TS was zijn hond aan het uitlaten. TS komt een neger tegen (Die zijn er niet veel in het boerengat waar TS woont). Neger is op zijn 6e naar Nederland verhuist. Neger kwam bij TS 1 klas lager de basisschool instromen. Neger werd altijd gepest. TS ziet neger nu snikkend op straat lopen.
TS weet als enigste dat neger kindsoldaat is geweest (Mijn ouders kennen zijn ouders een soort van)
en neger heeft het altijd moeilijk gehad.
Klacht : TS voelt zich rot omdat hij een zwak heeft voor neger ex-kindsoldaatjes.
leden van de spellings- en grammaticagestapo hoeven niet op mijn reacties (inclusief openingspost) te reageren.