Op vrijdag 10 september 2010 22:52 schreef Mordreth het volgende:Dinsdag 5 Oktober,Vanmorgen wakker met een kater. Het was gisteren dierendag, dus dat lijkt me niet meer dan toepasselijk. Terwijl ik enige uren in de foetushouding in bed lag, peinsde ik over de staat der dingen. Van mijn avond kon ik me weinig meer herinneren, behalve dan dat ik me eenzaam voelde en dacht aan al die dieren die speciale brokjes kregen en hoe ik zelf mijn halveliterblikken albertheynpils naar binnen moest tikken. Quod licet Bovi non licet Iovi mijn reet!
Gelukkig kwam na enige uren contemplatie verlichting. De gedachte van vrouwelijk gezelschap binnen Carneades wist mijn kater een gouden randje te geven. Uiteindelijk kwam ik euforisch uit bed, at twee broodjes bapao die ik wegspoelde met een restje bier van gisteren en begon ik op zoek te gaan naar de reglementen van Carneades. Ik wist dat die malloot van een Martijn-Gijs onze eerste zeven vergaderingen annex bacchanalen bezig was geweest met het opstellen van zo complex mogelijke statuten, maar toch stond ik perplex toen ik in mijn mailbox 37 A4tjes aantrof met daarin uiterst minutieus beschreven hoe vaak Io Vivat gezongen diende te worden wanneer iemand een rondje schelvispekel bestelde, dat er tussen 4 over 4 en 7 over 4 geen bier besteld mocht worden uit solidariteit met de bedreigde mestvaaltpijlstaartlarve (waar ik op google niks over kon vinden, dus ik denk dat die pik me in de maling nam – de hufter) en dat we in het geval dat er oorlog kwam tussen Kiribati en Nicaragua ons leven zouden moeten geven voor de Kiribaten.
Hieromheen had hij een lulverhaal bedacht dat Carneades dit alles in een vaas gekrast had die via de priorij van Sion, kruisvaarders, ridders van de heilige graal en napoleon uiteindelijk bij zijn oudoom Zebedeus gekomen zou zijn. Maar goed, ik moest dat geouwekut doorworstelen omdat ik zeker was dat die pikkebaas ergens iets over het lidmaatschap van vrouwen geschreven had. En ja hoor, in een voetnoot op pagina 33 (die gast weet écht niet hoe hij met wijven moet omgaan) stond dat vrouwen alleen kandidaatslid mochten worden, dat ze daarvoor de rechterhelft van hun hoofdhaar af moesten scheren, de eerste 43 decimalen van pi uit hun hoofd zouden moeten leren en dat minstens 87,5% van de leden hiermee zou moeten instemmen.
Ik besloot hem te bellen dat dit misschien net iets te absurd was, maar hij was onvermurwbaar, en zei dat we als we zo zouden beginnen er wel meteen mee zouden kunnen uitscheiden omdat elke janhagel dan zou denken dat ie wel even praeses kon worden. Het is een klotekut, maar hij had natuurlijk wel gelijk. Per aspera ad astra is niet voor niets mijn levensmotto, dus zou het met mijn charmes geen probleem moeten zijn om die mokkels zo ver te krijgen dat ze iets tijdelijks als haar zouden opgeven voor de eeuwige roem van het gastcarneadeslidmaatschap. Bovendien, op domme wichten zit een man van mijn kaliber natuurlijk niet te wachten.
Om nieuwe ideeën op te doen en vooral omdat er niets meer in mijn koelkast te vinden was zonder lichte schimmelsporen besloot ik mezelf voor het eten uit te nodigen bij Tante Gerda en at driekwart van haar tafeltjedekjemaaltijd op. Uit de goedheid van mijn hart keek ik daarna mee naar GTST. Terwijl ze maar bleef vragen of Robert en Laura ooit weer bij elkaar kwamen en wat er met Frits van Houten gebeurd was, slaagde ik erin om de perenlikeur uit haar dressoir te vissen. Het was ranzige zoete bocht, maar na een halve fles merkte je daar niks meer van. Daarna weet ik het niet meer precies, ik denk dat ik even mijn conscientia kwijt was, maar nadat Gerda met een natte doek in mijn gezicht sloeg werd alles weer helder. Ik heb m’n dag nu weer gereconstrueerd op papier en een pakje stimorol in m’n mik geschoven. Nu voel ik me weer fris en ga ik PeePee maar eens bellen, misschien dat die gast nog goede moves weet om die mokkels lid te krijgen.
Bibendi te salutant!
Ingezonden door I.R.Baboon