Op dinsdag 14 september 2010 18:15 schreef dagboekwedstrijd het volgende:Donderdag 7 oktoberQuod rectum,
Ik weet bij nader inzien niet of dit dagboek zo’n briljant idee was, gezien de ordinaire wendingen die (juist nu, toeval?) plaatsvinden in mijn leven, en die ik dan weer moet opschrijven. En teruglezen. Waarom gebeurt dit? Wellicht zoek ik juist onbewust het drama op en word ik zo de protagonist van mijn eigen literaire successtuk? Een schelmenroman devant la lettre? Ik Ferdinand van Rijckevorsel?
Mon cul! Ik ben me gewoon aan het prostitueren voor een nalatenschap. Althans, dat hoop ik. Liever een hoer dan een pre-necrofiele bejaardenketser.
Hoe dan ook, de twijfel over deze verslaglegging slaat toe, zeker als ik bedenk wat er vandaag weer is gebeurd. Ik heb al mijn concentratie nodig om dit probleem het hoofd te bieden. Aan de andere kant… als het zo’n wicht als Anne Frank lukte om haar lieve Kitty al dagelijks haar ‘ellende’ toe te vertrouwen, moet het iemand van míjn kaliber toch zeker lukken. Als we het dan toch over drama hebben…
Na gisteravond de vorige pagina’s vol te hebben geschreven, heb ik tegen de stress, hoofdpijn en afkeer van mezelf een halve fles Havana Club naar binnen getikt om daarna heerlijk in een droomloos coma te lazeren.
Vanochtend bleek de rum de herinneringen echter niet te hebben gewist. Integendeel. Ik krijg maar niet uit mijn hoofd wat mij bezielde. Kijk Gerda… o mijn god, ik ga haar al Gerda noemen… TANTE Gerda is van zichzelf natuurlijk volkomen ontoerekeningsvatbaar, al begrijp ik donders goed dat zij van iemand met mijn bouw en uiterlijk zelfs op háár leeftijd nog een natte onderbroek krijgt. Maar ik heb alleen de alcoholica als excuus. En een nogal slap excuus, want als ik hem ondanks dat heroïsche promillage nog omhoog weet te krijgen, mag ik toch ook op zijn minst verwachten dat mijn craniale vermogens zich niet geheel uitschakelen. Maar daar lag ik op mijn rug, terwijl dat rimpelige oude lijk mij bereed alsof ze Anky van Grunsven zélf was, haar slappe bleke borsten als twee vleesgeworden theezakjes meeklotsend op de maat.
Ik zag het wel, maar registreerde het niet, ken je dat? Ja, nú, maar dat is niet echt op tijd, hè? Rijkelijk te laat zelfs.
Af-grij-se-lijk, de rillingen lopen mij nog steeds over mijn hele goddelijke lijf. Toegegeven, afgezogen worden zonder tanden is een ongeëvenaard genot dat ik op zich iedereen zou willen aanraden, maar het weegt niet op tegen de herinneringen, de beelden en vooral het odeur die bij zo'n hele gerontofiele vrijage komt kijken. Die Kukident-geur is al amper van je lul af te schrobben, maar echt, lief dagboek, het haalt het niet bij de lucht van een lekkend stoma. En tante Gerda maar roepen:
"Spritz mich, spritz mich!", als was ze een volleerde Teutonische pornoster, terwijl ze zichzelf met een groot, erotisch bedoeld gebaar insmeerde met halfverteerde Tafeltje-Dekje-smurrie.
Nee, het mag duidelijk zijn dat dit zeer zeker niet voor herhaling vatbaar is.
Ik weet niet hoe ik de dag ben doorgekomen. PeePee stelde voor om rond het middaguur een broodje geitenkaas met honing en pinoli’s te scoren bij Rembrandt, maar de bitterwrange smaak van de lauwwarme Chèvre bracht beelden en geluiden terug die ik niet wilde zien en horen. Dan luister ik nog liever naar het intellectueel uitgedaagde gebral van PeePee.
Toen ik halverwege de middag thuis kwam lag er een bubbeltjesenveloppe op de trap met mijn naam in een kinderlijke hanepoot. Geen adres, dus hij was hier gewoon persoonlijk in de bus gemieterd. Of hij was van Tante Gerda. Perish the thought. Aangezien mijn hoofd te hard bonkte om de trap te nemen, ging ik op de derde tree zitten en scheurde de enveloppe open. In hetzelfde spijkerschrift stonden vier woorden die mijn maag bijna deden omdraaien:
'Ik heb jullie gezien'Als bewijs zat een foto bijgesloten, blijkbaar genomen door een kier tussen de zware, velours gordijnen van Tante Gerda’s ‘boudoir’, met daarop mijn verhitte hospita, full frontal op handen en voeten, ogen dicht en haar tandeloze mond een extatische gitzwarte ‘O’. Daarachter, naakt als een baby en net zo frontaal als dat geile karkas, ikzelf, terwijl ik duidelijk bezig ben met een handeling die niet anders valt uit te leggen dan ‘de pruimen op sap zetten’.
Dit
testimonium paupertatis was de druppel die mijn maag deed overlopen, alter ego. Ik ben meteen naar boven gerend om dit van me af te schrijven, al lucht het nog geenszins op, moet ik zeggen.
Dit mag nooit bekend worden. NOOIT!
Ingezonden door Verbal