Het nieuwe studerenNa lang wikken en wegen was ik er helemaal uit; ik wist wat ik zou gaan studeren. Ooit keek ik nog naar een studie journalistiek, maar toen mij duidelijk werd dat die studie evenveel arbeidsperspectief biedt als full-time straatmuzikant voor de Albert Heijn, ging ik toch twijfelen. De open dag van het Windesheim maakte voor mij de keuze duidelijk. Daar werd aan een groep toekomstige studenten en belangstellende ouders - overigens erg aandoenlijk als je zo'n huismuts hard ziet proberen een kritische vraag te stellen - uitgelegd wat de studie nu inhield. Nadat er twee kekke montuurtjes plus een vlot kapsel voorbij was gekomen, hield ik het voor gezien. Ik ging geen journalistiek studeren. Later viel mijn oog op HBO-rechten en ik wist zeker; dit zou het worden.
De eerste schooldag ging tot op een zeker moment eigenlijk best prima. Ik versliep mij niet, ik had goed geslapen en had al mijn boeken reeds thuis ontvangen. En daar begon het mis te gaan. Op station aangekomen bleken de bussen richting het complex niet te rijden. Dit was een ramp. Als ik er de eerste dag niet bij zou zijn, dan zijn de groepjes al gevormd als ik er wel ben en ben ik voor de rest van het jaar (lees: de rest van het jaar) veroordeelt tot omgaan met mensen die op hun beurt al weer veroordeelt waren tot een bijnaam: stinkende Saskia, ruftende Richard en trage Tom. Of zoiets. Of het zou niet gebeuren, het maakte mij niet uit; ik moest en zou op tijd zijn de eerste dag. Tot mijn vreugde zag ik een taxistandplaats. Ik huppelde haast van geluk er naar toe tot ik mij bedacht dat ik mijn portemonnee niet mee had. Er restte niets anders op, ik zou mijn horloge moeten verpatsen.
Een hoop energie en een horloge armer kom ik aan bij de school. Ik herkende het wel van de open dag. Dat ik nog vrij ruim op tijd was maakte ook een hoop weer goed. Nadat ik mijzelf met een uitgeprint papier in mijn hand wel vijftien keer had gerust gesteld met dat ik daar toch echt moest zijn, liep ik het gebouw in. Groot opgezette ruimte met veel licht en quasi-hip koffietentje (voor de beeldvorming, het interieur bestaat voornamelijk uit herniabevorderende stoelen). Maar, ik was er.
Perfect.
Bij het lokaal aangekomen blijk ik niet de eerste te zijn. Er staan al redelijk wat lui. Nog voordat ik een beetje nonchalant tegen een muurtje aan kan leunen mogen we al naar binnen. Een vrouw opent de deuren. Ze draagt een soort raar olijfkleurig gewaad en heeft felrood haar. Oké, prima, zolang ze maar goed kan doceren. Ik passeer haar bij de deuropening en er schoot een vage scheut herkenning door mij heen.
"Hallo iedereen, welkom bij het eerste college van HBO-rechten", begint ze. Ze neemt een nip van haar groene thee. "Jullie hebben geluk, jullie zijn de eerste die deze studie doen met de Nieuwetijdse leertechniek..". Nog een nip.
"Wat houdt dat in, hoor ik je denken?

". Ik begin moedeloos te worden. Ik begin visioenen te krijgen van een onderwijstechniek waarbij je op skippyballen door een park hobbelt ter bevordering van het creatief expressioneel concentratievermogen, of zoiets. Ik kon mijn vrees nog niet verder overdenken of ze zwabbert met haar gewaad naar een andere deur. "Nou iedereen, hmm". Nip en diepzinnige blik in ogen.
En toen zag ik het. Zij was het. Die quasi-diepzinnige creabimbo van het Windesheim. De shock was nog niet verdwenen of ze opent de deur. "Pak allemaal maar een skippybal!

". Nip. Slik.
De hel was begonnen.