'Een Amerikaanse vrouw heeft haar leven te danken aan een oplettende begrafenisondernemer. De vrouw was dood verklaard en lag in een lijkenzak in een mortuarium in Massachusetts. Ze was daar terecht gekomen nadat de politie haar bewusteloos uit haar badkuip had gehaald. Men vermoedde dat ze een overdosis pillen had ingenomen. De politieagenten en ook het ambulancepersoneel konden geen teken van leven ontdekken. Maar eenmaal in het mortuarium hoorde de begrafenisondernemer plotseling een snurkend geluid uit de lijkenzak komen. Toen hij de zak opende bleek dat de vrouw nog ademde. De dood verklaarde is naar een ziekenhuis gebracht, maar is kerngezond.', zo luidt een krantenbericht van enige tijd geleden.
Zo nu en dan duiken deze verhalen op, meestal van het soort 'broodje aap', heel soms het gevolg van een arts die te overhaast te werk is gegaan. Dat een dergelijk te vroeg dood verklaarde ook werkelijk levend het graf in zou gaan is te verwaarlozen. Zeker in onze streken, waar een lichaam niet eerder dan 48 uur na het overlijden begraven of gecremeerd mag worden, en de uitvaart meestal pas op de vijfde dag plaatsvindt. Er is meer dan tijd genoeg om de eerste ontbindingsverschijnselen waar te nemen.
Bestaat de kans om levend begraven te worden?
De angst om levend begraven te worden is bij sommigen zeer aanwezig. Enige jaren geleden kreeg een uitvaartondernemer een vreemd verzoek van een vrouw. Zij liet hem weten dat zij na haar dood door hem begraven wilde worden, mits hij beloofde dat hij haar na haar doodverklaring zou 'nemen'. Mocht ze toch nog leven, zo dacht ze, dan zouden de seksuele prikkels haar ongetwijfeld weer helemaal bijbrengen. Voor zover bekend heeft de uitvaartondernemer, die hier verder naamloos zal blijven, haar geen 'harde' beloftes gedaan.
Wie de film Spoorloos (1988) heeft gezien (naar het boek 'Het Gouden Ei' van Tim Krabbé) kan zich van de angst levend begraven te worden ongetwijfeld iets voorstellen. Erger bestaat niet.
In het verleden heeft de angst levend begraven te worden geleid tot kisten met de meest ingenieuze alarmsysteem. Zo zie je op de onderstaande afbeelding een Amerikaanse Patentaanvraag uit 1868 ter voorkoming van het levend begraven worden.
In de negentiende eeuw werden zelfs op diverse Europse begraafplaatsen de zogenaamde schijndodenhuisjes gebouwd. Vanaf 1825 was in Nederland een schijndodenhuis verplicht op iedere begraafplaats. Bij twijfel of op speciaal verzoek werd de overledene niet begraven, maar eerst in dit huisje neergelegd. Een vinger werd met een ringetje en een draadje verbonden met een bel in het huis van de beheerder.
Vroeger was deze angst echter nog enigszins gegrond. Tegenwoordig is levend begraven worden uitgesloten, zeggen zowel dokters als uitvaartondernemers. Sinds de uitvinding en het gebruik van de stethoscoop, het instrument waarmee hartslag en ademhaling gevolgd kunnen worden, is dood ook werkelijk dood. Wie daar toch nog enige twijfel aan heeft, laat zich cremeren. De verbranding in de crematie-oven gaat zo snel dat je - ook al ging je levend de oven in - daar niets van zult merken.
Zeggen ze...
Bron:
Grenswetenschap