Ze fietste op het pad, hier vlakbij, naar de supermarkt. Een scooter met twee jongens erop kwam van achter met hoge snelheid op haar af. De jongen, die de scooter bestuurde, leek niet op te letten, en botste zijdelings tegen de fietsende vrouw aan. De scooter slingerde wat, maar de jongen kon kennelijk zijn evenwicht herpakken en reed door. De vrouw schrok echter, en verloor haar evenwicht, waardoor zij viel en hard op de stoep terecht kwam.
Ze probeerde nog verder te fietsen, maar het ging niet. Met hulp van omstanders pakte ze de tassen, die gevallen waren, weer op en liep met de fiets aan de hand naar huis.
Thuisgekomen had de vrouw met haar ‘goede hand’ de tassen uitgepakt, maar ontdekte dat er een tas bij was, die ze niet kende. Waarschijnlijk verloren door de jongens. Toen ze in de tas keek, bleek deze niet van de jongens te zijn. Tenminste, er zat een vervoerspas in van een dame, die ongeveer 70 jaar leek, op de foto.

‘Wacht,’ zegt de vrouw, ‘ik zal hem laten zien’ en ze pakt een blauwe lederen tas. Ze laat het pasje aan Karin zien, die het onmiddellijk aanpakt. ‘ja, ik dacht’, vervolgt de vrouw, ‘dan breng ik de tas gelijk naar de politie, als ik bij de eerste hulp ben geweest.’
Karin hoort de vrouw al niet meer. ‘Ehm’ stamelt ze, ‘ik geloof dat ik deze dame ken..’
‘Oh?’ zegt de vrouw, ‘kent u haar? Weet u een adres? Dan breng ik haar de tas, die rotjongens ook, die hebben hem vast gestolen! Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar…’ Karin kijkt nog steeds naar de foto. Ze kent de vrouw. Maar het kan niet. Het is onmogelijk.
Het lijkt minuten te duren, maar ineens weet Karin zich te herstellen en zegt: ‘mevrouw, deze dame woont vlakbij me. Als u de tas nu eens hier laat, dan breng ik hem naar haar toe. Gaat u lekker naar huis, u moet rusten met die schouder.’
De vrouw stribbelt wat tegen, maar Karin weet haar te overtuigen. Als ze echt wil kan ze prima als kordate verpleegkundige optreden.
Uiteindelijk gaat de vrouw weg, naar de wachtkamer van de röntgenafdeling, de tas veilig bij Karin achterlatend.
Karin blijft nog in de ruimte staan. Ze doet de deur achter de vrouw dicht en leunt tegen de behandeltafel. Ze pakt de foto en blijft ernaar staren. ‘het kan niet,’ denkt Karin, ‘het kan simpelweg niet… deze vrouw is toch 20 jaar geleden overleden?’
Ze gooit de tas in de prullenbak en steekt het pasje in haar zak.
Ze is er toch zelf bij geweest? Ze besluit op zoek te gaan naar de dame op de foto, de dame, waarvan Karin denkt, dat ze 20 jaar geleden begraven is, door haarzelf en twee vrienden…
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:53:24 #9
42184 crew  DaMart
pi_98554932
Verborgen

Niet achterom kijken, wat er ook gebeurde. Niet meer nadenken, verstand op nul en rennen. Flitsende lichten, het geluid van een hart dat bijna uit haar borstkas leek te klappen, een raspende ademhaling. Ze dwong zichzelf verder te rennen en niet achterom te kijken. Nooit meer. Het heft van het mes brandde in haar handpalm. Ze keek ernaar en zag in het vage schijnsel van een langsschietende lantaarnpaal hoe het bloedrode lemmet glinsterde. Ze moest er vanaf. Ze sloeg linksaf een schemerig steegje in vanaf de Hoge Dorenweg; de hoofdweg van de stad. In de verte hoorde ze het geluid van sirenes naderen. Ze moest op zoek naar ze het mes kon laten dat ze nog steeds in haar hand geklemd hield. Ze stopte even en keek om zich heen. Even verderop trof ze een putdeksel aan die ze zonder na te denken open trok. Vol afgrijzen gooide ze het mes erin en zag het verdwijnen in het gapende zwarte gat. Wat heb ik gedaan, dacht ze. Ze keek naar haar handen, bebloed en gehavend. Het mes was misschien verdwenen, maar de dood kleefde nog steeds aan haar handen..

“Karin, kom je ontbijten? Ik heb net de tafel gedekt voor ons drietjes.” Dat was Victor van Leemt, de man van Karin. Victor heeft zijn carrière als accountant in 2004 aan de wilgen gehangen en is sindsdien huisvader. Karin is op haar twintigste begonnen als verpleegkundige op de EHBO van het Vlietlandenziekenhuis, waar ze nu zo’n veertien jaar werkzaam was. De geboorte van hun zoontje Casper in 2004 zorgde voor een hoog oplopende discussie tussen Victor en Karin. Dat één van de twee moest stoppen met werken om voor Casper te gaan zorgen stond als een paal boven water, maar wie van de twee dat zou zijn dat was de grote vraag. Als het aan Victor gelegen had, was Karin parttime gaan werken en kon hij verder met zijn carrière. Karin –workaholic ten top – stemde hier niet mee in en heeft dit op z’n zachtst gezegd voorkomen. Dat dit hem nog redelijk dwars zit, is wel te merken aan de steken onder water die Karin regelmatig ontvangt. Ze weet ook wel dat het chantage was; ze had hem min of meer gedwongen tot deze beslissing. Het was óf ontslag nemen, óf zij en Casper het huis uit en dan was het over. Eigenlijk onmenselijk, maar ze moest wat. Zeker gezien haar verleden. Haar beroep als verpleegkundige was dé manier om haar ziel te reinigen en zich te ontdoen van de zonde die ze begaan heeft. Dat het haar nog elke dag achtervolgde, was geen punt van discussie. Nog elke avond na haar dienst dacht ze terug aan die ene vreselijke nacht. Het geluid van de doodskreet, haar eigen hoge hartslag, haar raspende adem, alles zat nog in haar geheugen gegrift. Vaak ging Karin op deze momenten even naar het zwembad. Het water gaf haar rust en het leek alsof ze haar gedachten los kon laten in het zachtjes kabbelende chloor. Stille wateren hebben diepe gronden, wordt er wel eens gezegd. Dat is Karin op het lijf geschreven. Als ze toch eens wisten..

Karin schoot snel in haar badjas en liep de trap af. Victor en Casper waren al begonnen aan hun versgemaakte croissantje. Dat deed Victor vaak, op zaterdagochtend; zelfgemaakte croissantjes, verse jus d’orange, kopje koffie. “Lekker geslapen, schat?” vroeg Victor haar terwijl hij een mok voor haar inschonk met koffie. Karin knikte, in gedachten verzonken. Ze wist niet wat het was, maar een naar gevoel bekroop haar. Ze had erg onrustig geslapen. Misschien had het te maken met het krantenbericht dat ze de dag ervoor gelezen had. Er werd een oude moordzaak heropend. Er waren nieuwe aanwijzingen die aanleiding gaven tot voortzetting van het onderzoek. Dertien jaar geleden werd er een jongeman aangetroffen in een zijweg van de Hoge Dorenweg, om het leven gebracht door messteken in de borst en hals. Ze wist het. Ze had het altijd al geweten. Ooit zou haar diepste geheim aan het licht komen en dat moment leek nu gekomen te zijn. Had ze het punt bereikt waarop haar eerst zo zekere toekomst begon te wankelen? Zouden ze er ooit achterkomen? Ze wist het niet.

“Wat ben je stil,” vroeg Victor aan Karin. Ze glimlachte even. “Oh, het is niets. Ik heb een beetje hoofdpijn.” Ze keek naar Casper die vakkundig bezig was om zijn croissantje te ontleden. Kinderen zijn zo onschuldig, dacht ze en glimlachte weer. “Ik ga straks weer even zwemmen,” zei ze tegen Victor. “Da’s goed,” antwoordde hij. “Dan breng ik ondertussen Casper even naar Terence. Die belde of Casper wou komen spelen.” “Prima,” knikte Karin, terwijl haar handen de hete mok koffie omklemden. Ze nam een slok en zette de mok terug op tafel. “Ik ga me even omkleden, tot zo.” Ze stond op en vertrok weer naar boven.

Toen Karin weer beneden kwam, waren Victor en Casper al vertrokken. Op tafel lag een klein briefje. “Zoals ik al zei ben ik even weg om Casper weg te brengen. daarna rijd ik nog even langs Dennis, ik moet ‘m even helpen met zijn computer. Tot vanmiddag! Hou van je.” Ze glimlachte. Wat was hij toch ook een schat. Hij wist haar na al die jaren nog steeds zo nu en dan te verrassen. Met de lieve woorden nog in haar hoofd liep ze naar de keuken en drukte het Senseo-apparaat aan. Een schel geluid weerklonk vanuit de gang. Er stond iemand aan de deur, maar wie kon dat zijn? dacht Karin. Ze zette een kopje onder de Senseo, drukte op de knop en liep naar de voordeur. Twee uniformen staarden haar aan. “Mevrouw van Leemt? We willen u graag wat vragen stellen. Mogen we binnenkomen?” Haar hartslag schoot omhoog. “Natuurlijk, komt u binnen.” Ze stapte opzij en liet de twee agenten binnen die vast doorliepen naar de woonkamer. Karin staarde met grote ogen van paniek naar de deur. Was dit het dan?
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:54:50 #10
42184 crew  DaMart
pi_98554990
Zoals het hoort

Het was laat in de avond dat Karin terugliep naar haar auto, de telefoon tegen haar oor gedrukt alsof ze naar Victor belde, ook al wist ze dat hij al lag te slapen. Iemand had haar ooit verteld dat het de kans op een overval verminderde, en hoewel ze niet wist of dat waar was was het een gewoonte geworden. Sinds dat artikel in de krant, drie dagen geleden, toen Victor vroeg of alles in orde was omdat ze plots zo bleek was geworden. Ze had geknikt en de krant neergelegd, hopend dat haar vingers niet zouden trillen bij het oppakken van haar beker thee. Nieuwe ontwikkelingen in zaak ontvoerde baby had de journalist geschreven, en bij het artikel had een foto gestaan van hoe de baby er nu, op zevenjarige leeftijd, uit zou moeten zien. Later had ze luchtig gelachen en de foto aan Victor laten zien, een foto die een grote gelijkenis met Casper vertoonde. Victor had met haar meegelachen en opgemerkt dat de moderne technologie kennelijk nog niet foutloos was.

Victor vertrouwde haar, dat wist ze zeker. Hij zou geen moment denken dat er meer dan toeval zat achter de gelijkenis tussen Casper en de zeven jaar geleden ontvoerde baby. Hij behandelde hem als zijn eigen zoon, en Casper was gek op de man die vijf jaar geleden in zijn leven was gekomen. Heel soms dacht ze nog wel eens aan het gezin dat ze op tv had gezien, aan de krokodillentranen van de moeder en de zogenaamd troostende hand van de vader op haar schouder. Maar meestal stopte ze deze gedachten weg en liep ze naar de slaapkamer van Casper om even naar hem te kijken, of haar zoon een zoen te geven.

Bij haar auto aangekomen schrok ze minder dan ze verwacht had van de enveloppe achter de ruitenwissers. Haar hart sloeg over maar begon in het vertrouwde ritme te kloppen terwijl ze de brief opende en het velletje uit de enveloppe viste. De woorden proefden bekend, alsof ze ze al eerder had gelezen, of er misschien ooit van gedroomd had, zo'n droom waarbij ze badend in het zweet en snikkend wakker werd, en Victor haar zoende en streelde tot ze stopte met beven. Karin stopte het velletje terug in de enveloppe en de enveloppe als vanzelf in haar tas. Het was jammer dat het zo moest lopen, want ze hield van haar baan en van de omgeving waar ze zeven jaar gewoond had. Ze hield van de bomen en parken waar ze uren kon lopen als ze zich even niet goed voelde, en ze hield van het zwembad waar ze elke maandag en woensdag afsprak met haar vriendinnen. En God, ze hield van Victor, van die lieve dommige man in wiens ogen ze niks fout kon doen.

Maar ze hield van niemand zoveel als van Casper, dat kleine mannetje dat vanaf de eerste dag bij haar hoorde. De eerste keer dat hij naar haar gekeken had had ze dat moedergevoel gevoeld en geweten dat dit nooit over zou gaan. Dat zij zijn moeder hoorde te zijn en niet de negentienjarige Milène, met een geschiedenis van drugs en een vriend die zijn handen niet thuis kon houden. Ze had gedaan wat ze moest doen, ze had de enige juiste keuze gemaakt en zelfs nu, met de enveloppe in haar tas die haar leven opnieuw overhoop zou gooien, zelfs nu wist ze dat ze alles voor hem zou doen. Casper had het goed bij haar. Hij kroop tegen haar aan op de bank 's avonds, sloeg zijn armen om haar heen en knuffelde haar buik alsof hij nog een baby was en terug wilde kruipen naar waar hij nooit geweest was. Hij maakte cadeautjes voor moederdag en schreef ik hou van jou mama op de kaarten die ze kreeg met haar verjaardag. Casper hield van haar, ze wist het zeker, maar zou hij nog steeds van haar houden als hij de waarheid wist? Als ze naar de politie zou gaan – zoals het briefje haar vertelde te doen – en hij terug zou gaan naar een vader en moeder die hem niet kenden? Die hem niet getroost hadden na een nachtmerrie, die niet wisten hoe ze ervoor konden zorgen dat hij toch zijn groenten op at?

Karin wist dat de beslissing lang geleden gemaakt was, dat de vragen die nu in haar opkwamen nooit een nieuw antwoord zouden krijgen. Ze bracht de telefoon van haar oor naar haar schoot en typte een nummer in, voordat ze met een diepe inademing het toestel weer tegen haar oor hield. “Hallo? U spreekt met Karin van Leemt, goedenavond.” Vanavond zou ze haar spullen pakken en wachten tot Victor morgenochtend naar zijn werk was gegaan. Ze zou hem een laatste maal kussen en vertellen dat zij Casper naar school zou brengen. En dan .. dan zou ze verdergaan, in een nieuwe plaats, met een nieuwe naam. Met Casper. Zoals het hoorde.
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:56:54 #11
42184 crew  DaMart
pi_98555072
Het dal

‘Breng jij Casper naar school?’
Terwijl zij gebukt stond, met haar volle borsten neerhangend en haar zwarte haren voor haar gezicht, trok zij haar zwarte string recht.
‘Natuurlijk,’ zei zij en duwde het bijpassende beha tegen haar zachte tepels aan. Zij wilde het dichtknopen, maar hij was op haar toegelopen, was achter haar gaan staan en had zijn handen onder de stof op haar blote borsten laten glijden. Een schaduw van walging gleed over haar gezicht.
‘Maak je het vanavond niet te laat?’
‘Nee,’ zei zij zacht, hopende dat hij snel weg zou gaan. Hij lachte schaapachtig en liep weg.
Zij kleedde zich verder aan en liep naar Casper zijn kamer, vond hem aangekleed op bed en zei dat ze moesten gaan.

Omdat zij parttime als verpleegkundige werkte, hij als bedrijfsleider bij de plaatselijke supermarkt en zij in een te duur huis woonden, hadden zij geen auto en gebruikten de fiets, als het nodig was.

Aangekomen bij de school kuste zij Casper op zijn hoofd en liet hem daarna naar zijn vriendjes toe rennen. In de verte, tussen de bladeren achter de halfhoge stenen muur, dacht zij een man te zien. Zij kreeg het benauwd en voelde haar hart in haar keel kloppen. Vlug kneep zij haar ogen samen, om te zien wie daar was, toen zij gestoord werd door de vader van een ander kind. Geïrriteerd dat hij haar op dit moment onderbroken had kapte ze het gesprek snel af. Haar irritatie nam toe, toen zij zag, dat hij ook vandaag weer haar boezem keek. De man volgde haar en was wanhopig op zoek naar een blik, toen zij stopte en hem zei, dat zij getrouwd was. Onmiddellijk gleed weer een nauwelijks waarneembare glimp van walging over haar gezicht, toen zij eraan dacht, dat zij getrouwd was.

‘Ik ook,’ zei hij zielig, ‘maar…’ en hij onderbrak zichzelf, beschaamd om zijn gedrag.
Thuis sloot zij de deur snel achter zich. Toen zij langs de spiegel liep, op weg naar de tafel, schrok zij van de aanblik van haar gespannen voorhoofd. Verontrust pakte zij haar tas en haastte zich de deur uit, alsof zij te maken had met een urgente kwestie.

Aangekomen bij het zwembad was zij nog steeds onrustig, omdat zij het vreemde gevoel had, dat zij opgejaagd werd. Zij trok haar kleding uit en duwde de lichtgele stof - die mooi afstak tegen haar getinte huid – tegen haar prachtige lichaam aan. Het duikbrilletje deed nauwelijks afbreuk aan haar schoonheid. Haar mondhoeken trilden zachtjes en zij moest dan ook in het water duiken, om haar lichaam te laten schrikken van de kou, zodat zij haar gedachten kwijt zou raken. Zij zwom met grote slagen en hield geen keurige baan aan, nu zij toch de enige was in het diepe bad. Af en toe dook zij onder water, om te zien hoe lang zij haar adem in kon houden, iets dat zij als kind al graag deed.

De vierde keer zag zij plots een schaduw aan haar zijde van het bad verschijnen, net nadat zij al twee minuten onder was. Van de schrik schoten haar wenkbrauwen en lippen omhoog. Vele grote en kleine luchtbellen borrelden omhoog, gevolgd door haarzelf, instinctief en robotisch, en net zo automatisch greep zij proestend de kant beet, terwijl zij juist het liefste zo ver mogelijk weg zou gaan. Vlug keek zij omhoog om te zien wie dat was en fronste haar voorhoofd ernstig van verbazing en verachting, dat hij haar hier op kwam zoeken, toen zij zag dat haar man was, en werd direct weer overspoeld door een vreemd gevoel van angst, toen zij zag, dat hij een pistool tegen zijn hoofd had.
‘Eruit!’ zei de man met het pistool.
Karin klom verward op de kant en wist niet waar ze haar handen laten moest. Toen zij zag, dat haar bikini wat omlaag gegleden was, trok zij deze onhandig en beschaamd recht.
‘Laat dat, je hebt het recht niet.’

Zij kleurde rood en dacht dat zij elk moment in tranen uit kon barsten. Het besef, dat deze man, met zijn kaal hoofd en grijze haren, gekleed in een zwart pak met bruine lakschoenen, haar leven zoals zij dat nu kende, ten einde zou brengen, doordrong haar. Zij dacht na over de gevolgen.
‘Dag, Roos.’
‘R-roos?’ vroeg Victor zacht.
De man lachte hard. ‘Hij weet van niets, zie ik. Ik had niet anders verwacht.’
‘Karin?’ zei Victor angstig.
‘Stilte,’ zei de oude man. ‘Jouw vrouw en ik hebben een verleden.’
‘Ik ben gevlucht…’ zei Roos zacht.
‘Een dief, dat ben je!’ zei de man en hij richtte zijn geweer op Victor. ‘Zeven jaar heeft het me gekost, om haar op te sporen. Als Officier van Justitie heb ik destijds een zaak tegen haar geseponeerd, onder enkele voorwaarden. Haar, en een kind, zou ik krijgen. Eindelijk is het zover. Dacht je nu echt, dat jij, kijk toch eens naar jezelf man, dat jij zo’n vrouw zou kunnen krijgen?’ Hij lachte. ‘Ze was zwanger en had iemand nodig. En jij was kennelijk de gelukkige. Arme Roos, zo mooi, bestemd voor grote hoogten, terechtgekomen in dit dal. Wees gerust, het is voorbij. Zeg eens, houd je van hem?
Zeg op!’
Roos gaf toe dat zij niet van Victor hield, maar hem inderdaad nodig had gehad.
‘Kom nu, we gaan mijn kind halen.’

De man bond Victor vast met een stuk touw, ging achter hem staan en duwde hem het water in. Victor zijn radeloze gezicht kwam met een harde klap neer op het koude water en hij zonk de diepte in. De man greep Roos bij haar linkerarm en dwong haar naar buiten. Hij duwde haar in zijn zwarte Porsche en reed weg, op weg naar een nieuw leven, juist op het moment dat Victor zijn longen volgelopen waren met water. Roos keek al die tijd verstard voor zich uit, geschokt en radeloos, op zoek naar het antwoord op de vraag, of het wanhoop, of opwinding was, wat zij voelde.
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:58:10 #12
42184 crew  DaMart
pi_98555127
Verlossing

‘Oh shit, niet hij weer…’ fluisterde Karin tegen zichzelf terwijl ze over de EHBO liep en snel naar opzij keek. De arts die regelmatig met haar flirtte liep langs en knipoogde naar haar. Ze kon die man niet uitstaan! Hij was de belichaming van alles wat ze haatte aan een man. Zijn arrogante karakter, zijn hoogmoedige gedrag en het feit dat hij alle jonge, knappe zusters probeerde te versieren kwam haar de strot uit. Ze had van verschillende collega’s al gehoord dat er klachten tegen hem zijn ingediend vanwege seksuele intimidatie, maar dat hij ondanks deze klachten niet ontslagen was. Dit kon ze niet begrijpen. Laatst probeerde hij nog iets bij haar en heeft ze hem moeten wegduwen omdat hij zo over haar heen geleund stond. Ze voelde zijn adem in haar nek en werd er onpasselijk van. Hij deed haar denken aan haar vader. De man die haar misbruikt heeft tot aan haar 16e jaar. Toen hij plots overleed.
Oh, wat haatte ik die vent.

Ze heeft nog nooit met iemand over haar misbruik gesproken. Ze schaamde zich ervoor.
Ze wist wel dat het niet hoefde, maar toch voelde het zo. Beschamend. Ondanks het feit dat haar vader haar geen kwaad meer kon doen, heeft het wel zijn littekens achtergelaten.
Toen ze haar man, Victor van Leemt, voor het eerst ontmoette en ze een relatie begonnen, was ze bang om intiem te worden. Ze was nog maar 23 en had na al die jaren de dingen die gebeurd zijn in het verleden nog geen plekje kunnen geven. Maar met Victor had ze het getroffen. Hij was begripvol, meelevend en ze hielden veel van elkaar. Na een aantal jaar zijn ze getrouwd en kregen ze een zoontje, Casper.

Inmiddels zijn ze alweer 8 jaar getrouwd en is Casper afgelopen augustus 7 jaar geworden. Alle nare herinneringen hebben een plekje ingenomen in haar hoofd die ze de afgelopen jaren nauwelijks meer bezocht heeft. Ze had het eindelijk allemaal losgelaten.

Na de zwangerschap besloot Karin te gaan zwemmen, om in goede conditie te blijven. Haar baan als EHBO verpleegkundige was soms zo hectisch dat het wel een Olympische sport leek. Gelukkig was er een zwembad drie straten van het ziekenhuis vandaan waar ze soms heen ging na haar werk om nog even te kunnen ontspannen.
Toen ze klaar was met haar dienst besloot ze nog even te gaan zwemmen. Ze liep langs de parkeerplaats richting het zwembad. Toen ze omgekleed was en het grote bad tegemoet liep kwam de geur van chloor haar al tegemoet. Ze liep verder en zag dat er nog iemand aan het zwemmen was. Een man. Toen hij boven water kwam zag ze dat het de arts uit het ziekenhuis was.

Godverdomme, is hij hier nu ook al!
Ze kon hem wel schieten. Juist omdat het zwembad een moment was waar ze even weg was van alle ziekenhuisdrukte en drama.
Hij keek haar aan terwijl hij zwaaide en gedag zei. Karin zei snel en ongemakkelijk gedag terug en begon aan haar eigen baantjes. Ze dacht even nergens aan en ging lekker zwemmen.
Toen ze klaar was, en gedoucht en aangekleed, liep ze de kleedkamer uit richting de uitgang. Hier zat de arts op een stoel zijn veters te strikken. Hij vroeg haar of ze nog wat wilde gaan drinken maar Karin schudde haar hoofd en zei dat ze snel naar huis moest.
Ze liep naar haar auto. Het was al donker buiten en een enkele lantaarnpaal verlichtte de plek waar haar auto stond. Ze zocht naar haar autosleutels toen ze naderende voetstappen achter haar hoorde. Toen ze zich omdraaide schrok ze van de grote schaduw die plots voor haar stond. Voor ze het door had werd ze gegrepen en met grote kracht voorover gebogen op de motorkap. De hand van de man zat nu stevig rondom haar keel. Op dat moment kreeg ze een golf van angst en paniek door haar heen. Flitsen van haar jeugd schoten razendsnel door haar hoofd. Ze had zich niet meer zo gevoeld sinds haar vader dood was en nooit verwacht dat iemand haar nog zo zou kunnen laten voelen. Terwijl de dader zijn riem losmaakte probeerde Karin hem in zijn gezicht te slaan. Op wonderbaarlijke wijze lukte het. Ze raakte zijn oog en de man liep achteruit. Hij werd nu verlicht door de nabij staande lantaarnpaal. Het was de man die ze haatte. De arts die haar aan haar vader deed denken. Op dat moment werd ze zo kwaad dat ze hem een duw gaf waardoor hij struikelde en op de grond viel. Karin keek om haar heen en zag een dikke tak liggen die van een boom was afgebroken. Ze pakte deze op en in een vlaag van woede begon ze op de man in te slaan. Zijn armen, zijn benen, zijn buik en tenslotte op zijn hoofd. Ze had hem overal geslagen totdat de man zich niet meer verweerde. Hij lag nu helemaal stil en werd langzaam omringd door een steeds groter wordende plas bloed dat glinsterde in het gele straatlicht. Karin kreeg tranen in haar ogen en begon tegelijkertijd te lachen. Ze werd overspoeld door dubbele emoties en wist even niet wat ze ermee aan moest. Aan de ene kant voelde ze zich angstig omdat ze iemand vermoord had, en aan de andere kant een golf van opluchting. Alsof ze het kwaad van haar vader verslagen had. Ze liep langzaam naar achteren en toen steeds sneller tot ze bij haar auto aankwam. Ze ging achter het stuur zitten en wreef in haar ogen. Ze lachte waarna ze hard begon te huilen en haar handen op het stuur sloeg. Plots begon weer te lachen en dit nam langzaam de overhand. Ze gunde de man wat hem was overkomen en besloot tegen niemand iets te zeggen. Ze belde geen politie, besloot zichzelf niet aan te geven, maar startte haar auto en reed naar huis. Terug naar haar liefhebbende gezin. Ze besloot dit geheim te houden, voor iedereen. Als dat lukt…

[ Bericht 0% gewijzigd door DaMart op 23-06-2011 15:26:48 ]
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 14:58:29 #13
42184 crew  DaMart
pi_98555141
Een nieuw avontuur.

Het werkte niet. Driftig trok ze baantje na baantje maar haar gedachten bleven afdwalen. Hoe had ze ooit zo dom kunnen zijn? Ze stopte om het zwembad rond te kijken. Ze zag geen vreemde gezichten. Ze zuchtte diep en begon aan haar volgende baantje. In gedachten alweer bij hoe het begon.

Casper lag op bed en Victor was nog op de zaak. Hij had het druk en ze zagen elkaar weinig. Verveeld keek ze televisie en surfte wat rond op het internet. De sites waar ze normaal gesproken met veel plezier kwam konden haar niet boeien die dag, ze had geen zin in een spelletje, en zelfs geen zin in shoppen. Ze wilde iets nieuws, iets anders. Ze stond op het punt haar laptop uit te zetten toen haar oog op een advertentie viel. “Een nieuw avontuur!”. Voor ze het wist had ze geklikt.

Op die manier was ze in contact gekomen met Bram. Ze chatten tot diep in de nacht en ze hadden veel plezier. De avond daarop was ze weer naar die chatroom gegaan in de hoop hem nogmaals te treffen. Weer bleven ze tot diep in de nacht chatten, ze kon niet geloven hoe het klikte! Ze wisselden emailadressen uit en begonnen elkaar meerdere malen per dag te mailen. Ze hadden veel gemeen, dezelfde humor en de toon in zijn emails was vaak een beetje flirterig, plagend. Uitdagend. Het leek jaren geleden dat Victor haar het gevoel gaf dat ze speciaal was. En zo begon hun “internet romace”, het duurde niet lang of ze deelden alles met elkaar. Ze stuurden elkaar foto’s en hij had de blauwste ogen die ze ooit had gezien. Doordringend, mysterieus.

Na een paar weken intensief contact met Bram begon zijn gedrag tegenover haar te veranderen. Hij begon haar te claimen, en begon te praten over de toekomst die ze samen hadden. Hij wilde haar ontmoeten. Ze vertelde hem dat het leuk was geweest en dat ze van hun contact had genoten maar dat ze er nu echt een punt achter moesten zetten. Ze had een gezin en wilde dit niet op het spel zetten. Hij had gezegd dat hij het snapte en met een opgelucht gevoel was Karin die nacht naar bed gegaan. Het was afgelopen. Tevreden kroop ze tegen Victor aan.
De volgende dag was ze vrolijk wakker geworden. Nu het geflirt en haar contact met Bram over was leek het alsof er een last van haar schouders was gevallen. Victor was alweer vroeg vertrokken en Casper sliep nog. Met een kop koffie ging ze achter de computer zitten. Ze checkte eerst het nieuws en opende toen haar inbox. Ze schrok. 36 nieuwe berichten van Bram? Koortsachtig was ze begonnen met lezen. Het eerste mailtje bevatte slechts de woorden: Vuile hoer! In de volgende vertelde Bram dat hij zelfmoord ging plegen omdat zij zijn hart gebroken had. Ze las ze allemaal. Ze waren afwisselend zeer grof, eng, boos, lief en samengevat beangstigend. In één klap was ze terug in de werkelijkheid, wat had haar bezield, deze man was gek!
Ze besloot dat het beste was dat ze gewoon niet zou reageren. Dagenlang bleven de mailtjes binnenkomen. In het begin had ze, ze nog allemaal gelezen maar al gauw was ze daarmee gestopt. Na een paar dagen blokkeerde ze zijn emailadres.

Niet lang daarna begonnen de telefoontjes. Eerst op haar mobiel, later ook op de huistelefoon. Als ze opnam begon Bram gelijk als een gek tekeer te gaan. Vaak schold hij haar uit voor alles wat lelijk was, vaker nog bedreigde hij haar. Hij zou wraak nemen voor de pijn die ze hem gedaan had. Ze werd bang. Ze vroeg zich af hoe hij aan haar telefoonnummer gekomen was maar dat was makkelijk te achterhalen en als hij haar nummer had, had hij ook haar adres. Op haar mobiel nam ze niet meer op bij onbekende oproepen. en ze had Victor kunnen overtuigen van het nemen van een antwoordapparaat. En toen was het opgehouden, Goddank. Ze begon het zelfs af en toe een beetje te vergeten, lag niet meer nachtenlang wakker en keek niet meer continu over haar schouder.

Tot vanmiddag. Casper was enthousiast uit school komen rennen, ze hoorde zijn opgewonden stem al bij de achterdeur. Met een brede glimlach kwam hij de kamer in gelopen met een gigantisch bos bloemen. Voor jou mam, had hij gezegd. Meteen gingen de alarmbellen af. Ze had hem gevraagd hoe hij aan die bloemen was gekomen. Gekregen van een meneer, ik moest ze aan jou geven. Meteen had ze de bloemen uit zijn hand geritst. Ze had hem toegesproken dat hij nooit dingen van vreemden mocht aannemen, en bedroeft was hij afgedruppeld. Ze keek naar de bloemen in haar handen. Met trillende vingers had ze het kaartje geopend. “Ik ben je niet vergeten en zie je zeer binnenkort”. Ondertekend door. “B”. Ze had een paniekaanval gehad. Bram was altijd heel duidelijk geweest in zijn bedreigingen en ze twijfelde er niet aan of hij ze meende.

“Karin!, Karin! Het duurde even, voor ze besefte dat ze geroepen werd. “We gaan zo sluiten!” Op de rand van het zwembad stond Michiel, de badmeester. Ze was compleet de tijd vergeten, het zwembad was verder al verlaten. Snel zwom ze naar de kant en klom het zwembad uit. Als ze zo thuis was, zou ze Victor alles vertellen, besloot ze. Ze kwamen er wel uit samen.

Ze kleedde zich om en liep samen met Michiel naar de uitgang. Toen ze buiten stonden zwaaide ze naar Michiel en liep naar haar auto. Ze pakte haar autosleutels maar toen ze de deur open wilde draaien bleek dat ze hem niet op slot had gedaan. Ze mopperde op zichzelf, ze moest daar echt eens op gaan letten. Ze startte de auto en zette de radio aan. Het zwemmen had haar toch wel goed gedaan. “Dag Karin”. In haar achteruitkijk spiegel zag ze de blauwste ogen die ze ooit had gezien. Doordringend, mysterieus. IJskoud.
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 15:00:42 #14
42184 crew  DaMart
pi_98555239
De haai

Karin liep het ziekenhuis uit. Eindelijk was ze klaar met werken. Nu ging ze weer haar favoriete hobby uitoefenen: diepzeeduiken. Ze stapte in haar auto. De zee was gelukkig maar een kwartier rijden. Even later liep ze het strand op. Hij was maar heel klein. Er kwam hier bijna nooit iemand. Ze trok gauw haar duikpak aan en liep de zee in.

Na vier minuten zwemmen kwam ze waar ze heen wilde. Het was een klein gebouwtje. Toen ze binnen was kon ze haar luchttoevoer uitzetten. Vandaag was de dag dat ze het plan waaraan ze zolang gewerkt had eindelijk zou voltooien. Ze had een machine gemaakt die een stof aanmaakt die haaien aantrekt. Ze drukte op de grote rode knop die het proces liet beginnen. Ze wist niet waarom ze dit leuk vond om te doen, maar iedereen had zo zijn aparte hobby’s. Ze sloot de luchttoevoer weer aan en net toen ze terug naar het strandje wilde gaan hoorde ze een grote klap tegen het gebouwtje. Ze zwom naar buiten. Een gigantische haai was tegen het gebouwtje aan gezwommen. In paniek begon ze gauw te zwemmen. Ze keek achterom en zag dat de haai achter haar aan begon te zwemmen. Als een gek begon ze bewegingen te maken om sneller vooruit te komen, maar de haai kwam steeds dichterbij.

Toen zag ze opeens een ingang in een rots. Zo snel als ze kon zwom ze naar binnen. De haai was gelukkig net te groot om naar binnen te kunnen. Plotseling besefte Karin zich dat er nog maar heel weinig zuurstof in de fles zat. Ze hoefde maar een klein stukje te zwemmen dus meer was niet nodig geweest. Er zat nog voor ongeveer vijf minuten zuurstof in. Ze moest de haai op de één of andere manier weg zien te krijgen anders zou ze stikken. Maar de haai was nog precies op de zelfde plek: recht voor de ingang van de grot. Plotseling kreeg ze een ingeving. Als ze een stuk vlees naar beneden zou gooien zou de haai daar achteraan zwemmen en dan zou zij snel kunnen ontsnappen. Ze opende haar rugzak, maar eigenlijk wist ze al wel dat er geen vlees in zou zitten. Ze zag ineens dat ze een scherp mes in haar rugzak had zitten. Ze pakte het eruit. Ze besefte dat de haai te groot zou zijn om door dit mes gedood te kunnen worden. Maar ze had wel een ander idee gekregen. Het was een afschuwelijk idee, maar ze zou het moeten doen. Ze begon met het mes in haar linker pols te snijden. Het deed afschuwelijk veel pijn, maar ze moest doorgaan om te kunnen over leven. Toen ze haar linkerhand erafgesneden had, pakte ze hem in haam rechterhand. Ze liep zo ver mogelijk naar de rand van de grot als kon en gooide toen haar hand naar beneden. De haai begon er meteen achteraan te zwemmen. Zo snel als ze kon zwom ze weg uit de grot. In de verte zag ze het strand al. Toen ze er bijna was zag ze dat de haai haar al bijna had ingehaald. Ze voelde de kaak van de haai om haar rechtervoet en voelde hoe die er met vreselijk veel pijn eraf werd gebeten. Toen werd het ineens te ondiep voor de haai en was ze eindelijk veilig. Ze strompelde nog naar het droge stuk van het strand en viel bewusteloos neer op de grond.
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 15:00:59 #15
42184 crew  DaMart
pi_98555248
Ochtend

“Mijn naam is Karin…”
Stilte.
Een bleek gezicht staart terug vanuit de spiegel en vermoeide ogen aanschouwen de reflectie.
“Ik ben getrouwd, heb een zoon en ik heb plezier in mijn werk als verpleegkundige.”
De woorden blijven kort in de lucht hangen, maar al snel daalt de stilte weer neer. “Is dat het nou?”, lijken haar ogen uit te stralen.

De vrouw voor de spiegel wrijft nogmaals in haar ogen, schudt kort haar hoofd en begint weer in de spiegel te staren. Een korte zucht klinkt en haar blonde haar valt voor haar ogen als ze naar de grond kijkt. De gedachte flitst door haar hoofd dat ze haar haar toch maar eens wat korter moet laten knippen, om van alle ongemakken af te zijn en de modetrends te blijven volgen.
Haar handen zoeken rommelend naar de shampoo en douchegel om zich van een vreemd luchtje te ontdoen. Dat zal het chloor wel zijn. “Waar…?”
Niets, terwijl het er moet zijn. Ze zwemt toch elke week, in de ochtend? Was het misschien op vorige week en is ze vergeten nieuwe shampoo te kopen?

“Mijn naam is Sophie.”
Stilte.
Heldere ogen weerspiegelen het witte licht van de badkamerlamp. Ze voelt zich jong, klaar voor een nieuwe dag. Zichzelf bewonderend draait ze een rondje voor de spiegel, waarbij haar blonde haren om haar hoofd mee waaien, en ze oogt tevreden met het resultaat.
Een ochtend studeren wacht, gevolgd door een middag met labexperimenten. Hoewel haar ochtendprogramma haar niet zo aanstaat, compenseert de middag alles ruimschoots. En als ze ’s ochtends een beetje opschiet en ’s avonds op tijd gaat eten, kan ze misschien later vanavond nog gaan stappen met wat vriendinnen. Want het wordt toch eens tijd dat ze “de ware” tegenkomt, ze is al veel te lang alleen.
Op zoek naar de tandpasta, banen haar handen zich een weg tussen de omgevallen flesjes en potjes door. “Hebbes”, klinkt het al snel.
Als haar hand naar de beker gaat, op weg naar haar tandenborstel, lijkt ze wat te haperen. Vertwijfeld blijft haar hand hangen boven de beker, waarin twee tandenborstels prijken. “Hoe…?”

“Mijn naam is Carice.”
Een dun laagje condens blijft achter op de spiegel en betraande ogen kijken ditmaal terug. Haar woorden galmen na, luid uitgesproken, alsof ze iets willen bewijzen.
Het water spat alle kanten op als ze wild haar handen probeert af te spoelen onder de kraan. Ze grijpt een handdoek en draait daarna de kraan van het bad helemaal open en laat er wat badoliën bijlopen.
Ze kijkt naar het water dat snel in het bad loopt en luistert. Behalve het geluid van het water dat in het bad stroomt, klinkt er geen enkel geluid meer in het huis.
Angst, woede en vertwijfeling golven door haar heen en lijken haar te verstijven. “Wie was hij? Wat deed hij daar? Hoe kwam hij daar? Ik kende hem niet!”, fluistert ze angstig tegen zichzelf.
Ze slaat haar armen om zich heen, hopend dat het haar wat houvast biedt. Het helpt niet echt, en ze bekijkt zichzelf weer in de spiegel. Ze schrikt weer als ze daarin haar nachthemd ziet. Wat moet ze daarmee doen? Wassen? Zou het helpen?
Snel trekt ze haar nachthemd uit en gooit het in de wasmand. Ze ruikt de geur van de badolie die opstijgt in de badkamer.

“Mijn naam is Anne.”
Ze wendt haar gezicht van de spiegel, haalt diep adem en snuift de geur op die in de badkamer hangt. Het doet haar denken aan vroeger, toen ze nog heel jong was, dezelfde badolie die ze toen ook gebruikte. Even droomt ze weer weg, maar al snel ziet ze dat het bad bijna vol is, en ze draait de kraan dicht.
Misschien dat ze haar man even moet roepen, bedenkt ze. Hij was zo laat thuis vannacht en kroop pas in bed toen zij al sliep. Hij zal ook wel een bad kunnen gebruiken in de ochtend om even bij te komen voor een nieuwe werkdag.
Ze draait zich om en loopt naar de deur van de badkamer. In de gang aangekomen gaat ze stilletjes op weg naar de trap, om haar man zachtjes wakker te maken.

Vlekken op de vloerbedekking. Niet groot, maar kleine rode druppels ontsieren het witte tapijt op de trap. “Paul?”, roept ze voorzichtig, half vragend.
Snel loopt ze de trap op, en het valt haar op dat de druppels steeds groter worden en overgaan in vegen die wat weg hebben van voetafdrukken, alsof iemand snel de trap af is gerend. Haar stappen gaan steeds sneller, en als ze bijna bovenaan de trap is, rent ze de gang in, op weg naar haar slaapkamer.
De deur staat half open en een vreemde lucht komt haar tegemoet. “Paul!”, roept ze nu hard.

Ze gooit haar slaapkamerdeur wijd open en rent naar binnen. Een gil…
  Moderator donderdag 23 juni 2011 @ 19:25:09 #16
42184 crew  DaMart
pi_98567062
Voor de duidelijkheid, stemmen kan op de volgende manier:

1. (Titel)
2. (Titel)
3. (Titel)
4. (Titel)
5. (Titel)

Opbouwende kritiek op de verhalen is natuurlijk welkom, maar geen vereiste ;).
pi_98567560
1: Verborgen
2: Een barstje
3: De Kist
4: Een nieuw avontuur
5: Het wekelijkse zwemavondje
♥ scars make us who we are ♥
  donderdag 23 juni 2011 @ 19:45:46 #18
347946 Aardbijna
Bijna, maar niet helemaal
pi_98568082
1. Het wekelijkse zwemavondje
2. Een barstje
3. Victor
4. Verlossing
5. De kist

Dan nog even een beetje feedback op mijn keuzes en op de overige verhalen :)

1) Het wekelijkse zwemavondje
Las lekker weg, fijne verhaallijn met een verrassende wending! Fijne scenewisselingen, goede sfeer in het verhaal. Je hebt een fijne schrijfwijze en mooi zingebruik zoals de zin waarmee je eindigt.

2) Een barstje
Hele verrassende wending in je verhaal. Ik betrapte mezelf op verbazing tijdens het lezen. Mooie zinnen en mooi beschreven.

3) Victor
Fijne beschrijving van de sfeer en de interne processen bij Karin. Wederom een verrassende weinding :) Ik snap alleen je einde niet helemaal. Was het Victor in die auto ja of nee? Volgens mij ruik je pas een rottende geur als een lichaam er heel lang ligt, niet na een paar uurtjes.

4) Verlossing
Origineel, met je schuingedrukte zinnen. Halverwege begon het verhaal me pas een beetje te pakken, daarvoor had het nog niet helemaal mijn aandacht. Mooie spanning in de tweede helft, je hebt de wisselende emoties goed neergezet.

5) De kist
Verrassende verhaallijn! Origineel bedacht. Ik vond het wel een klein beetje chaotisch, misschien wel de bedoeling. Mooi gedetailleerd beschreven van het gevoel bij het onder water gedrukt worden.Het einde kwam wel wat abrupt.

Bovenstaande verhalen hadden echt het meest weg van hoe er geschreven wordt in een boek. De overige verhalen pakten me niet wat betreft schrijfstijl, verhaallijn, opening van het verhaal, et cetera.
De wereld is weer plat ja, op je bolle bips na!
pi_98575680
1. Verborgen
2. Het wekelijkse zwemavondje
3. De kist
4. Een barstje
5. Victor
  donderdag 23 juni 2011 @ 21:54:06 #20
345970 Doodloper
Is een hardloper.
pi_98576367
Oké, ik heb alle verhalen gelezen en er zaten érg mooie verhalen tussen. :D
Ik heb geprobeerd om voor elk verhaal wat commentaar of tips te bedenken, al was dat toch wel erg moeilijk. :P
Eerst geef ik een lijstje met commentaar, daarna mijn stemlijstje, dus als het te saai wordt scroll je maar door. :+

Casper
Leuk en boeiend geschreven, lekker dramatisch bedacht ook, zeker met het (letterlijke?) gekmakende einde! Alleen... hoe kom je aan sneeuw in de badkamer en hoe verwarm je er een naald?

Victor
Jammer van het te geforceerde einde, een open einde zou de spanning en vragen wat meer vasthouden volgens mij. Overigens snap ik ook niet echt hoe je binnen 1 dag al een rottende geur kan hebben. :P

Het wekelijkse zwemavondje
Erg goed bedacht, ik vroeg me de 'hele tijd' af waar ze Bergenvorst nou van zou kennen, en dan is het einde toch op z'n zachtst gezegd verrassend. ^^

Karin en haar geheim
Je hebt teveel feiten die je direct opvult, je introduceert je hoofdpersoon niet op een lekkere manier maar gooit heel pompeus alle info erin die je hebt, terwijl de feiten niet echt relevant zijn (wat boeit het dat ze op de EHBO-afdeling van een ziekenhuis werkt?). Ik snap dat je werkt naar een opdracht, maar volgens mij hoeven niet alle gegeven feiten gebruikt te worden. Ook vind ik het verhaal op sommige plekken te geforceerd en zijn sommige (delen van) zinnen wat raar / irrelevant / cliché (voorbeeld: "Victor, haar man, belde", "er was namelijk een leuke film te zien", "was Victor dronken en wist totaal niet meer wat hij deed".
Het plot is leuk maar werk het iets meer uit, probeer er wat meer spanning in te brengen en lees je verhaal een paar keer door. ^O^

De Kist
Leuk geschreven, mooi ook dat herbeleven van de dag en de gevoelens in het water. Alleen vind ik het wat overdreven dat ze dankzij een psychose (of wat het ook was) helemaal zonder reden in het water viel. Maargoed, keuze van de schrijver en verder niet irritant of zo. Ook de eenzaamheid komt goed over, eerst in het zwembad en later met de kist. Het enige wat ik niet snap is het hele idee achter de kist waardoor ik het verhaal niet snapte, maar gezien de andere reacties in dat topic zal het aan mij liggen (;() dus daar reken ik je niet op af. :P

Een barstje
Tijdens het lezen zat ik me te ergeren aan de rare zinnen tussen de haakjes (het barstje en de koffiemelk), maar later bleek dat precies de bedoeling te zijn en kon ik toch een glimlach niet onderdrukken; leuk gedaan. Lees je verhaal nog wel even goed na als je dat niet gedaan hebt; je verhaal begon met dat je hoofdpersoon nadenkt over "volgende week zaterdag" terwijl later blijkt dat de reis morgen al zal plaatsvinden, en ergens staat "ik stop de tas in mijn fietstas en rijd naar het zwembad, zet hem ..." <- waar slaat die "hem" op?

Confrontatie
Het plot is wat dun, het spreekt me niet echt aan en is meer een feitelijk verslag van wat er gebeurt. Ik mis een beetje de gevoelens van angst als ze de foto voor zich ziet. Je had dat heel mooi uit kunnen werken, maar komt alleen met een "Karin hoort de vrouw al niet meer.". Op zich jammer, misschien dat een ik-perspectief meer mogelijkheden zou geven? Maar ook hier weer: leuk bedacht, alleen de uitwerking mist nog een paar puntjes.

Verborgen
Eigenlijk één vraag: Waarom?! Aan het begin zat ik meteen al met de waaromvraag. Ik hoopte dat het later in het verhaal werd verduidelijkt, maar helaas. Misschien komt het door het maximum aantal woorden, ik weet het niet. Het verhaal leest wel lekker weg en zeker het einde is leuk, al had je misschien hier ook de angst op het moment dat ze de deur open doet en de visite ziet staan iets meer kunnen benadrukken.

Zoals het hoort
Voor mijn gevoel zitten er wat gaten in het verhaal. Is Casper nou ontvoerd of zo? En Victor wist er niks vanaf? Beetje vaag; je hebt dat zo door als partner lijkt me. Verder ook niet heel overtuigend, geen drama, maar ook nog niet 'zoals het hoort'. :)

Het dal
Heel irritant geschreven. Niet alleen door het gebruik van "zij" waar "ze" meer op z'n plaats was, maar ook door het geforceerde gebruik om het verhaal 'echt' te laten lijken. Probeer meer vanuit je gevoel te schrijven, ik heb het idee dat je dingen als "schaduw van walging" en "alsof zij te maken had met een urgente kwestie" meer voor de show erin hebt gezet. Het leest in ieder geval niet lekker weg en de zinnen kloppen gewoonweg niet overal. Het plot verdient beter, maar zoals je titel suggereert ben je vast op weg naar de volgende berg in je schrijfcarrière; je komt er wel. :D

Verlossing
Heel psychotisch verhaal, waardoor ik het niet echt realistisch en erg over-the-top vond. Ook switch je in de laatste regel van je eerste alinea ineens naar het ik-perspectief: foutje? :P Het leest wel lekker weg, dat dan weer wel.

Een nieuw avontuur.
Jammer. Niet van het verhaal, maar van de laatste drie woorden. Een beetje als een reisje naar Dubai, maar dan wel in een goedkoop hotel. Het verhaal is leuk (op een enkel stijlfoutje na, maar ok), mooi geschreven ook, maar je laatste drie woorden zwakken de climax teveel af. Ik denk dat het mooier was geweest als je die drie woorden had weggelaten. Ook had de spanning en angst misschien iets meer nadruk mogen krijgen. Maargoed, achteraf is mooi wonen en van de zijlijn is makkelijk zeiken, dus ik zal het je niet kwalijk nemen. Je verhaal is ^O^.

De haai
Irrealistisch, nietszeggend, gevoelloos en onmogelijk. Die 4 woorden komen als eerste bij me boven. Ik mis de gevoelens van de hoofdpersoon, ik mis een duidelijker verhaal, het komt cliché over, en het lijkt me niet echt realistisch om tijdens het zwemmen met een hand je andere hand af te snijden, en vervolgens snel naar de kust te zwemmen. Misschien had een iets minder dramatisch plot het verhaal goed gedaan, als het dan ook nog iets meer was uitgewerkt was het een potentieel toppertje geweest, maar op dit moment niet. Maar ga wel lekker door met schrijven als je het leuk vindt, dat is het belangrijkste. :)

Ochtend
Als ik het verhaal goed snap is 'ie top! Ik zit toch een beetje met een raar gevoel omdat ik het idee heb dat het plot anders is dan ik denk. Ik vind het lastig en weet niet precies wat het is, maar je verdient wel een plek in m'n top 5.

1. Een barstje
2. Verborgen
3. Het wekelijkse zwemavondje
4. Ochtend
5. De Kist

Sorry als ik niet aardig voor je ben geweest; ik heb zelf niks ingezonden dus elke inzending vond ik al bewonderenswaardig. :P

Complimenten trouwens aan DaMart, leuk geregeld weer! _O_ Volgende keer hoop ik ook mee te doen, maar dat ging nu ff niet qua tijd helaas. :'(
We zullen zien, zei de blinde.
  One tough cookie donderdag 23 juni 2011 @ 22:01:23 #21
169210 liesje1979
pi_98576927
1. Een barstje
2. Het dal
3. Het wekelijkse zwemavondje.
4. De kist
5. Verlossing
pi_98587483
@Doodloper. Mooi en uitgebreid commentaar. Leuk om te lezen. ^O^

Mijn top 5:

1. Het wekelijkse zwemavondje
2. Ochtend
3. Een nieuw avontuur
4. Zoals het hoort
5. Casper
pi_98650533
1. Een barstje
2. Verborgen
3. Victor
4. Ochtend
5. Casper

[ Bericht 32% gewijzigd door Biancavia op 26-06-2011 09:33:08 ]
Ja, die met de ballen in de bek.
pi_98650635
1. Een nieuw avontuur
2. Victor
3. Verborgen
4. Confrontatie
5. Verlossing
pi_98668753
1. Een nieuw avontuur

Een romance, dat ontsnappen aan de sleur en een leuk slot: 'dus toch!'

2. Een barstje

Die geheime ontmoeting in het park zorgt voor spanning, zouden ze gaan?

3. Verborgen

Goede spanningsopbouw, maar het motief van Karin had wat beter uitgelegd mogen worden.

4. Victor

Leuk geschreven, maar een moord vergeten, die ook nog eens zo geweldadig is geweest? Dan moet je wel met een goede verklaring komen hoor. Pillen? Drugs? Wel spanningsopbouw, alleen wat is haar motief?

5. Zoals het hoort

Je verklapt gelijk veel, motief wordt wel goed duidelijk, einde is een beetje jammer: als Karin vreemde stappen gaat zetten opeens, valt ze juist eerder door de mand.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')