Heb net even met veel aandacht het
Zijn domme mensen gelukkiger dan slimme mensen?-topic gelezen, en ik was eigenlijk wel erg geboeid door de discussie die daar plaatsvindt. Vraag blijft echter telkens weer wat geluk nou is en hoe het meetbaar is. Ik wilde daarom de volgende stelling opwerpen. Ik ben er nog niet 100% van overtuigd, maar begin de laatste tijd wel steeds meer hier in te geloven als het om geluk gaat:
Er is een bepaalde ondergrens wat betreft het gelukkig dan wel ongelukkig zijn. Mensen die onder deze grens zitten (dan spreek je vaak over bepaalde mensen uit derde wereldlanden) zijn structureel minder gelukkig, omdat ze continu gekweld worden door blokkades in primaire levensbehoeften zoals het ontbreken van drinkwater en voedsel of het hebben van ziektes. Echter, deze ondergrens ligt erg laag en gaat zeker niet over economische ongelijkheid w.b. salaris ed, maar puur en alleen om onze primaire levensbehoeften. Deze groep mensen heeft dus structureel minder geluk.
Voor alles en iedereen die daarboven zit (van mensen die 1000 euro per jaar verdienen tot mensen die 1000000 per jaar verdienen) is een stijging van geluk in absolute zin onmogelijk. Een nieuwe auto of televisie maakt een mens niet meer gelukkig. Echter, we krijgen het gevoel er gelukkiger van te worden, omdat
geluk relatief is. Wij meten ons geluk door ons continu te vergelijken met anderen. Ga bij jezelf maar eens te rade als je je afvraagt hoe gelukkig je nu bent, je zal altijd je geluk op een bepaalde manier proberen te bevestigen door te kijken naar mensen die ziek zijn, werkloos, vriendenloos of misschien wel gewoon arm. Ons streven naar geluk is daarom puur en alleen gebaseerd op het verkrijgen van datgeen waarvan je denkt dat je ten opzichte van je omgeving in kan stijgen. Dit kan ofwel door iets te verkrijgen (of te verstevigen) wat je omgeving niet heeft (bijv. door het nieuwste van het nieuwste mobieltje te kopen en daarmee een stapje verder te zijn). Het kan ook zijn dat je omgeving juist iets heeft wat jij niet hebt en dat jij je daaraan probeeert te conformeren. In het eerste geval haal je je geluk uit het hebben van iets wat je omgeving niet heeft, in het tweede geval neem je je ongeluk weg door op de hoogte op de ladder te komen die je wenst. Het is dus continu je eigen geluk vergelijken met anderen.
Wat we hierbij echter vergeten is dat we in absolute zin hier niets mee opschieten. Wat vergeten wordt is namelijk dat op het moment dat ik mij aansluit bij de persoon die die nieuwe telefoon heeft gekocht en er velen zijn die mij volgen, die persoon als 'trendsetter' zijn geluk heeft moeten inleveren. Hij was in eerste instantie gelukkig doordat hij in vergelijking met anderen een stapje verder was, maar als hij merkt dat hij weer op hetzelfde niveau is, ebt zijn geluk weg en probeert hij dit lege gevoel te compenseren door weer op zoek te gaan naar de vernieuwing. Als we het van de onderkant bekijken zien we hetzelfde effect: iemand moet continu zich inspannen (waarschijnlijk door veel geld neer te tellen) om op hetzelfde niveau als de rest te komen. Op die manier is zijn ongeluk heel even weggenomen, maar begint de race continu opnieuw.
Voor degene die heeft mee zitten rekenen; we zien dus dat er continu geplust en gemint wordt, maar dat de balans uiteindelijk 0 is. Zie hier mijn redenering: we ontlenen het gevoel van geluk aan onze continue vergelijking met anderen, en beseffen hierdoor niet dat we in absolute zin qua geluk niet meer vooruit gaan.
Kortom, we zouden er ook voor kunnen kiezen (al is dat in een maatschappij als de onze onmogelijk) om allemaal niet die nieuwe technologieėn te nemen, en niet telkens maar net iets meer te willen verdienen, want op die manier zouden we (althans, volgens mij) in geluk er niets op inleveren.
Daarom is de drang naar economische groei ook maar een illusie, want zijn we nu echt veel gelukkiger geworden door de jaren heen? Dit is helaas een vraag die onbeantwood blijft, omdat geluk simpelweg niet meetbaar is. Maar ik ben er wel van overtuigd dat het antwoord op deze vraag een NEE is. Ik ben er dan ook van overtuigd dat we ons nutteloos inspannen door telkens maar te streven naar het meer en meer. We doen onszelf hier onnodig pijn mee, en halen ons bovendien negatieve gevolgen op de hals die ons misschien wel in een later stadium onze primaire levensbehoeften gaan kosten, en dus ook ons geluk in absolute zin (Denk aan klimaatrampen).
Dan ben ik nog 1 belangrijke dimensie vergeten die zich hieraan ontrekt en die wel geluksbepalend is: liefde en vriendschap. Het is niet mijn bedoeling om hier het alom bekende 'All you need is love'-verhaal te gaan ophangen, maar liefde en vriendschap zijn geluksbepalende factoren die we niet meten door ons te vergelijken met anderen, maar door het gewoon te ervaren en te voelen. Dat is ook de reden waarom ik geloof dat bepaalde mensen in Afrika gelukkiger zijn dan Westerlingen; door hun sterke familiebanden ervaren zij veel meer liefde dan sommige mensen hier in Nederland. Indien dit type mens (en dat hoeft heus niet zo zwart wit te zijn als Afrika/Europa, maar het is nu eenmaal zo dat er daar stammen zijn die van oorsprong de sterkste familiebanden hebben) ook goed in de primaire levensbehoeften wordt voorzien, kan dit de 'gelukkigste' mens te wereld zijn.
Wat vinden jullie hiervan? Ben erg benieuwd

PS: mijn excuses voor de mannelijke vertelling in dit verhaal. Het leek me zo vermoeiend om continu hij/zij neer te zetten
"We do not measure a culture by its output of undisguised trivialities, but by what it claims as significant"
Neil Postman - Amusing Ourselves to Death