Ik moest even puzzelen voor ik je opgave begreep. Als je het tekent heb je dus een zwaartekracht die naar beneden wijst?quote:Op dinsdag 26 januari 2010 14:05 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Ik krijg 12*.4*2.5*9.81 / (3.80* .8²) = 48.3 maar het antwoord moet 16.1 rad/s² zijn. Ergens een factor 3 fout dus....
Ik zie nergens de fout.
Ah, ja natuurlijk. Dat is hem !quote:Op dinsdag 26 januari 2010 17:55 schreef Gebraden_Wombat het volgende:
[..]
Ik moest even puzzelen voor ik je opgave begreep. Als je het tekent heb je dus een zwaartekracht die naar beneden wijst?
Wat je denk ik fout doet is het verkeerde impulsmoment nemen. Het hele systeem van balk+bal moet gaan draaien, en je moet dus ook het totale impulsmoment Itot in je uiteindelijk opgestelde vergelijking invullen.
De bijdrage aan het impulsmoment van de balk had je al, namelijk Ibalk = mL2/12. De bijdrage van de bal is Ibal = r2mbal = L2mbal/4.
Wat je doet is goed. Ik kan me alleen voorstellen dat ze met de verhouding tussen HOCl en ClO- bedoelen: [HOCl]/[ClO-], i.p.v. [ClO-]/[HOCl] wat je nu uitrekent.quote:Op dinsdag 26 januari 2010 22:55 schreef horned_reaper het volgende:
Nog even snel een vraag !
[ afbeelding ]
Ik reken het op de volgende manier uit:
-log(3,2 * 10 ^-8) = 7,49
7,3 = 7,49 +log b/z
Dus: Log b/z = 7,3 - 7,49
Log b/z = -0,19
10^-0,19 = 0,64
Dus mijn antwoord is 0,64
Maar nu zegt mijn antwoordblad dat het antwoord 1,56 is.... en dat 0,64 eigenlijk de omgekeerde verhouding is en daar striktelijk gezien niet om gevraagd wordt...
Maar met welke stap kom ik dan tot die 1,56... want dit brengt even een vraagteken bij me naar boven!
Dankjequote:Op woensdag 27 januari 2010 00:10 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Wat je doet is goed. Ik kan me alleen voorstellen dat ze met de verhouding tussen HOCl en ClO- bedoelen: [HOCl]/[ClO-], i.p.v. [ClO-]/[HOCl] wat je nu uitrekent.
Jammer van je tentamen! Als je dingen niet snapt, gewoon hier je vragen blijven posten. Er zijn voldoende mensen op Fok! die je ermee kunnen helpen.quote:Op woensdag 27 januari 2010 12:24 schreef horned_reaper het volgende:
Dankje
Alleen mocht het vanochtend allemaal niet baten
Ik heb m'n tentamen zwaar verprutst.... en dat is de eerste dit jaar....
Een Watt is een Joule / seconde.quote:Op donderdag 28 januari 2010 11:30 schreef vault_tec het volgende:
Natuurkunde,
Reken om 10kWh en het antwoord moet 36000 kJ zijn. Hoe reken ik dit uit?
Mijn dank is groot!
Hint: Er is sprake van een serieschakeling, dan geldt de formule: (R1+R2+R3)*I = Vquote:Op donderdag 28 januari 2010 11:38 schreef vault_tec het volgende:
36000/ 3600 = 10.
Mijn dank is groot
Nog 1 vraag.
3 door drie in serie geschakelde weerstanden loopt een stroom van 4 A. Ze zijn aangesloten op een spanning van 120 V. Wat is de weerstand van R3 als verder gegeven is: R1 = 8 Ohm en R2 = 12 Ohm.
de vraag kreeg ik precies zo als in het plaatje staat, ik leid daarvan af dat het idd zonder terugleggen is. Zou het gek vinden als het anders zou zijn.quote:
Tja, de uitwerking is alsof je terug legt. Als je dat niet doet, is het fout inderdaad, dan is het:quote:Op donderdag 28 januari 2010 23:32 schreef qwox het volgende:
[..]
de vraag kreeg ik precies zo als in het plaatje staat, ik leid daarvan af dat het idd zonder terugleggen is. Zou het gek vinden als het anders zou zijn.
De veldsterkte tussen de afbuigplaten is constant en je kent deze veldsterkte. Dan kun je dus ook de verticale kracht uitrekenen die op het elektron wordt uitgeoefend, en als je dan de massa van het elektron kent kun je dus ook de verticale versnelling uitrekenen. Je weet al hoe lang deze verticale versnelling werkzaam is, namelijk gedurende de tijd dat het elektron zich tussen de twee platen bevindt, en zo kun je dan de verticale verplaatsing berekenen, alsmede de hoek die het elektron maakt met de horizontaal op het moment dat het elektron de ruimte tussen de afbuigplaten verlaat. Vanaf dat moment beweegt het elektron zich in een rechte lijn, zodat je ook de verticale afstand waar het elektron het scherm treft kunt berekenen.quote:Op woensdag 3 februari 2010 00:11 schreef tony_clifton- het volgende:
Kan iemand helpen met het volgende vraagstuk? (zie crappy pic voor tekening):
Het gaat over de afbuiging van een elektron in een elektrisch veld van twee horizontale evenwijdige platen. De veldsterkte is E = 12000 N.C-1.
Het elektron wordt eerst versneld door een potentiaalverschil van 2000 V, dus ik heb al gevonden dat de snelheid waarmee het het veld (in het midden en evenwijdig) binnendringt 26,5.106 m.s-1 zal zijn.
Immers: Ek + Ep = cte dus Ek = -q.V(r) = -(-1,6.10-19.2000) (lading elektron vermenigvuldigd met potentiaalverschil)
Ek = 0,5 mv2 dus v = 26,5.106 m.s-1
Dat wil dan ook zeggen dat de tijd dat het elektron tussen de platen zal verblijven gelijk is aan 7,54.10-10 s.
Om nu de verticale verplaatsing tussen de platen te berekenen dacht ik dat je de afstand tussen beide platen zou nodig hebben? De formules voor veldsterkte E die ik ken zijn E = FC/q' (coulombkracht per lading) en E = dV(r)/dr (potentiaal per afstand).
[ afbeelding ]
Als iemand mij hiervoorbij kan helpen ben ik blij . Denk dat de rest dan ook wel zal lukken.
Een andere formule die misschien bruikbaar is:
[ afbeelding ]
Thanks alvast!
Je berekening van de hoek is verkeerd omdat je daarbij geen rekening houdt met de horizontale snelheid van het elektron. Je hoeft overigens helemaal niet met de tangens te werken. Bepaal de verhouding tussen de verticale en de horizontale snelheid op het moment dat het elektron de ruimte tussen de afbuigplaten verlaat. Deze verhouding geeft dan tevens de verhouding tussen de verdere verticale en horizontale verplaatsing van het elektron, omdat de snelheid van het elektron immers constant blijft zodra het de ruimte tussen de afbuigplaten heeft verlaten.quote:Op woensdag 3 februari 2010 15:21 schreef tony_clifton- het volgende:
Hmm... lukt nog niet... Kan iemand helpen troubleshooten?
Dit is mijn verdere uitwerking so far:
[ afbeelding ]
Je vraag is te weinig concreet om antwoord op te geven. In het eenvoudige geval dat je noemt zou je de uitstroomsnelheid op ieder tijdstip evenredig kunnen veronderstellen aan de hoeveelheid water die zich nog in het vat bevindt, en dat levert inderdaad een eenvoudige dv op. Maar je zult eerst moeten preciseren hoe de uitstroomsnelheid (het debiet) tevens afhangt van de opening en hoe je die opening als functie van de tijd kunt beschrijven.quote:Op woensdag 3 februari 2010 17:37 schreef Luciano23 het volgende:
Ik weet wel iets van DV maar ik zou graag willen weten hoe een DV eruit ziet (globale beschrijving) voor het volgende systeem:
Er is een vat met water en dat heeft een leegloopkanaal. Bij een normaal systeem zou het leeglopen van het vat een 1e orde DV zijn, afhankelijk van de hoogte van het waterniveau. Echter het leegloopkanaal is geen statisch kanaal. Het kanaal opent zich redelijk langzaam en sluit dan weer ook redelijk langzaam. Omdat de opening in het begin nauwer is dan enkele seconde later, ligt de maximale leegloopsnelheid van het vat niet in het begin maar ergens anders.
Nu vroeg ik mij af of iemand een globale beschrijving kan geven van hoe het leeglopen van het vat eruit ziet in een DV.
Hoi bedankt voor je reactie. Ik kom er niet helemaal uit met de vraag die jij eerder oploste, vooral omdat mijn probleem juist die wisselende debiet is. Ik zal proberen het iets concreter te maken, maar de precieze getallen zijn niet van belang. De diameter van opening waardoor het vat leegstroom is d in cm en t in s:quote:Op woensdag 3 februari 2010 21:05 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je vraag is te weinig concreet om antwoord op te geven. In het eenvoudige geval dat je noemt zou je de uitstroomsnelheid op ieder tijdstip evenredig kunnen veronderstellen aan de hoeveelheid water die zich nog in het vat bevindt, en dat levert inderdaad een eenvoudige dv op. Maar je zult eerst moeten preciseren hoe de uitstroomsnelheid (het debiet) tevens afhangt van de opening en hoe je die opening als functie van de tijd kunt beschrijven.
Ik heb een hele tijd geleden alweer eens een opgave opgelost die ging over zoutconcentraties in twee met elkaar in verbinding staande vaten waar zowel vers water in stroomde als zilt water uit wegstroomde. Niet helemaal jouw vraagstelling, maar wellicht dat je uit de uitwerking inspiratie op kunt doen over het opstellen van een dv voor jouw vraagstuk. Kijk maar even hier, en ook in de rest van dat topic voor mijn uitwerking.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |