abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_92745210
Let H denote heads and T tails. Probabilities of possible outcomes are:
P(HH) = .25, P(HT) = .25, P(TH) = .25, P(TT) = .25

Vervolgens komen ze met .25/(.25+.25+.25) = .333

Is dit niet gewoon de kans van 2 willekeurige munten ? als we uitgaan van 1 munt omdat de leerling aangeeft dat de andere munt is (At least one of them is tails) is de kans dat de enige andere munt ook munt is gewoon 50 % oftewel .5 immers zijn er maar 2 kansen of je gooit kop of je gooit munt, dus een kans van 1 uit 2.
  zondag 13 februari 2011 @ 22:40:10 #102
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_92745336
quote:
1s.gif Op zondag 13 februari 2011 22:38 schreef Mind_State het volgende:
Let H denote heads and T tails. Probabilities of possible outcomes are:
P(HH) = .25, P(HT) = .25, P(TH) = .25, P(TT) = .25

Vervolgens komen ze met .25/(.25+.25+.25) = .333

Is dit niet gewoon de kans van 2 willekeurige munten ? als we uitgaan van 1 munt omdat de leerling aangeeft dat de andere munt is (At least one of them is tails) is de kans dat de enige andere munt ook munt is gewoon 50 % oftewel .5 immers zijn er maar 2 kansen of je gooit kop of je gooit munt, dus een kans van 1 uit 2.
Je kunt hier als leek beter geen uitspraak over doen.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_92745423
Wiskunde is een raar iets.. maar oke.. zou je dan kunnen uitleggen hoe je op een kans van 1/3 komt als er maar uitkomsten mogelijk zijn ?
  zondag 13 februari 2011 @ 22:41:52 #104
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_92745466
quote:
1s.gif Op zondag 13 februari 2011 22:41 schreef Mind_State het volgende:
Wiskunde is een raar iets.. maar oke.. zou je dan kunnen uitleggen hoe je op een kans van 1/3 komt als er maar twee uitkomsten mogelijk zijn ?
Het aantal uitkomsten zegt niets over de kans, een kans is een maat van vertrouwen dat een bepaalde uitkomst zich voordoet.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_92745719
Kansberekening is echt een van de onderdelen van wiskunde waar ik de logica gewoon niet in kan vinden, op de middelbare school niet, en nu nog steeds niet.
pi_92745865
quote:
1s.gif Op zondag 13 februari 2011 22:41 schreef Mind_State het volgende:
Wiskunde is een raar iets.. maar oke.. zou je dan kunnen uitleggen hoe je op een kans van 1/3 komt als er maar uitkomsten mogelijk zijn ?
Er zijn drie uitkomsten die nog mogelijk zijn: HT TH en TT ;)
Omdat het "eerlijke" munten zijn is de kans op al deze mogelijkheden even groot: 1/3.
pi_92746265
Oke dat maakt het inderdaad een stuk duidelijker. Maar dan zegt het aantal uitkomsten dus toch wel wat over de kans, ik zat al te filosoferen welke factoren er dan nog meer van invloed zouden kunnen zijn.
pi_92746387
quote:
1s.gif Op zondag 13 februari 2011 22:53 schreef Mind_State het volgende:
Oke dat maakt het inderdaad een stuk duidelijker. Maar dan zegt het aantal uitkomsten dus toch wel wat over de kans, ik zat al te filosoferen welke factoren er dan nog meer van invloed zouden kunnen zijn.
Het feit dat alle uitkomsten evenveel kans hebben, dat is niet automatisch zo.
pi_92746504
quote:
1s.gif Op zondag 13 februari 2011 22:53 schreef Mind_State het volgende:
Oke dat maakt het inderdaad een stuk duidelijker. Maar dan zegt het aantal uitkomsten dus toch wel wat over de kans, ik zat al te filosoferen welke factoren er dan nog meer van invloed zouden kunnen zijn.
In het algemeen is het misschien niet zo dat het aantal uitkomsten iets zegt over de kans op één van die uitkomsten, maar in dit geval wel.

Waarom deze vraag intuïtief lastig is ligt denk ik aan het volgende: In het "dagelijkse leven" zou je geen onderscheid maken tussen HT en TH waardoor je deze twee als dezelfde event zou beschouwen. Dan zijn er nog maar twee mogelijkheden met even grote kans, "kop en munt" of "2 maal munt", beide met kans 1/2. En daar ga je dan de mist in ;)
pi_92747102
Ik snap gewoon niet waarom 1/2 fout kan zijn, aangezien het om nog maar 1 munt gaat, de andere is al bekend en kan dan toch eigenlijk gewoon buiten beschouwing gelaten worden?

Aan de andere kant snap ik de beredenering voor het antwoord 1/3 ook.
pi_92747431
quote:
1s.gif Op zondag 13 februari 2011 22:45 schreef Mind_State het volgende:
Kansberekening is echt een van de onderdelen van wiskunde waar ik de logica gewoon niet in kan vinden, op de middelbare school niet, en nu nog steeds niet.
Die logica is er echt, alleen strookt het niet met jouw intuïtie, en dat is heel wat anders. Het probleem hier staat ook wel bekend als de Boy or Girl paradox. Dergelijke problemen staan erom bekend dat ze heel wat controverse genereren, vooral van leken. Een andere klassieker in dit genre is het Monty Hall probleem, in het Nederlands ook wel bekend als het Willem Ruis probleem.
pi_92747612
Een van de grote problemen is de interpretatie van de vraag. Kansrekening gaat over kansruimten en kansruimten zijn bepaalde soorten verzamelingen en behoren zich dus aan de axioma's van de verzamelingenleer te houden. Uit deze axioma's is echter op geen enkele manier af te leiden dat munten elementen van een verzameling zouden zijn.
  zondag 13 februari 2011 @ 23:13:10 #113
120139 freiss
Hertog Jan :9~
pi_92747632
quote:
1s.gif Op zondag 13 februari 2011 23:05 schreef Krankjorum het volgende:
Ik snap gewoon niet waarom 1/2 fout kan zijn, aangezien het om nog maar 1 munt gaat, de andere is al bekend en kan dan toch eigenlijk gewoon buiten beschouwing gelaten worden?

Aan de andere kant snap ik de beredenering voor het antwoord 1/3 ook.
Er is alleen niet bekend welke munt bekend is.
HJ 14-punt-gift.
Lijst met rukmateriaal!
pi_92748315
Daar ben ik weer eens, ik heb issues met exponenten als noemer in een breuk. Ik moet laten zien dat bij de sigmoid function:
sigm(net) = (2/ (1+exp(-net/T)))-1 het volgende geldt:
-sigm(net) = sigm(-net).

Mijn issue is die exponent met -net/T. Als ik een bepaalde waarde voor net kies, laten we zeggen net = 0:
-sigm(0):
-((2/(1+exp(0)))-1) = (-2/(1+exp(0))) + 1
sigm(-0):
(2/(1+exp(0)))-1

Vervolgens had ik bij beide +1 opgeteld:
-sigm(0):
(-2/(1+exp(-0))) + 2
sigm(-1):
(2/(1+exp(0)))

exp omgeschreven:
-sigm(0):
(-2/(1+1)) + 2
sigm(-1):
(2/(1+1))
waarbij het eenvoudig te zien is dat 1=1.

Nou heb ik al berekend dat dit ook geldt voor andere waarden voor net, zoals 1 of -1. Maar ik heb geen flauw idee hoe ik dus zo'n afleiding doe met die exp(-net/T) er nog in.
Ik kan wel b.v. naar het volgende gaan:
2 = 2(1+exp(net/T)) + (-2/(1+exp(-net/T)))(1+exp(net/T))
=>
1 = (1+exp(net/T)) + (-1/(1+exp(-net/T)))(1+exp(net/T))
maar hoe doe ik nu dus (1+exp(-net/T)) * (1+exp(net/T)) ?
Ik snap dat exp(-net/T) * exp(net/T) -> exp(-net/T + net/T) = exp(0) hebt en dat exp(-net/T) hetzelfde is als 1/(exp(net/T)). Maar hoe dan met die 1+ nog in de noemer? Ik ben te onhandig met breuken dat ik niet zie hoe ik het verder moet doen.
pi_92749022
quote:
1s.gif Op zondag 13 februari 2011 22:56 schreef BasementDweller het volgende:

[..]Waarom deze vraag intuïtief lastig is ligt denk ik aan het volgende: In het "dagelijkse leven" zou je geen onderscheid maken tussen HT en TH waardoor je deze twee als dezelfde event zou beschouwen. Dan zijn er nog maar twee mogelijkheden met even grote kans, "kop en munt" of "2 maal munt", beide met kans 1/2. En daar ga je dan de mist in ;)
Ik snap het denk ik.
pi_92750648
quote:
1s.gif Op zondag 13 februari 2011 23:34 schreef Krankjorum het volgende:

[..]

Ik snap het denk ik.
Misschien een betere uitleg:
Je hebt munt 1 en munt 2. De uitkomst van munt 1 staat links en van munt 2 rechts. Dan zijn de uitkomsten: HT, TH, HH, TT. Stel (!) de student ziet alleen munt 1, en ziet dat het T is. De uitkomsten waarbij munt 1 H is kunnen dus weggestreept worden: HT, TH, HH, TT. De kans op TT is dus 1/2.

Stel nu dat de student beide munten ziet en concludeert dat minstens één van de twee is T. Dan geldt: HT, TH, HH, TT, en dus de kans op TT is 1/3.

Jou antwoord van 1/2 klopt dus alleen als de student maar 1 munt had gezien. In de vraagstelling staat dat hij ze allebei ziet, en dus klopt die 1/2 niet.
pi_92774209
quote:
1s.gif Op zondag 13 februari 2011 23:23 schreef koffiegast het volgende:
Daar ben ik weer eens, ik heb issues met exponenten als noemer in een breuk. Ik moet laten zien dat bij de sigmoid function:
sigm(net) = (2/ (1+exp(-net/T)))-1 het volgende geldt:
-sigm(net) = sigm(-net).

Ik heb geen flauw idee hoe ik dus zo'n afleiding doe met die exp(-net/T) er nog in.
Ik kan wel b.v. naar het volgende gaan:
2 = 2(1+exp(net/T)) + (-2/(1+exp(-net/T)))(1+exp(net/T))
=>
1 = (1+exp(net/T)) + (-1/(1+exp(-net/T)))(1+exp(net/T))
maar hoe doe ik nu dus (1+exp(-net/T)) * (1+exp(net/T)) ?
Ik snap dat exp(-net/T) * exp(net/T) -> exp(-net/T + net/T) = exp(0) hebt en dat exp(-net/T) hetzelfde is als 1/(exp(net/T)). Maar hoe dan met die 1+ nog in de noemer? Ik ben te onhandig met breuken dat ik niet zie hoe ik het verder moet doen.
Iemand :'( ?
Het is echt enorm weggevallen bij me. Ik heb even dat duwtje in de goede richting nodig hoe ik die tellers met 1+exp(iets) weghaal of van elkaar afhaal.
  maandag 14 februari 2011 @ 17:01:51 #118
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_92775073
Ik snap niet wat je doet, ik zou zo beginnen:

sigm(net) = 2/ (1+exp(-net/T)) - 1
dus sigm(-net) = 2/ (1+exp(net/T)) - 1
Je wilt sigm(-net) herschrijven tot 1 - 2/ (1+exp(-net/T)). Als je nu in de breuk van sigm(-net) teller en noemer met exp(-net/T) vermenigvuldigt, krijg je
2exp(-net/T) / (1+exp(-net/T)) - 1
= (2exp(-net/T) - 1 - exp(-net/T) ) / (1+exp(-net/T))

kom je zo verder?

[ Bericht 2% gewijzigd door GlowMouse op 14-02-2011 17:07:19 ]
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_92776133
Ik snap je stap van
sigm(-net) teller en noemer met exp(-net/T) vermenigvuldigen niet echt:
2exp(-net/T) / (1+exp(-net/T)) - 1
Hoe kun je nou precies enkel die 2 vermenigvuldigen met exp(-net/T)? Het lijkt mij dat je de hele boel keer exp(-net/T) moet doen, dus dat je dit krijgt:
1-2/(1+exp(-net/T)) -> exp(-net/T) - (2exp(-net/T))/(1+exp(-net/T)), maar dan blijf ik weer met die 1 in de noemer zitten. Of zit ik nu verkeerd?
  maandag 14 februari 2011 @ 17:24:37 #120
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_92776245
Als je 1 + 2/3 hebt dan is dat 1 + 4/6 en niet 2 + 4/6.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_92777005
Ja dat snap ik, Ik weet niet.. ik zag het ff niet :D
ik denk dat ik hem heb:
ik neem voor het gemak a=exp(-net/T)
sigm(-net) =2/(1+exp(net/T) - 1 & -sigm(net) = -1( 2/(1+a) - 1) = 1- 2/(1+a)
sigm(-net) -> (2a/ (1+a)) - 1
-> 2a/(1+a) = 2-2/(1+a)
-> 2a = 2(1+a)-2
-> a = 1(1+a)-1
-> a = 1+a-1
-> a = a

Volgensmij klopt dit.
Bedankt voor de duwtje in de juiste richting!
pi_92783532
quote:
14s.gif Op maandag 14 februari 2011 00:03 schreef BasementDweller het volgende:

[..]

Misschien een betere uitleg:
Je hebt munt 1 en munt 2. De uitkomst van munt 1 staat links en van munt 2 rechts. Dan zijn de uitkomsten: HT, TH, HH, TT. Stel (!) de student ziet alleen munt 1, en ziet dat het T is. De uitkomsten waarbij munt 1 H is kunnen dus weggestreept worden: HT, TH, HH, TT. De kans op TT is dus 1/2.

Stel nu dat de student beide munten ziet en concludeert dat minstens één van de twee is T. Dan geldt: HT, TH, HH, TT, en dus de kans op TT is 1/3.

Jou antwoord van 1/2 klopt dus alleen als de student maar 1 munt had gezien. In de vraagstelling staat dat hij ze allebei ziet, en dus klopt die 1/2 niet.
Top! Bedankt, helemaal duidelijk zo :)

Nog een vraagje O-)

Uit een onderzoek naar het aantal mannelijke en vrouwelijke medewerkers in een bedrijf blijkt dat 65 % van de medewerkers man is, 54 % van de medewerkers in de productie werkt en de kans dat een medewerker een mannelijke productiewerker is gelijk is aan 36 %. Als een willekeurig geselecteerde medewerker niet in de productie werkt, wat is de kans dat deze medewerker een vrouw is (twee decimalen)?
  maandag 14 februari 2011 @ 19:52:17 #123
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_92784171
A = man
B = in productie
P(A) = 0.65
P(B) = 0.54
P(A en B) = 0.36

P(A' | B') = P(A' en B') / P(B') = (1-P(A of B)) / P(B') = (1 - P(A) - P(B) + P(A en B)) / P(B') = (1-0.65 - 0.54 + 0.36) / 0.46.

Waarbij je 'en' moet zien als de doorsnede (zowel A als B treden op) en 'of' als vereniging (A of B of (A en B) treden op).

[ Bericht 13% gewijzigd door GlowMouse op 14-02-2011 19:57:40 ]
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_92791899
Wat is ook alweer de juiste benaming voor index verschuiving bij sommaties?
  maandag 14 februari 2011 @ 21:48:19 #125
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_92792497
Je bedoelt bijvoorbeeld k vervangen door k' met k' = k+2? Dat is een substitutie.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')