Wat je wel niet tegenkomt op oude schijven:
quote:
De man voor me hield de rij ontzettend op en maakte hulpeloze gebaren naar het meisje achter de kassa. Ze droeg een hoofddoekje in supermarktkleuren en had haar wimpers gedrenkt in mascara, waardoor haar blik dodelijk streng op hem neerkeek, terwijl hij voor de vierde maal zijn zakken doorzocht naar een portemonnee. Hij was het type man dat in een televisiereclame altijd voor filosoof door moest gaan,  maar waar geen enkele daadwerkelijk beroemde filosoof ook maar in de verste verte op leek. Het deed me denken aan hoe de jonge kortberokte bimbo's die in pornofilms voor de klas stonden, ook nooit leken op de juffen die ik vroeger meegemaakt had. Vrouwen met vaal, pluizig haar die eeuwig één jaar van hun pensioen verwijderd waren en door zenuwinzinkingen en lesprogrammawijzigingen kapotgemaakt rondsloften op gezondheidssandalen.
De man voor me stamelde iets over zijn binnenzak, het kassameisje keek naar haar reflectie in de buitenruit, en ik bemerkte tot mijn schrik dat ik de hopjesvla vergeten was.
Daar stond je dan, vierendertig jaar oud, met een flesje Leffe, een oosterse magnetronmaaltijd en een half gesneden wit in je mandje, zonder toetje. Ik keek achter me, maar daar was de rij inmiddels al gegroeid tot aan het schap met diepvriesgarnalen. Ik voelde een enorme hoeveelheid zelfmedelijden opkomen. Ik dacht eraan hoe ik drie jaar geleden Sonja de deur had gewezen, omdat ze weigerde om nog langer de pil te slikken. En hoe ik sindsdien nog maar zeven keer gekookt had. Of nou ja, vier keer shoarma gemaakt voor Sjoerd, en drie keer zelf iets had geprobeerd te wokken. Nadat Sjoerd de laatste keer een paar minuten te vroeg langskwam en een blik in de keuken had geworpen, had hij voorgesteld om voortaan maar shoarma bij Ali Baba te halen. Inmiddels was mijn keuken een opslagplek geworden voor lege pakken, lege dozen, lege flessen en volle vuilniszakken. Ik moest aan de zaterdagen kende dat ik samen met Sonja uren in de keuken stond. Ze droeg dan vaak een oranje schort met haar naam erop, wat zo lelijk was dat het me vertederde. We bakten dan samen boterkoek, omdat we op onze eerste date boterkoek gekocht hadden. Of we maakten paella, omdat we bij onze derde date naar een spaans restaurant geweest waren en zo veel sangria gedronken hadden dat we samen op haar slaapbank belandden en elkaar voor het eerst toefluisterden dat we voor elkaar voorbestemd waren.
Mijn voorganger in de rij begon nu zijn kontzakken te controleren, ik keek rond of er iemand bij een andere kassa stond met wie ik begripsvolle blikken kon uitwisselen, maar mijn meelijwekkende positie werd niet opgemerkt. Ik begon te denken aan mijn weekendplanning. Het was alweer donderdag, en morgen zou de maandelijkse vrijdagmiddagborrel met heel Datamining weer plaatsvinden. Om drie uur zou Jurjen zeggen "he jongens, ik heb er alweer zin in" waarna Marc zou opmerken dat hij nog zat te twijfelen of hij mee zou gaan. Iedereen wist dat hij aan het eind van de avond als laatste de kroeg zou verlaten en luidkeels zou protesteren tegen het sluiten van de rekening. Ik verlangde naar dat moment, met mannen onder elkaar in de kroeg in, en in een belachelijk hoog tempo bier naar binnen klokken, met bitterballen als avondeten, daarbij telkens weer vergetend hoe je 's nacht drie keer je bed uit moest om naar de wc te gaan, met steeds maar weer dat maagzuur brandend in de keel.
De man voor me had inmiddels zijn tas opengemaakt, en legde de inhoud ervan op het plexiglas voor de cassière neer. Om me niet te ergeren aan zijn ondraaglijke traagheid of mezelf te blijven verwijten dat ik de verkeerde rij gekozen had besloot ik zijn handelingen nauwgezet te volgen. Tussen een doosje visitekaartjes, een grote boerenzakdoek en een oud model blackberry lag een klein rolletje king-pepermunt. Uiteindelijk kwam er een grote portemonnee uit de tas. Hij legde deze met een triomfantelijk gebaar op het plexiglas, waardoor de visitekaartjes op de grond vielen. Nadat hij deze had opgeraapt opende hij de portemonnee. Het was een zwarte, langwerpige portemonnee zoals mijn moeder en mijn oma vroeger gehad hadden en waar ik altijd foto’s van mezelf als kleuter in had zien zitten. Zo onopvallend mogelijk keek ik naar zijn portemonnee, nieuwsgierig of hij een foto van Wittgenstein met zich mee zou dragen. 
(wel een plot in mijn hoofd, maar nooit uitgewerkt - u snapt natuurlijk wel dat het de foto van Sonja is die in de portemonnee wordt aangetroffen)