quote:
Diep respect voor De Bakker en Haase
AMSTERDAM - Hoewel de complete wereldtop zich via diverse Amerikaanse hardcourttoernooien voorbereidt op de US Open, verkeer ik in de luxe situatie de hoofdrol in deze column aan twee Nederlandse tennissers te kunnen geven. En dan is 'geven' eigenlijk niet eens het juiste woord, want Thiemo de Bakker en Robin Haase hebben die hoofdrollen zelf afgedwongen.
Haase mag dit geschreven bal openen. Met zijn toernooizege in San Marino afgelopen week heeft hij bewezen definitief terug te zijn aan het tennisfront, na een nare en slepende blessure. Wat in eerste instantie een relatief onschuldig kwaaltje aan zijn meniscus leek te zijn, bleek in werkelijkheid een serieuze knieblessure die steeds meer van Robins geduld en doorzettingsvermogen vroeg. Zelf vreesde ik op een gegeven moment zelfs dat het een 'carreer ending injury' - een in de tenniswereld even gevreesde als bekende uitdrukking - betrof en we Robin niet meer op het hoogste niveau zouden terugzien.
Maar inmiddels weet de wereld dat Robin zich niet uit het veld heeft laten slaan. Niet op de momenten dat hij een terugslag had in zijn revalidatie; en ook niet op de momenten dat het - eenmaal weer terug op de baan - even niet zo ging als hij had gehoopt. Robin deed het stap voor stap, bleef geloven in een goede afloop en staat deze week voor het eerst sinds zijn gedwongen afscheid van de proftour weer in de top 100. Dat verdient heel veel respect.
Minstens zoveel respect heb ik voor de wijze waarop Thiemo de Bakker zich het afgelopen jaar heeft gemanifesteerd. Voor wie het niet in de gaten heeft: de tennisser uit het Westland is inmiddels vaste waarde in de mondiale top 50. En we gaan het al bijna normaal vinden dat hij, zoals begin deze week bij het ATP 1000-toernooi in Toronto, wint van Feliciano Lopez. Dat is dus wel de nummer 25 van de wereld die door Thiemo in twee setjes uit dit prestigieuze toernooi wordt geknikkerd.
We mogen inmiddels wel stellen dat Thiemo de Bakker zijn grote belofte daadwerkelijk gaat waarmaken, In een nog niet zo grijs verleden heb ik hem op deze plek als eens 'het grootste Nederlandse tennistalent ooit' genoemd. Nu blijkt steeds meer en steeds vaker waartoe hij op het hoogste podium in staat is.
Thiemo heeft wat ze in het circuit 'a big game' noemen. Je zou dat in zijn geval misschien het beste kunnen vertalen met 'hij heeft alles wat je nodig hebt'. Zijn service is uitgegroeid tot een machtig wapen en met zowel zijn forehand als backhand kan hij een tegenstander onder druk zetten. Wanneer ik vroeger tegen iemand als Andre Agassi speelde, vroeg ik me de hele wedstrijd bijna radeloos af hoe ik het hem in vredesnaam moeilijk kon maken. Of ik nu zijn backhand bestookte of zijn forehand, het kwam allemaal schijnbaar moeiteloos terug.
Die klasse heeft Thiemo ook. Je weet als tegenstander gewoonweg geen zwakke plek in zijn spel te ontdekken. Het grappige is dat ik zijn backhand vroeger sterker vond, maar Thiemo heeft zijn forehand de laatste tijd zo goed ontwikkeld dat zijn backhand nu eigenlijk de minst goede van de twee slagen is.
De grootste vooruitgang boekt hij echter op het fysieke vlak. In de aanloop naar het Amerikaanse hardcourtseizoen is Thiemo weer twee weken door voormalig Agassi-trainer Gil Reyes onder handen genomen. Het feit dat de Nederlander zich met dat soort topmensen omringt, geeft aan hoe serieus hij nu met zijn vak bezig is.
Thiemo wil nu echt de top bereiken, iets waaraan ik in het verleden nog wel eens heb getwijfeld. Maar die twijfel is weg - zowel bij hem als bij mij - en daarom durf ik op deze plaats wel een stevige voorspelling aan: wanneer Thiemo de Bakker zich op het fysieke vlak blijft verbeteren, staat hij voor het eind van 2011 in de mondiale top 10. En daarmee is voor hem niet eens het eindpunt bereikt. Daar zit, hoewel het een in Den Haag geboren tennisser betreft, geen grammetje Haagse bluf bij.
Column van Krajicek