Stuk heb ik overigens overgetypt uit één van zijn boeken die ik bezit.quote:Ademnood
Beste Lucilius,
Mijn slechte gezondheid had mij een tijd vrijaf gegeven, maar plotseling heropende ze de aanval. 'Wat heb je precies?' vraag je misschien. Een heel terechte vraag, want geen kwaal is mij onbekend. Maar er is een specifieke aandoening waaraan ik zogezegd ben toegewezen. Ik kan daar een Griekse naam voor gebruiken, maar waarom zou ik? 'Ademnood' is hier een tamelijk geschikte aanduiding. De aanvallen zijn heel kort en stormachtig: binnen een uur is het meestal over (wie kan er langdurig buiten adem zijn?). Alle lichamelijke ongemakken en gevaren heb ik wel doorlopen, maar niets lijkt mij zo bezwaarlijk als dit. Vind je het gek? Al het andere valt onder 'ziek zijn', maar dit is één 'laatste adem'. Daarom spreken doktoren hier van een 'oefening in sterven'. Ooit doet je ademhaling echt wat ze zo vaak heeft geprobeerd.
Denk je dat ik jou dit in een opgeruimde stemming schrijf, nu ik ben ontsnapt? Als ik blij was over deze afloop en dacht dat ik mijn gezondheid terug had, zou ik mij belachelijk maken, niet anders dan de man die denkt dat hij zijn zaak heeft gewonnen op het moment dat die is verdaagd. Wel is het zo dat ik midden in het gevoel van verstikking continu rust vind in opbeurende, flinke gedachten. 'Hoe zit het?' vraag ik mij af. 'Probeert de dood mij zo vaak uit? Hij doet maar! Ik heb hem allang uitgeprobeerd'. 'Wanneer dan?' vraag je. Voor ik geboren werd. Dood is: niet zijn, en wat dat inhoudt weet ik al. Na mij komt hetzelfde als voor mij. Als daar iets kwellends aan is, moet dat er ook geweest zijn voordat wij het daglicht zagen. Maar toen hebben wij absoluut geen narigheid ervaren. Ik vraag je: als iemand zegt dat een lamp slechter af is wanneer hij is gedoofd dan voordat hij werd aangestoken, vind je dat dan niet oliedom? Ook wij worden gedoofd en ontstoken; in de tussentijd ervaren we wat, maar aan beide uiteinden heerst diepe rust.
Dat is precies waar wij zo vaak in de fout gaan, mijn beste Lucilius, als ik mij niet vergis: wij nemen aan dat de dood op ons volgt, terwijl hij zowel is voorafgegaan als volgen zal. Al wat voor onze tijd was, is dood. Want wat doet het ertoe of je niet begrijpt of ophoudt, als het resultaat in beide gevallen gelijk is: niet zijn.
Met zulk soort bemoedigde gedachten heb ik mij onafgebroken tot mijzelf gericht (stilzwijgend, uiteraard, want voor woorden ontbrak mij de ruimte). De kortademigheid, die intussen was overgegaan in gehijg, kwam vervolgens al met wat grotere tussenpozen, en zakte weg, en bleef uit. Maar al is die opgehouden, mijn ademhaling verloopt nog niet helemaal normaal: ik voel er een soort remming en vertraging in. Mij best, zolang mijn ziel maar niet in ademnood komt. Neem dit van mij aan: ik zal niet bibberen als mijn laatste uur geslagen heeft, ik ben al voorbereid, ik denk nooit een volle dag vooruit. Prijs de man, spiegel je aan de man die niet met tegenzin sterft terwijl hij intussen wel graag leeft. Want weggaan terwijl je eruit wordt gegooid, wat is daar deugdzaam aan? Ja, er is toch ook wel iets deugdzaams aan: ik word eruit gegooid, maar het is of ik wegga. En zo wordt de wijze nooit 'eruit gegooid'. Eruit gegooid worden betekent namelijk: verdreven worden van een plek die je tegen je zin verlaat, maar de wijze doet niets tegen zijn zin. Hij ontsnapt, aan alle noodzaak, want waartoe die hem dwingen zal, wil hij zelf.
Hartelijk groeten,
Seneca.
quote:Doodsangst
Beste Lucilius,
Ga zo door als je begonnen bent en maak zo snel mogelijk voort, dan heb je des te langer plezier van een veredeld en evenwichtig zielenleven. Dat plezier heb je natuurlijk al tijdens dat veredelen en evenwichtig worden, maar het is een genoegen apart om te mediteren met een ziel die van alle smetten is ontdaan en straalt. Je herinner je vast nog wel hoeveel vreugde je voelde toen je de kindertoga aflegde, de mannentoga aan mocht trekken en zo naar het forum werd geleid. Reken op grotere vreugde wanneer je de kinderziel aflegt en door de filosofie wordt ingeschreven bij de mannen. Nog altijd blijven wij namelijk kind, of erger: kinderlijk. En dat is des te erger omdat wij wel het gezag van ouderen hebben, maar de gebreken van kinderen, en niet alleen die van kinderen, maar zelfs die van kleuters. Kinderen zijn bang voor onbenullige dingen, zoals kleuters voor spookbeelden, wij voor allebei.
Zorg jij maar dat je vooruitgang boekt. Dan begrijp je dat sommige dingen juist doordat ze veel angst inboezemen minder te vrezen zijn. Een extreem kwaad kan nooit groot zijn. De dood staat voor je deur: die zou te vrezen zijn als hij bij je kon blijven, maar hij kan niet anders dan uitblijven of langskomen.
'Het is zo moeilijk', zeg je, 'om je er mentaal op in te stellen het leven te geringschatten'. Maar zie je dan niet om wat voor onnozele redenen men dat doet? De een verhangt zich voor de deur van zijn meisje, de ander springt van het dak om zijn humeurige meester niet langer te hoeven horen, weer een ander wil niet worden achterhaald op zijn vlucht en stoot zich een zwaard in de buik. Denk je niet dat een deugd hetzelfde kan bewerken als zo'n overmatige angst?
Niemand heeft een rustig leven als hij te veel nadenkt hoe het kan verlengen, als hij een hoge leeftijd rekent onder het beste wat een mens kan overkomen. Overdenk dit elke dag, zodat je het leven in alle vrede kunt verlaten. Veel mensen klampen zich juist aan het leven vast zoals drenkelingen in een bergstroom aan doornstruiken en scherpe rotsen. De meesten zwalken tussen hun doodsangst en de kwellingen van het leven en zijn er beroerd aan toe: leven willen ze niet, sterven kunnen ze niet.
Maak het leven dus prettig door alle zorgen erover aan de kant te zetten. Bezit van iets goeds baat alleen wie ook het verlies ervan kan accepteren. Maar niets raak je zo gemakkelijk kwijt als wat na verlies niet gemist kan worden. Bemoedig en hard jezelf daarom tegen dit soort dingen, die zelfs de machtigsten kunnen overkomen. Het hoofd van Pompeius lag in handen van een snotjoch en een eunuch, dat van Crassus in die van een wrede, arrogante Parth. Caligula gaf Lepidus dus bevel zijn nek te bieden aan tribuun Dextrux en deed dat zelf op zijn beurt aan Chaereas. Niemand is dankzij Fortuna zo hoog gekomen, dat hij niet evenzeer haar dreiging voelde als haar gunst.
Vertrouw maar niet op die gladde zee: in een oogwenk is ze in beroering. Op een en dezelfde dag geven scheepjes een mooie show en worden ze verzwolgen. Een rover, een vijand kan jou, realiseer je dat, een zwaard op de keel zetten. Grote macht is er niet voor nodig, want iedere slaaf kan beschikken over jouw leven of dood. Vandaar mijn woorden: wie zijn eigen leven geringschat is meester over dat van jou. Denk maar eens terug aan die sterfgevallen door complotten in eigen huis, met openlijk geweld of list. Dan snap je dat de woede van slaven minstens zoveel slachtoffers heeft geëist als die van koningen. Dus wat kan het je schelen hoe machtig degene is die je vreest, als wat je vreest binnen ieders bereik ligt? 'Maar als je in handen van de vijand valt, laat de winnaar je afvoeren!' Ja, naar waar je toch al heen moet. Waarom bedrieg je jezelf en begrijp je nu pas wat de hele tijd al je lot was? Ik bedoel het zo: vanaf het moment van je geboorte wordt je 'afgevoerd'.
Deze en soortgelijke gedachten moeten we steeds overwegen, willen we met een gerust hart ons laatste uur afwachten. Want wie daar bang voor is, heeft geen enkel uur rust.
Maar om deze brief te besluiten, hier heb je wat mij vandaag goed beviel (ook dit komt weer uit andermans tuintje): 'Grote rijkdom is armoede in harmonie met de natuurwet'. Die natuurwet, weet je wat die ons voor minimum stelt? Geen honger lijden, geen dorst, geen kou. En om honger en dorst te stillen hoef je helemaal niet bij vervelende mensen voor de deur te staan en gefronste wenkbrauwen en krenkende vrijgevigheid te ondergaan. Je hoeft er geen zeeën voor te bevaren, niet mee op expeditie gaan. Wat de natuur verlangt is eenvoudig te krijgen en direct beschikbaar. Het is voor overbodige luxe dat men zich in het zweet werkt: daar raakt onze toga van versleten, dat dwingt ons oud te worden in soldatententen, dat drijft ons naar vreemde kusten. Maar wat voldoende is ligt voor onze handen. Wie goede zaken doet met armoe is rijk.
Hartelijke groeten,
Seneca
quote:Ja, er is toch ook wel iets deugdzaams aan: ik word eruit gegooid, maar het is of ik wegga. En zo wordt de wijze nooit 'eruit gegooid'. Eruit gegooid worden betekent namelijk: verdreven worden van een plek die je tegen je zin verlaat, maar de wijze doet niets tegen zijn zin. Hij ontsnapt, aan alle noodzaak, want waartoe die hem dwingen zal, wil hij zelf.
Graag gedaan.quote:Op maandag 14 december 2009 07:32 schreef DrDarwin het volgende:
Zeer waardevolle stukjes....
Bedankt...
quote:Op maandag 14 december 2009 12:45 schreef Boswachtertje het volgende:
Interessante stukjes van Seneca.
Vooral deze vind ik wel het overdenken waard:
[..]
Relativeer waar je angsten liggen en wordt niet overompeld door de macht van een ander. Scherp.quote:Dus wat kan het je schelen hoe machtig degene is die je vreest, als wat je vreest binnen ieders bereik ligt?
quote:Kijk niet vooruit
Elke dag, elk uur toont ons hoezeer wij niets voorstellen en levert een nieuw bewijs voor onze sterfelijkheid -daar worden we aan herinnerd, mochten we die vergeten zijn. En terwijl onze gedachten uitgaan naar eeuwige dingen, richt onze blik zich noodgedwongen op de dood.
Waar wil ik naartoe met zo'n begin, zul je vragen. Cornelius Senecio, een voornaam en degelijk Romeins ridder, die kende jij wel. Hij had zich vanuit een bescheiden begin omhooggewerkt en inmiddels ging het hem voor de wind. Sociaal prestige neemt gemakkelijker toe dan dat het begint. En geld stroomt niet aan in de buurt van armoe, maar is men daar eenmaal uit, dan raakt het niet op.
Senecio was al bijna zeer vermogen, en om zo ver te komen had hij twee bijzonder handige talenten: hij wist hoe je winst kunt maken en behouden. Van een van beiden kan een mens al welgesteld raken. Deze man, die heel eenvoudig leefde en even goed op zijn vermogen paste als op zijn lichaam, had mij gewoontegetrouw 's avonds bezocht en toen de hele dag tot 's avonds laat aan het bed gezeten van een vriend die er slecht aan toe was en ongeneeslijk ziek was. Nadat hij in goede stemming gedineerd had, kreeg hij van het ene op het andere moment een aanval van angina. Zijn keel zwol helemaal op, wat hem de adem zowat benam, maar hij wist het nog te redden tot de ochtend.
Terwijl hij dus maar een puur eerder nog alle taken had vervuld van een sterk en gezond man, kwam hij te overlijden. De man die te land en ter zee geld vergaarde, die zich zelfs met staatsfinanciën inliet om maar geen winstkans onbeproefd te laten, werd weggerukt, juist op het moment dat hij successen behaalde, juist toen het grote geld binnenstroomde.
'Ent jij maar perenboompjes, Meliboes
en plant je wijnstok keurig in het rijtje!'
Wat is het dom je leven te plannen, terwijl je zelfs de dag van morgen niet de baas bent! Ach, wat een waanzin, al die mensen met grote verwachtingen van de toekomst! 'Ik zal kopen, bouwen, uitlenen en vorderen, ik zal ereambten uitoefenen, om dan ten slotte vermoeid en verzadigd op mijn oude dag een leven van rust te gaan leiden.'
Alles is onbestendig, geloof me, ook voor wie het goed gaat. Niemand mag ergens op rekenen voor de toekomst. Ook wat je in je handen hebt, glijdt je door de vingers, en in het uur dat we vast willen houden slaat het toeval een bres. De tijd verstrijkt, ja, volgens een onveranderlijke wet, maar alles blijft in het duister. Wat maakt het mij uit of iets zeker is voor de natuur? Voor mij is het onzeker.
We plannen lange zeereizen en omzwervingen langs vreemde kusten, gevolgd door een late terugkeer in het vaderland; we plannen krijgsdienst en militaire inspanningen, die pas laat worden beloond, bestuurstaken en een carrière die van functie naar functie loopt, maar intussen staat de dood aan onze zijde. Daar denken we echter nooit over na, tenzij het om andermans dood gaat, en zo doen zich geregeld voorbeelden van sterfelijkheid aan ons voor. Die beklijven dan niet langer dan onze verbazing duurt.
Maar wat een domheid om verbaasd te zijn als op een dag gebeurt wat elke dag gebeuren kan. Ergens ligt er voor ons wel een grens, namelijk waar die is vastgelegd door de onverbiddelijke noodzaak van het lot, maar niemand van ons weet hoe dicht hij zich bij die grens bevindt. Laten wij er ons psychisch op instellen alsof we bij het verste punt zijn aangekomen: we moeten niets uitstellen en elke dag de rekening met het leven vereffenen. De grootste fout die in het leven is dat het altijd onvolmaakt is, dat er altijd iets van wordt uitgesteld. Wie elke dag de laatste hand aan zijn leven legt, komt nooit tijd te kort. Zo'n tekort aan tijd leidt tot angst en een verlangen naar de toekomst dat vreet aan de ziel. Niets ellendiger dan twijfel over de afloopt van wat nog te komen staat. De duur of kwaliteit van wat ons nog rest - wie daarover piekert raakt in de greep van een onzegbare angst.
Op welke manier kunnen we aan die rusteloosheid ontkomen? Er is maar één manier: als ons leven zich niet richt op wat veraf ligt maar zich op zichzelf concentreert. Je raakt afhankelijk van de toekomst als het heden niets voor je voorstelt. Maar wanneer je hebt betaald wat je aan jezelf bent verplicht, wanneer je geestelijk in evenwicht bent en beseft dat een dag niet verschilt van een eeuw, maakt het niet uit wat er vanaf dat moment nog komt aan dagen of dingen. Je kijkt daar dan vanuit de hoogte op neer en je moet hartelijk lachen bij de gedachte aan de opeenvolging der tijden. Want wat zou de veranderlijkheid en wisselvalligheid van het lot je nog deren als je je zeker voelt tegenover het onzekere?
Haast je dus te leven, mijn beste Lucilius, en reken elke dag als een apart leven. Wie deze instelling heeft, wie zijn leven elke dag leeft als geheel, die voelt zich gerust. Maar als je leeft op hoop, glipt je steeds het dichtstbijzijnde moment door de vingers, en daarvoor in de plaats sluipt hebzucht naar binnen, en ellendige doodsangst, die alles eveneens ellendig maakt. Vandaar komt die smadelijke bede van Maecenas, waarin hij zwakte, misvorming en uiteindelijk een folterpaal niet weigert, zolang hij zijn leven te midden van al die narigheid nog kan rekken:
'Ja, maak mijn armen maar verlamd,
mijn benen en mijn heup verlamd,
en doe er maar een bochel bij,
en sla mijn tanden uit het lood:
zolang ik leef, is alles best!
Dus laat mij leven alsjeblieft,
Al zit ik op de folterpaal.'
Wat het ellendigste zou zijn als het zich voordeed, wordt hier gewenst! Het lijkt een vraag om leven, maar het gaat hier om uitstel van executie. Ik had hem hoogst verachtelijk gevonden als hij wilde leven tot aan de folterpaal toe. 'Je mag me verlamd maken,' zegt hij, 'zolang in mijn gebroken, nutteloze lijf nog de levensadem blijft. Je mag me verminken, zolang ik als vervormd, mismaakt wezen nog maar tijd erbij krijgt,. Je mag me vastnagelen en een folterpaal onder me schuiven als ik ga zitten.
Is het nu zoveel waard je wonden te verergeren en uitgezakt aan het kruishout te hangen, om maar uit te stellen wat het beste is bij ellende, het einde van de executie? Is het zoveel waard te leven voor de doodsstrijd? Voor zo iemand kun je enkel hopen dat de goden mild zijn…. Wat wil hij nu bereiken met zo'n smadelijk, onmannelijk gedicht? Met dat pact met zijn volstrekt waanzinnige angst? Met dat beschamende gebedel om leven? Denk je dat die man ooit Vergilius heeft gelezen: 'Is sterven echt zoiets ellendig'?
Hij wenst zich het ergste kwaad, en wat het zwaars is om te lijden, daarvan wil hij graag verlenging en uitbreiding. En tegen welke beloning? Langer leven, uiteraard. Maar wat voor leven is een langdurig sterven? Zou er echt iemand te vinden zijn die onder foltering wil wegkwijnen, lichaamsdeel voor lichaamsdeel wil afsterven en zijn leven stukje bij beetje afgeknepen wil zijn, liever dan zijn adem in een keer uit te blazen? Zou er iemand te vinden zijn die op zo'n onzalige boom gebonden wil worden, reeds verzwakt, reeds misvorm, met een akelig bult die drukt op schouders en borst, om zijn leven te rekken, al komen er nog zoveel kwellingen? Afgezien van het kruis heeft hij dan al tal van redenen om te sterven achter de rug!
Ontken het maar eens: het is een grote weldaad van de natuur dat wij moeten sterven. Velen zijn bereid tot heel wat erge concessies. Ze willen een vriend verraden om langer te leven, of hun kinderen eigenhandig aan prostitutie prijsgeven om zelf het levenslicht te blijven zien, dat dan getuige is van zoveel misdadigs.
Die zucht naar het leven moeten we afschudden, we moeten leren dat het niet uitmaakt wanneer het leed komt dat je toch ooit lijden moet. Hoe goed je leeft, dat doet ertoe, niet hoe lang. En vaak betekent dit 'goed': niet lang.
Hartelijke groeten,
Seneca.
Hij houdt zichzelf voor de gek, man.quote:En zo wordt de wijze nooit 'eruit gegooid'. Eruit gegooid worden betekent namelijk: verdreven worden van een plek die je tegen je zin verlaat, maar de wijze doet niets tegen zijn zin. Hij ontsnapt, aan alle noodzaak, want waartoe die hem dwingen zal, wil hij zelf.
quote:Op vrijdag 25 juni 2010 09:50 schreef eldodo het volgende:
Seneca heeft de man opgevoed die hem liet doden.(doodswens?)
[..]
Hij houdt zichzelf voor de gek, man.
Stoicisme, epicurisme e.d. zijn naar mijn gevoel vooral troostende gedachten in een gewelddadige, chaotische en pijnlijke wereld. Stoïcisme vraagt zelfs dat je het geweld gewoon maar accepteert (zelfs wilt, volgens Seneca!). Niet filosofieën die veel bijdragen aan de morele en wetenschappelijke ideeën om menselijke levens langer, veiliger en prettiger te maken. Maar niemand uit die tijd is veilig of prettig opgevoed, infanticide was in de klassieke oudheid ook wel normaal.
De dood omarm ik helemaal niet met een gerust hart, ik wil het zo ver mogelijk voor me uit schuiven. Ik zou al helemaal niet samenwerken met iemand die bereid zou zijn mij te vermoorden.
Als je hiermee doelt op Seneca-Nero. Het was niet zo dat Nero als een soort demoon geboren werd. Seneca had in het begin de hoop met Nero een rechtvaardige keizer op de troon te zetten. Toen bleek dat Nero zich ontwikkelde tot tiran, had Seneca niet veel meer te kiezen gok ik zo (die keuze leidde trouwens tot zijn dood, een plot tegen Nero waar hij deel van zou hebben uitgemaakt).quote:Op vrijdag 25 juni 2010 09:50 schreef eldodo het volgende:
zou al helemaal niet samenwerken met iemand die bereid zou zijn mij te vermoorden.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
[ Bericht 0% gewijzigd door siface op 30-06-2010 11:33:44 ]I'm a soprano. I have resonance where my brains ought to be.
64= Monoton + Minimal
Dat hoeft het niet te doen. Maar als het doel van filosofie is de waarheid over allerlei zaken te achterhalen (incl. hoe waarheid objectief te bepalen is), dan zorgt filosofie bedrijven voor minstens een beter begrip van jezelf en de wereld. Als je begrip hebt, kan je ook meer van jezelf onder controle hebben, en weten wat niet onder je controle valt (dit idee vind je terug bij veel van die klassieke scholen). Dat maakt het mogelijk je wensen en behoeften beter te vervullen, en berusting te vinden met je onmacht over het overige. Dus draagt het bij aan een prettiger leven. Tegenstrijdige filosofieën die zowel zelfbepaling als volledige overgave aan en onverschilligheid met wat er gebeurt preken (stoicisme), zijn niet behulpzaam om de wereld beter te begrijpen en informatie voor je keuzes te geven.quote:Op woensdag 30 juni 2010 11:04 schreef siface het volgende:
[..]
En waarom zou een filosofie precies moeten bijdragen aan het fijne comfortabele wereldje waar we nu in leven? Met die redenatie kun je de filosofie beter helemaal overboord gooien lijkt me. Persoonlijk leef ik dan liever minder veilig en prettig.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |