Mijn totaal andere route dan het verslag van mijn voorganger.
Als eerst was daar
Eric Vloeimans' Fugimundi. Een band bestaande uit drie Nederlandse topmuzikanten. Het werd al snel duidelijk dat veel mensen niet precies wisten wat zij moesten verwachtten want na de eerste twee nummers waren heel veel mensen overduidelijk in de war en verlieten veel mensen de zaal. Waar het klopt dat soms de dissonanten soms te veel de overhand hadden werkte dit wel op naar een paar enkele climaxen. De solo's van Anton Goudsmit waren zoals altijd neurotisch maar wel erg lekker. En wanneer een nummer je melodisch een keer niet wist te pakken was daar altijd het genieten van het talent van deze drie Nederlandse muzikanten.
Daarna even rustig langs alle cd standjes gelopen (waar was Blue Note dit jaar?) en nog wat inkopen gedaan. De rij voor een broodje falafel duurde een kleine 20 minuten dus sloot daarna meteen aan op het
John Escreet Project. Een jonge pianist uit de UK die nu woont in NYC. Ik kende enkel de saxofonist Dave Binney van de band, deze kreeg ook genoeg ruimte om te shinen. Complexe jazz, kon er niet echt genieten omdat ik buiten de tent moest kijken (tent was afgeladen, goed om te zien.) En bovendien, een half uur later zou mijn hoogtepunt van de avond komen dus vond ik het niet heel erg om daar alvast een goed plekje voor te vinden.
Het
Chris Potter Tentet was het optreden waar ik het meest naar uit keek. Een paar jaar geleden heeft deze saxofonist een album gemaakt met deze instrumenten. Viool, altviool, cello, contra bas, drum, gitaar, fluit, klarinet en een...fagot? Behalve zijn eigen tenorsaxofoon natuurlijk. Het plan was om met 10 Amerikaanse muzikanten te gaan touren, veel organisatoren hadden daar echter geen zin in. Zo had hij speciaal voor het North Sea Jazz festival een Nederlands tentet bij elkaar gebracht. Potter laat zien dat hij ook voor deze complexe groep het talent bezit om mooie klankharmonien te laten ontstaan. Misschien mag er iets meer ruimte zijn voor soloisten (behalve hemzelf) maar al in al was het een absoluut hoogtepunt. Vooral toen de jonge bassist Clemens van der Feen de ruimte kreeg, hij bezorgde mij en velen in de zaal kippenvel met een prachtige solo.
Daarna flarden opgevangen van Joris Posthumus, discussie over hoe erg een stad je sound bepaald en Jason Moran. Die laatste was wel een baas, het lef om gewoon een nummer op te zetten, weg te lopen van het podium en twee minuten later terugkomen om een beetje mee te spelen om daarna de muzikale weg te vervolgen. Balls of steal.
Het laatste hoogtepunt was het
Joshua Redman Double Trio. In de zoektocht naar nieuwe originele jazz reist Joshua Redman met twee drummers en twee bassisten. Soms spelen die tegelijkertijd en zorgt het voor ontzettend veel interactie tussen de muzikanten. Redman speelt solid maar de grote winnaar was toch wel drummer Gregory Hutchinson die zo veel vuur en energie in zijn spel wist te leggen. Een aangenname verassing op het einde was de verschijning van Chris Potter. Dit zorgde voor een prachtige Call and Response tussen Redman en Potter waarmee de dag op een prachtige manier werd beeindigd.
"If you want to present to be different from the past, study the past." - Spinoza