abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_77225540
quote:
Op zondag 24 januari 2010 21:02 schreef One_conundrum het volgende:
Godver,

Dus;

55 - 10,5 - 0,2X = 1,12X
Hier gaat het al fout.
  zondag 24 januari 2010 @ 21:23:23 #152
102865 One_conundrum
zeg maar Conundrum
pi_77225663
Dat had ik ook al door. Ik zou het wel lief vinden als iemand me vertelt hoe wél moet...
"Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
  zondag 24 januari 2010 @ 21:24:07 #153
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_77225703
quote:
Op zondag 24 januari 2010 21:20 schreef Riparius het volgende:

[..]

Hier gaat het al fout.
papegaai
quote:
Op zondag 24 januari 2010 21:13 schreef GlowMouse het volgende:
(52,5 - X) *0,2 = ?
(10,5 - 0,2X).
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_77225821
quote:
Op zondag 24 januari 2010 21:23 schreef One_conundrum het volgende:
Dat had ik ook al door. Ik zou het wel lief vinden als iemand me vertelt hoe wél moet...
Je blijft dus net zo lang zagen tot iemand het je van A tot Z voorkauwt?

We hadden:

55 - (52,5 - X)*0,2 = 1,12*X

Haakjes wegwerken geeft:

55 - 10,5 + 0,2*X = 1,12*X

Zie je ook waarom?
  zondag 24 januari 2010 @ 21:39:23 #155
102865 One_conundrum
zeg maar Conundrum
pi_77226704
quote:
Op zondag 24 januari 2010 21:26 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je blijft dus net zo lang zagen tot iemand het je van A tot Z voorkauwt?

Ik vroeg toch gelijk 'hoe' ? Ik snap het niet een daarom kom ik hier. Nu snap ik het wel. Bedankt daarvoor. Niet zo belerend doen aub.

Maar ik begrijp nu wat ik fout deed, ik vergat een - .. Tijd voor een goeie opfris cursus

Bedankt
"Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
pi_77243335
Kb = Kw / Ka

Maar wat is de Kw precies? en is deze altijd 1,0 * 10 -14 ?
pi_77244094
Kw is de evenwichtsconstante voor water. Water kan dissociëren in H3O+ en OH- en de gevormde ionen kunnen weer associëren tot H2O.

De evenwichtsconstante die hierbij hoort is temperatuursafhankelijk en daarom niet altijd gelijk aan 1,0 * 10 -14.
pi_77257579
Vraagje over predikaatlogica, zou je de volgende zin zo kunnen formaliseren?
- Voor iedere x en y geldt: x houdt van y alleen als x lekker in zijn vel zit.
(waarbij V (alle) vrouwen zijn, M (alle) mannen, H(x,y) staat voor 'x houdt van y' en 'lekker in je vel zitten' wordt gedefinieerd als van jezelf houden.)

∀x,y∈M∪V[H(x,x)→H(x,y)]
of is dat te makkelijk gedacht?
  maandag 25 januari 2010 @ 18:47:24 #159
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_77258949
Heb je een officiële formalisering van ‘alleen als’?
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_77259870
Nee ik geloof van niet. Wel de dubbele pijl f↔g die staat voor 'f ..dan en slechts dan als.. g', maar die heb ik volgens mij niet nodig. Ik zou zeggen
¬f→¬g ∧f→g
dus
∀x,y∈M∪V[¬H(x,x)→¬H(x,y)∧H(x,x)→H(x,y)]
Klopt dat?

edit: hoewel, volgens mij is dat hetzelfde als ↔

[ Bericht 5% gewijzigd door .aeon op 25-01-2010 19:17:45 ]
  maandag 25 januari 2010 @ 19:20:47 #161
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_77260417
Dan zou ik nog ∀x ∈ M, ∀y ∈ V doen, omdat je nu in principe ook een x en y kunt kiezen die ‘oorspronkelijk’ beide in M of V zaten.

En over je alleen als. Je hebt nu:

¬H(x,x) → ¬H(x,y) ∧ H(x,x) → H(x,y)

Wanneer is dit waar? Als je uit het uitwerkt vind je: H(x,x) ↔ H(x, y). Immers, is b.v. H(x,x) waar maar H(x,y) niet, dan is het rechterlid van de conjunctie niet waar, is H(x,x) onwaar, maar H(x,y) waar, dan is het linkerlid onwaar. Wat je dus ook in je dit opmerkt.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_77260660
Ja dat laatste zag ik ook al
Maar ze mogen toch ook beide uit M of V komen?
  maandag 25 januari 2010 @ 19:27:31 #163
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_77260776
quote:
Op maandag 25 januari 2010 19:25 schreef .aeon het volgende:
Ja dat laatste zag ik ook al
Maar ze mogen toch ook beide uit M of V komen?
Ja, van mij wel. Maar ik had het gevoel dat de vraagstelling dat niet zou doen, maar als dat inderdaad kan, dan is het goed denk ik.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_77261039
Ik snap 't, bedankt!
pi_77285745
quote:
Acetic acid, CH3CO2H, is the solute that gives vinegar its characteristic odor and sour taste. Calculate the pH and the concentrations of all species present (H3O+, CH3CO2-, CH3CO2H, and OH-) in:
(a) 1.00 M CH3CO2H
(b) 0.0100 M CH3CO2H
Nu begint ik dus eerst voor 1.0 M.

H3CO2H + H2O <--> H3O+ + CH3CO2-

K = [ H3O+ ] * [ CH3CO2- ] / [ H3CO2H ]

Dat maakt: Ka = [X] * [X] / [1-X]

En dan snap ik het niet meer
pi_77286916
Een dunne balk met een homogeen verdeelde massa, heeft twee kleine balletjes vastgeplakt aan beide uiteinden. Als je de balk horizontaal tekent op papier, komt staat de as loodrecht op het papier, door het midden van de balk. Op t=0 komt er een balletje los, waardoor de balk gaat draaien. Nu moet ik de hoekversnelling berekenen precies nadat het ene balletje los is gekomen.

Gegevens:
Massa balk: 3.80kg
Massa balletjes: 2.50kg
Lengte balk: 0.80m
g=9.81 m/s²
I = mL²/12

Mijn poging:
Omdat de hoek tussen de arm en de kracht 90 graden is, geldt:
t = r F = I a (torque = lever arm * force = moment of inertia * angular accelleration)
Omdat de massa van de balk homogeen verdeeld is en de as in het midden zit, heffen de torques ten gevolge van de zwaartekracht op de balk elkaar op, dus alleen de zwaartekracht op het balletje speelt een rol.
Het balletje zit op een afstand van 0.80/2=0.40m. Dus t = 0.40 * 2.50 * 9.81 = 9.81 = (mL²/12) a .
Ik kan nu oplossen voor a, maar dan krijg ik een uitdrukking met L erin, maar ik zou een getal moeten krijgen. Wat moet ik doen?

Ik weet wel dat L=I w (L= angular momentum, w=angular velocity), maar omdat ie op t=0 nog geen hoeksnelheid heeft zou ik krijgen dat 0=9.81?

[ Bericht 1% gewijzigd door BasementDweller op 26-01-2010 13:03:11 ]
  dinsdag 26 januari 2010 @ 13:00:01 #167
117598 Gebraden_Wombat
lekker bij rijst
pi_77287072
L is toch gegeven?
quote:
Lengte balk: 0.80m
Op dinsdag 23 augustus 2011 23:18 schreef problematiQue het volgende:
Mensen die zomaar claimen dat A beter is dan B moet je gewoon negeren. Internetruis.
pi_77287104
quote:
Op dinsdag 26 januari 2010 13:00 schreef Gebraden_Wombat het volgende:
L is toch gegeven?
L = angular momentum en niet de lengte van de balk, als je dat dacht..?
  dinsdag 26 januari 2010 @ 13:06:33 #169
117598 Gebraden_Wombat
lekker bij rijst
pi_77287317
quote:
Op dinsdag 26 januari 2010 13:00 schreef BasementDweller het volgende:

[..]

L = angular momentum en niet de lengte van de balk, als je dat dacht..?
Waarom zou de angular momentum in de formule voor de moment of inertia (I) zitten? Dat klopt dimensioneel ook niet.
I = mL2 /12
[kg] [m2] = [kg] [L2]
--> [L] = [m]
Op dinsdag 23 augustus 2011 23:18 schreef problematiQue het volgende:
Mensen die zomaar claimen dat A beter is dan B moet je gewoon negeren. Internetruis.
pi_77288171
quote:
Op dinsdag 26 januari 2010 13:06 schreef Gebraden_Wombat het volgende:

[..]

Waarom zou de angular momentum in de formule voor de moment of inertia (I) zitten? Dat klopt dimensioneel ook niet.
I = mL2 /12
[kg] [m2] = [kg] [L2]
--> [L] = [m]

Ik weet niet waar je dat vandaan haalt.

Lees dit nog maar eens door: http://en.wikipedia.org/wiki/Moment_of_inertia

Met die vierkante haken geef je aan dat je de eenheid bedoelt van de grootheid tussen die haken. Je zegt [kg]... dat betekent dus de eenheid van kg?? Kg is al een eenheid...
  dinsdag 26 januari 2010 @ 13:58:45 #171
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_77289431
quote:
Op dinsdag 26 januari 2010 13:26 schreef BasementDweller het volgende:

[..]


Ik weet niet waar je dat vandaan haalt.

Lees dit nog maar eens door: http://en.wikipedia.org/wiki/Moment_of_inertia

Met die vierkante haken geef je aan dat je de eenheid bedoelt van de grootheid tussen die haken. Je zegt [kg]... dat betekent dus de eenheid van kg?? Kg is al een eenheid...
Hij vult voor l en m de eenheden in, en kijkt dan welke eenheid L logischerwijs moet hebben.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_77289600
Oh wat dom. Ik dacht dat je de L's door elkaar haalde, maar dat is precies wat ik zelf fout doe . Ik kan het beter R noemen.

Even kijken of ik op het goede antwoord kom.
pi_77289702
quote:
Op dinsdag 26 januari 2010 14:03 schreef BasementDweller het volgende:
Even kijken of ik op het goede antwoord kom.
Ik krijg 12*.4*2.5*9.81 / (3.80* .8²) = 48.3 maar het antwoord moet 16.1 rad/s² zijn. Ergens een factor 3 fout dus....
Ik zie nergens de fout.

[ Bericht 4% gewijzigd door BasementDweller op 26-01-2010 14:12:28 ]
pi_77289757
Even ter herinnering
quote:
Acetic acid, CH3CO2H, is the solute that gives vinegar its characteristic odor and sour taste. Calculate the pH and the concentrations of all species present (H3O+, CH3CO2-, CH3CO2H, and OH-) in:
(a) 1.00 M CH3CO2H
(b) 0.0100 M CH3CO2H
Nu begint ik dus eerst voor 1.0 M.

H3CO2H + H2O <--> H3O+ + CH3CO2-

K = [ H3O+ ] * [ CH3CO2- ] / [ H3CO2H ]

Dat maakt: Ka = [X] * [X] / [1-X]

En dan snap ik het niet meer
pi_77295928
Nou, je begint met 1 mol azijnzuur..

Dat splitst maar gedeeltelijk, omdat het een zwak zuur is. Het gedeelte wat opsplitst noem ik X.
De hoeveelheid azijnzuur in het evenwicht is dan 1-X
Er ontstaat dan een hoeveelheid H3O+ en CH3CO2-, de hoeveelheden die daarbij ontstaan zijn X.

Dit vul je in in de Kz, en je kan de haakjes wegwerken, en de vergelijking oplossen, en dan heb je dus X. De waarde van Kz kan je in je binas vinden(tabel 48 of 49).

Weet je de concentratie H3O+, dan kan je de pH berekenen, en via de waterconstante ook de concentratie OH-
  dinsdag 26 januari 2010 @ 17:55:13 #176
117598 Gebraden_Wombat
lekker bij rijst
pi_77299644
quote:
Op dinsdag 26 januari 2010 14:05 schreef BasementDweller het volgende:

[..]

Ik krijg 12*.4*2.5*9.81 / (3.80* .8²) = 48.3 maar het antwoord moet 16.1 rad/s² zijn. Ergens een factor 3 fout dus....
Ik zie nergens de fout.
Ik moest even puzzelen voor ik je opgave begreep. Als je het tekent heb je dus een zwaartekracht die naar beneden wijst?

Wat je denk ik fout doet is het verkeerde impulsmoment nemen. Het hele systeem van balk+bal moet gaan draaien, en je moet dus ook het totale impulsmoment Itot in je uiteindelijk opgestelde vergelijking invullen.

De bijdrage aan het impulsmoment van de balk had je al, namelijk Ibalk = mL2/12. De bijdrage van de bal is Ibal = r2mbal = L2mbal/4.
Op dinsdag 23 augustus 2011 23:18 schreef problematiQue het volgende:
Mensen die zomaar claimen dat A beter is dan B moet je gewoon negeren. Internetruis.
pi_77302746
quote:
Op dinsdag 26 januari 2010 17:55 schreef Gebraden_Wombat het volgende:

[..]

Ik moest even puzzelen voor ik je opgave begreep. Als je het tekent heb je dus een zwaartekracht die naar beneden wijst?

Wat je denk ik fout doet is het verkeerde impulsmoment nemen. Het hele systeem van balk+bal moet gaan draaien, en je moet dus ook het totale impulsmoment Itot in je uiteindelijk opgestelde vergelijking invullen.

De bijdrage aan het impulsmoment van de balk had je al, namelijk Ibalk = mL2/12. De bijdrage van de bal is Ibal = r2mbal = L2mbal/4.
Ah, ja natuurlijk. Dat is hem !

Bedankt!
pi_77314633
Nog even snel een vraag !



Ik reken het op de volgende manier uit:
-log(3,2 * 10 ^-8) = 7,49
7,3 = 7,49 +log b/z
Dus: Log b/z = 7,3 - 7,49
Log b/z = -0,19

10^-0,19 = 0,64
Dus mijn antwoord is 0,64

Maar nu zegt mijn antwoordblad dat het antwoord 1,56 is.... en dat 0,64 eigenlijk de omgekeerde verhouding is en daar striktelijk gezien niet om gevraagd wordt...
Maar met welke stap kom ik dan tot die 1,56... want dit brengt even een vraagteken bij me naar boven!
pi_77318474
quote:
Op dinsdag 26 januari 2010 22:55 schreef horned_reaper het volgende:
Nog even snel een vraag !

[ afbeelding ]

Ik reken het op de volgende manier uit:
-log(3,2 * 10 ^-8) = 7,49
7,3 = 7,49 +log b/z
Dus: Log b/z = 7,3 - 7,49
Log b/z = -0,19

10^-0,19 = 0,64
Dus mijn antwoord is 0,64

Maar nu zegt mijn antwoordblad dat het antwoord 1,56 is.... en dat 0,64 eigenlijk de omgekeerde verhouding is en daar striktelijk gezien niet om gevraagd wordt...
Maar met welke stap kom ik dan tot die 1,56... want dit brengt even een vraagteken bij me naar boven!
Wat je doet is goed. Ik kan me alleen voorstellen dat ze met de verhouding tussen HOCl en ClO- bedoelen: [HOCl]/[ClO-], i.p.v. [ClO-]/[HOCl] wat je nu uitrekent.
pi_77329337
quote:
Op woensdag 27 januari 2010 00:10 schreef lyolyrc het volgende:

[..]

Wat je doet is goed. Ik kan me alleen voorstellen dat ze met de verhouding tussen HOCl en ClO- bedoelen: [HOCl]/[ClO-], i.p.v. [ClO-]/[HOCl] wat je nu uitrekent.
Dankje

Alleen mocht het vanochtend allemaal niet baten
Ik heb m'n tentamen zwaar verprutst.... en dat is de eerste dit jaar....
pi_77334406
quote:
Op woensdag 27 januari 2010 12:24 schreef horned_reaper het volgende:
Dankje

Alleen mocht het vanochtend allemaal niet baten
Ik heb m'n tentamen zwaar verprutst.... en dat is de eerste dit jaar....
Jammer van je tentamen! Als je dingen niet snapt, gewoon hier je vragen blijven posten. Er zijn voldoende mensen op Fok! die je ermee kunnen helpen.
pi_77369861
Natuurkunde,

Reken om 10kWh en het antwoord moet 36000 kJ zijn. Hoe reken ik dit uit?

Mijn dank is groot!
  donderdag 28 januari 2010 @ 11:31:27 #183
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_77369886
quote:
Op donderdag 28 januari 2010 11:30 schreef vault_tec het volgende:
Natuurkunde,

Reken om 10kWh en het antwoord moet 36000 kJ zijn. Hoe reken ik dit uit?

Mijn dank is groot!
Een Watt is een Joule / seconde.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_77370148
36000/ 3600 = 10.

Mijn dank is groot

Nog 1 vraag.

3 door drie in serie geschakelde weerstanden loopt een stroom van 4 A. Ze zijn aangesloten op een spanning van 120 V. Wat is de weerstand van R3 als verder gegeven is: R1 = 8 Ohm en R2 = 12 Ohm.

[ Bericht 44% gewijzigd door vault_tec op 28-01-2010 14:22:08 ]
pi_77384225
quote:
Op donderdag 28 januari 2010 11:38 schreef vault_tec het volgende:
36000/ 3600 = 10.

Mijn dank is groot

Nog 1 vraag.

3 door drie in serie geschakelde weerstanden loopt een stroom van 4 A. Ze zijn aangesloten op een spanning van 120 V. Wat is de weerstand van R3 als verder gegeven is: R1 = 8 Ohm en R2 = 12 Ohm.
Hint: Er is sprake van een serieschakeling, dan geldt de formule: (R1+R2+R3)*I = V
pi_77398409
ik had een tentamen over een stukje kansberekening en volgens mij heeft de docent een methode gebruikt die niet toepasbaar is op het vraagstuk.


bij dit vraagstuk veranderd de kans elke keer als er een knikker uit de bak gaat. De berekening maakt gebruik van een binomiale verdeling, volgens mag die alleen maar gebruikt worden als de kans gelijk blijft. Bijvoorbeeld de kans dat een bout een fout bevat bij de productie is 0,01, hoe groot is de kans dat als ik er 100 bekijk dat er 5 een fout bevatten.

voor ik naar de docent ga en roep dat die het verkeerd doet wilde ik graag eerst even de mening van jullie. ik hoop dat iemand van jullie me kan en wil helpen.

gr

Qwox
  donderdag 28 januari 2010 @ 23:23:20 #187
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_77399094
En het is zeker ‘zonder terugleggen’?
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_77399424
quote:
Op donderdag 28 januari 2010 23:23 schreef Iblis het volgende:
En het is zeker ‘zonder terugleggen’?
de vraag kreeg ik precies zo als in het plaatje staat, ik leid daarvan af dat het idd zonder terugleggen is. Zou het gek vinden als het anders zou zijn.
  donderdag 28 januari 2010 @ 23:37:23 #189
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_77399614
quote:
Op donderdag 28 januari 2010 23:32 schreef qwox het volgende:

[..]

de vraag kreeg ik precies zo als in het plaatje staat, ik leid daarvan af dat het idd zonder terugleggen is. Zou het gek vinden als het anders zou zijn.
Tja, de uitwerking is alsof je terug legt. Als je dat niet doet, is het fout inderdaad, dan is het:



Ik moet zeggen dat ik ook zou verwachten op die opgave alleen dat het zonder terugleggen is, en dat het dus fout is.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_77400410
bedankt voor de reactie en het bevestigen van mijn vermoede.

De methode die je gebruikt voor het antwoord, heeft die toevallig een naam. Heb geprobeerd zelf uit die opgave te komen, wat niet lukt aangezien het niet was behandeld in de stof zover ik weet. En snap ook waar cijfers uit je berekening vandaan komen, wil even kijken of ik er meer over kan vinden.

gr

qwox
  vrijdag 29 januari 2010 @ 00:03:50 #191
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_77400562
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_77577041
Kan iemand helpen met het volgende vraagstuk? (zie crappy pic voor tekening):

Het gaat over de afbuiging van een elektron in een elektrisch veld van twee horizontale evenwijdige platen. De veldsterkte is E = 12000 N.C-1.

Het elektron wordt eerst versneld door een potentiaalverschil van 2000 V, dus ik heb al gevonden dat de snelheid waarmee het het veld (in het midden en evenwijdig) binnendringt 26,5.106 m.s-1 zal zijn.
Immers: Ek + Ep = cte dus Ek = -q.V(r) = -(-1,6.10-19.2000) (lading elektron vermenigvuldigd met potentiaalverschil)
Ek = 0,5 mv2 dus v = 26,5.106 m.s-1

Dat wil dan ook zeggen dat de tijd dat het elektron tussen de platen zal verblijven gelijk is aan 7,54.10-10 s.

Om nu de verticale verplaatsing tussen de platen te berekenen dacht ik dat je de afstand tussen beide platen zou nodig hebben? De formules voor veldsterkte E die ik ken zijn E = FC/q' (coulombkracht per lading) en E = dV(r)/dr (potentiaal per afstand).





Als iemand mij hiervoorbij kan helpen ben ik blij . Denk dat de rest dan ook wel zal lukken.

Een andere formule die misschien bruikbaar is:



Thanks alvast!
pi_77577499
quote:
Op woensdag 3 februari 2010 00:11 schreef tony_clifton- het volgende:
Kan iemand helpen met het volgende vraagstuk? (zie crappy pic voor tekening):

Het gaat over de afbuiging van een elektron in een elektrisch veld van twee horizontale evenwijdige platen. De veldsterkte is E = 12000 N.C-1.

Het elektron wordt eerst versneld door een potentiaalverschil van 2000 V, dus ik heb al gevonden dat de snelheid waarmee het het veld (in het midden en evenwijdig) binnendringt 26,5.106 m.s-1 zal zijn.
Immers: Ek + Ep = cte dus Ek = -q.V(r) = -(-1,6.10-19.2000) (lading elektron vermenigvuldigd met potentiaalverschil)
Ek = 0,5 mv2 dus v = 26,5.106 m.s-1

Dat wil dan ook zeggen dat de tijd dat het elektron tussen de platen zal verblijven gelijk is aan 7,54.10-10 s.

Om nu de verticale verplaatsing tussen de platen te berekenen dacht ik dat je de afstand tussen beide platen zou nodig hebben? De formules voor veldsterkte E die ik ken zijn E = FC/q' (coulombkracht per lading) en E = dV(r)/dr (potentiaal per afstand).


[ afbeelding ]


Als iemand mij hiervoorbij kan helpen ben ik blij . Denk dat de rest dan ook wel zal lukken.

Een andere formule die misschien bruikbaar is:

[ afbeelding ]

Thanks alvast!
De veldsterkte tussen de afbuigplaten is constant en je kent deze veldsterkte. Dan kun je dus ook de verticale kracht uitrekenen die op het elektron wordt uitgeoefend, en als je dan de massa van het elektron kent kun je dus ook de verticale versnelling uitrekenen. Je weet al hoe lang deze verticale versnelling werkzaam is, namelijk gedurende de tijd dat het elektron zich tussen de twee platen bevindt, en zo kun je dan de verticale verplaatsing berekenen, alsmede de hoek die het elektron maakt met de horizontaal op het moment dat het elektron de ruimte tussen de afbuigplaten verlaat. Vanaf dat moment beweegt het elektron zich in een rechte lijn, zodat je ook de verticale afstand waar het elektron het scherm treft kunt berekenen.
pi_77586548
Thanks! Direct proberen!
Eigenlijk wel logisch maar na een tijd zie je enkel je eigen foute methode .
pi_77593161
Hmm... lukt nog niet... Kan iemand helpen troubleshooten?

Dit is mijn verdere uitwerking so far:

pi_77598448
Ik weet wel iets van DV maar ik zou graag willen weten hoe een DV eruit ziet (globale beschrijving) voor het volgende systeem:

Er is een vat met water en dat heeft een leegloopkanaal. Bij een normaal systeem zou het leeglopen van het vat een 1e orde DV zijn, afhankelijk van de hoogte van het waterniveau. Echter het leegloopkanaal is geen statisch kanaal. Het kanaal opent zich redelijk langzaam en sluit dan weer ook redelijk langzaam. Omdat de opening in het begin nauwer is dan enkele seconde later, ligt de maximale leegloopsnelheid van het vat niet in het begin maar ergens anders.

Nu vroeg ik mij af of iemand een globale beschrijving kan geven van hoe het leeglopen van het vat eruit ziet in een DV.
pi_77602919
quote:
Op woensdag 3 februari 2010 15:21 schreef tony_clifton- het volgende:
Hmm... lukt nog niet... Kan iemand helpen troubleshooten?

Dit is mijn verdere uitwerking so far:

[ afbeelding ]
Je berekening van de hoek is verkeerd omdat je daarbij geen rekening houdt met de horizontale snelheid van het elektron. Je hoeft overigens helemaal niet met de tangens te werken. Bepaal de verhouding tussen de verticale en de horizontale snelheid op het moment dat het elektron de ruimte tussen de afbuigplaten verlaat. Deze verhouding geeft dan tevens de verhouding tussen de verdere verticale en horizontale verplaatsing van het elektron, omdat de snelheid van het elektron immers constant blijft zodra het de ruimte tussen de afbuigplaten heeft verlaten.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 04-02-2010 06:36:36 ]
pi_77606798
quote:
Op woensdag 3 februari 2010 17:37 schreef Luciano23 het volgende:
Ik weet wel iets van DV maar ik zou graag willen weten hoe een DV eruit ziet (globale beschrijving) voor het volgende systeem:

Er is een vat met water en dat heeft een leegloopkanaal. Bij een normaal systeem zou het leeglopen van het vat een 1e orde DV zijn, afhankelijk van de hoogte van het waterniveau. Echter het leegloopkanaal is geen statisch kanaal. Het kanaal opent zich redelijk langzaam en sluit dan weer ook redelijk langzaam. Omdat de opening in het begin nauwer is dan enkele seconde later, ligt de maximale leegloopsnelheid van het vat niet in het begin maar ergens anders.

Nu vroeg ik mij af of iemand een globale beschrijving kan geven van hoe het leeglopen van het vat eruit ziet in een DV.
Je vraag is te weinig concreet om antwoord op te geven. In het eenvoudige geval dat je noemt zou je de uitstroomsnelheid op ieder tijdstip evenredig kunnen veronderstellen aan de hoeveelheid water die zich nog in het vat bevindt, en dat levert inderdaad een eenvoudige dv op. Maar je zult eerst moeten preciseren hoe de uitstroomsnelheid (het debiet) tevens afhangt van de opening en hoe je die opening als functie van de tijd kunt beschrijven.

Ik heb een hele tijd geleden alweer eens een opgave opgelost die ging over zoutconcentraties in twee met elkaar in verbinding staande vaten waar zowel vers water in stroomde als zilt water uit wegstroomde. Niet helemaal jouw vraagstelling, maar wellicht dat je uit de uitwerking inspiratie op kunt doen over het opstellen van een dv voor jouw vraagstuk. Kijk maar even hier, en ook in de rest van dat topic voor mijn uitwerking.
pi_77661204
quote:
Op woensdag 3 februari 2010 21:05 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je vraag is te weinig concreet om antwoord op te geven. In het eenvoudige geval dat je noemt zou je de uitstroomsnelheid op ieder tijdstip evenredig kunnen veronderstellen aan de hoeveelheid water die zich nog in het vat bevindt, en dat levert inderdaad een eenvoudige dv op. Maar je zult eerst moeten preciseren hoe de uitstroomsnelheid (het debiet) tevens afhangt van de opening en hoe je die opening als functie van de tijd kunt beschrijven.

Ik heb een hele tijd geleden alweer eens een opgave opgelost die ging over zoutconcentraties in twee met elkaar in verbinding staande vaten waar zowel vers water in stroomde als zilt water uit wegstroomde. Niet helemaal jouw vraagstelling, maar wellicht dat je uit de uitwerking inspiratie op kunt doen over het opstellen van een dv voor jouw vraagstuk. Kijk maar even hier, en ook in de rest van dat topic voor mijn uitwerking.
Hoi bedankt voor je reactie. Ik kom er niet helemaal uit met de vraag die jij eerder oploste, vooral omdat mijn probleem juist die wisselende debiet is. Ik zal proberen het iets concreter te maken, maar de precieze getallen zijn niet van belang. De diameter van opening waardoor het vat leegstroom is d in cm en t in s:

d= 0 op t = 0
d=0,5 op t= 1
d=1 op t=2
d=1.5 op t =3
d= 2 op t = 4
d= 1.5 op t=5
d= 1 op t=6
d=0.5 op t=7
d=0 op t=8

op t=8 zit er nog steeds water in de tank. Als de diameter constant was kan je het leegstromen beschrijven met h'+c*h=0 dacht ik en is de oplossing h=k*e^(c*t). Echter nu met de wisselende uitstroomdiameter kan ik me voorstellen dat de uitstroom op bijvoorbeeld t=3 hoger is dan op t=1.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')