Ik snap waar je de bovengrens van y vandaan haalt, maar bereken zo niet juist het gearceerde gebied?quote:Op maandag 5 april 2010 19:34 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
[ afbeelding ]
Kan je zelf bedenken waarom?
Kijk eens naar de structuur van glucose (in de ringvorm), en bekijk dan welke structuur (bootvorm of stoelvorm) het gunstigste is, en in welke posities de OH groepen het best staan ivm. sterische hindering.quote:Op maandag 5 april 2010 20:08 schreef horned_reaper het volgende:
[..]
Nogmaals even ... nadat m'n vraag is ondergesneeuwd ....
Waarom niet?quote:Op maandag 5 april 2010 20:20 schreef Jesse_ het volgende:
[..]
Ik snap waar je de bovengrens van y vandaan haalt, maar bereken zo niet juist het gearceerde gebied?
Voor mijn gevoel bereken je dan een heel ander gebied, maar dat zal komen omdat ik het me niet zo goed kan visualiseren :pquote:
y zit altijd tussen 0 en (1-x)/2 in en x tussen 0 en 1. Als je de functie weglaat in de integraal, krijg je dit:quote:Op maandag 5 april 2010 22:17 schreef Jesse_ het volgende:
[..]
Voor mijn gevoel bereken je dan een heel ander gebied, maar dat zal komen omdat ik het me niet zo goed kan visualiseren :p
Ja mijn verhaaltje was nog niet helemaal af eigenlijkquote:Op maandag 5 april 2010 22:33 schreef Jesse_ het volgende:
ah oke, volgens mij begrijp ik het. Heel erg bedankt
Ik had zelf alleen x van 0 naar 1-2y laten lopen en y van 0 naar 1/2, omdat de integraal dan iets makkelijker wordt.
Je edit maakt het nog duidelijker, bedankt
Ik neem aan dat je vraag betrekking heeft op glucose in de lineaire in plaats van de cyclische vorm. In dit geval moet je de Fischerprojectie gebruiken om glucose te tekenen. Je kunt of de absolute configuratie (volgens regels van Cahn-Ingold-Prelog) van de chirale centra onthouden, of simpelweg onthouden in welke richting ze moeten wijzen in de Fischerprojectie.quote:Op maandag 5 april 2010 20:08 schreef horned_reaper het volgende:
Nogmaals even ... nadat m'n vraag is ondergesneeuwd ....
Dankje voor je uitleg!quote:Op dinsdag 6 april 2010 00:03 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Ik neem aan dat je vraag betrekking heeft op glucose in de lineaire in plaats van de cyclische vorm. In dit geval moet je de Fischerprojectie gebruiken om glucose te tekenen. Je kunt of de absolute configuratie (volgens regels van Cahn-Ingold-Prelog) van de chirale centra onthouden, of simpelweg onthouden in welke richting ze moeten wijzen in de Fischerprojectie.
Dat is helaas een kwestie van stampen. Maar ik meen dat de rode OH-groepen aanduiden dat je met de D-enantiomeren te maken hebt, dus verschil tussen L en D is dan wel te maken.quote:Op dinsdag 6 april 2010 00:32 schreef horned_reaper het volgende:
Dankje voor je uitleg!![]()
Maar ik zal je even een voorbeeld geven....
[ afbeelding ]
In bovenstaande afbeeldingen zijn alle mogelijk isomeren te vinden.....
Stel dat alle onderstaande namen willekeurig in een bak zouden liggen.... en ik zou ze onder de juiste structuur moeten plaatsen.
Zou hier dan enige logische kennis voor nodig zijn? Of is dat puur een kwestie van uit het hoofd leren?
D & L is gelukkig nooit een probleemquote:Op dinsdag 6 april 2010 00:46 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Dat is helaas een kwestie van stampen. Maar ik meen dat de rode OH-groepen aanduiden dat je met de D-enantiomeren te maken hebt, dus verschil tussen L en D is dan wel te maken.
Bijvoorbeeld N2 + 3 H2 --> 2 NH3, 1 molecuul stikstof, reageert met 3 moleculen waterstof waaruit twee moleculen ammoniak ontstaan. Volgens het boek is de molecuulverhouding dan 1, 3 en 2.quote:Op maandag 5 april 2010 22:08 schreef BasementDweller het volgende:
Molecuulverhouding van wat staat tot wat?
het is in ieder geval een ,4 want de glycosidische binding zit duidelijk aan de 4de koolstof van de 6ring structuur vast.quote:
Weet je zeker dat je lactose bedoelt? Volgens mij is dat namelijk een disaccharide...quote:Op woensdag 7 april 2010 15:45 schreef horned_reaper het volgende:
Dit is nog een vraag voor Lyolyrc.... of ieder ander die er verstand van heeft!
Stel dat ik bijvoorbeeld, D-Glucose zou laten binden met D-Lactose.
D-Glucose is een 6 ringstructuur en D-Lactose een 5ring structuur.
Nu doet het er even niet toe of we de alpha of beta versie hebben van glucose... De eerste koolstof van D-Glucose gaat een binding aan met de 4de koolstof van D-Lactose.
Normaal gesproken zou bij een 6ring structuur aan het 4de koolstof een OH en een H groep hebben gezeten, en zou om de binding te vormen de 2 OH groepen van koolstof 1 van het eerste molecuul en koolstof 4 van het tweede molecuul met elkaar reageren tot een O-binding + H2O dat zou worden afgescheiden.
Alleen D-Lactose is een 5ring structuur en heeft aan zijn 4de koolstof een zijketen hangen plus een enkele H.
Dus heeft de OH groep van D-Glucose geen OH groep van D-Lactose om een binding mee te vormen.....
Is het dan misschien zo dat de O-binding wel wordt gevormd maar er geen water wordt uitgescheiden?
Ik weet dat de binding wel mogelijk is..... maar hoe?
Ah sorry, dat klopt... ik bedoel natuurlijk D-Fructose!quote:Op woensdag 7 april 2010 16:04 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Weet je zeker dat je lactose bedoelt? Volgens mij is dat namelijk een disaccharide...
Ik zit te twijfelen aan het reactiemechanisme. Energetisch lijkt me afsplitsing van een H+ op die plek van fructose allerminst gunstig. Je krijgt dan namelijk negatieve lading op de koolstof naast een vrij elektronenpaar op de zuurstof. Daarentegen gebeurt de vorming van disacchariden natuurlijk enzymatisch, maar het mechanisme daarvan ken ik niet.quote:Op woensdag 7 april 2010 16:13 schreef horned_reaper het volgende:
Ah sorry, dat klopt... ik bedoel natuurlijk D-Fructose!
Maar wat gebeurt er dan met de 2 overgebleven Htjes? Want wanneer de O binding is gevormd zullen die toch ergens heen moeten... ?quote:Op woensdag 7 april 2010 16:42 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Ik zit te twijfelen aan het reactiemechanisme. Energetisch lijkt me afsplitsing van een H+ op die plek van fructose allerminst gunstig. Je krijgt dan namelijk negatieve lading op de koolstof naast een vrij elektronenpaar op de zuurstof. Daarentegen gebeurt de vorming van disacchariden natuurlijk enzymatisch, maar het mechanisme daarvan ken ik niet.
Edit: als er niet 2x H en 1x O afsplitst, dan kun je uiteraard geen condensatiereactie hebben, dus geen waterafsplitsing.![]()
Ze zouden zich als radicaal kunnen afsplitsen, waardoor er net H2 uitgaat. Ik weet niet of dat enzymatisch mogelijk is. Ook is het misschien mogelijk dat er een zuurstofatoom tussen de C-H-binding wordt gewurmd, waarna zich water afsplitst via de normale procedure. Dit zijn de enige dingen die ik zo kan bedenken.quote:Op woensdag 7 april 2010 16:45 schreef horned_reaper het volgende:
Maar wat gebeurt er dan met de 2 overgebleven Htjes? Want wanneer de O binding is gevormd zullen die toch ergens heen moeten... ?
Ik ben eruit, merciquote:Op woensdag 7 april 2010 22:38 schreef MichielPH het volgende:
Z² = R² + X²
X = 2Pi* f * L
cos phi = R / Z
Dit zou je moeten kunnen herschrijven tot je L krijgt.
Heb je niet meer info? Want hiermee kan ik je niet echt van advies dienen.quote:Op vrijdag 9 april 2010 14:33 schreef horned_reaper het volgende:
Even een snelle en hele domme vraag van me.... want ik ben het echt even kwijt.
Wanneer ik een evewichtsreactie heb.. en tijdens het evenwicht zijn de molaire verdelingen als volgt is: 0,02 <--> 0,04 + 0,04
En hier moet ik de K van uitrekenen.
Dan schrijf je de evenwichtsconstante op: K = [0,04] * [0,04] / [0,02] = 0,08
Maar dit klopt niet, want het antwoord zou 4 moeten zijn.....
PS: De reactie verloopt in een volume van 2 liter!
Ik zie het nuquote:Op vrijdag 9 april 2010 14:53 schreef lyolyrc het volgende:
Op t0 heb je 0,10 mol HI, en 0 mol van zowel H2 als I2. Het eerste is gegeven, het andere weet je. Bij evenwichtsinstelling is er 0,04 mol I2 gevormd. Je had zelf al correct beredeneerd dat er dan ook 0,04 mol H2 gevormd moet zijn en dat 0,04 mol I2 en H2 gevormd wordt uit 0,08 mol HI, zodat er bij evenwicht nog maar 0,02 mol HI over is.
Het probleem zit hem in je berekening van het evenwicht, dat moet namelijk zijn: K = [H2]*[I2]/[HI]2. Je vergeet het kwadraat! Uitrekenen van dit evenwicht geeft 0,042/0,022 = 4
Ik zou zelf de andere kant op redeneren. Je hebt een 200 ml oplossing nodig met [Fe2+]=150 mM. Dit betekent dat de oplossing 0,150*0,200 = 0,030 mol Fe2+ moet bevatten. Aangezien het oplossen van 1 mol Fe3(PO4)2 leidt tot 3 mol Fe2+, betekent het dat je 30 mmol Fe2+ kunt halen uit 10 mmol Fe3(PO4)2. 10 mmol Fe3(PO4)2 komt overeen met 3,57 g.quote:Op vrijdag 9 april 2010 15:26 schreef horned_reaper het volgende:
Dan nog even een snelle.... het blijkt maar weer dat ik echt een chemicus ben van de biochemie en de koolstofchemie![]()
Bereken hoeveel gram ijzerfosfaat, Fe3(PO4)2, je moet afwegen om 200 ml ijzerfosfaat-oplossing te maken die 150 mmol Fe2+-ionen per liter bevat.
Nou, de massa van Fe3(PO4)2 = 357,4 g/mol als je die waarden optelt uit het periodiek systeem...
Als er dus 357,4 gram in 1 mol zit... zou dit volgens mij ook moeten betekenen dat je 357,4 gram Fe3(PO)4 moet oplossen in 1 liter water om 1M te krijgen...
Waarna ik zeg, 357,4*0,15 = 53,61 g/150mmol
Maar blijkbaar ga ik hier al helemaal de mist inomdat het uiteindelijk antwoord toch echt 3,57g hoort te zijn....
Dankje voor je uitleg, maar ik snap de logica nog steeds niet helemaal....quote:Op vrijdag 9 april 2010 16:41 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Ik zou zelf de andere kant op redeneren. Je hebt een 200 ml oplossing nodig met [Fe2+]=150 mM. Dit betekent dat de oplossing 0,150*0,200 = 0,030 mol Fe2+ moet bevatten. Aangezien het oplossen van 1 mol Fe3(PO4)2 leidt tot 3 mol Fe2+, betekent het dat je 30 mmol Fe2+ kunt halen uit 10 mmol Fe3(PO4)2. 10 mmol Fe3(PO4)2 komt overeen met 3,57 g.
Er is een gewenst volume gegeven (200 ml) en een gewenste concentratie van 150 mmol Fe2+/l = 150 mM. Als je het volume vermenigvuldigt met de concentratie, krijg je aantal mol Fe2+ dat de oplossing moet bevatten. Samengevat: liter*mol/liter = mol.quote:Op vrijdag 9 april 2010 16:54 schreef horned_reaper het volgende:
Dankje voor je uitleg, maar ik snap de logica nog steeds niet helemaal....
Ik kan je stap, "Dit betekent dat de oplossing 0,150*0,200 = 0,030 mol Fe2+ moet bevatten", nog niet helemaal volgen.... waarom doe je 0,150mol * 0,200L ? ... ik zie niet in waarom ik die stap zou nemen wanneer ik de vraag volgende week in een andere context zou krijgen....
Ah, dus wanneer ik heb berekend hoeveel mol er in totaal in de oplossing moet, 0,150*0,200 = 0,030... is dat uitgedrukt in Fe2+ maar aangezien ik met een stof te maken heeft die Fe3 bevat, moet die 0,030 gedeeld door 3.... dat wordt 0,010 en wanneer ik mijn 357* 0,010 doe is dat = 3,57g ?quote:Op vrijdag 9 april 2010 17:00 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Er is een gewenst volume gegeven (200 ml) en een gewenste concentratie van 150 mmol Fe2+/l = 150 mM. Als je het volume vermenigvuldigt met de concentratie, krijg je aantal mol Fe2+ dat de oplossing moet bevatten. Samengevat: liter*mol/liter = mol.
Vanuit het aantal mol dat die vermenigvuldiging oplevert, bereken ik eerst hoeveel mol ijzersulfaat je nodig hebt en dan hoeveel gram dat is.
Je hebt hem door!quote:Op vrijdag 9 april 2010 17:15 schreef horned_reaper het volgende:
Ah, dus wanneer ik heb berekend hoeveel mol er in totaal in de oplossing moet, 0,150*0,200 = 0,030... is dat uitgedrukt in Fe2+ maar aangezien ik met een stof te maken heeft die Fe3 bevat, moet die 0,030 gedeeld door 3.... dat wordt 0,010 en wanneer ik mijn 357* 0,010 doe is dat = 3,57g ?
Hoe kom je in het begin aan de 4,75 ?quote:Op vrijdag 9 april 2010 20:00 schreef lyolyrc het volgende:
We beginnen met de evenwichtsvergelijking (Ac- = CH3COO-): Ka = [H+]*[Ac-]/[HAc]
Hieruit volgt: Ka/[H+] = [Ac-]/[HAc]
substitueer: Ka = 10^-4.75 en [H+] = 10^-5.0
dat geeft [Ac-]/[HAc] = 10^0.25 = 1.78
daaruit leid je af dat: [Ac-] = 1.78*[HAc]
gegeven is dat: [Ac-]+[HAc] = 1.0 M
substitueer daarin [Ac-] = 1.78*[HAc], dat geeft: 2.78*[HAc] = 1.0 M
dan is [HAc] = 1.0/2.78 = 0.36 M
en [Ac-] = 1.0 M - [HAc] = 0.64 M
Gebruik deze concentraties om uit te rekenen hoeveel van de werkoplossing je nodig hebt en hoeveel gram natriumacetaat.
Dat is de pKa van azijnzuur.quote:Op vrijdag 9 april 2010 20:04 schreef horned_reaper het volgende:
Hoe kom je in het begin aan de 4,75 ?
Kijk, daar liep ik dus vastquote:
Lijkt me dat die op een tentamen gegeven wordt. Ik heb hem nu van wikipedia geplukt, maar het staat ook in Binas of meer professionele naslagwerken. Wellicht zelfs ergens in een scheikundeboek dat je hebt, aan de binnenkant van de kaft bijvoorbeeld.quote:Op vrijdag 9 april 2010 20:13 schreef horned_reaper het volgende:
Kijk, daar liep ik dus vastwant de rest lukt me wel....
Maar hoe zou ik zo uit m'n hoofd moeten weten wat een pKa van een willekeurige stof is ?
We mogen geen binas of naslagwerk gebruiken, en er is echt helemaal nergens een pKa gegeven, dus daarom vindt ik het nogal vreemd....quote:Op vrijdag 9 april 2010 20:17 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Lijkt me dat die op een tentamen gegeven wordt. Ik heb hem nu van wikipedia geplukt, maar het staat ook in Binas of meer professionele naslagwerken. Wellicht zelfs ergens in een scheikundeboek dat je hebt, aan de binnenkant van de kaft bijvoorbeeld.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |