
quote:
Tuinplanten uit Japan
Geplaatst: 22 mei 2010 06:18, laatste wijziging: 21 mei 2010 18:44
door Kees de Heer
De Japanse walnoot ofwel Siebold-notenboom van de Leidse Hortus is door kunstenaars versierd met een kleurrijke winterjurk. |foto Kees de Heer
Het Japanse klimaat lijkt sterk op het Nederlandse. Daarom prijken in onze tuinen veel sierplanten die oorspronkelijk uit Japan komen. Er is een grote kans dat deze tuinplanten afstammen van exemplaren die bijna twee eeuwen geleden door Philipp von Siebold naar Nederland zijn gehaald.
In de Leidse Hortus Botanicus staan nog tientallen struiken en bomen die Japanreiziger Von Siebold zelf heeft meegenomen.
Nederland en Japan liggen erg ver van elkaar af. Toch hebben beide landen al vanaf 1600 nauwe banden met elkaar, vooral handelsbetrekkingen. Bijna twee eeuwen geleden waren Hollandse kooplieden de enige Europeanen die in Japan voet aan wal mochten zetten. Japan was tot het midden van de negentiende eeuw een volstrekt gesloten gebied en de Japanners maakten alleen een uitzondering voor enkele Nederlanders. Deze kooplui waren gedetacheerd in Deshima, op een kunstmatig eiland in de baai van Nagasaki. Ze werden daar zwaar bewaakt en ze mochten hoogst zelden van hun eiland af.
Toch lukte het de gewiekste Von Siebold om allerlei kunst- en gebruiksvoorwerpen uit Japan naar Nederland te krijgen. Hij verzamelde eveneens zevenhonderd plantensoorten. Zijn bedienden moesten voor zijn geiten planten halen van het vasteland, maar een deel van dit 'geitenvoer' belandde meteen in zijn wetenschappelijke collectie. Onbekende planten werden zorgvuldig op naam gebracht en gedroogd.
Chirurgijn-majoor
Philipp Franz Balthasar von Siebold was geboren in het Beierse Würzburg. Hij kwam uit een familie van artsen. Zijn grootvader, vader en beide ooms waren allen hoogleraar geneeskunde aan de universiteit van Würzburg. In 1815 startte ook Philipp von Siebold met een studie geneeskunde .
In 1822 werd hij chirurgijn-majoor in het Nederlands Oost-Indische leger, met als standplaats Batavia. Daar trok hij al snel de aandacht van de gouverneur-generaal, die Von Siebold doorstuurde naar Japan. Japan was destijds een volstrekt onbekend land, met strikt gesloten grenzen. Handel was toegestaan, maar was strikt beperkt tot een handelspost op het speciaal voor dit doel gebouwde kunstmatige eiland Deshima.
In 1823 landde Siebold op Deshima. Officieel kwam hij daar als arts voor de Nederlandse manschappen, maar daarnaast had hij een tweede opdracht, die eigenlijk veel belangrijker was en waar de Japanners niets van mochten weten. Hij moest de natuurlijke hulpbronnen, delfstoffen, planten en dieren bestuderen en hij moest zich verdiepen in geloof, gewoonten en manieren van zaken doen van de Japanners.
Rasverzamelaar
Von Siebold wist al snel allerlei kanalen aan te boren. Officieel mochten buitenlanders het eiland Deshima niet verlaten, maar als arts veroverde hij een uitzonderingspositie. Na het genezen van een invloedrijke Japanse ambtenaar mocht hij op het vasteland een kleine kliniek openen en huisbezoeken afleggen bij Japanse zieken. Hij mocht hiervoor geen betaling ontvangen, maar in plaats daarvan kreeg hij vaak geschenken. Zo wist hij via zijn patiënten allerlei gebruiksvoorwerpen, prenten, materialen en kunstvoorwerpen te verzamelen.
De Nederlandse arts legde contact met Japanse medici en natuurwetenschappers, waarvan sommigen de Nederlandse taal beheersten. Nederlands functioneerde destijds als 'het Latijn van het Oosten'. Von Siebold werd door de Japanners gewaardeerd als een expert op het gebied van de westerse wetenschap en zijn huis groeide uit tot een centrum van ontmoetingen, lezingen en discussies. Von Siebold nam kunstenaars in dienst om planten, dieren, voorwerpen en gebruiken op papier vast te leggen. Zijn leerlingen namen voor hem planten, dieren en gesteenten mee en hij huurde drie jagers om bijzondere dieren voor hem te verzamelen.
Het natuurhistorisch materiaal kwam tussen 1823 en 1828 in vier zendingen naar Nederland. Zijn opvolger, de apotheker Heinrich Bürger, stuurde later nog eens drie vrachten met materiaal dat Von Siebold had verzameld. In totaal gaat het om wel tienduizend voorwerpen. Een groot deel van de verzameling is later terechtgekomen in de collectie van drie Leidse musea: het Rijksmuseum voor Volkenkunde, het Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis en het Nationaal Herbarium Nederland.
Spionage
Von Siebold verzamelde natuurlijk tijdens zijn eigen uitstapjes zoveel mogelijk materiaal en dat ging een keertje mis. Hij kreeg in 1828 de kans om een lange reis door Japan te maken, want jaarlijks ging een kleine Nederlandse delegatie op audiëntie bij de shogun, de militaire bestuurder in Edo, het huidige Tokyo. Voor deze hofreis golden strikte voorwaarden en Von Siebold hield zich daar niet helemaal aan. Hij kocht in het geheim een serie landkaarten, maar het schip dat deze lading vervoerde, leed schipbreuk en vervolgens werd de smokkelwaar door de Japanners ontdekt.
Het bezit van landkaarten was streng verboden en de eigenaar werd ervan beschuldigd te spioneren voor de Russische staat. Na een lange periode van huisarrest werd Von Siebold weliswaar in oktober 1829 vrijgesproken van spionage, maar hij werd wel verbannen uit Japan.
Von Siebold vestigde zich daarna in Leiden. Zijn collectie was tot dan toe verspreid over Leiden, Gent, Antwerpen en Brussel, maar Von Siebold haalde alles naar een pand aan het Rapenburg in Leiden.
Vanaf 1831 werd de collectie ook opengesteld voor publiek. Von Siebold nam contact op met Koning Willem I en wist hem te winnen voor zijn plan. Siebolds collectie werd aangekocht door de staat en zo werd het nieuwe museum van Von Siebold de voorloper van het huidige Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden.
Tuinassortiment
De collectie van Von Siebold is ook commercieel van groot belang geweest. Von Siebold smokkelde als eerste theeplanten Japan uit. Tot dan toe had Japan de handel in thee stevig onder controle. Maar de door Von Siebold gesmokkelde planten werden in Indonesië geplant en nog steeds zijn in dat land uitgestrekte theeplantages.
Von Siebold begon in Leiden met een plantenkwekerij en hij wist daar met succes allerlei Japanse planten te vermeerderen. Hij gaf planten aan de Leidse Hortus Botanicus en hij verkocht exemplaren aan kwekers. Op deze manier hebben zijn Aziatische planten vrij snel de Europese tuinen veroverd. Veel mensen hebben zonder het te weten afstammelingen van zijn planten in hun tuin: Japanse larix, Japans hoefblad, Japanse lelies, Hosta's, Hortensia's en Azalea's. Van Siebold heeft het Europese sierplantenassortiment behoorlijk beïnvloed.
De collectie van de Leidse Hortus is eveneens door Von Siebold gestempeld. Van de dertig soorten die hij destijds in de Hortus plantte, zijn nog steeds vijftien originele exemplaren over. Vorige week heb ik ze allemaal bewonderd. De knoppen van de Japanse iep en de Japanse paardenkastanje waren net opengebarsten. De Sieboldappel, Japanse esdoorn en de Japanse walnoot stonden prachtig in bloei. Alleen voor de Wisteria ofwel blauwe regen was ik net iets te vroeg, maar die zal intussen wel in volle bloei staan.
Bron:
http://www.nd.nl/artikelen/2010/mei/22/tuinplanten-uit-japan (Met foto's)
Omdat we in F&F natuurlijk ook mee wilden doen aan
FOK! goes Japanese ben ik me een beetje gaan inlezen in de Japanse planten in Nederland en eigenlijk schrok ik wel van de hoeveelheid planten die vrij algemeen voorkomen in de Nederlandse tuin en hun oorsprong hebben in Japan.
Ik heb zelf een tropische tuin en ging er dus vanuit dat daar weinig Japans te vinden zou zijn, maar nu twijfel ik toch...
Welke Japanse planten heb jij in de tuin (of misschien ook wel in huis?)