abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_77957351
quote:
Op zaterdag 13 februari 2010 16:37 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

Minnetjes en plusjes gaan fout. Dat zie je ook als je gewoon x=1 invult.
Als ik x=1 invul krijg ik voor beide 0.. volgens mij klopt ie toch echt.
pi_77957446
quote:
Op zaterdag 13 februari 2010 16:36 schreef BasementDweller het volgende:

[..]

Dat is wat ik bedoel, je noemt dus dat delta groter is dan nul door te zeggen dat 0 < | x - a | < δ .
Nee, het ligt anders (en subtieler). Er is een verschil tussen de ε,δ definities bij een limiet voor x → a en bij continuďteit in x = a.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 13-02-2010 16:59:18 ]
pi_77957517
quote:
Op zaterdag 13 februari 2010 16:43 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, het ligt anders (en subtieler). Er is een verschil tussen de ε,δ definities bij een limiet voor x → a en bij continuiteit in x = a.
Continuiteit heb ik nog niet zo 'rigoreus' gekregen, maar hier lees ik hetzelfde:
quote:
for all epsilon>0 there is delta>0 such that, whenever 0<|x-x_0|<delta, then |f(x)-y_0|<epsilon
http://mathworld.wolfram.com/Epsilon-DeltaDefinition.html

Je begint dus met 0<|x-x_0|<delta en laat zien dat daaruit volgt dat |f(x)-y_0|<epsilon. Je neem dus aan dat 0<delta.
  zaterdag 13 februari 2010 @ 16:49:58 #79
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_77957635
quote:
Op zaterdag 13 februari 2010 16:43 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, het ligt anders (en subtieler). Er is een verschil tussen de ε,δ definities bij een limiet voor x → a en bij continuiteit in x = a.
Het enige verschil is toch dat je de limietwaarde neemt ipv f(c)?
quote:
Op zaterdag 13 februari 2010 16:41 schreef BasementDweller het volgende:

[..]

Als ik x=1 invul krijg ik voor beide 0.. volgens mij klopt ie toch echt.
In de noemer krijg je 1-x˛, wat overigens hetzelfde is door de absoluutstrepen. Je eerste ongelijkheidsteken vind ik een onlogische stap.nvm er mist een kwadraat
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_77957735
quote:
Op zaterdag 13 februari 2010 16:49 schreef GlowMouse het volgende:
In de noemer krijg je 1-x˛, wat overigens hetzelfde is door de absoluutstrepen. Je eerste ongelijkheidsteken vind ik een onlogische stap.
Ja, het klopt dus wel gewoon

Wat ik eigenlijk doe bij het eerste ongelijkheidsteken, is die |(x-1)| vervangen door delta.

edit: oja, kwadraatje vergeten over te typen verderop.

Anyway, is het inhoudelijk correct?
pi_77957804
quote:
Op zaterdag 13 februari 2010 16:46 schreef BasementDweller het volgende:

[..]

Continuiteit heb ik nog niet zo 'rigoreus' gekregen, maar hier lees ik hetzelfde:
[..]

http://mathworld.wolfram.com/Epsilon-DeltaDefinition.html

Je begint dus met 0<|x-x_0|<delta en laat zien dat daaruit volgt dat |f(x)-y_0|<epsilon. Je neem dus aan dat 0<delta.
Ja, maar δ=0 komt in dat hele verhaal niet te pas. Bovendien klopt de definitie van continuiteit die in je linkje wordt gegeven niet, want hier wordt x = x0 ten onrechte uitgesloten door 0 < | x - x0 | < δ te nemen. Kijk maar eens naar de functie f(x) = (sin x) /x. Die zou continu zijn in x = 0 als we het verhaal uit je linkje mogen geloven, maar dit is niet zo, want de functie is niet gedefinieerd voor x = 0. Je kunt de discontinuďteit in x = 0 wel opheffen door f(0) = 1 te definiëren, want lim x→0 (sin x)/x = 1, maar dat is een ander verhaal.
  zaterdag 13 februari 2010 @ 16:59:59 #82
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_77957928
quote:
Op zaterdag 13 februari 2010 16:53 schreef BasementDweller het volgende:

[..]

Anyway, is het inhoudelijk correct?
Nee, 14/9de komt uit de lucht vallen.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_77958009
quote:
Op zaterdag 13 februari 2010 16:59 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

Nee, 14/9de komt uit de lucht vallen.
Omdat delta < 1/4 en |x-1|<delta, volgt |x-1|<1/4 dus . Als ik 3/4 invul is de breuk het grootst (is eigenlijk niet triviaal, hoe kan ik dit meenemen in het bewijs?) dus dat heb ik gedaan.
Verder heb ik een rekenfout gemaakt en moet het 14/25 zijn ipv 14/9.

[ Bericht 22% gewijzigd door motorbloempje op 01-09-2013 21:37:08 ]
pi_77986150
quote:
Op zaterdag 13 februari 2010 17:02 schreef BasementDweller het volgende:

[..]

Omdat delta < 1/4 en |x-1|<delta, volgt |x-1|<1/4 dus [ afbeelding ]. Als ik 3/4 invul is de breuk het grootst (is eigenlijk niet triviaal, hoe kan ik dit meenemen in het bewijs?) dus dat heb ik gedaan.
Verder heb ik een rekenfout gemaakt en moet het 14/25 zijn ipv 14/9.
Dit gaat helemaal niet goed, dus laat ik het maar even voor je uitwerken.

De opgave: bewijs aan de hand van de ε,δ definitie dat lim x→1 1/(1+x2) = 1/2.

We bekijken eerst eens de uitdrukking 1/(1 + x2). Er geldt x2 ≥ 0, dus 1 + x2 ≥ 1, dus 1/(1 + x2) ≤ 1, en aangezien ook geldt 1/(1 + x2) > 0 hebben we dus:

(1) 0 < 1/(1 + x2) ≤ 1,

en dus ook:

(2) -½ < 1/(1 + x2) - ½ ≤ ½,

en dus:

(3) | 1/(1 + x2) - ½ | ≤ ½

Dit betekent dat voor ε > ½ elke waarde van δ > 0 voldoet, aangezien (3) geldt voor elke x en daarmee ook voor elke x die voldoet aan 0 < | x - 1 | < δ, ongeacht de keuze van δ. We hoeven nu dus alleen nog waarden van ε ≤ ½ te onderzoeken.

Sluiten we x = 0 uit, dan is | 1/(1 + x2) | < 1 en dus ook | 1/(1 + x2) - ½ | < ½, zodat we kunnen concluderen dat voor ε = ½ de waarde δ = 1 voldoet, we hebben immers:

(4) | 1/(1 + x2) - ½ | < ½ voor elke x zodanig dat 0 < | x - 1 | < 1

In zijn algemeenheid kun je voor lim x→a f(x) = L opmerken dat een gegeven δ0 die voldoet voor een gegeven ε0 ook zal voldoen voor elke andere ε > ε0, daar immers uit | f(x) - L | < ε0 en ε0 < ε ook volgt dat | f(x) - L | < ε indien 0 < | x - a | < δ0. Het is dus irrelevant om willekeurig grote waarden van ε te onderzoeken zodra we een bovengrens voor ε hebben gevonden, het is dan nog uitsluitend van belang aan te tonen dat voor elke willekeurig kleine ε > 0 een δ > 0 bestaat waarmee aan de voorwaarden uit de definitie wordt voldaan. Voor deze opgave hebben we al gevonden dat we alleen nog waarden van ε < ½ hoeven te onderzoeken.

We willen nu aantonen dat voor elke positieve ε < ½ een δ > 0 bestaat zodanig dat

(5) | 1/(1 + x2) - ½ | < ε

indien

(6) 0 < | x - 1 | < δ

Voor (5) kunnen we schrijven:

(7) | (1 - x)(1 + x)/(2∙(1 + x2)) | < ε

En aangezien we voor ε < ½ mogen veronderstellen dat δ < 1 en dus blijkens (6) | x + 1| niet 0 kan zijn kunnen we (7) herschrijven als:

(8) | x - 1 | < 2ε ∙| (1 + x2)/(1 + x) |

Nu moeten we de factor | (1 + x2)/(1 + x) | onderzoeken, en aangezien we δ < 1 mogen veronderstellen, en dus | x - 1 | < 1, kunnen we ons beperken tot het interval (0,2).

Het is direct te zien dat (1 + x2)/(1 + x) gelijk is aan 1 voor x = 0 en x = 1. Ook is duidelijk dat deze uitdrukking positief is op het interval (0,2) en dat de waarde in ieder geval stijgend is voor x > 1 aangezien x2 sneller in grootte toeneemt dan x voor x > 1. Maar nu zijn we geďnteresseerd in een minimum van deze uitdrukking op het interval (0,2). Als we namelijk een ondergrens m > 0 kunnen bepalen zodanig dat:

(9) m < | (1 + x2)/(1 + x) |

Dan is ook:

(10) 2ε∙m < 2ε∙| (1 + x2)/(1 + x) |

In dit geval volgt uit (8) en (10) dat voor elke positieve ε < ½ de keuze δ = 2ε∙m impliceert dat voor elke x zodanig dat 0 < | x - 1 | < δ wordt voldaan aan (8) en daarmee dus ook aan (7) en dus ook aan (5), zoals gewenst.

Nu is eenvoudig te bepalen dat (1 + x2)/(1 + x) op het interval (0,2) een minimum aanneemt bij x = -1+√2 en dat dit minimum 2√2 - 2 bedraagt. Ook is 2√2 - 2 > ½, dus kunnen we bijvoorbeeld m = ½ nemen, er geldt immers op het interval (0,2):

(11) ½ < | (1 + x2)/(1 + x) |

Kiezen we dus bij een willekeurig kleine ε < ½ voor δ = 2ε∙½ = ε, dan wordt voor elke x die voldoet aan (6) voldaan aan (8) en daarmee ook aan (5). Hiermee is aangetoond dat er inderdaad voor voor elke ε > 0 een δ > 0 bestaat zodanig dat voor elke x die voldoet aan (6) wordt voldaan aan (5), QED.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 14-02-2010 17:30:17 ]
pi_77986911
Te bewijzen: a en b uit R, als a <= b1 voor alle b1>b, dan a <= b.
Stel dat het niet zo is. Dus b<a. Dan is a > b, maar dat is nog geen tegenspraak. Ik weet wel dat er oneindig veel getallen nog tussen a en b liggen, waarvoor dus geldt dat a>b1>b, maar ik weet niet hoe ik dat wiskundig moet gaan opschrijven of ik dat uberhaupt zomaar aan kan nemen.
  zondag 14 februari 2010 @ 16:35:08 #86
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_77986970
Zij a en b in R.
Neem aan a <= b1 voor alle b1 > b, maar a > b.
Je moet dan op een tegenspraak uitkomen, en dat kan hier door een b1>b te vinden zodanig dat a > b1.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_77987153
Dat is precies zover als ik ook was. Maar ik heb geen idee hoe ik die b1 kan vinden. Ik zou denk ik b1 moeten schrijven als functie van b en a. Iets met een breuk misschien? Verder dan dit kom ik niet.
pi_77987411
Wat dacht je van (a+b)/2 ?
pi_77987553
Ach stom, uiteraard.
pi_77990809
quote:
Op zondag 14 februari 2010 16:07 schreef Riparius het volgende:

[..]

Dit gaat helemaal niet goed, dus laat ik het maar even voor je uitwerken.

De opgave: bewijs aan de hand van de ε,δ definitie dat lim x→1 1/(1+x2) = 1/2.

We bekijken eerst eens de uitdrukking 1/(1 + x2). Er geldt x2 ≥ 0, dus 1 + x2 ≥ 1, dus 1/(1 + x2) ≤ 1, en aangezien ook geldt 1/(1 + x2) > 0 hebben we dus:

(1) 0 < 1/(1 + x2) ≤ 1,

en dus ook:

(2) -½ < 1/(1 + x2) - ½ ≤ ½,

en dus:

(3) | 1/(1 + x2) - ½ | ≤ ½

Dit betekent dat voor ε > ½ elke waarde van δ > 0 voldoet, aangezien (3) geldt voor elke x en daarmee ook voor elke x die voldoet aan 0 < | x - 1 | < δ, ongeacht de keuze van δ. We hoeven nu dus alleen nog waarden van ε ≤ ½ te onderzoeken.

Sluiten we x = 0 uit, dan is | 1/(1 + x2) | < 1 en dus ook | 1/(1 + x2) - ½ | < ½, zodat we kunnen concluderen dat voor ε = ½ de waarde δ = 1 voldoet, we hebben immers:

(4) | 1/(1 + x2) - ½ | < ½ voor elke x zodanig dat 0 < | x - 1 | < 1

In zijn algemeenheid kun je voor lim x→a f(x) = L opmerken dat een gegeven δ0 die voldoet voor een gegeven ε0 ook zal voldoen voor elke andere ε > ε0, daar immers uit | f(x) - L | < ε0 en ε0 < ε ook volgt dat | f(x) - L | < ε indien 0 < | x - a | < δ0. Het is dus irrelevant om willekeurig grote waarden van ε te onderzoeken zodra we een bovengrens voor ε hebben gevonden, het is dan nog uitsluitend van belang aan te tonen dat voor elke willekeurig kleine ε > 0 een δ > 0 bestaat waarmee aan de voorwaarden uit de definitie wordt voldaan. Voor deze opgave hebben we al gevonden dat we alleen nog waarden van ε < ½ hoeven te onderzoeken.

We willen nu aantonen dat voor elke positieve ε < ½ een δ > 0 bestaat zodanig dat

(5) | 1/(1 + x2) - ½ | < ε

indien

(6) 0 < | x - 1 | < δ

Voor (5) kunnen we schrijven:

(7) | (1 - x)(1 + x)/(2∙(1 + x2)) | < ε

En aangezien we voor ε < ½ mogen veronderstellen dat δ < 1 en dus blijkens (6) | x + 1| niet 0 kan zijn kunnen we (7) herschrijven als:

(8) | x - 1 | < 2ε ∙| (1 + x2)/(1 + x) |

Nu moeten we de factor | (1 + x2)/(1 + x) | onderzoeken, en aangezien we δ < 1 mogen veronderstellen, en dus | x - 1 | < 1, kunnen we ons beperken tot het interval (0,2).

Het is direct te zien dat (1 + x2)/(1 + x) gelijk is aan 1 voor x = 0 en x = 1. Ook is duidelijk dat deze uitdrukking positief is op het interval (0,2) en dat de waarde in ieder geval stijgend is voor x > 1 aangezien x2 sneller in grootte toeneemt dan x voor x > 1. Maar nu zijn we geďnteresseerd in een minimum van deze uitdrukking op het interval (0,2). Als we namelijk een ondergrens m > 0 kunnen bepalen zodanig dat:

(9) m < | (1 + x2)/(1 + x) |

Dan is ook:

(10) 2ε∙m < 2ε∙| (1 + x2)/(1 + x) |

In dit geval volgt uit (8) en (10) dat voor elke positieve ε < ½ de keuze δ = 2ε∙m impliceert dat voor elke x zodanig dat 0 < | x - 1 | < δ wordt voldaan aan (8) en daarmee dus ook aan (7) en dus ook aan (5), zoals gewenst.

Nu is eenvoudig te bepalen dat (1 + x2)/(1 + x) op het interval (0,2) een minimum aanneemt bij x = -1+√2 en dat dit minimum 2√2 - 2 bedraagt. Ook is 2√2 - 2 > ½, dus kunnen we bijvoorbeeld m = ½ nemen, er geldt immers op het interval (0,2):

(11) ½ < | (1 + x2)/(1 + x) |

Kiezen we dus bij een willekeurig kleine ε < ½ voor δ = 2ε∙½ = ε, dan wordt voor elke x die voldoet aan (6) voldaan aan (8) en daarmee ook aan (5). Hiermee is aangetoond dat er inderdaad voor voor elke ε > 0 een δ > 0 bestaat zodanig dat voor elke x die voldoet aan (6) wordt voldaan aan (5), QED.
Wauw dat is een hoop werk, dank je wel!!

(heb nu even geen tijd maar ga het binnenkort zeker doornemen! Als ik dan nog vragen heb horen jullie het wel )
pi_77997373
Oké ik kom er weer niet uit. Prove that if a>0, then there exists n in N such that 1/n < a < n.

a < n is makkelijk. Round(a)+1 (mag dat gewoon?).
1/n < a kom ik niet uit. Ik dacht eerst 't zelfde te doen als net. a/2. Maar als a irrationaal is kan dat niet omgevormd anar 1/n. round(a)/2 gaat ook alleen maar goed als a groter is dan een half.
  zondag 14 februari 2010 @ 21:19:06 #92
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_77997780
Ik zou om te beginnen onderscheid maken tussen a<1 en a>=1.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_77998065
quote:
Op zondag 14 februari 2010 21:10 schreef Hanneke12345 het volgende:
Oké ik kom er weer niet uit. Prove that if a>0, then there exists n in N such that 1/n < a < n.

a < n is makkelijk. Round(a)+1 (mag dat gewoon?).
1/n < a kom ik niet uit. Ik dacht eerst 't zelfde te doen als net. a/2. Maar als a irrationaal is kan dat niet omgevormd anar 1/n. round(a)/2 gaat ook alleen maar goed als a groter is dan een half.
Kies een n zodanig dat n > 1/a en tevens n > a. Dan is 1/n < a en a < n, waaruit het gestelde volgt.
pi_78048960
een probleem met het inproduct waar ik niet helemaal uit kom:

ik heb 2 vectoren die een plane opspannen laten we zeggen:
P(50,0,0) en Q(0,0,50) (x,y,z)
met een normaal van de plane N(0,1,0)

Nu moet ik een vector R bepalen die +30 graden is tov vector P die ook in de plane ligt. Hoe doe ik dit?

Kom niet verder dan in het invullen van deze formule:
P*R = |P| |R| * cos( hoek )

P weet ik hier, lengte van R ook moet hoe reken ik nou die vector R uit? want als ik het oplos deel ik het rechter stuk door vector P maar dan ligt vector R nog steeds op dezelfde richting als P . Ik zie volgens mij iets over het hoofd
  dinsdag 16 februari 2010 @ 11:21:50 #95
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_78050304
P*R = |P| |R| * cos( hoek )
die kun je niet oplossen door rechts door P te delen, want er staat geen P maar |P|. Bovendien kun je niet delen door een vector.


Je kunt R schrijven als lineaire combinatie van P en Q omdat hij in het vlak ligt.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_78050958
quote:
Op dinsdag 16 februari 2010 10:28 schreef greatchampion het volgende:
een probleem met het inproduct waar ik niet helemaal uit kom:

ik heb 2 vectoren die een plane opspannen laten we zeggen:
P(50,0,0) en Q(0,0,50) (x,y,z)
met een normaal van de plane N(0,1,0)

Nu moet ik een vector R bepalen die +30 graden is tov vector P die ook in de plane ligt. Hoe doe ik dit?

Kom niet verder dan in het invullen van deze formule:
P*R = |P| |R| * cos( hoek )

P weet ik hier, lengte van R ook moet hoe reken ik nou die vector R uit? want als ik het oplos deel ik het rechter stuk door vector P maar dan ligt vector R nog steeds op dezelfde richting als P . Ik zie volgens mij iets over het hoofd
Ik begrijp niet zo goed waarom je hier met een inproduct wil werken. Als R in hetzelfde vlak ligt als P en Q en dezelfde lengte heeft als P omdat je P over een hoek van 30 graden in positieve richting roteert om R te verkrijgen, dan heb je R(50*cos(-30°),0,50*sin(-30°)). Het minteken is vanwege de ligging van je normaal (kurketrekkerregel).
pi_78053308
quote:
Op dinsdag 16 februari 2010 11:42 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ik begrijp niet zo goed waarom je hier met een inproduct wil werken. Als R in hetzelfde vlak ligt als P en Q en dezelfde lengte heeft als P omdat je P over een hoek van 30 graden in positieve richting roteert om R te verkrijgen, dan heb je R(50*cos(-30°),0,50*sin(-30°)). Het minteken is vanwege de ligging van je normaal (kurketrekkerregel).
Ja, ik dacht dat ik de vector Q kon uitrekenen door de vergelijking op te lossen aangezien ik de rest van de gegevens had. Maar het kon dus simpeler .

heb nu: R = P * cos( hoek in radialen ) + Q * sin( hoek in radialen )

thx
pi_78055082


Voor n=2 is het duidelijk:



Als je nu kijkt naar n=3, dan:



Mag je nu zeggen:



dus voor n=3 is hij Abels, op dezelfde manier voor n+1

[ Bericht 0% gewijzigd door motorbloempje op 01-09-2013 21:37:15 ]
  dinsdag 16 februari 2010 @ 13:55:04 #99
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_78055270
Waarom zou je n=3 nodig hebben om het gevraagde aan te tonen?
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_78055617
quote:
Op zondag 14 februari 2010 21:10 schreef Hanneke12345 het volgende:
Oké ik kom er weer niet uit. Prove that if a>0, then there exists n in N such that 1/n < a < n.

a < n is makkelijk. Round(a)+1 (mag dat gewoon?).
1/n < a kom ik niet uit. Ik dacht eerst 't zelfde te doen als net. a/2. Maar als a irrationaal is kan dat niet omgevormd anar 1/n. round(a)/2 gaat ook alleen maar goed als a groter is dan een half.

Is dit een goed genoeg antwoord? Nja, behalve dan dat 1 a>=1 moet zijn en 2 a<1.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')