"Tawarietsj, Vi gavariet po Roeskiej?', ik keek om en zag drie meisjes staan van een jaar of 9. Bloot, alhoewel een van hen een pet ophad, de ander had een blocnote en een pen bij haar.
Ik antwoordde dat ik een beetje Russisch spreek en versta, waarop een 'garasjo' volgde en de vraag waar ik vandaan kom.
'Kolandija' antwoordde ik naar waarheid, maar de meisjes haalden hun schouders op. 'Ben je net aangekomen met de trein vanuit station 1?' Ik antwoordde bevestigend.
Ze wezen op mijn kleren. 'Dit is niet toegestaan, het is tegen de regels van Heen', sprak het meisje met de pet op. 'U bent van harte welkom als vreemdeling en u komt ongetwijfeld uit een vreemd en ver land, maar die lappen stof moeten we helaas vernietigen.', sprak ze resoluut.
Mijn mond viel open van verbazing. Wat denken die brutale meiden wel. Ik zei dat ik mijn kleren gewoon aanhield en liep verder. Rare meiden.
Ik liep door, toen een van die meiden me tegen probeerde te houden. "Nou wordt ie helemaal mooi", dacht ik, 3 meisjes, net geen kleuters meer, die me proberen tegen te houden en doen alsof ze politieagent zijn.
"Luister, ik heb geen zin in spelletjes. Spelletjes doen jullie maar met elkaar, ik ben volwassen en heb hier geen zin in.", ik was geërgerd ondertussen door alles. Ik vond het vreemd dat iedereen hier bloot rondliep, maar zag nergens vrouwen rondlopen, behalve die baboeshka. Met een paar blote vrouwen had ik het nog wel leuk gevonden.
Ik negeerde de meisjes en liep verder. Na zo'n vijftien minuten gelopen te hebben werd ik ineens ingehaald door een eenhoorn met op zijn rug een blote man met een punthoed op en die drie meisjes van daarnet. 'Hooo', sprak de blote man met de punthoed, die lichtblauw van kleur was en het dier stopte. De man en de drie meisjes stapten af en de man sprak me aan.
'U bent niet van hier, begrijp ik", sprak de man.
"Nee", antwoordde ik, "ik kom uit Kollandija"
"Dat zegt me niets. Maar u bent nu in Heen en u overtreedt hier de regels. Het dragen van lappen stof is niet toegestaan. U bent hierop aangesproken door een agente en u loopt gewoon verder. Dat kan zo niet"
Nu werd ie helemaal mooi. Een opa komt meedoen met de spelletjes van die meisjes.
Een van die meisjes pakte handboeien en terwijl de man me tegenhield deed ze de handboeien om.
"Die kleren heb ik nodig, als ik terug keer naar Kolomya", sprak ik tegensputterend. "Ik kan ze ook afgeven en dan kom ik de kleren bij vertrek weer ophalen."
"Kolomya? Terugkeren? Er gaan geen treinen terug de verbinding naar TERUG is opgeheven wegens gebrek aan interesse", sprak de oude man. Iets dat ik nu al vaker had gehoord. Wat een nonsens, hoe konden ze treinen wel heen, maar niet terug laten rijden.
"Ik kon per eenhoorn terug, is mij verteld door een konijn"
"Dat zal niet gaan, eenhoorns kunnen die afstand niet afleggen, het is meer dan duizend kilometer. Bovendien is de laatste 250 kilometer totaal onbegaanbaar en is de spoorlijn op het laatste stuk al meer dan 130 jaar niet meer gebruikt, sinds de grote trollenoorlog in het jaar van de blauwe raaf. De spoorlijn is overwoekerd en het gebied is gevaarlijk, er wonen zeer gevaarlijke wezens daar. U zult eraan moeten wennen hier tot in de oneindigheid door te moeten brengen."
Ik schrok, hier te moeten blijven voor altijd, in dit vreemde land? "Die opa is gewoon mesjokke", dacht ik, "ik kom echt wel terug, al moet ik het lopen. En het kan nooit zover zijn, zolang deed de trein er niet over, desnoods betaal ik een machinist om me terug te brengen. Ik wil niet in dit rare land blijven"
'En in de winter, als het koud is, in de Oekraïne kan het erg koud worden, dan hebben jullie toch kleding nodig?', vroeg ik, terwijl een meisje de schaar pakte en in mijn t-shirt zette en begon te knippen.
'U spreekt veel woorden die wij niet kennen. U komt uit een land Oekraïne begrijp ik, wat is winter?', vroeg de oude man. Ik zuchtte.
Nadat mijn t-shirt stuk was geknipt, gaf het meisje de schaar aan het meisje met de pet op. Het meisje zette de schaar in mijn korte broek, knipte het in stukken en knipte vervolgens mijn onderbroek kapot.
Ze gooide de lappen stof op de grond en maakte mijn handboeien weer los. Nu stond ik daar in mijn blote kont. De oude man keek tevreden, ik was allerminst tevreden. Mijn kleren waren totaal kapot geknipt.
"Een prettige dag nog en welkom in Heen!", sprak de oude man. Ik zei niets terug en liep boos verder, met mijn handen voor mijn piemel, ik vond het een vreemd idee om zo bloot hier rond te lopen.