Of gebruiken we liever het wetenschappelijke model?
In een bouwsteenmodel maak je onderscheid tussen bouwstenen en bouwsels. Een bouwsel kun je ontleden in bouwstenen en bouwstenen kun je samenstellen tot bouwsels. Een procesmodel is het bouwsteenmodel in ontwikkeling. Het ontleden en samenstellen is het gevolg van de wisselwerking tussen de bouwstenen zelf, die uiteenvallen of samenklonteren.
De bouwsels kunnen dienen als bouwstenen voor bouwsels van een hogere orde. Zo ontstaan er lagen van organisatie. Er bestaat een korte film die het heelal toont op alle bekende schaalgroten, waarbij de schaal in stappen wordt gevarieerd. Het toont de lagen van organisatie die onze wereld aanwezig zijn en die we kennen vanuit de diverse wetenschappen. Op iedere laag van organisatie ziet de wereld er anders uit:
• een atomaire laag opgebouwd uit kernen en elektronen,
• een (bio)chemische laag opgebouwd uit atomen,
• een fysiologische laag van cellen en hun organellen opgebouwd uit moleculen,
• het lichaam en zijn organen opgebouwd uit cellen,
• de gemeenschap opgebouwd uit individuen,
De wereld heeft een gelaagde interne structuur (niveaus van organisatie). Op iedere schaal vindt er een ontwikkeling plaats die je kunt modelleren in termen van spelers en spelregels, die voor deze schaalgrootte natuurlijk zijn. Er is een taal voor de atomaire laag, de chemische laag, de fysiologische laag, de alledaagse persoonlijke belevingslaag van trouwplannen en de kleur van de keukenkastjes, en de bovenpersoonlijke lagen, zoals evolutie, sociologie, economie, etc. Het schakelen tussen lagen van organisatie is een kwestie van herschalen, van inzoomen en uitzoomen. Het zijn verschillende perspectieven op de wereld.
De correspondentie tussen de gebeurtenissen op verschillende niveaus is geen causaal verband, want causale verbanden zijn er alleen in de richting van de tijd (en niet door in te zoomen en uit te zoomen). Als we iets proberen te verklaren, door in te zoomen naar een lager niveau van organisatie of door uit te zoemen naar een hoger niveau, dan betekent ‘verklaren’ iets anders (namelijk: vertalen), dan bij het volgen van de ontwikkelingen in de tijd (namelijk: oorzaak en gevolg).
De processen die op verschillende schaalgrootten zichtbaar zijn, kunnen zich niet onafhankelijk van elkaar afspelen. Als een bal naar links schiet, dan kan het niet zo zijn, dat alle moleculen waaruit die bal bestaat naar rechts schieten. Gebeurtenissen op verschillende niveaus corresponderen met elkaar. Het is in werkelijkheid één en dezelfde beweging, want er is uiteindelijk maar één (materiële) drager in het gehele spel: de kleinste bouwstenen (de diepste laag).
De processen die op verschillende schaalgrootten zichtbaar zijn, zijn dus verschillende perspectieven op één en hetzelfde proces. Omdat de gebeurtenissen op verschillende niveaus van organisatie met elkaar corresponderen, is er maar één bewegingswet. Deze bewegingswet neemt op ieder niveau van organisatie een andere gedaante aan, want op een hoger niveau van organisatie kiest men de samengestelde spelers die passen bij dat niveau van beschrijving, met de specifieke vrijheidsgraden die passen bij deze spelers, en de gedaante van de bewegingswet die daarbij past.
Wat betekent dit voor onze vrijheid? Kan het proces op het atomaire niveau deterministisch zijn, en op het alledaagse niveau door ons in vrijheid worden ingevuld? Dit is het diepste conflict in het hedendaagse mens en wereldbeeld. In een causaal procesmodel is er geen vrijheid. Maar, gezien vanuit het gezichtspunt van iemand die in het systeem zit, is er wel vrijheid (zijn handelingsvrijheid). Deze handelingsvrijheid praktisch niet te onderscheiden van onze alledaagse ervaring met vrijheid. Want door zelfidentificatie word je de eigenaar van de motieven en de vrijheidsgraden van je eigen lichaam. Je wordt een autonoom handelende deelnemer.
[ Bericht 0% gewijzigd door deelnemer op 30-08-2010 23:05:17 ]
The view from nowhere.