De paardebloem
Omgeven door kastanjes
En temidden van het mos
Daar woonde eens een paardebloem
Tevreden in een bos
Ze had een rustig leventje
Daar was ze op gesteld
Totdat er op een mooie dag
Opeens werd aangebeld
Een hele vreemde snuiter
Met een boekje en een pen
Sprak: goedemorgen paardebloem
Ik ben de tussen-n
De tussen-n
De tussen-n
Ik ben de tussen-n
U zult mij vast tracteren
Op een feestelijk onthaal
Ik breng de blije boodschap
Van de Nederlandse Taal
U heeft het licht nog niet gezien
Vandaar dus mijn bezoekje
Want de verlossing is nabij:
Aanschouw het Groene Boekje!
Vooral het Nieuwste Testament
Daarvan ben ik een fan
En volgens die geschriften
Krijgt ook ú een tussen-n!
Een tussen-n
Een tussen-n
U krijgt een tussen-n!
Pardon hoor, zei de paardebloem
Dat zal helaas niet gaan
Want "paardenbloem" dat ligt me niet
En zal me ook niet staan
Ik wens u elders meer succes
Mijnheer de colporteur
Maar deze zette agressief
Zijn voet tussen de deur
Potdorie! riep de paardebloem
U bent geen gentleman
Haal daar eens ogenblikkelijk
Uw voet vantussen n!
Vantussen n
Vantussen n
Uw voet vantussen n!
Een paddenstoel, die door de herrie
Was gealarmeerd
Riep: ja, die vent heeft mij laatst óók
Zo'n rot-n aangesmeerd
Ook duivenkervel, muizentarwe
En garnalenplant
En kattenkruid ontpopten zich
Als mededemonstrant
De schapenzuring zeurde:
Ik weet niet meer wie ik ben
En die identiteitscrisis
Komt door die tussen-n
Die tussen-n
Die tussen-n
Weg met die tussen-n!
Wij zijn dan wel in naam
Een dier- en plantensamenstelling
Maar wij gaan niet accoord
Met deze nieuwe onheilspelling
Dus één twee drie, het bos uit
Vloog de arme infiltrant
En al zijn Groene Boekjes
Werden ritueel verbrand
Moraal:
Al is de taal de prachtigste
Religie die ik ken
Ik denk dat het qua spelling
Een gebed is zonder n
Dus zonder n
Ja, zonder n
Liefst zonder tussen-n